• No results found

5. Resultaten en analyse

5.4 Relatie red tape en zinvolheid

Uit de correlatiematrix die werd weergegeven in tabel 2 is al naar voren gekomen dat samenhang bestaat tussen de red tape en de zinvolheid die medewerkers ervaren in hun werk. Een volgende stap binnen dit onderzoek is om te kijken of een causaal verband bestaat tussen deze twee variabelen. Om dit te onderzoeken is eerst een grafiek geplot in SPSS om te kijken hoe de verdeling tussen red tape en de zinvolheid van het werk verdeeld lag. Deze grafiek met de bijbehorende verdelingen wordt in figuur 6 weergegeven.

Figuur 6. Spreiding variabelen

Uit de resultaten van deze grafiek komt naar voren dat op het moment dat medewerkers wel een opmerking hebben gemaakt over red tape in het medewerkerstevredenheidsonderzoek, zij een hogere zinvolheid ervaren in hun werk dan wanneer zij geen opmerking hebben gemaakt over red tape. Deze resultaten zijn anders dan de verwachtingen waren vanuit de wetenschappelijke literatuur. Daarnaast is in figuur 6 de spreiding van de antwoorden te zien aan de hand van de verticale lijn. De spreiding van de zinvolheid is bij wel een opmerking over red tape wat groter dan wanneer geen opmerking wordt gemaakt over red tape. Nadat grafisch is weergegeven hoe de spreiding ligt van de zinvolheid die medewerkers ervaren en red tape wordt middels een t-toets gekeken of een significante relatie bestaat tussen de twee variabelen. Een t-toets wordt gebruikt omdat de onafhankelijke variabele (red tape) bestaat uit twee groepen, waarbij een vergelijking kan worden gemaakt op basis van het gemiddelde (de Vocht, 2012, p. 160).

Uit de resultaten van de t-toets komt naar voren dat 423 medewerkers wel een opmerking hebben gemaakt over red tape in het medewerkerstevredenheidsonderzoek met een gemiddelde zinvolheid van 4.03. Daarnaast hebben 1.975 medewerkers geen opmerking over red tape gemaakt in het medewerkerstevredenheidsonderzoek met een gemiddelde zinvolheid van 3.90. Dit geeft een verschil in gemiddelde weer van 0.13 op de zinvolheid die

medewerkers ervaren in hun werk. Het verschil in gemiddelde uit de t-toets is hetzelfde als de regressiecoëfficiënt uit de regressieanalyse, omdat de onafhankelijke variabele (red tape) een dichotome variabele is die uit twee groepen bestaat (de Vocht, 2012, p. 20). De bovenstaande resultaten zijn terug te vinden in tabel 3.

Tabel 3. Beschrijvende statistieken

Variabelen Red tape Aantal Gemiddelde SD

Zinvolheid Wel een opmerking over red tape 423 4.03 .923

Geen opmerking over red tape 1975 3.90 .952

Na het uitvoeren van de t-toets is een regressieanalyse uitgevoerd om de relatie tussen red tape en de zinvolheid van het werk te toetsen. Uit de regressieanalyse komt naar voren dat de verklarende variantie (R Square) .003 is. De R Square geeft de verklaarde variantie weer in Y door X (de Vocht, 2012, p. 190). Het geeft weer wat red tape voor verklaring kan zijn tussen de verschillende uitkomsten op de vijf-puntschaal van de zinvolheid die medewerkers ervaren in hun werk. Met een R square van .003 is sprake van een redelijk zwak verband tussen red tape en de zinvolheid die medewerkers ervaren in hun werk (de Vocht, 2012, p 184). Dit betekent dat 0,3% van de verschillende uitkomsten tussen mensen in de zinvolheid die zij ervaren in hun werk is te verklaren door red tape. Dit regressiemodel is terug te vinden in de bijlage 3.

