• No results found

Referentiële strategieën

In document “Word maar eens boos op elkaar” (pagina 60-64)

3. Contextuele informatie

5.2 Critical discourse analyse (CDA)

5.2.2 Retorische betekenis

5.2.2.1 Referentiële strategieën

Referentiële strategieën worden gebruikt om maatschappelijke actoren, in dit geval voetballers, te construeren en representeren. Dit gebeurt op een aantal manieren, zoals door de voetballers te depersonaliseren en gebruik te maken van metonymieën.

Thema I: Verwijzingen

Het commentaar bevat vaak het persoonlijk voornaamwoord ‘wij’. Dit is niet verrassend, want ‘wij’ wordt gebruikt om gelijkheid te creëren (de Cillia et al., 1999, p. 163). Het hele land staat vaak als één blok achter het nationale voetbalteam en daarom gebruikt de commentator het woord ‘wij’ voor spelers en het publiek. Het staat voor een zekere mate van solidariteit en een vaststelling van een connectie met het publiek (Mühlhäusler & Harré, 1990, p. 172). Daarnaast kunnen we ‘wij’ vervangen voor ‘ons team’ of ‘ons Nederlands elftal’ wat betekent dat het team in metonymische relatie staat voor de gehele natie (Bishop & Jaworski, 2003, p. 251). Een aantal voorbeelden uit de data laat zien dat de commentator zich volledig identificeert met de nationale ploeg en de nationale stijl van spelen door zich de prestaties van het team toe te eigenen als ‘onze’ (Rowe, 1991, p. 103; in Georgalou, 2009, p. 116).

(13) M Robben, Robben, Robben. Ja, nu dan. Ja Robben. Robben die Casillas passeert. Wij hadden dat vier jaar geleden ook graag gezien, maar ja dat kunnen we niet meer wegzetten. Heerlijk dat hij het nu doet. Heerlijk heerlijk heerlijk.

(14) V De enige die het heerlijk vindt kennelijk die druk, als een vis in het water, is de keeper. En ik mag keeper zeggen tegen Sari van Veenendaal, sterker nog ik moet dat van haar doen. Ik vroeg haar een keer hoe moet ik dat nou zeggen, keepster, keeper, wat ben je eigenlijk? En toen zei zij, ik ben voetballer, noem mij dus keeper en alsjeblieft geen keepster. De keeper dus, die is het waarop we vertrouwen.

In voorbeelden 13 en 14 wordt het persoonlijk voornaamwoord ‘wij’ gebruikt om het team en het publiek aan te duiden. Op deze manier spreekt de commentator namens iedereen, waardoor het publiek zich identificeert met het team. Hierdoor voelt iedereen zich verbonden met de spelers op het veld. Daarnaast vereist voorbeeld 13 voorkennis om te begrijpen waar het commentaar over gaat. De commentator gaat ervan uit dat iedereen weet wat er vier jaar geleden is gebeurd. Deze vorm van identificatie met het team, zoals de voorbeelden laten

zien, zorgt er gelijk voor dat het publiek binnen het nationale collectief valt (Bishop & Jaworski, 2003, p. 252). Dit betekent dat het commentaar er bij zowel mannelijke als vrouwelijke voetballers ervoor zorgt dat het publiek zich met het team identificeert. Er is geen verschil te vinden tussen mannelijke en vrouwelijke voetballers in de manier waarop ‘wij’ wordt gebruikt door de commentator.

De commentator zorgt niet alleen met verwijzingen naar ‘wij’ voor identificatie, maar het maakt ook gebruik van personificaties en stijlfiguren die zorgen voor een collectief gevoel waardoor het publiek zich kan identificeren met de spelers op het veld (Reisigl & Wodak, 2001, p. 58). Het Nederlandse team wordt vaak gerepresenteerd als ‘Oranje’ ter vervanging van ‘team’, zoals te zien is in voorbeelden 15 en 16.

