• No results found

Het ontbreekt regelmatig aan maatschappelijk draagvlak voor het realiseren van infrastructuur, dit wordt met name veroorzaakt door onvoldoende duiding van het maatschappelijk belang en gebrek aan bestuurlijk commitment

Oplossingen

1

6

Voor de verschillende knelpunten zijn oplossingsrichtingen gedefinieerd, welke zijn ingedeeld naar de vier categorieën uit de knelpunten analyse: regulatorisch, economisch, bestuurlijk en maatschappelijk draagvlak. De oplossingsrichtingen zijn gebaseerd op input die is aangedragen tijdens interviews en expert sessies alsmede de analyse van plannen en studies.

Oplossingen regulatorische knelpunten:

De regulatorische oplossingsrichtingen geven een stimulerende prikkel aan de industrie voor de uitrol van decarbonisatie projecten. Dit is relevant voor projecten op het gebied van CO2, H2 en warmte. Drie oplossingen komen naar voren:

• Het inrichten van stimulerende regelgeving en carbon accounting: richt regelgeving zodanig in dat investeringen in ambitieuze emissiereductie maatregelen met aanzienlijke reducties aantrekkelijker worden.

• Het creëren van nieuwe wet- en regelgeving voor H2, CO2 en warmte. Binnen dit nieuw juridisch kader moet worden gedacht aan aspecten zoals de aanwijzing van infrastructuur beheerders, wettelijk verankerde taken en bevoegdheden, bescherming van afnemers, het regelen van toegang van derden, regulering voor de opslag van CO2 inclusief wettelijke aansprakelijkheid, en kwaliteitseisen en veiligheidsvoorschriften voor met name H2. Hierbij dient rekening gehouden te worden met bestaande (private) infrastructuur.

• Het creëren van een safehouse voor bedrijfsgevoelige data: het is opportuun om noodzakelijke, bedrijfsgevoelige data uit te wisselen bij projecten waar concurrerende bedrijven gezamenlijk deelnemen en timing essentieel is.

Oplossingen economische knelpunten:

De economische oplossingsrichtingen reduceren het risico van industriële projecten en dragen daarmee bij aan de betaalbaarheid. Dit is relevant voor alle projecten, en met name voor H2 en elektriciteit projecten. De volgende oplossingen komen naar voren:

• Aanpassen van de subsidieprocedure en timing: zorg dat projecten voor het vergunningstraject een indicatieve subsidie krijgen.

• Garanties en risico’s afdekken: creëer een infrastructureel fonds voor de financiering en afdekking van financiële risico’s bij infrastructuur, zoals het vollooprisico.

• Adequate implementatie SDE++: zorg dat de subsidiering voor de verschillende technologieën adequaat is, voldoende volume heeft, en langdurige zekerheid biedt.

• Gestandaardiseerd marktmodel warmte en stoom: voor de lokale aanleg van nieuwe

warmte/stoom infrastructuur is het essentieel om een repeteerbare organisatiestructuur en risicoverdeling te ontwikkelen en toe te passen. Er is een behoefte aan standaardisatie van de keten, en dit betreft potentieel vele projecten. Oplossingen bestuurlijke knelpunten:

De bestuurlijke oplossingsrichtingen versnellen het realisatieproces van projecten, verbeteren de regie over projecten, en stimuleren dat de meest maatschappelijk gewenste keuzes kunnen worden gemaakt. Dit is met name relevant voor grote, complexe projecten met meerdere stakeholders.

• Creëer een periodiek afwegingskader van hoofdinfrastructuur in samenspraak met industrie en infrastructuurbedrijven: een Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat (MIEK), waarbij de rijksoverheid haar regietaak zwaarder invult dan voorheen binnen een gezamenlijk afgesproken kader.

• De plannen van industrie en infrastructuur vragen om een integrale aanpak en afstemming met andere ruimtelijke plannen van bijvoorbeeld landbouw, de gebouwde omgeving en transport. Hier zijn de NOVI, en POVI’s en PEH voor ingesteld. Sluit bij deze instrumenten ook de industriële clusters aan en maak de energietransitie en bijbehorende infrastructuur een hoofdonderwerp.

