• No results found

Intensificatie strategieën

In document “Word maar eens boos op elkaar” (pagina 73-78)

3. Contextuele informatie

5.2 Critical discourse analyse (CDA)

5.2.2 Retorische betekenis

5.2.2.4 Intensificatie strategieën

Intensificatie strategieën versterken de opmerkingen van de commentator door het gebruik van retorische middelen. Wat betreft voetbal betekent dit dat de commentator zijn innerlijk toestand, houding en gevoelens inzet om het publiek emotioneel en cognitief mee te nemen in het discourse (Reisigl & Wodak, 2001, p. 82-83). Deze strategie is opgedeeld in twee thema’s: inhoudelijke versterkingen en taalkundige versterkingen.

Thema VI: Inhoudelijke versterkingen

Eén van de discursieve betekenissen in het discourse is de houding van de commentator. Hij beoordeelt de voetballers, overdrijft en gebruikt ironie om zijn houding ten opzichte van de spelers duidelijk te maken. Het commentaar bevat vaak een positieve houding tegenover de voetballers om zo het publiek cognitief mee te nemen. Dit wordt toegepast om zo hun liefde voor voetbal te benadrukken en emoties aan te wakkeren bij het publiek en het komt vooral tot uiting door middel van ironie.

(58) M Een pass van Blind. Een juweel.

(59) M Schitterende duik, een van de mooiste goals die je kunt maken. Topscoorder van Oranje. Z’n 44ste. En er zullen niet veel mooier zijn geweest.

(60) V Kirsten van de Ven, die de 1-1 maakte. Schitterend doelpunt op aangeven van Manon Melis.

(61) V Ja je verwacht eigenlijk dat ze die bal voor Lieke Martens speelt. Eigenlijk is die bal niet goed, maar Lieke anticipeert erop en die schiet hem echt grandioos binnen. Echt een fantastisch doelpunt. De keeper kan er helemaal niet bij. Dit is gewoon mooi.

De voorbeelden 58 tot en met 61 laten zien dat het commentaar de sportieve prestaties van de vrouwelijke en mannelijke voetballers omschrijft als grandioos, schitterend en een juweel. De pass van Blind is een ‘juweel’ (58) en Van de Ven en Martens maken een ‘schitterend’ (60) en ‘grandioos’ (61) doelpunt. Er worden ook vergelijkingen gemaakt met een supersnelle held, zoals voorbeeld 62 laat zien.

(62) V Melis is high res deux, quicksilver, snel. Die moet die bal voor zich krijgen. (63) M Vlaar. Dat is lastig hier, Vlaar. Ja ik geef het je te doen. Om met die bal wat te

kunnen. Dan moet je Fred Kaps zijn zowat. Hans Klok voor de jongere kijkers.

Voorbeeld 63 toont dat de commentator het zo bijzonder vindt wat Vlaar doet, dat hij hem vergelijkt met Fred Kap, een goochelaar. De commentator probeert hiermee het publiek aan te spreken. Een andere vorm waarmee de commentator dat doet, is door ironie te gebruiken in het commentaar. Dit houdt in dat de spot wordt gedreven met de voetballers door bijvoorbeeld het tegenovergestelde te zeggen van wat hij bedoelt, of door sterk te overdrijven. In voorbeeld 64 gaat het eigenlijk om een slechte bal, maar Vlaar weet er nog iets van te maken en daarom wordt hij ‘geprezen’.

(64) M Vlaar maakt er nog het beste van. Vlaar zijt geprezen.

(65) M Nigel de Jong. Eén goal ooit gemaakt voor Oranje. Is dit z’n tweede? Nee, nee, want ja Casillas zal er eens eentje doorlaten.

In voorbeeld 65 gaat over Casillas, de keeper van het Spaanse elftal. Nederlandse speler De Jong is op weg naar de goal om een doelpunt te maken, maar de keeper van Spanje staat in de

weg, ‘want Casillas zal er eens eentje doorlaten’. Natuurlijk doet hij z’n best om de Nederlandse spelers van scoren te weerhouden. In beide voorbeelden wordt de spot gedreven met de voetballers. Ironie wordt gebruikt om grappig te zijn, maar het is ook een manier om op een grappige wijze kritiek te leveren. Indirect wordt er in de voorbeelden kritiek geuit op de voetballers. Eigenlijk speelde Vlaar een slechte bal, maar de commentator benadert het positief: ‘maakt er het beste van’. Het andere voorbeeld gaat over een Nederlandse mannelijke voetballer die niet weet te scoren en de commentator geeft de schuld aan de Spaanse keeper Casillas, ‘want die zal er eens eentje doorlaten’, terwijl het eigenlijk een fout is van de Nederlandse voetballer. Deze voorbeelden laten zien dat het sportief falen van mannelijke voetballers wordt benoemd door gebruik te maken van ironie. Opvallend is dat in het commentaar bij vrouwelijke wedstrijden geen ironie te vinden is. Uit de kwantitatieve inhoudsanalyse kwam al naar voren dat de commentator meer negatief is over vrouwelijke voetballers dan over mannelijke voetballers. Dit kan onder andere verklaard worden door ironie. Wanneer het gaat om vrouwelijke voetballers is de commentator streng en benoemt hij de fout, terwijl hij fouten van mannelijke voetballers bagatelliseert met ironie.