(15) M Nigel de Jong. Eén goal ooit gemaakt voor Oranje. Is dit z’n tweede? Nee, nee, want ja Casillas zal er eens eentje doorlaten.

(16) V Onderschepping van Van Lunteren. Maar de bal zo prijsgegeven. Die is nog niet vergeten hoe ze net werd dolgedraaid. Van Lunteren een gemaakte rechtsback, speelt bij haar club op het middenveld. Rechtsback in Oranje geworden omdat daar een vacature ontstond. Kika van Es liep een dubbele beenbreuk op in de kwalificatiewedstrijd in en tegen Griekeland. Ja, die liep daar een beenbreuk op, ja werd geschopt.

Het gebruik van ‘oranje’ impliceert een grote emotionele verbondenheid en gehechtheid aan Nederland. Oranje refereert aan de kleur van het tenue. De bijnaam is een overblijfsel uit de jaren zeventig toen Nederland werd aangeduid met ‘the clockwork orange’. Dit was een referentie naar het goede elftal in die tijd (Washington Post, 2006). Van die bijnaam is alleen ‘oranje’ overgebleven. Bij de gedachte aan oranje wordt snel gedacht aan het Nederlands elftal, dus het impliceert een grote verbondenheid met Nederland. Deze bijnaam was gegeven aan de mannelijke Nederlandse voetballers, maar in het commentaar (voorbeeld 16) is terug te zien dat deze bijnaam ook wordt gebruikt bij het vrouwenelftal. Daarnaast hebben vrouwelijke voetballers een eigen bijnaam gekregen.

Voorbeeld 17 toont de bijnaam van de vrouwelijke voetballers: Oranje Leeuwinnen. Dit heeft de connotatie van vechters en strijders. Beide teams hebben dus (gedeeltelijk) dezelfe bijnamen wat ervoor zorgt dat ze als gelijkwaardig aan elkaar worden gezien.

Naast het gebruik van wij en oranje wordt ook vaak ‘Nederland’ gebruikt als verwijzing naar het team. Op deze manier wordt Nederland als levend wezen betrokken bij verschillende processen. Dit zorgt ook voor personificatie en uniformiteit. De voetballers worden niet gepresenteerd als ‘team’, maar als één onder het toponiem ‘Nederland’, zoals te zien is in voorbeelden 18 tot en met 22.

(18) M Nederland heeft er niets aan om weer terug te gaan zakken nu. Dat is inmiddels wel gebleken. Dan roep je de problemen over jezelf af. Alle ballen op Depaay, dat zou een aardig motto kunnen zijn.

(19) M Maar dit was prachtig gedaan door de linkerflank van Nederland. Met hoofdrollen voor Arjen Robben en Daily Blind.

(20) V Hogewoning houdt een vrije schop over. Nederland krijgt de bal terug. Dat ging er ruig aan toe. Het is eerste wat je hoort als je vraagt hoe speelt Nieuw-Zeeland. Ja, erg fysiek.

(21) V We zagen net even Miedema in beeld. Ze vervult een te geïsoleerde rol nog in deze wedstrijd. Het valt Nederland nog niet mee om op de Nieuw-Zeelandse helft te komen.

(22) V Van der Donk. Geen goede counter. Tweede kans om iets van een counter te maken. Ook niet besteed aan Nederland. Dit is geen goede fase waar Nederland doorheen gaat. Dit is een kwestie van worstelen en zien boven te blijven.

In de voorbeelden wordt ‘Nederland’ gebruikt in plaats van ‘team’. Door het gebruik van ‘Nederland’ voelt iedereen zich aangesproken en sneller verbonden met het team. Bij mannelijke en vrouwelijke voetballers is er sprake van personificatie door middel van de term ‘Nederland’.

