• No results found

Reacties op de ‘discussion draft’

In document BEROEPSSPORTERS Nationaal belasten? (pagina 39-42)

4. Huidige problemen omtrent artikel 17

4.2 Artikel 17 OESO-MV in actuele sportevenementen

4.3.1 Reacties op de ‘discussion draft’

De OESO heeft op zijn website de reacties op de ‘discussion draft’ van elf bedrijven en individuen geplaatst61. Een aantal van deze reacties worden hieronder besproken. Molenaar, AllArts62:

Molenaar maakt in zijn reactie nogmaals duidelijk dat er problemen spelen bij het verrekenen van de bronbelasting. Dit is niet altijd mogelijk, waardoor er dubbele belastingheffing

plaatsvindt. De reden hiervan is dat de bronheffing doorgaans wordt ingehouden over de bruto-inkomsten, terwijl de verrekening plaatsvindt over de netto-inkomsten. Daarnaast zijn er problemen met belastingpapieren uit het buitenland. Soms kwalificeren deze documenten niet voor een verrekening. Deze papieren zijn bijvoorbeeld in een vreemde taal opgesteld, zijn niet aanwezig of staan op naam van een groep en dus niet van de individuele belastingplichtige. Daarnaast haalt Molenaar aan dat de administratieve lasten groot zijn.

Als oplossing ziet hij het afschaffen van artikel 17 en bij de belastingheffing van artiesten en sporters aansluiten bij artikel 7 en artikel 15 van het OESO-MV. Het neemt veel administratieve lasten weg en het verlies aan belastingopbrengsten is nihil, want landen hoeven dan ook geen verrekening meer te geven. Daarnaast bestaat het gevaar van dubbele niet-belasting dan niet meer. Ook het probleem van belastingontwijking is niet aan de orde omdat landen de bronheffing alleen opgeven als de sporter aan kan tonen dat hij uit een verdragsland komt. Hier zal dan wel sprake zijn van een fatsoenlijke heffing.

---

59. Bij een ‘discussion draft’ kunnen individuen en organisaties commentaar leveren op het onderwerp, in dit geval artikel 17 OESO-MV. Ze kunnen problemen aan de orde stellen, kunnen praktijkervaringen delen en suggesties doen voor verbeteringen van het artikel.

60. OECD 2010, beschikbaar op: http://www.oecd.org/dataoecd/31/15/45058769.pdf

61. Reacties op de ‘Discussion draft 2010’, beschkbaar op:

http://www.oecd.org/document/48/0,3746,en_2649_33747_45783920_1_1_1_1,00.html

Taxand, Taxand Economic Interest Grouping63:

Taxand wijst net als Molenaar op het probleem bij het verrekenen van de bronbelasting en dat daardoor buitensporige belastingheffing kan optreden. Daarnaast gaat Taxand in op het belasten van individuen van een team die in meerdere landen sporten. Bij de meeste sportteams maakt het geen verschil in het salaris of ze wel of niet in het buitenland deelnemen aan wedstrijden. Taxand vindt dat dit vaste salaris niet belast moet worden als een speler bijvoorbeeld een Champions Leauge wedstrijd speelt in een ander land. Alleen als er sprake is van een extra beloning kan dit volgens Taxand in het land van de wedstrijd worden belast. Hetzelfde zou moeten gelden voor trainingen in het buiteland waarvoor geen extra beloning wordt ontvangen. Verder wordt erop gewezen dat deze heffingswijze extra administratief werk mee zich meebrengt.

West, University of Cape Town64:

West is van mening dat artikel 17 een verkeerde focus heeft. Het gaat hier om specifieke personen, in plaats van een bepaalde inkomensstroom. Hij pleit ervoor om alle mobiele verdieners, dus bijvoorbeeld ook conferentie sprekers, onder artikel 17 te brengen. Een andere optie is om artikel 17 af te schaffen en dan ook voor artiesten en sporters aan te sluiten bij de andere artikelen van het OESO-MV (artikel 7 en 15). De toegevoegde voorbeelden aan het commentaar maken volgens hem alleen maar duidelijk dat artikel 17 een vaag artikel is.

Daarnaast vindt hij het verdeelprincipe in het commentaar voor sporters van een team een goed principe. De uitwerking van dit principe is echter niet praktisch.

