• No results found

De resultaatgerichte bekostiging van de jeugdhulp in de regio Hart van Brabant vraagt van zorgaanbieders dat zij meer met elkaar gaan samenwerken. We zien dat een aantal

jeugdhulpaanbieders elkaar vanuit de inhoud regelmatig opzoekt. Omdat er in de regio Hart van Brabant een groot aantal jeugdhulpaanbieders actief is, wordt samenwerking door de aanbieders soms als lastig ervaren. De transitie brengt voor veel aanbieders als negatieve bijkomstigheid mee dat zij veel meer tijd moeten besteden aan administratieve taken dan voorheen. We zien dat

jeugdhulpaanbieders keuzes (gaan) maken tussen partijen met wie zij samenwerken. Los van de administratieve lasten die het met zich meebrengt, wordt er ook gekeken naar meer samenwerking met aanbieders die een visie op jeugdhulp delen.

Een ander punt van aandacht dat de resultaatgerichte bekostiging met zich mee brengt is de vaste tarieven die gekoppeld zijn aan arrangementen. Er wordt gekeken naar het te behalen doel in plaats van het type hulp dat wordt in gezet. Enerzijds wordt dit als goed ervaren omdat er dan echt gekeken wordt naar wat nodig is, anderzijds moet het resultaatgericht werken geen doel op zich zelf worden (interview programmanager jeugdhulpaanbieder). Er zijn arrangementen die een meer of minder specialistisch profiel hebben, maar het tarief is voor alle zorgaanbieders gelijk ongeacht het specialisme dat wordt in gezet en de daadwerkelijk kosten die daarmee samenhangen.

Dit brengt met name voor de grotere jeugdhulphaanbieders die meer complexe gevallen behandelen in sommige gevallen financiële risico’s met zich mee.

Overzicht van de interviews

Interviews met:

Beleidsontwikkelaar zorg gemeente Tilburg

Beleidsmedewerker sociaal domein gemeente Tilburg

Strateeg gemeente Tilburg

Wijkteammanager gemeente Tilburg

Directeur Jeugd en manager bedrijfsvoering van een grote GGZ-instelling

Programmamanager van een jeugdhulpaanbieder

Clustermanager van een jeugdhulp- en zorgaanbieder

Betrokkene bij de pilot POH-GGZ Jeugd van PRO-RCH

7 Casestudie Utrecht

1. Visie: het Utrechtse model

Met de transitie heeft de gemeente de ambitie om hulp en zorg voor jeugd zo te organiseren zodat deze “beter is afgestemd op de behoeften van gezinnen en kinderen, dichter bij huis geboden wordt en zich sterker richt op het versterken van wat gezinnen en kinderen wél kunnen in plaats van focus op wat niet goed gaat” (Gemeente Utrecht, 2016). Het Utrechtse model, de ambities en uitgangspunten van de gemeente voor het jeugdzorgbeleid, zijn in de aanloop van de transitie samen met alle betrokken partners geformuleerd (Gemeente Utrecht, 2011, 2013). De leidende principes van dit model zijn (zie o.a.Gemeente Utrecht, 2018d):

De leefwereld centraal: het kind/jongere/gezin in het dagelijks leven vormt het uitgangspunt;

Uitgaan van de mogelijkheden: normaliseren in plaats van problematiseren, aansluiten bij wat het

kind/jongere/gezin en diens omgeving wel kunnen;

Zo nabij mogelijk: zorg beschikbaar in eigen buurt, maatwerk in aansluiting bij het kind/jongere en de omgeving daar omheen;

Doen wat nodig is: in aanvulling op en samen met de inzet vanuit het eigen netwerk;

Eenvoud: de inhoud is leidend niet het systeem, een overzichtelijk en minder versnipperd

zorglandschap, minder bureaucratie;

Veiligheid van kinderen vormt altijd de ondergrens.

De basis van de transformatie vormt het Utrechtse model met drie samenhangende sporen:

Spoor 1: Een sterke samenleving. De sociale basis en gewoon opgroeien; het gaat hier om reguliere voorzieningen zoals onderwijs, jongerenwerk, sport, jeugdgezondheidszorg en vrijwilligerswerk.

Spoor 2: Steun waar nodig: basiszorg voor jeugd, gezin en volwassenen. Basiszorg wordt geleverd

door buurtteams, jeugdartsen (jeugdgezondheidszorg) en huisartsen.

Spoor 3: Speciaal waar het moet: aanvullende zorg. Deze omvat specialistische jeugdhulp (jeugd-GGZ, specialistische jeugd- en opvoedhulp en jeugdhulp voor kinderen met een beperking), pleegzorg, jeugdhulp met verblijf en ambulante crisishulp.

Door eerder, sneller en systeemgerichter in te zetten verwacht de gemeente dat minder vaak een beroep op zwaardere (en duurdere) zorg nodig zal zijn. De gemeente streeft naar ‘matched care’ (en niet ‘stepped care’). Waar nodig wordt specialisten al in een vroeg stadium betrokken om samen tot een goede weging te komen voor wat de meest passende hulp is op dat moment bij een bepaalde vraag, met als uitgangspunt ‘zo licht en normaal als mogelijk’ (Gemeente Utrecht, 2018c).

De leidende principes zijn in dialoog met de partners in de jeugdhulp ontwikkeld en uitgewerkt. Dit heeft volgens de gemeente gezorgd voor een breed draagvlak. Na het in goede banen leiden van de transitie en het opbouwen van de basiszorg op basis van pilots (al uitgevoerd voor 2015) is vanaf 2016 gewerkt aan de transformatie van de aanvullende (specialistische) jeugdzorg volgens de leidende principes. In de Notitie meerjarige sturing en bekostiging Jeugdhulp 2017-2020 (Gemeente Utrecht, 2016) worden de consequenties hiervan aangegeven voor de sturing en bekostiging van de

aanvullende zorg. De leidende principes voor de transformatie van de aanvullende zorg zijn: 1. Cliëntgerichtheid: maatwerk en uitgaan van kracht en vraag van het gezin,

2. Wijkgericht: zorg dichtbij, op maat en tijdig, bundeling van en afstemming met het informele netwerk, basiszorg en aanvullende zorg, en

3. Passende en duurzame specialistische hulp die het kind in de context van gezin, omgeving en ontwikkeling beziet (Gemeente Utrecht, 2018b).

De jeugd-GGZ is een onderdeel van de aanvullende jeugdzorg (specialistische jeugdhulp), maar in beleidsnota’s wordt de jeugd-GGZ sinds de vierde voortgangsrapportage over 2016 ((Gemeente Utrecht, 2017) zelden apart genoemd. De wijkgerichte aanpak krijgt een zwaar accent in de Utrechtse aanpak, waarbij buurgericht organiseren een middel is om zorg te kunnen bieden die integraal is, de context optimaal betrekt en de samenwerking met de basiszorg versterkt (idem).

Bij een getransformeerd jeugdzorglandschap hoort volgens de gemeente nieuwe terminologie. Toegang, triage, doorverwijzen, op/afschalen en wachtlijsten passen niet bij het model van samenwerking rondom de jeugdige en het gezin in de wijk. Buurtteams vormen niet alleen de ‘toegang’, maar bieden ook ambulante basis-jeugdhulp en betrekken daar waar nodig specialisten.

2. Toegang en triage