De volgende stap binnen dit onderzoek is om te toetsen of de relatie tussen red tape en de zinvolheid van het werk significant is. Dit kan door zowel de t-toets als de regressieanalyse. Op het moment dat gewerkt wordt met één onafhankelijke variabele zijn de uitkomsten van de t-toets gelijk aan de uitkomsten uit de Anova tabel van de regressieanalyse (de Vocht, 2012, p. 190). De relatie tussen de variabelen is significant op het moment dat de p-waarde kleiner is dan .05 (de Vocht, 2012, p. 191). Uit de resultaten van zowel de t-toets als de regressieanalyse blijkt dat de relatie tussen red tape en de zinvolheid van het werk statistisch significant is, deze is namelijk .011. Dit betekent dat de variabelen een onderlinge samenhang vertonen en dat een verschil bestaat tussen de twee groepen van red tape op de zinvolheid die medewerkers ervaren in hun werk.

Na het analyseren van de t-toets en de regressieanalyse blijkt dat de relatie tussen red tape en de zinvolheid van het werk anders is dan verwacht werd vanuit de wetenschappelijke literatuur. De relatie is namelijk positief in plaats van negatief. Dit betekent dat wanneer medewerkers een opmerking hebben gemaakt over red tape in het medewerkerstevredenheidsonderzoek zij een hogere zinvolheid ervaren in hun werk. Deze relatie is anders dan verwacht werd vanuit wetenschappelijke literatuur en daarmee wordt de volgende hypothese verworpen:

H1: Een hoge mate van red tape leidt tot een verminderde zinvolheid die medewerkers ervaren met betrekking tot hun werk.

Middels de focusgroepen was het mogelijk om te onderzoeken of een verklaring kon worden gevonden voor de positieve relatie tussen red tape en de zinvolheid van het werk. Daarbij is door verschillende respondenten aangegeven dat zij zich bewust zijn van de hoeveelheid regels, handelingen en procedures waar zij in hun dagelijkse werkzaamheden mee te maken hebben en dat deze regels ook af en toe als belemmerend worden ervaren. Toch gaven meerdere respondenten in de focusgroepen aan dat dit geen invloed heeft op de zinvolheid van het werk. Regels zijn er nu eenmaal en op het moment dat deze als belemmerend worden ervaren dienen daar oplossingen voor bedacht te worden. Hieronder volgt een illustratie van één respondent.

“Ja we zoeken wel in oplossingen. Ja ergens zijn de regels ook wel ergens voor bedoeld en als het zijn doel voorbij schiet moet het bespreekbaar zijn en als dat niet lukt dan zou het misschien echt wel frustreren, maar tot nu toe heb ik dat niet ervaren.”

Daarnaast is uit de focusgroepen naar voren gekomen dat het belangrijk is om je eigen reactie op de belemmerende regels aan te passen. Op deze manier kan wat soepeler om worden gegaan met de regels, handelingen en procedures binnen de organisatie die als belemmerend worden ervaren. Een aantal respondenten zeiden daar het volgende over:

“Maar dat is wel een regel die zegt dat wat je niet kunt veranderen, moet je durven waarderen.”

“(…………) kan ik een situatie veranderen? Ja of nee? Maar bij nee, kan ik hem accepteren en ja of nee? En nee, dan moet ik het bij mezelf gaan zoeken.”

“Maar relatieve onverschilligheid is hier wel iets, want sommige dingen zijn gewoon zo en heb je te accepteren en dan is het de creativiteit om daar mee om te gaan. Dat is dan belangrijk.”

Uit deze uitspraken van de respondenten uit de focusgroepen blijkt dat zij zich bewust zijn van alle regels, handelingen en procedures waar zij mee te maken hebben in hun dagelijkse werkzaamheden, ook als deze als belemmerend worden ervaren. Op het moment dat dit gebeurt gaan zij echter bij zichzelf ten rade over hoe ze de situatie kunnen optimaliseren of oplossen. Daarbij gaven de respondenten aan dat dit daarom niet een direct effect heeft op de zinvolheid die zij ervaren in hun werk. Af en toe zorgen belemmerende regels wel voor spanningen en irritaties, maar over het algemeen wordt daar met souplesse mee omgegaan en passen de medewerkers zich aan in de nieuwe situatie. Het is de kunst om deze verschillende regels te gaan leren waarderen en daar met flexibiliteit mee om te gaan. Dit gaat zeker niet altijd even makkelijk gaven de respondenten aan, maar het is een lerend proces.