• No results found

6 Conclusie literatuurstudie

7.3 Open interviews

In dit scriptieonderzoek is gebruik gemaakt van open interviews om het individuele verhaal van de netwerkdeelnemer als respondent zichtbaar te maken. Ter voorbereiding op de interviews is er een e-mail gestuurd naar iedere respondent zodat de persoon wist welk onderwerp bevraagd zou worden. Deze e-mail heeft de respondenten in de gelegenheid kunnen stellen om zich voor te bereiden en wellicht om te reflecteren over het onderwerp. Na het eerste interview werd duidelijk dat dit niet het geval was en dat de e-mail ter kennisneming was aangenomen. Bij de start van ieder interview is er kort en bondig verteld welke onderwerpen tijdens het interview bevraagd zouden worden (zie bijlage 5). Dit is ter introductie van het interview en hier- uit kon ik lezen of de respondent de tijd had genomen om zijn verhaal voor te bereiden, maar dit kan ik niet objectief beoordelen of toetsen. Het interview begint met een open vraag waarna de respondent de tijd krijgt om zijn eigen verhaal vertellen. Aan de hand van het verhaal wordt doorgevraagd met gestructureerde vragen. Bij elk interview is het onzeker hoe de respondent reageert. Door de stage- en

werkervaring, zoals besproken in het voorwoord, is het als onder- zoeker nog steeds een uitdaging om deze interviewmethode in te zetten met agrarische ondernemers. Tijdens de interviews is er rekening gehouden met factoren die effect kunnen hebben op de inter- views, zoals de leeftijd van de onderzoeker en het niet hebben van een boerenachtergrond. Dit waren redenen om te kiezen voor het stellen van concrete tussenvragen of onderwerpen die indien wenselijk ingezet konden worden en de respondent zijn verhaal met ervaring, beleving en interpretaties gestructureerd te laten vertellen. Een andere punt van aandacht was dat mensen gedurende het interview tijd nodig hadden om een bepaald begrip of thema te laten bezinken. Door struc- tuur in de vragen kon de geïnterviewde tijdens zijn verhaal steeds gedetailleerder antwoorden.

64

7.4 Interviewstructuur

De structuur van het interview is gebaseerd op de vraagstelling van het onderzoek:

Welke basishouding hebben agrarische ondernemers van sociale net- werken die relevant is voor de toekomst van hun bedrijf en welke rol spelen de waarden vanuit de basishouding in de gesprekken binnen het netwerk?

Deelvragen:

- Wat is de reflexiviteit van de deelnemers binnen de dynamiek van het netwerk?

- Wat is de grondhouding van innerlijke waarden die agrarische ondernemers in een single en multi actor netwerk hebben? - Wat zijn de kenmerken van een netwerk dat als zinvol wordt

ervaren door de deelnemers?

De zes onderstaande vooronderstellingen zijn de categorieën die van- uit het theoretisch kader, namelijk sociale netwerken, agrarische sector en waarden, zijn geformuleerd. Zij worden tegen het licht gehouden met de empirische data van de interviews om vervolgens door beves- tiging of ontkrachting de vraagstelling te beantwoorden.

• Een sociaal netwerk is een strategische alliantie als er ver- schillende actoren vanuit verschillende belangen actief zijn; • Deelnemers van een sociaal netwerk zijn door gevoel een van

urgentie voor de netwerkdoelstelling ook persoonlijk betrok- ken bij het netwerk;

• De individuele deelnemer zoekt continu nieuwe verbindingen in en om zijn netwerk, begeeft zich op de rand van het beken- de en onbekende waarin hij door te denken over zijn handelen tijdens zijn handelen zichzelf steeds aanpast aan de netwerk- dynamiek;

• Als een ondernemer in een netwerk functioneert betekent dat, dat hij zich buiten bestaande en bekende kaders begeeft; • Er is sprake van een persoonlijke motivatie als iemand zich bij

een netwerk, alliantie of coalitie aansluit of zelf vormt, maar als iemand handelt vanuit zijn grondhouding dan worden individuele grenzen in de vorm van innerlijke waarden in het netwerk zichtbaar;

• De prikkel waardoor mensen in beweging komen ontstaat, omdat zij persoonlijk worden geraakt in wat zij belangrijk vinden in het leven.

Deze zes vooronderstellingen zijn geformuleerd in een semi-

65 – Goed Boeren!

1. De individuele ondernemer en zijn bedrijf met geschiedenis en toekomst;

2. Het ontstaan van het netwerk, van waaruit bepaalde wensen, hoop en daarmee waarden aandacht hebben gekregen; 3. De persoon binnen het netwerk en de individuele ruimte die

iemand inneemt om een nieuw speelveld te creëren. Na het eerste interview is bekeken hoe de ‘structuur’ van de daarop volgende interviews zou kunnen veranderen. Per respondent heeft er één interview plaatsgevonden dat met geluidsopnameapparatuur is opgenomen. Met deze apparatuur zijn de interviews getranscribeerd en voor de analyse van de interviews is er gebruik gemaakt van het computerprogramma Atlas-Ti. Dit programma is een hulpmiddel bij het zoeken naar overzicht in de onderzoeksgegevens. Het is behulp- zaam bij bijvoorbeeld het verwerken van de data en door het aanbren- gen van coderingen kunnen de data worden geordend, gestructureerd en geanalyseerd. De nadere analyse met de integratie van het empiri- sche materiaal en met de theoretisch kennis is verwerkt door de onderzoeker. De analyse is ontwikkeld door het vergelijken van data en het ontdekken van patronen (Wester, 2000: 30). Per respondent zijn de interviews gecategoriseerd beschreven aan de hand van de

geformuleerde thema’s vanuit de vooronderstellingen. In het interpre- tatieproces zijn de interviews per thema met elkaar vergeleken. In de laatste stap van de analyse is de beantwoording van de definitieve vraagstelling verwerkt in de eindconclusie.

67 – Goed Boeren!

8

Resultaten

In dit hoofdstuk zijn de resultaten van de interviews gericht op de basishouding van agrariërs in een single actor netwerk en een multi actor netwerk, en welke rol de waarden spelen in het netwerk. De interviews zijn afgenomen met drie agrariërs uit het single actor net- werk en uit het multi actor netwerk is een agrariër, en een persoon van een natuurorganisatie, waterschap en adviesbureau geïnterviewd. Naast de drie interviewonderwerpen; bedrijf, netwerk en onderne- merschap is er aandacht besteed aan andere thema’s die tijdens de interviews naar voren zijn gekomen. Iedere paragraaf beschrijft een thema en wordt afgesloten met een tussenstand. Het hoofdstuk eindigt met een interpretatie van de beschreven resultaten.