• No results found

Hulpverlening binnen de jeugd-GGZ

De jeugd-GGZ kent een breed palet aan hulpverlening: preventieve ondersteuning voor bijvoorbeeld kinderen van ouders met psychiatrische of verslavingsproblematiek (KOPP/KVO), deelname in

Zorgadviesteams, diagnose, behandeling van ernstige enkelvoudige dyslexie, gesprekstherapie bij een psycholoog, psychiatrische gezinsbegeleiding, verslavingszorg, e-health, acute psychiatrie,

vroegkinderlijke traumabehandeling en de multidisciplinaire zorg vanuit de GGZ (Kamerstukken II 2012/13, 33684, 3, (MvT)). De jeugd-GGZ kan bestaan uit ambulante hulpverlening (die bij de GGZ-instelling, poliklinisch of in de thuissituatie geboden wordt), uit behandeling in deeltijd of uit zorg tijdens een (acute) opname. De jeugd-GGZ werkt daarbij ontwikkelings- en systeemgericht. Onderscheid binnen de jeugd-GGZ

De jeugd-GGZ is te onderscheiden in drie niveaus: basis, specialistisch veel voorkomend en specialistisch weinig voorkomend (Expertgroep BGZJ, 2017). Deze indeling komt uit het ontwikkelmodel jeugdhulp (Dijkshoorn P. & Menting J., 2018), dat de BGZJ, de branches voor jeugdhulp, hebben gemaakt. In de Landelijke samenwerkingsafspraken jeugd-GGZ (Akwa ggz) wordt gesproken over generalistische basis jeugd-GGZ, specialistische jeugd-GGZ en hoog-specialistische jeugd-GGZ. Aangezien de branches het ontwikkelmodel hebben ontwikkeld, de VNG het model heeft omarmd en de minister het in zijn “Actieplan Zorg voor de Jeugd” heeft opgenomen, is ervoor gekozen om de indeling van dit model te hanteren.

Het ontwikkelmodel laat zien dat jeugdhulp continu in ontwikkeling is en dat jeugdigen en jongeren (en hun ouders) zich (kunnen) bewegen tussen de verschillende vormen van jeugdhulp. Dit geldt ook voor de jeugd-GGZ. Jeugd-GGZ is binnen de jeugdhulp een specifieke expertise, waarbij de inzet van deze expertise kan wisselen in zwaarte en intensiteit. Hierbij hoort ook de consultatie- en

adviesfunctie van de jeugd-GGZ.

Preventie

Preventie komt niet voor in het ontwikkelmodel, maar is wel van groot belang. De expertise van de jeugd-GGZ kan worden ingezet om mogelijke psychische problemen en stoornissen eerder te herkennen (vroegsignalering) en waar mogelijk te voorkomen, én om de beschermende factoren en bijvoorbeeld de veerkracht van en de sociale steun rond jongeren te versterken (RIVM et al., 2019). Preventie valt overigens niet alleen onder de Jeugdwet. Ook de Wet publieke gezondheid biedt kaders voor preventie (Wpg). In artikel 2.2 van de Wpg is beschreven dat gemeenten moeten bijdragen aan de opzet, uitvoering en afstemming van preventieprogramma’s, met inbegrip van programma’s voor de gezondheidsbevordering. Er wordt dan ook binnen gemeenten aandacht besteed aan preventieve activiteiten, zoals screening op depressie en suïcidale gedachten door de GGD op scholen, maar een structureel programma is veelal niet aanwezig of niet optimaal en de samenwerking tussen preventie op grond van de Jeugdwet en de Wpg is niet altijd aanwezig. Gegevens over de inzet van preventie zijn niet of onvoldoende beschikbaar.

Basis jeugd-GGZ

Basis jeugd-GGZ is jeugdhulp die dichtbij huis kan worden geboden (Expertgroep BGZJ, 2017). Kenmerken zijn (Akwa ggz):

er is sprake van (of vermoeden van) een DSM-stoornis.

en:

 er is een gemiddelde tot lage beperking in het functioneren of

 er is sprake van lichte tot ernstige problematiek, met laag tot matig risico of  er is een vermoeden van een leerstoornis of twijfel over verstandelijke vermogens

en:

 er is een goed sociaal netwerk of  er is een grote kans op herstel

Hierbinnen vallen ook ernstige psychiatrische stoornissen met stabiele problematiek die geen behandeling, maar wel langdurige monitoring behoeven.