• Vergroot de vrijheid binnen het besluitvormingsproces infrastructuurbeheerders en maakt het wettelijk mogelijk om investeringen eenvoudiger te kunnen classificeren als doelmatige investering (bijvoorbeeld als een gebied meer vraag verwacht maar het niet 100% zeker is bij welke afnemer). Dit zorgt dat infrastructuurbeheerders en ontwikkelaars de infrastructuur die maatschappelijk relevant is voor de energietransitie eerder kunnen opleveren of opschalen. Hierbij hoort ook een expliciete rol voor toezicht door de ACM.

Oplossingen maatschappelijk draagvlak:

Om breed draagvlak te creëren is het van belang dat er politiek en bestuurlijk een heldere structuur ontstaat met bijbehorende verantwoordelijkheden, waarin gewaarborgd is dat de perspectieven van de stakeholders op het juiste niveau en op de juiste wijze meegenomen worden. Een goede wisselwerking tussen burgers en de overheid is hierbij van belang. De participatie van burgers in de RES-en zorgt voor lokaal momentum en draagvlak. Het Rijk en de industrie dienen gezamenlijk verdere nadruk te leggen op de mogelijke opbrengsten en nieuwe economische kansen van de energietransitie, alsmede het belang van de industrie.

6. Oplossingen

CONCLUSIES& AANBEVELINGEN BUITENLAND ANALYSE OPLOSSINGS-RICHTINGEN TOETSING Scenario’s en beleidsplannen KNELPUNTEN NATIONAAL PERSPECTIEF, CLUSTERPLANNEN EN INTERVIEWS PROJECT BEPERKINGEN & TIMING

6. Oplossingen – Aanpak

Knelpunten

Expert meetings

Aandragen oplossingen en aanbevelingen voor beleid Analyse interviews, plannen en studies industrie en infrabeheerders

Inventarisatie aangedragen oplossingen

Analyse op compleetheid oplossingen vs. knelpunten

Bottom-up analyse Top-down analyse OPLOSSINGS-RICHTINGEN

Om vanuit de inventarisatie van knelpunten toe te werken naar een planmatige aanpak voor de realisatie van industriële projecten, is het noodzakelijk om oplossingsrichtingen te definiëren. Dit maakt het eenvoudiger om oplossingen holistisch en project overstijgend door te voeren, en biedt beter zicht op de potentiële impact. Om tot deze richtingen te komen, is in eerste instantie een overzicht gecreëerd van individuele oplossingen die aangedragen zijn vanuit de stakeholders. Dit is gedaan middels een combinatie van bottom-up en top-down analyse. De bottom-up analyse heeft zich hierbij gebaseerd op de interviews, plannen en studies vanuit industrie en infrabeheerders die ook ten grondslag lag aan de knelpuntenanalyse in fase 1. De top-down analyse heeft plaatsgevonden op basis van consultatiesessies en expert sessies met vertegenwoordigers van EZK, BZK, IPO, wetenschap, de infrabeheerders en industrie.

De geïdentificeerde oplossingsrichtingen zijn gecategoriseerd naar de vier categorieën uit de knelpunten analyse: regulatorisch, economisch, bestuurlijk en maatschappelijk draagvlak. Per categorie zijn twee slides opgesteld. In de eerste slide worden de oplossingsrichtingen beschreven, alvorens in de tweede slide te analyseren welke projecten in welk cluster door de oplossingsrichtingen kunnen worden beïnvloed. Verder is in de tweede slide aangegeven wat de totale potentiële CO2 reductie is van alle projecten die door een oplossingsrichting worden beïnvloed. Het implementeren van deze oplossingsrichting garandeert niet dat dit potentieel direct en volledig gerealiseerd wordt, aangezien projecten meerdere knelpunten ervaren, en dus ook meerdere oplossingsrichtingen behoeven. De emissiereducties van oplossingsrichtingen tellen niet op, gezien het feit dat meerdere oplossingsrichtingen relevant kunnen zijn voor dezelfde projecten. Ten slotte zijn per oplossingsrichting ook de mogelijke spin-offs naar andere sectoren en de bijdrage aan het verdienmodel van Nederland in kaart gebracht.