Dit thema laat zien dat het commentaar inhoudelijke versterkingen bevat om het publiek bij de wedstrijd te betrekken. Er staan superlatieven in als grandioos, schitterend en een juweel om de prestatie van vrouwelijke en mannelijke voetballers te beschrijven. Nauw gerelateerd aan het gebruik van superlatieven, is het overdrijven in het commentaar. Dat is te vinden in de representatie van mannelijke en vrouwelijke voetballers; hierin is geen verschil te merken. Er is wel een verschil tussen mannelijke en vrouwelijke voetballers in het gebruik van ironie in het commentaar. Commentaar over mannelijke voetballers bevat ironie om een slechte prestatie te verhullen, maar bij vrouwelijke voetballers is er geen sprake van ironie. Dan wordt een slechte prestatie direct benoemd. Dit laat nogmaals zien de commentator er alles aan doet om de mannelijke voetballer superieur te laten lijken. De mannelijke voetballers kunnen niets fout doen, zo blijkt uit het commentaar.

Thema VII: Taalkundige versterkingen

Naast inhoudelijke versterkingen bevat het commentaar ook taalkundige versterkingen om het publiek bij de wedstrijd te betrekken. Dit gebeurt door middel van herhaling, imperatieven en retorische vragen. Herhaling treedt op als de commentator zich compleet inleeft in de wedstrijd en er zich een kans voordoet om te scoren voor het Nederlandse team. In voorbeeld 66 herhaalt de commentator zijn woorden om te benadrukken dat vrouwelijke voetballer

Miedema op de verkeerde plek in het veld staat. Ze haalt een bal weg uit haar eigen penaltygebied, terwijl ze aanvaller is.

(66) V Weggehaald Miedema, ja ik zeg het nog een keer Miedema. Zo vaak zie je haar in dit toernooi in haar eigen penaltygebied. Dat is ook haar frustratie hoor, dat ze wel meer in haar eigen penaltygebied van waarde is geweest dan in het andere. Daar waar ze hoort te opereren.

Hier wordt herhaling gebruikt om er extra aandacht op te vestigen. In de voorbeelden 67 tot en met 69 is te zien dat de Nederlandse voetballers snel zijn en richting het doel rennen. Hierdoor zijn ze langere tijd aan de bal en herhaalt de commentator een aantal keer de naam.

(67) V Melis is door, Melis. Aah Manon Melis. Rechtsbenig, komt voor haar linker uit. Daar had ze toch meer mee moeten doen met haar ervaring.

(68) M Robben, Robben, Robben. Ja, nu dan. Jaa Robben. Robben die Casillas passeert. Wij hadden dat vier jaar geleden ook graag gezien, maar ja dat kunnen we niet meer wegzetten. Heerlijk dat hij het nu doet. Heerlijk heerlijk heerlijk.

(69) M Robben weg, Robben laat iedereen de hielen zien. Robben.

De commentator herhaalt de naam van de voetballers om zo de spanning op te voeren. Hij leeft zich in in de wedstrijd en herhaalt de naam van de voetballers als ze zich in een kansrijke positie voor het doel van de tegenstander bevinden. De voorbeelden tonen aan dat er twee vormen van herhaling zijn. Herhaling wordt gebruikt om een prestatie te benadrukken en het wordt gebruikt om de spanning op te voeren. Opvallend is dat het commentaar over vrouwelijke voetballers herhaling bevat om de prestatie te benadrukken.

De commentator probeert het publiek bij de wedstrijd te betrekken door middel van imperatieven. Hiermee komt een bevel, verzoek, wens of advies tot uitdrukking. De commentator heeft geen invloed op de keuzes die de voetballers maken, maar hij bemoeit zich er graag mee en zo geeft hij advies in zijn commentaar. Voorbeeld 70 laat zien waar de commentator vindt dat de bal naartoe moet en in voorbeeld 71 vertelt de commentator dat vrouwelijke voetballer Jill Roord in het veld moet komen.

(70) V Het moet naar Martens die bal. Martens! Het duurt te lang. En dan toch nog. En dan toch nog. Daarom moest die bal naar Martens.

