• No results found

9 Conclusies en aanbevelingen

9.1 Reflexiviteit in het netwerk

Als een sociaal-technisch netwerk een strategische alliantie is, dan zijn er verschillende actoren met verschillende belangen actief, zo luidt de vooronderstelling. In het single en multi actor netwerk hebben actoren zich uitgesproken over het inzetten van eigen belangen die in het net- werk op een strategische wijze kunnen worden uitgevoerd. In de ont- wikkeling van het netwerkinitiatief is er in de literatuurstudie onder- scheid gemaakt tussen een strategisch en een relationeel netwerk. In de empirie is dit onderscheid aangebracht door het bevragen van res- pondenten in een single actor netwerk en multi actor netwerk. Uit de interviews blijkt dat een single actor netwerk ook strategisch kan zijn op relationeel niveau. Vanuit een netwerk met dezelfde partijen, zoals het single actor netwerk, zeggen de deelnemers dat het gezamenlijk

94

inzetten van machines en bundelen van werkzaamheden ook de indi- viduele onderneming kan versterken. Het voordeel is dat zij enkele malen per dag contact kunnen hebben, waardoor zij elkaar vaker in de ogen kijken dan de deelnemers uit het multi actor netwerk.

In beide netwerken hebben de deelnemers de tijd genomen om ruimte te laten voor de definiëring van hun intenties en belangen. In het sin- gle actor netwerk gebeurde dat op basis van een instrumentele doel- stelling dat door vertrouwen en ideaalbeeld verder werd ontwikkeld. In het multi actor netwerk gebeurde dat precies andersom: op basis van een ideaal en met vertrouwen zijn elkaars belangen besproken en werd vervolgens een zakelijke doelstelling geformuleerd. Het definië- ren van elkaars begrippen en het spreken van dezelfde taal wordt in de literatuur door Latour benoemd als het zichtbaar maken van de acto- ren. De deelnemers van het multi actor netwerk vertellen dat de ver- schillende disciplines niet dezelfde taal spreken en er gezocht moet worden naar nieuwe verbindingen tussen de disciplines landbouw en natuur. De wijze waarop de respondenten praten over hun netwerk en met elkaar is ook een uitdrukking van het spreken van een andere taal. De deelnemers van het single actor netwerk praten over de ander in relatie tot zichzelf; de deelnemers in het multi actor netwerk praten meer over het zien en ervaren van de ander. Een ander verschil is dat de deelnemers in het single actor netwerk qua verhaal en achtergrond veel overeenkomen. In het multi actor netwerk hebben de deelnemers ieder hun eigen verhaal. De natuurbeheerder, waterschapper en advi- seur praten veel voor en over de ander in tegenstelling tot de agrariër. In hoofdstuk twee blijkt uit de verkenning van het Centraal Bureau Statistiek dat een samenwerking tussen concurrenten (agrarische on- dernemers onderling) en overheidsinstellingen in innovatieprojecten niet gangbaar is. In 2004 vormden deze samenwerkingsverbanden het laagste percentage binnen de verschillende soorten. Het is opvallend dat voor dit scriptieonderzoek twee van deze innovatieve samenwer- kingsverbanden zijn geïnterviewd. Gedurende het onderzoek heeft het thema ‘concurrentie’ meer ruimte gekregen. In de literatuurstudie wordt het licht aangestipt, omdat de organisatievorm netwerken volgens Rifkin een uitwisseling is van kennis, waarbij het persoonlijk eigendom in bezit blijft van de actor. Hoewel er geen sprake lijkt te zijn van concurrentie in de relationele sociaal-technische netwerken het geen uitgangspunt is, blijft er een element van concurrentie in terug te vinden. Dit komt later in het hoofdstuk terug. Tussen de beide netwerken in dit onderzoek lijkt er een verschil in het ‘willen’ en ‘moeten’ participeren in netwerken. Waar het single actor netwerk kan samenwerken, ‘hebben ze elkaar nodig’ in het multi actor netwerk. Ze ‘moeten’ samenwerken, omdat ze hiertoe volgens de waterschapper

95 – Goed Boeren!

uiteindelijk door wet- en regelgeving voor gebiedsontwikkeling zou- den worden verplicht. Het is in dit onderzoek onduidelijk of een ver- plichte samenwerking het multi actor netwerk in de weg staat of heeft gestaan, wel ervaren de deelnemers een vertraging in hun werkproces door de administratieve zaken in wet- en regelgeving.

In een sociaal-technisch netwerk is iedere deelnemer actief vanuit zijn eigen visie, ontwikkeling en belang. In het single actor netwerk vertelt een agrariër dat ze op verschillende excursies zijn geweest, veel hebben gelezen, mensen hebben gesproken om zo tot de conclusie te komen ‘hé, dat zouden wij ook moeten doen’. Dit klinkt logisch en laat volgens Poorthuis zien dat ze verbonden zijn met de kansen die zij zien. Ze zijn verbonden met een persoonlijke urgentie met wat iemand belangrijk vindt en voor zichzelf wil realiseren in het netwerk. Niet alleen het handelen in het single en multi actor netwerk wordt aange- sproken, maar ook de waarden die de deelnemers belangrijk vinden en willen realiseren worden besproken. Door de definiëring van elkaars begrippen en inzet, leren volgens Hortulanus de deelnemers van elkaar, zoals in een ‘learning community’. Het single en multi actor netwerk is een ontmoetingsruimte waar de deelnemers met elkaar kennis delen en van elkaar leren. In de literatuur werd duidelijk dat volgens Argyris ook de innerlijke waarden, dat iemands handelen motiveert, kunnen worden aangesproken en niet alleen het strategisch handelen om de netwerkdoelstelling te realiseren. Dit komt later in het hoofdstuk terug.

Aanbevelingen:

- Een vervolgonderzoek gericht op de nieuwe verhoudingen in overheidsinstellingen en daarmee een verkenning tussen de verschillende disciplines in een multi actor netwerk. De waterschapper in deze scriptie spreekt bijvoorbeeld over de burger als klant. De agrariër is met zijn eigendom ‘klant’ van het waterschap, maar in het netwerk ook partners in het reali- seren van een gezamenlijke doelstelling. Een verdiepend onderzoek naar de inzet en belangen van de verschillende disciplines in een netwerk.

- Een vervolgonderzoek naar de mate van ‘vrijwilligheid’ van Nederlandse agrarische ondernemers in innovatieve sociaal- technische netwerken. Hortulanus benoemt in de literatuur het kenmerk van vrijwillige inzet in een lerende gemeenschap. Dit onderwerp lijkt aan de orde in het multi actor netwerk dat door het institutionele kader van beleid, wet- en regelgeving in de mate van vrijwilligheid voor innovatieve ontwikkeling kan worden beperkt. Het aanvullend onderzoek is gericht op de voorwaarden voor een ‘lerende gemeenschap’ in de

96

agrarische sector waarin de verbondenheid tussen persoon en bedrijf, en relationeel en strategische netwerken centraal staan.