5 Discussie
5.5 Reflectie op het onderzoek
In deze reflectie wordt aangegeven wat de waarde is van dit onderzoek. Er wordt een terugblik gegeven op het onderzoeksproces om zo uitspraken te doen over de kwaliteit en bruikbaarheid van de bevindingen. Hiertoe is onderstaand een reflectie gegeven op de betrouwbaarheid, validiteit en generaliseerbaarheid van het onderzoek.
Betrouwbaarheid
Het onderzoek is verricht door zowel literatuuronderzoek als praktijkonderzoek. Voor het praktijkonderzoek zijn drie verschillende methoden gebruikt om data te verzamen. Naast acht interviews zijn 24 KAI vragenlijsten ingevuld. Getracht is een zo hoog mogelijke betrouwbaarheid te verkrijgen door alle medewerkers van Benkis die op detacheringsbasis opdrachten bij lokale
Arbeidsmobiliteit, olie tussen vastgeroeste raderen
Pagina 45
Rabobanken vervullen in de meting te betrekken. De relatief hoge respons van 91% heeft daarbij een positieve invloed op de betrouwbaarheid van de uitkomsten. Tevens zijn alle opdrachtevaluaties door lokale banken over de detacheringkrachten van de eerste tien maanden van 2010 geanalyseerd. Doordat de vier geïnterviewde managers bij verschillende lokale Rabobanken werkzaam zijn/opdrachten vervullen is getracht een redelijke afspiegeling van de lokale Rabobanken te verkrijgen. De vier geïnterviewde detacheringkrachten zijn ook geselecteerd omdat zij bij verschillende Rabobanken opdrachten vervulden.Tot slot zijn de bevindingen van de interviews, KAI-metingen en evaluaties zijn met elkaar vergeleken en gerelateerd aan wetenschappelijke literatuur om tot betrouwbare uitspraken te kunnen komen.
Validiteit
Beoogd is te onderzoeken wat de invloed is van arbeidsmobiliteit op het lerend vermogen en verandervermogen van organisaties. Een beperking op de validiteit van de uitkomsten is dat
arbeidsmobiliteit gelijk is gesteld aan de inzet van detacheringkrachten. Naast detachering zijn er in werkelijkheid meer vormen van arbeidsmobiliteit.
Belangrijke resultaten in dit onderzoek zijn verkregen door gebruik te maken van de KAI-meting van Kirton (1976). De uitkomsten van deze meting zijn objectief te berekenen, waardoor de objectiviteit vergroot is. De gebruikte vragenlijst is een standaard vragenlijst bestaande uit 32 vragen die door onderzoeker vertaald is in het Nederlands. De KAI-vragenlijst is door aanhangers van de theorie van Kirton duizenden keren gebruikt en de methode is volgens Kirton (2003) wereldwijd gevalideerd. De validiteit van de KAI-meting is enigszins beperkt doordat medewerkers en managers ook is gevraagd de vragenlijst met betrekking tot de gemiddelde medewerker in vaste dienst in te vullen. Dit is afwijkend van de KAI-methode van Kirton (1976) waarbij de vragenlijst door iedereen individueel ingevuld dient te worden.
Dat de onderzoeker zelf als detacheringkracht in dienst van Benkis bij lokale banken opdrachten vervult beïnvloedt de objectiviteit ongunstig. Getracht is de objectiviteit te maximaliseren door het onderzoek te verrichten bij lokale banken waar onderzoeker geen opdracht vervuld. Tevens is het onderzoek gericht op de segmenten Bedrijven en Bedrijfsmanagement van lokale banken, segmenten waarbinnen onderzoeker niet werkzaam is.
Generaliseerbaarheid
Dit onderzoek is exploratief opgezet met als doel inzicht te krijgen in de invloed die gerichte
arbeidsmobiliteit heeft op het verandervermogen en lerend vermogen van organisaties. Dit onderzoek is specifiek gericht op lokale Rabobanken en op detacheringkrachten van het bedrijf Benkis. Uit het
Arbeidsmobiliteit, olie tussen vastgeroeste raderen
Pagina 46
onderzoek blijkt dat de gerichte inzet van een beperkt aantal detacheringkrachten van Benkis leidt tot een toename van het lerend vermogen en verandervermogen van lokale Rabobanken. Doordat het onderzoek is verricht bij een beperkt aantal lokale Rabobanken kan niet gesteld worden dat de bevindingen generaliseerbaar zullen zijn voor andere lokale banken. Ook is niet onderzocht wat de invloed is van detacheringkrachten van andere bedrijven of wat de invloed is van andere vormen van arbeidsmobiliteit. Om tot meer generaliseerbare uitkomsten te komen is dus verder onderzoek nodig. De opzet en methodologie van dit onderzoek kan voor een dergelijk uitgebreid onderzoek als basis dienen.De invloed van de organisatiecultuur op het lerend vermogen van een organisatie in relatie tot arbeidsroulatie is in dit onderzoek buiten beschouwing gelaten. Het is interessant om naar deze invloed van organisatiecultuur een uitgebreid vervolgonderzoek te verrichten.