RSM Tenon London65:

Tenon staat positief tegenover de mening van de OESO dat training een onderdeel is van de normale activiteiten van een sporter. Tenon wil graag dat duidelijk wordt gemaakt dat de

trainingsdagen meegenomen moeten worden in de berekening van het inkomen waarover wordt geheven66. Tenon verlangt een duidelijk omschrijving van de OESO over wat nou precies sponsoring is en wanneer dit belast moet worden. In het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten worden dezelfde bronnen van inkomen (uit sponsoring) al totaal anders behandeld ten op zichte van artikel 17. Verduidelijking is dus noodzakelijk.

Performing arts league Europe (Pearl)67:

Pearl is van mening dat artikel 17 sporters en artiesten discrimineert ten opzichte van andere groepen. Zij zouden ook zonder artikel 17 kunnen worden belast op grond van artikel 7 en 15 van het OESO-MV. Daarnaast zorgt het artikel voor veel administratieve rompslomp, hetgeen wordt versterkt wanneer het salaris opgedeeld moet worden naar het aantal dagen die een artiest/sporter in een land verblijft. Ook Pearl wijst op de problemen bij het verrekenen van de bronbelasting, waardoor dubbele belastingheffing optreedt. Pearl stelt voor om artiesten en sporters die minder dan 183 dagen optreden in het buitenland onder artikel 15 OESO-MV te laten vallen. Daarnaast vindt Pearl dat artikel 17 alleen van toepassing moet zijn bij een inkomen dat hoger is dan een bepaald minimum, bijvoorbeeld €20.000. Nederland wordt door Pearl genoemd als een goed voorbeeld, omdat daar eenzijdig afgezien is van belastingheffing op grond van artikel 17. Als andere landen dit voorbeeld volgen zal de relevantie van artikel 17 afnemen waarna het kan worden verwijderd uit het OESO-MV.

Eigen mening ten aanzien van de ‘discussion draft’ en bovenstaande reacties

Het subject van belastingheffing: het subject van belastingheffing wordt steeds preciezer uitgelegd. Het lijkt mij niet mogelijk om een lijst te creëren waarop alle mogelijke

belastingplichtigen op grond van artikel 17 zullen staan. Het lijkt mij daarom het beste om artikel 17 niet te beperken tot sporters en artiesten. In plaats daarvan moeten dan ook personen met een soortgelijk inkomen, zoals dat van conferentie sprekers, modellen en begeleiders van sporters, onder artikel 17 vallen.

Het object van belastingheffing: Het feit dat landen af kunnen zien van heffing op grond van artikel 17 als er sprake is van reguliere competitiewedstrijden in meerdere landen lijkt mij een goede zaak. Het apart belasten van het salaris is mijns inziens namelijk niet nodig omdat het salaris in het woonland prima kan worden belast. Daarnaast komt de OESO met het voorstel om het salaris van teamsporters te verdelen over de landen van optreden naar gelang het aantal werkdagen aldaar, inclusief trainings- en reisdagen. Dit lijkt mij omslachtig en overbodig. Ook dit salaris kan in het woonland worden belast. Bij het invoeren van artikel 17 ging het om verrichten van publieke prestaties, daar is bij training geen sprake van. Daarnaast vraag ik mij af hoe de grens getrokken moet worden wat betreft reguliere competitiewedstrijden. Voor een aantal wielrenners van de Rabobankploeg is de Tour de France immers ook een wedstrijd die elk jaar weer op het programma staat. Dit zou dan ook onder de noemer reguliere

competitiewedstrijd kunnen vallen. Naast het feit dat de administratieve lasten door dit voorstel toenemen kan hier ook misbruik van worden gemaakt. Een voorbeeld hiervan is de zaak die een Nederlandse voetballer heeft aangespannen omdat hij oefenwedstrijden speelde in Spanje en Thailand (zie 3.6.3). In het geval er sprake is van een extra beloning door een bepaalde prestatie in een ander land vind ik wel dat dit onder artikel 17 kan vallen.

Reactie op problemen met verrekenen van bronheffing (Molenaar, Taxand en Pearl): Het verrekenen van de bronbelasting is tegenwoordig nog steeds een probleem doordat een aantal landen nog gebruik maken van een bruto-heffing. Hierdoor is in het woonland niet alle belasting te verrekenen. Dat er nog steeds landen zijn die een bruto-heffing toepassen zou niet altijd mogen. Ten eerste omdat het HvJ EG hier al meerdere keren op heeft gewezen in

uitspraken over dit onderwerp. Daarnaast zorgt dit voor ongelijkheid tussen het bedrijven van sport in verschillende landen. Dit kan niet de bedoeling zijn.