Specialistische jeugd-GGZ veel voorkomend

Specialistische jeugd-GGZ is een vorm van jeugdhulp die ingezet wordt bij veel voorkomende problematiek. De hulp wordt ook veelal dichtbij, in de regio, geleverd12. Kenmerken zijn13:

er is sprake van (of vermoeden van) een DSM-stoornis en

 er is sprake van matige tot ernstige problematiek; aanzienlijke beperkingen in het dagelijks functioneren, zowel thuis als elders als gevolg van het ziektebeeld of

 er is sprake van hoog risico (duidelijke aanwijzingen voor gevaar, suïcidaliteit) of

 hoge complexiteit: ingewikkelde (somatische) co-morbiditeit, psychosociale problemen in het gezin, geringe daadkracht in het netwerk, langdurige schooluitval of

 ernstige opvoedproblematiek als gevolg van psychiatrische problematiek van opvoeder(s) of  (vermoeden van) ontwikkeling richting criminaliteit

bij de cliënt (en het gezin) staat de kwaliteit van leven onder druk

De specialistische jeugd-GGZ kent een sterke diagnostische functie onder verantwoordelijkheid van een kinder- en jeugdpsychiater, klinisch psycholoog, psychotherapeut of GZ-psycholoog.

Specialistische jeugd-GGZ weinig voorkomend

Dit betreft specialistische hulp voor problematiek die weinig voorkomt en/of zeer ernstig of complex is. De hulp wordt vaak (boven)regionaal of landelijk georganiseerd. Kenmerken zijn gelijk aan de veel voorkomende specialistische jeugd-GGZ. Voorbeelden zijn (Akwa ggz):

acute opname, crisisinterventie

zorg in gedwongen kader (op grond van de wet BOPZ die per 2020 vervangen wordt dor de Wet verplichte GGZ)

deel van de jeugdverslavingszorg (bijvoorbeeld detox/opname)

forensische jeugdpsychiatrie

de verschillende vormen van jeugdhulp die door de VNG landelijk zijn ingekocht (VNG, 2019-2020), zoals de academische kinder- en jeugdpsychiatrie, waarbij hoog complexe en laag frequente zorg samen gaat met een onderzoeks- en opleidingsfunctie, (trauma)behandeling bij eergerelateerd geweld en kinder- en jeugdpsychiatrie op het snijvlak van psyschische en somatische problematiek zoals anorexia.

2. Organisatie van de jeugd-GGZ

Bij een jeugdige of jongere met psychische klachten kunnen meerdere partijen betrokken zijn, zoals onderwijs, huisarts en hulpverleners. Hieronder is beschreven welke organisaties en professionals vanuit de jeugd-GGZ betrokken kunnen zijn.

Toegang

De toegang tot de jeugd-GGZ wordt o.a. gevormd door huisartsen, medisch artsen, jeugdartsen en lokale teams. Zij hebben op grond van artikel 2.6 lid 1 van de Jeugdwet de bevoegdheid om jeugdigen en jongeren naar de jeugd-GGZ te verwijzen. Hieronder worden de twee grootste verwijzers

beschreven: de lokale teams en de huisarts. Lokale teams

De samenstelling van de lokale teams verschilt per gemeente. In sommige gemeenten heeft het lokale team alleen een verwijsfunctie. Expertise op het gebied van jeugd-GGZ is dan niet altijd

vertegenwoordigd. In andere gemeenten biedt het lokale team ook zelf begeleiding en soms ook behandeling. Expertise op het gebied van jeugd-GGZ is dan ‘naar voren gehaald’ en geïntegreerd in het lokale team.