Uit deze voorbeelden kan opgemaakt worden dat er op verschillende manieren naar voetballers verwezen wordt. De commentator gebruikt ‘we’ en ‘Oranje’ om het team aan te duiden. Deze verwijzingen zorgen voor een verbondenheid en gehechtheid aan het team. ‘Oranje’ is de officiële bijnaam voor het Nederlands mannenelftal en voor de vrouwen is dit ‘Oranje Leeuwinnen’. Opvallend is dat de commentator ook bij vrouwelijke wedstrijden de

bijnaam ‘Oranje’ gebruikt. Dit laat zien dat de commentator geen onderscheid maakt tussen vrouwelijke en mannelijke voetballers op het gebied van verwijzingen.

Wanneer er gesproken wordt over het spel voetbal in het algemeen, is er in het commentaar ineens wel een verschil te vinden. Het commentaar bevat ineens specifiek de gender van de voetballer. Voorbeeld 23 laat zien dat in het vrouwenvoetbal een spits ook graag wil scoren. En het commentaar klinkt bijna verbaasd dat vrouwen ook graag doelpunten willen maken.

(23) V Trap van Spitse gaat aan alle bedoelingen voorbij. Ervan uitgaande dat Miedema het eindstation had moeten zijn van die trap. Sinds die training oogt ze een beetje moedeloos haast. Voelt vaak aan de benen, aan de voet. Kijkt veel omlaag. Het zou haar geweldig goed doen een doelpunt te maken, doelpunten, ja een spits, ook in het vrouwenvoetbal leeft daarvan.

Hier wordt duidelijk een onderscheid gemaakt tussen ‘voetbal’ en ‘vrouwenvoetbal’. Terwijl het dezelfde sport is met dezelfde regels. Er wordt nog een aantal keer bewust verwezen naar ‘vrouw(en)’, terwijl mannelijke voetballers niet met ‘man(nen)’ worden aangeduid.

(24) V Sherida Spitse. Eerste Nederlandse vrouw die een transfer maakte waarvoor daadwerkelijk een transfersom moest worden overgemaakt aan FC Twente door Lille Strom.

(25) V Ja, en dit soort duels zal Japan niet snel winnen van Nederland. Gevechten in de lucht. De Nederlandse vrouwen zijn bijna allemaal langer. Gemiddelde lengte van dit Nederlands elftal 1 meter 70.

(26) V Noord-Hollandse, begonnen bij Kolping Boys, zoals de meeste Nederlandse vrouwen, beginnen ze te voetballen in een jongenselftal. En zij heeft een jongensachtige hardheid in haar spel die vandaag goed van pas komt.

In de voorbeelden die volgen, 24 tot en met 26, noemt de commentator weer expliciet vrouwen. In voorbeeld 24 gaat het erom dat de eerste Nederlandse vrouw een transfer heeft gemaakt, veel later dan de eerste Nederlandse man. Voorbeeld 26 geeft aan dat de meeste Nederlandse vrouwen beginnen te voetballen in een jongenselftal. In principe is de verwijzing niet nodig, want het publiek weet dat ze naar vrouwelijke voetballers kijkt. Deze verwijzingen zijn nodig en geven aan dat mannelijke voetballers eerder professioneel waren dan

vrouwelijke voetballers. De verwijzing in voorbeeld 25 is wel overbodig. De commentator had net zo goed ‘Nederlanders’ kunnen zeggen; de toevoeging ‘vrouwen’ is onnodig.

Dit impliceert alsof vrouwenvoetbal iets anders is dan mannenvoetbal. Het is opmerkelijk dat het commentaar een onderscheid maakt tussen mannenvoetbal en vrouwenvoetbal. Daarnaast bevat het commentaar ook een keer expliciet de toevoeging ‘vrouwen’, terwijl dit niet nodig is ter ondersteuning van het beeld, want het publiek weet dat ze naar vrouwelijke voetballers kijkt. Dit toont een machtsstructuur van een discourse dat meer kennis wil over vrouwenvoetbal. Kennis over hoe vrouwenvoetbal in z’n werk gaat.

In document “Word maar eens boos op elkaar” (pagina 60-64)