(71) V Het talent Roord is er nog. Die zo goed aanvalsters kan aanspelen. Dat zijn jokers, en je kunt het spelletje niet verliezen zonder je jokers in te zetten.

Deze voorbeelden laten zien dat de commentator door middel van imperatieven zegt wat er moet gebeuren in het veld. Het commentaar over vrouwelijke voetballers bevat vaak adviezen. Er zijn geen voorbeelden van imperatieven te vinden bij commentaar over mannelijke voetballers. Dat is opvallend, want dat betekent dat de commentator geen advies geeft aan mannelijke voetballers. Hier valt uit op te maken dat hij vindt dat ze het goed doen en ze geen advies nodig hebben. Dit staat in contrast met het commentaar over vrouwelijke voetballers. Bij hen geeft de commentator meermaals advies door middel van imperatieven.

Een andere vorm van advies geven, gebeurt door het stellen van retorische vragen. Dat is een stijlfiguur waarbij een vraag wordt gesteld waarop de commentator geen antwoord verwacht. Dat is te zien in voorbeelden 72 en 73.

(72) V Melis heeft de benen om aan die bal te komen. Maar wie is er mee, heeft ze ook steun? De vraag stellen is hem beantwoorden, ze moet het zelf uitzoeken. Nu is er wat hulp onderweg. Een tweetje met Dekker. Goed gedaan, Melis.

(73) V Martens geeft het op. Waarom liet Martens haar man lopen? Dat hoort er wel bij. (74) M Arjen Robben. Wat voor jou ook fijn. Zullen ze nu weg zijn, die spookdromen.

Wanneer je alleen op Casillas afkomt. Zouden ze voor eens en voor altijd weg zijn? Je wordt er geen wereldkampioen mee vandaag, maar het kan de aanzet tot zo veel moois de komende dagen en weken. Dankjewel, Arjen Robben. Prachtig gedaan.

De commentator vraagt in voorbeeld 72 of Melis ook steun heeft van de rest van het team. In voorbeeld 73 vraagt de commentator zich hardop af waarom Martens haar man liet lopen. Het commentaar over mannelijke voetballers bevat ook retorische vragen, zoals te zien is in voorbeeld 74. De commentator vraagt zich of af de spookdromen van Robben eindelijk weg zijn na zijn doelpunt tegen Spanje. Twee jaar eerder op het EK voetbal miste Robben een grote kans waardoor Nederland geen Europees Kampioen werd. Deze vraag van de commentator is niet bedoeld als advies, maar hij benadrukt de positieve kant dat Robben nu wel heeft gescoord. Wat betreft retorische vragen is een verschil te vinden in commentaar tussen mannelijke en vrouwelijke voetballers. De commentator gebruikt een retorische vraag bij vrouwelijke voetballers om hen advies te geven. Bij mannelijke voetballers doet hij dit

niet, dan probeert hij een positieve prestatie te benadrukken, terwijl het bij vrouwelijke voetballers wordt gebruikt om een negatieve prestatie te benadrukken.

Dit thema laat zien dat de commentator gebruik maakt van taalkundige versterkingen in commentaar om emoties aan te wakkeren bij het publiek. Bij vrouwelijke en mannelijke voetballers maakt hij gebruik van herhalingen en retorische vragen om zaken te benadrukken. Bij vrouwelijke voetballers geeft de commentator vooral advies door middel van imperatieven en retorische vragen. Bij de representatie van vrouwelijke voetballers wordt advies gegeven over wat de voetballers op het veld moeten doen waardoor de negatieve kant van de prestatie wordt benadrukt. Het laat zien dat ze het niet goed doen. Commentaar over mannelijke voetballers bevat geen advies en retorische vragen worden gebruikt om de positieve kant van een prestatie te benadrukken. De negatieve kant van de prestatie wordt bij mannelijke voetballers weggelaten. Ook bij het gebruik van retorische middelen valt dit op. De commentator laat continu zien dat hij mannelijke voetballers positiever beoordeelt dan vrouwelijke voetballers. In een directe beoordeling maakt hij bij vrouwelijke en mannelijke voetballers gebruik van superlatieven en beoordeelt hij ze positief, maar indirect zijn er verschillen te merken. Door middel van ironie verhult hij slechte prestaties van mannelijke voetballers. Daarnaast geeft hij vrouwelijke voetballers advies door het gebruik van imperatieven en retorische vragen, waardoor negatieve prestaties worden benadrukt. Commentaar over mannelijke voetballers bevat geen advies en de nadruk ligt op de goede sportieve prestaties. Het publiek wordt bij vrouwelijke voetballers meegenomen in een negatiever discourse dan bij mannelijke voetballers.

In document “Word maar eens boos op elkaar” (pagina 73-78)