Huisarts

De huisarts heeft een belangrijke rol in het bieden van huisartsenzorg aan jeugdigen en jongeren. De voornaamste rol van de huisarts is die van poortwachter: hij kent het gezin, de omstandigheden van het gezin en de jeugdige of jongere en neemt dat mee bij het verhelderen van de vraag en het bepalen van eventuele benodigde hulp (LHV, 2019). De huisarts is van oudsher de grootste verwijzer naar de jeugd-GGZ.

Binnen huisartsenpraktijken kan ook een POH-GGZ of POH-GGZ Jeugd aangesteld zijn ter

ondersteuning en/of versterking van de huisarts (gefinancierd vanuit gemeenten of vanuit de Zvw). In steeds meer gemeenten doet deze POH-GGZ, of een vergelijkbare verbindingsfunctie tussen huisarts en lokaal team, zijn intrede. De POH-GGZ kan jeugdigen en jongeren laagdrempelig en kortdurend behandeling en begeleiding bieden. De POH-GGZ Jeugd is meestal opgeleid als sociaal-psychiatrisch verpleegkundige, (kinder- of jeugd) psycholoog of orthopedagoog (Akwa ggz).

Organisaties

Expertise op het gebied van jeugd-GGZ kan op diverse manieren georganiseerd worden. Naast de eerdergenoemde huisartsen en lokale teams kunnen de volgende organisatievormen worden onderscheiden:

Vrijgevestigde praktijken

Instellingen

Ziekenhuizen / zelfstandige behandelcentra Vrijgevestigde praktijken

Vrijgevestigde praktijken zijn zelfstandige praktijken met 1 tot 10 behandelaren. Zij bieden ambulante jeugd-GGZ (basis jeugd-GGZ en veel voorkomende specialistische jeugd-GGZ) op vooral lokaal en regionaal niveau. Het uitgangspunt bij de vrijgevestigde praktijk is de zelfstandig werkende beroepsbeoefenaar.

Instellingen

Instellingen voor jeugd-GGZ kunnen variëren in omvang, werkgebied en vorm van jeugd-GGZ die geboden wordt: van kleine instellingen met meer dan 10 professionals oplopend tot grote instellingen met circa 1.000 professionals in dienst en in een enkel geval een hoger aantal aan professionals. En van kleine instellingen die ambulante jeugd-GGZ bieden tot instellingen die de 24-uurs

beschikbaarheidsfunctie (acute GGZ/crisis, BOPZ, opnamefunctie) bieden. Ziekenhuizen / zelfstandige behandelcentra

Daar waar het gaat om gecombineerde zorg met somatisch karakter en GGZ-karakter, zoals bijvoorbeeld bij ADHD en eetstoornissen, kan de zorg geboden worden door kinderartsen in

ziekenhuizen of zelfstandige behandelcentra. De behandeling valt onder de Jeugdwet, de somatische zorg onder de Zorgverzekeringswet. In 2015 was sprake van een beperkt aantal cliënten met

gedragsproblemen en psychische stoornissen die deze zorg ontving. Vanaf 2016 hebben gemeenten deze zorg ingekocht en het stond hen vrij om deze zorg bij kinderartsen in te kopen of op een andere manier te organiseren (VNG, 2015).

De GGZ is volop in beweging. GGZ-expertise (zowel basis GGZ, als specialistische jeugd-GGZ) wordt geïntegreerd in lokale teams en jeugdhulpaanbieders (jeugd-GGZ en andere specialistische jeugdhulp) werken steeds nauwer samen om een gezamenlijk integraal aanbod te realiseren of

fuseren zelfs. Er bestaan al veel mooie voorbeelden van integrale specialistische jeugdhulp. Deze zijn te vinden op de website www.goedepraktijkvoorbeelden.nl.

TOPGGz

Een combinatie van topklinische/topreferentie zorg wordt geboden in universitaire en academische centra die tot taak hebben patiëntenzorg, onderzoek/innovatie en onderwijs te bieden. Bij deze instellingen zijn vaak hoogleraren kinder- en jeugdpsychiatrie aangesteld.

Daarnaast zijn er bij diverse GGZ-instellingen topklinische/topreferentie afdelingen/functies waar ook patiëntenzorg met onderzoek en innovatie en kennisdeling wordt gerealiseerd. Het keurmerk hiervoor is TOPGGz.