Reactie op afschaffen artikel 17 en overgaan op artikel 7 en 15 (Molenaar en Pearl):

Als artikel 17 afgeschaft wordt zal de belastingheffing van beroepssporters plaats gaan vinden in het woonland. Dit is enerzijds via artikel 7 (winst uit onderneming/ vaste inrichting) en

---

63. Reactie van Taxand, beschikbaar op: http://www.oecd.org/dataoecd/62/29/45783571.pdf 64. Reactie van Craig West, beschikbaar op: http://www.oecd.org/dataoecd/62/25/45783261.pdf

65. Reactie van Tenon, beschikbaar op: http://www.oecd.org/dataoecd/62/28/45783456.pdf

66. [De berekening hiervan geschied in het Verenigd Koninkrijk nu op basis van gespeelde wedstrijden. Tenon vindt dat als een marathonloper per jaar twee wedstrijden loopt, waarvan één in het Verenigd Koninkrijk deze

marathonloper dan niet voor 50% van zijn inkomen belast kan worden in het Verenigd Koninkrijk. Tenon is van mening dat er moet worden gekeken naar het aantal dagen dat de marathonloper daadwerkelijk in het Verenigd Koninkrijk is voor de marathon. Als hij de rest van het jaar traint in zijn woonland, moet hij daar worden belast voor de periode die hij daar aan zijn sport besteedt.]

anderzijds via artikel 15 (inkomsten uit dienstbetrekking). Het grootste probleem bij deze verandering lijkt het verkrijgen van de juiste informatie door de belastingautoriteiten te zijn. In de huidige tijd is de informatievoorziening en gegevensuitwisseling tussen verdragspartners mijns inziens goed genoeg om dit te kunnen realiseren. Ook in de Notitie Fiscaal Verdragsbeleid werd dit min of meer gesteld68. Daarnaast hebben andere belastingplichtigen die soortgelijk zijn aan beroepssporters, zoals publieke sprekers, geen apart artikel. Zij worden ook belast via artikel 7 en 15 en dus moet dit ook mogelijk zijn voor beroepssporters naar mijn mening.

Focus van artikel 17

In zijn reactie op de ‘discussion draft’ geeft West aan dat hij vindt dat de focus van artikel 17 teveel ligt op de personen, in plaats van op bepaalde inkomensstromen. Mijns inziens heeft hij hier een goed punt. Artiesten en beroepssporters kwamen bij de invoering van artikel 17 onder de reikwijdte van dit artikel. Dit was mede omdat zij als (beroemde) aanbieders van mobiele

diensten in een bijzondere positie verkeerden. Tegenwoordig zijn er mijns inziens wel meer van dat soort groepen te bedenken, zoals modellen die in verschillende landen modeshows lopen en oud politici die in verschillende landen spreken voor een zaal vol belangstellenden.

Sandler69 heeft een artikel geschreven over dit onderwerp. Hij is van mening dat het huidige artikel 17 geen gerechtvaardigde uitzondering is in het OESO-MV. Hij vindt dat het type

personen dat onder artikel 17 valt te nauw is. Daarnaast zegt Sandler dat het artikel te ruim is, in de zin dat elke artiest of sporter onder artikel 17 valt, hoe klein zijn inkomen ook is. Om dit te op te lossen stelt hij voor om het bronland het heffingsrecht te geven over alle individuen die in dat land een persoonlijk inkomen verdienen van bijvoorbeeld meer dan $100.000. Op deze manier wordt er niet meer gekeken naar het type persoon, de artiest of sporter, maar naar het type inkomen. Daarnaast zijn weinig verdienende artiesten en sporters op deze manier verlost van artikel 17. Een voordeel van het noemen van een minimumbedrag om te beoordelen of iemand onder artikel 17 valt is dat dit duidelijk te controleren is. Een term als ‘beroemdheid’ zou discussies opwekken of iemand nou wel of geen ‘beroemdheid’ is.

Molenaar70 heeft gereageerd op het verhaal van Sandler. Hij is het ermee eens dat de oude redenen voor de invoering van artikel 17 tegenwoordig niet meer gelden. Daarmee geeft hij Sandler gelijk in het feit dat Sandler vindt dat artikel 17 niet meer is gerechtvaardigd. Volgens Molenaar zou het de beste optie zijn om artikel 17 aan te passen en in lijn te brengen met de andere artikelen van het OESO-MV. Maar hij vindt de optie van Sandler ook een goede.

Molenaar heeft problemen met het feit dat kleine artiesten en sporters veel last ondervinden van de problemen die spelen omtrent artikel 17.

In document BEROEPSSPORTERS Nationaal belasten? (pagina 39-42)