• No results found

Interview Renilde Steeghs, Ambassadeur Internationale Culturele Samenwerking, 16/04/2014

* Wat is volgens u culturele diplomatie?

De definitie die veel gehanteerd wordt en bijvoorbeeld wordt gehanteerd in een standaard werk over culturele diplomatie van de Amerikaan Richard Arndt is: cultuur in brede zin laten zien in andere landen en hierdoor begrip, kennis en sympathie voor je eigen land creëren. Dit kan worden gedaan door ambassades zoals in het geval van Nederland, maar ook door culturele instituten die o.a. taallessen verspreiden, kunst en cultuur uit eigen land laten zien, maar ook in

samenwerkingsverbanden tussenuniversiteiten.

Dat laatste doet Nederland niet. De Nederlandse overheid is gestopt met het subsidiëren van taallessen via het Institut Néerlandais in Parijs, dat gebeurt op dit moment alleen nog in het Erasmus taalcentrum in Jakarta. Internationale samenwerking tussen universiteiten is er veel, maar dit is vooral een taak van de universiteiten zelf en wordt niet direct vanuit de overheid gesponsord. Wat wij doen is eerder arts diplomacy te noemen in plaats van cultural diplomacy, omdat het een focus heeft op kunst, meer dan op cultuur in brede zin.

* Wat kan culturele diplomatie bereiken en welke specifieke doelen heeft het?

In de nota Meer dan kwaliteit staan onze doelen geformuleerd. Deze doelen zijn: Nederland op de kaart zetten en het Nederlandse imago verbeteren. Dit kan bijvoorbeeld gedaan worden door aan handelsmissies, of staatsbezoeken ook een culturele component te geven. Daarnaast het promoten van onze culturele sector en de creatieve industrie, om zo marktverruiming voor deze sectoren te creëren. Ook kan kunst en cultuur ingezet worden voor doelen van het buitenlands beleid,

bijvoorbeeld om de mensenrechten situatie in een land aan te kaarten. Al met al kan je zeggen dat internationaal cultuurbeleid grofweg in twee categorieën verdeeld kan worden. De eerste heeft als hoofddoel internationalisering en marktverruiming van de sector – dit is met name de focus van OCW. De tweede categorie heeft als hoofddoel cultuur inzetten voor het buitenlands beleid – wat vooral de taak is van BZ. Onze ambassades in culturele prioriteitslanden richten zich in de uitvoering op beide categorieën.

* Is het volgens u mogelijk om via culturele diplomatie maatschappelijke thema's aan te kaarten in een land?

Dat is heel goed mogelijk. Wij subsidiëren het Prins Claus Fonds, dat prijzen uitreikt aan

kunstenaars en culturele organisaties die via cultuur maatschappelijke thema’s agenderen. Bij de laureaten van vorige jaren zijn kunstenaars te vinden uit bijvoorbeeld Mexico, dier via beeldende kunst theater het thema geweld in de Mexicaanse samenleving werd aangekaart, of Libanon, waar erfgoed in textiel & handwerk wordt verzameld om te laten zien hoe vrouwen via deze middelen uiting geven aan hun identiteit.

Verder hebben wij onlangs een cultureel ‘loket’ binnen het Mensenrechtenfonds gecreëerd.

Culturele organisaties kunnen een subsidie aanvragen voor projecten waarin cultuur als instrument wordt ingezet voor de verbetering van mensenrechten.

* Welke specifieke instrumenten zouden ingezet kunnen worden?

Naast de zojuist genoemde fondsen hebben onze ambassades in Egypte, Mali, Suriname,

Indonesië, Kenia en de Palestijnse gebieden een (bescheiden) budget voor projecten in het kader van cultuur en ontwikkelingssamenwerking. Dat kan worden ingezet om cultuur in te zetten voor maatschappelijke thema’s en mensenrechten.

Wat betreft je specifieke vraag over het op de agenda zetten van LHTB-rechten; dat onderwerp valt buiten mijn mandaat als ambassadeur Internationale Culturele samenwerking. Ambassades kunnen cultuur wel heel goed inzetten om dit thema aan te kaarten.

* Welke van deze instrumenten wordt in Italië gebruikt?

Bij mijn weten geen. Mensenrechten in Italië hebben geen prioriteit in het Nederlandse

mensenrechtenbeleid, dus er kan geen aanvraag worden gedaan voor het Mensenrechtenfonds. Het Prins Claus fonds is alleen actief in landen die vallen onder de DAC-definitie en daar hoort Italië niet bij.

* De aanleiding voor mijn onderzoek was de omstreden speech van Toneelgroep Amsterdam in Rusland. Wat is uw mening daarover en wat zijn leerpunten die daaruit getrokken zijn?

De speech was een initiatief van de acteurs van Toneelgroep Amsterdam. Wij waren van tevoren niet op de hoogte van deze actie. De rol van de overheid en de Nederlandse culturele fondsen in zo’n bilateraal jaar is dat wij (deel)subsidie kunnen geven om optredens in zo’n jaar mogelijk te maken. Culturele organisaties maken zelf afspraken met lokale partners, in dit geval het theater Baltic House in St Petersburg. Ik vind wel dat ze als zij zo’n speech willen houden rekening moeten houden met mogelijke consequenties voor de lokale partner. Gelukkig is dat met een sisser

afgelopen. Het is kenmerkend voor de omgang met cultuur door de Nederlandse overheid dat we cultuur inzetten voor de genoemde doelen, maar we bemoeien ons als overheid in beginsel niet met de inhoud van de culturele uitingen. Dat is het terrein van de culturele organisaties en hun lokale partners. Ik heb gemerkt dat dat in het buitenland vaak heel bijzonder wordt gevonden, zeker in landen als Rusland, waar de overheid als zij financiert ook de inhoud bepaalt van haar culturele ‘export’.

* Wordt er ook gereflecteerd op het internationaal cultuurbeleid?

Jazeker, binnenkort start een evaluatie van het internationaal cultuurbeleid tussen 2008 en 2013, die wordt uitgevoerd door de evaluatiedienst van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Daarnaast worden er regelmatig deelevaluaties uitgevoerd, bijvoorbeeld van de internationale

bezoekersprogramma’s of van het beleid op het terrein van gemeenschappelijk cultureel erfgoed.

* Van welk instrumentarium kan, naast geld, worden gebruik gemaakt binnen culturele diplomatie?

De belangrijkste taak van een cultureel attaché is het openen van deuren en een netwerk creëren, wat hiermee ook gelijk een belangrijk instrument is. Met het werk wat zij doen kunnen ze

buitenlanders voor Nederland interesseren en hen eventueel een bezoekersprogramma bieden. Tijdens zo’n bezoekersprogramma zien buitenlandse gasten in een paar dagen de highlights van het Nederlandse veld in een specifieke sector en daar komen vaak nieuwe initiatieven uit voort

* Mocht er een groter budget komen, wat zou er aan instrumentarium veranderd kunnen worden?

Dan zou o.a. het budget voor het Mensenrechtenfonds verruimd kunnen worden. Ook zou ik dan graag zien dat ambassades die niet als prioriteitspost benoemd zijn een klein budget krijgen om lokale culturele projecten te ondersteunen. Of meer mankracht om alles te kunnen bolwerken, want in de culturele sector maken de mensen en de contacten het verschil.

* Heeft u nog een laatste opmerking over culturele diplomatie in Nederland?

Al met al kun je zeggen dat de overheid een coördinerende en verbindende, maar geen sturende rol heeft in culturele diplomatie. Het initiatief ligt vrijwel altijd bij de sector en dat kan in een aantal gevallen ondersteund worden door de overheid.