Op basis van de bevindingen in dit onderzoek blijkt wel dat managers het inhuren van meer innovatieve detacheringkrachten kunnen overwegen als stuurmiddel dat zij kunnen inzetten om het verandervermogen en het lerend vermogen van een relatief adaptief team te verhogen.
Arbeidsmobiliteit, olie tussen vastgeroeste raderen
Pagina 47
Literatuur
Argyris, C. (1977), “Organizational Learning and Management Information Systems”, Accounting, Organizations and Society, Vol. 2, No. 2, pp. 113-123, Pergamon Press
Argyris, C., Schön, D. (1978), “Organizational Learning: A Theory of Action Perspective”, Addison-Wesley, Reading, MA
Benkis, (2010), http://www.benkis.nl
Berends, J.J., Boersma, F.K. en Weggeman, M.C.D.P. (2003), “The Structuration of Organizational Learning”, Human Relations, Vol. 56, No. 9, pp. 1035-1056
Dunphy, D. (1996), “Organizational Change in Corporate Setting”, Human Relations, Vol. 16, No. 5, pp. 541-552
Eeghen, I.H. (1965), “De Gilden, theorie en praktijk”, Van Dishoeck, Bussum
Fiol, C., Lyles, M. (1985), “Organizational Learning, Academy of Management Review, Vol. 10, no 4, pp. 803-813
Gesthuizen, M., Dagevos, J. (2005), “Arbeidsmobiliteit in goede banen”, Sociaal en Cultureel Planbureau, Den Haag
Grant, R.M. (1996), “Prospering in dynamically-competitive environments: organizational capability as knowledge integration”, Organization Science, Vol. 7, No. 4, pp. 375-387
Holland, P.A. (1987), “Adaptors and Innovators Application of the Kirton Adaption-Innovation Inventory to Bank Employees”, Psychological Reports, Vol. 60, pp. 263-270
Hong, J.C. en Kuo, C.L. (1999), “Knowledge management in the learning organization”, The Leadership & Organization Development Journal, Vol. 20, No. 4, pp. 207-215
Arbeidsmobiliteit, olie tussen vastgeroeste raderen
Pagina 48
Organization Science, Vol. 2, No. 1, pp. 88-115Jashapara, A. (2004), “Knowledge Management: An Integrated Approach”, Pearson Education Limited, Harlow, England
Kirton, M. (1976), “Adaptors and Innovators: A Description and Measure”, Journal of Applied Psychology, Vol. 61, No. 5, pp. 622-629
Kirton, M. (2003), “Adaption-Innovation: In the Context of Diversity and Change”, Routledge, London and New York
Kolb, D.A., (1984), “Experiential Learning: Experience as the Source of Learning and Development”, Prentice Hall, Englewood Cliffs, NJ
Kotter, J.P., Schlesinger, L.A. (1979), “Choosing Strategies for Change”, Harvard Business Review, March/April, No. 2, 106-114
Koning, J. de (2005), “Nederland Ontwikkelingsland?” Arbeidsmarkt Journaal: Centrum voor Werk en Inkomen
Lewin, K. (1951), “Field Theory in Social Science”, Harper & Row, New York
Nonaka, I. (1994), “A dynamic theory of organizational knowledge creation”, Organization Science, Vol. 5, No. 1, pp. 14-37
Nonaka, I. en Takeuchi, H. (1995), “The Knowledge-creating Company”, Oxford University Press, New York, NY.
Pavlov, I.P. (1927), “Conditioned reflexes”, Oxford University Press, New York
Polanyi, M. (1967), “The Tacit Dimension”, Doubleday, New York
Raboweb intranet (2010), http://rwab.directie.rabobank.nl/left/Cooperatie/Strategie_beleid/ Cooperatiebeleid/missie_visie_strategie_beleid/missie_visie_strategie_beleid.asp
Arbeidsmobiliteit, olie tussen vastgeroeste raderen
Pagina 49
Senge, P.M. (1990), “The Fifth Discipline: The Art and Practice of the Learning Organisation”,Doubleday Currency, New York
Skinner, B.F. (1938), “The Behavior of Organisms: An Experimental Analysis”, Appleton Century Crofts, New York
Smith, K.A., Vasudevan, S.P. en Tanniru, M.R. (1996), “Organizational learning and resource-based theory: an integrative model”, Journal of Organizational Change Management, Vol. 9, No. 6, pp. 41-53
Snell, S.A., Youndt, M.A. en Wright, P.M. (1996), “Establishing a framework for research in SHRM: merging resource theory and organizational learning”, Research in Personnel and HRM, Vol. 14, pp. 61-90
Weick, K.E., Quinn, R.E. (1999), “Organizational Change and Development”, Annual Review of Psychology, Vol. 50, pp. 361-386