Het oplossen van regulatorische knelpunten kan meerdere industriële projecten ontsluiten of opleveren, en is met name relevant voor projecten op het gebied van CO2, H2 en warmte. Drie primaire oplossingsrichtingen worden geïdentificeerd:

1. Inrichten stimulerend regulatorisch klimaat en carbon accounting

Richt het regulatorisch klimaat zodanig in dat investeringen in ambitieuze emissiereductie maatregelen met aanzienlijke reducties aantrekkelijker worden dan investeringen in gangbare en conventionele technologieën waarbij enkel incrementele reducties worden gerealiseerd. Het verduidelijken van het lange-termijn perspectief is hierbij essentieel. Voorbeelden van maatregelen zijn:

• Het binnenlands verrekenen van kosten van EU-ETS emissierechten bij de levering van CO2en warmte aan non-ETS entiteiten zoals boten of de gebouwde omgeving.

• Het mogelijk maken om de industriële emissies uit productie van verduurzaamde of circulaire producten te kunnen verrekenen met de emissiereductie die in de keten gerealiseerd wordt als gevolg van het gebruik van deze producten (scope 1/2/3). Een mogelijke oplossing is het creëren van een systeem analoog aan het Garantie van Oorsprong (GvO) systeem voor elektriciteit. De bespaarde emissie over de keten kan ook worden gecompenseerd middels de prijs van de bijbehorende CO2 emissierechten, zo ontvangt de investeerder een financiële beloning voor de emissiereductie, ondanks dat deze niet in zijn scope valt.

• Het inrichten van de voorziene CO2 heffing zodat deze daadwerkelijk een incentive biedt voor bedrijven om decarbonisatie projecten door te voeren. Bijvoorbeeld door de mogelijkheid te geven om een overschot aan emissiereductie t.o.v. de doelstelling te verrekenen met een eerder tekort. Verder wordt aanbevolen dat de heffing rekening houdt met de mogelijkheden voor decarbonisatie van individuele bedrijven, en de aanwezige infrastructuur en ontwikkelingen hiervan.

2. Creëren van nieuwe wet- en regelgeving:

Voor de nieuwe gassen H2 en CO2 en warmtenetten bestaat een beperkt juridisch kader. H2 en CO2 en warmtenetten zullen een kritische rol spelen in de energietransitie van de industrie alsmede de gebouwde omgeving en andere sectoren. Om de mogelijkheden tot emissiereductie volledig te kunnen ontsluiten dient nieuwe wet- en regelgeving opgesteld te worden.

Het nieuwe juridisch kader voor H2, CO2 en warmte dient onder andere de volgende aspecten te bevatten:

• Wettelijke basis en aanwijzing H2, CO2 en warmte infra beheerder.

• Marktordening voor H2en CO2 analoog aan E en G.

• Er dienen afspraken gemaakt te worden over toegang van derden, waarbij rekening gehouden moet worden met bestaande (private) infrastructuur.

• Regulering voor de opslag CO2 inclusief wettelijke aansprakelijkheid.

• Verduidelijking van de kwaliteitseisen voor H2 (b.v. voor gebruik in industrie, mobiliteit of de gebouwde omgeving).

• Opstellen en implementeren veiligheidsvoorschriften en standaarden voor H2

• Eigenaarschap voor niet gereguleerde infra verduidelijken (b.v. door verbreden rol netbeheerders of model met garanties van overheid).

• Verbreden GvO systeem met groene H2.

• De huidige tariefstructuur voor elektriciteit dient aangepast te worden om te voorkomen dat het gehanteerde capaciteitstarief een belemmering gaat vormen voor geplande elektrificatieprojecten. Dit geldt met name voor hybride projecten, gezien deze op basis van hun dubbele aansluiting momenteel ook dubbele kosten hebben.

Voorafgaand aan deze wet- en regelgeving dient een systematisch plan te worden opgesteld waarin alle aanpassingen worden besproken, inclusief tijdslijn. Dit biedt de infrastructuurbeheerders en industrie investeringszekerheid om projecten tijdig te ontsluiten.

3. Creëren safehouse voor bedrijfsgevoelige data

Het dient mogelijk gemaakt te worden om, zonder de Mededingingswet te overtreden, noodzakelijke bedrijfsgevoelige data uit te wisselen bij projecten waar concurrerende bedrijven gezamenlijk deelnemen en timing essentieel is. Dit geldt met name voor Porthos, stoom en elektrolyse projecten met meerdere industriële afnemers. Een in te stellen safehouse kan vertrouwelijk de voorgenomen investeringen van de industrie en plannen van de netbeheerders voor infrastructuur toetsen en voorstellen doen voor nieuwe of beter te benutten infrastructuur zonder concurrentiegevoelige informatie prijs te geven.