• No results found

Hoofdstuk 4: Het Europese financiële regelgevingskader toegepast op crypto’s

4.4 Ratio’s regelgeving

Beleggers worden beschermd door diverse financiële regelgeving. Deze paragraaf behandelt de ratio’s van de Europese kaders zodat er daaropvolgend een analyse gemaakt kan worden op basis van het effectenbegrip en de ratio’s van deze kaders.

4.4.1 Prospectusregelgeving

Voordat effecten aan het publiek op de primaire markt of op een gereglementeerde secundaire markt kunnen worden aangeboden, dient de uitgever van de aandelen een prospectus op te stellen, die na officiële goedkeuring wordt gepubliceerd. De prospectus is een document dat informatie bevat die nodig is voor een geïnformeerd investeerdersbesluit. Beleggersbescherming speelt een prominente rol in de prospectusregelgeving. Aangezien een van de hoofddoelen van de regelgeving immers is om informatieasymmetrie tussen de aanbieder en haar investeerders weg te halen.114 Daarnaast dienen de belangen van de beleggers te worden beschermd tegen de financiële risico’s die effectenhandel met zich meebrengt.115 Om die reden zorgt een prospectusplicht ervoor dat beleggers deze risico’s beter kunnen inschatten.

114 Prospectusverordening art. 115 Zie hoofdstuk 2.

De vorm en de inhoud van de prospectus wordt op Europees niveau gereguleerd. EU-lidstaten hebben ten aanzien de aansprakelijkheidsregels en de bevoegdheid van de nationale wetgever een zekere beoordelingsvrijheid en zijn vrij om deze aansprakelijkheidsregels ten aanzien van de prospectus in te vullen.116 Dit geldt ook voor de vraag welke toezichthouder verantwoordelijk is voor de handhaving en controle van de prospectus. Zodra de prospectus is goedgekeurd door de verantwoordelijke toezichthouder, hebben toezichthouders van andere lidstaten geen zeggenschap met betrekking tot de goedgekeurde prospectus (het paspoortsysteem, art 24 (1) prospectusverordening). Toezichthouders kunnen per lidstaat verschillende opvattingen hebben met betrekking tot de cryptomarkt en de beschikbare handhavingsmiddelen. Een ongewenst effect hiervan is dat ondanks harmonisatie regulatory

arbitrage mogelijk is tussen de EU-lidstaten. Vooralsnog is het een open vraag of de

prospectusregelgeving van toepassing is op ICO’s op tokens met een investeringscomponent.

4.4.2 Prospectusverordening

Op 21 juli 2019 is de oude Prospectusrichtlijn vervangen door de nieuwe Prospectusverordening, dit betekent dat er een aantal wijzigingen zijn doorgevoerd die ook effect hebben op ICO’s. Vooral voor kleinere ICO’s gaat het erom of ze zijn vrijgesteld van Prospectusregelgeving. De nieuwe Prospectusverordening is niet van toepassing op het aanbieden van effecten aan het publiek met een totale waarde tot 1 miljoen euro, berekend over een periode van 12 maanden conform artikel 1 lid 3 van de verordening.117 Voor een kapitaal dat minder bedraagt dan 1 miljoen zijn lidstaten vrij om eigen verplichtingen in te voeren. De nieuwe verordening biedt de mogelijkheid om als lidstaat de drempel van 1 miljoen te verhogen tot 8 miljoen euro.118 In ieder geval is de drempel van 1 miljoen euro zeer relevant voor kleine ICO’s en biedt dit duidelijkheid voor alle Europese aanbieders, hiermee is een uniforme lijn gesteld voor prospectusvereisten in alle EU-lidstaten. 119

Kleine ICO’s van minder dan 8 miljoen euro zijn op basis van de nieuwe verordening van het beschermingskader. De nieuwe verordening biedt nog een andere optie voor de kleine ICO’s; de EU-groeiprospectus.120 Een document op maat gemaakt voor kleinere bedrijven, bedoeld om

116 Art. 11 + Art. 31 Prospectusverordening. 117 Voorheen was de drempel 5 miljoen euro. 118 Art. 3.2 Prospectusverordening.

119 Maume p.14.

de kosten voor het voldoen aan de klassieke prospectus te verlagen. Met de groeiprospectus kan ook de investeerder in een kleinere ICO beschermd worden.121

Het is aan de niet EU-aanbieders van ICO om toepassing van EU-wetgeving te ontlopen door technische maatregelen te nemen en gevestigd te blijven in een land buiten Europa waardoor andere regelgeving van toepassing is. Kortom de EU biedt voldoende mogelijkheden om de ICO te reguleren.

Het feit dat marktoezicht en handhaving op nationaal niveau zijn geregeld kan de effectiviteit van de regelgeving wel verminderen. Bij een internationale tokenverkoop zijn de bevoegdheden van de nationale toezichthouder beperkt tot zijn eigen rechtsgebied. Regelgevers van EU- lidstaten dienen intensief samen te werken met niet-EU-regelgevers om ervoor te zorgen dat niet alle tokenverkoop wordt georganiseerd in een land buiten Europa met gunstige belastingregelgeving, waar handhaving en toezicht minimaal is.

4.4.2 MiFID II

MiFID staat voor de Markets in Financial Instruments Directive, het richt zich op de handel in financiële instrumenten. Het stelt de spelregels vast die alle financiële instellingen dienen te volgen wanneer zij beleggingsproducten aanbieden. Het heeft onder meer als doel de beleggers te beschermen.122 De richtlijn raakt vele aspecten van tokengebruik, van het aanbieden van tokens aan publiek door beleggingsinstellingen tot het aanbieden van de ICO zelf. De basisgedachte achter MiFID is “het instellen van een allesomvattend regelgevingskader voor de uitvoering van transacties in financiële instrumenten”.123 Hieruit kan geconcludeerd worden dat er sprake is van een flexibele reikwijdte ten aanzien van nieuwe financiële instrumenten zoals crypto.

4.4.3 Verordening Marktmisbruik (MAR)

De MAR poogt de marktintegriteit te waarborgen en vormen van marktmanipulatie te voorkomen. Het bevat bepaalde verboden zoals het verbod op marktmanipulatie en insider trading. Daarnaast worden uitgevers van aandelen om handelen proactief aangespoord om handel met voorkennis te voorkomen door veel informatie verplicht openbaar te maken. De 121 Verdere eisen in 2. f Prospectusverordening.

122 Preambule 31. 123 ~Bron toevoegen.

ESMA erkent dat de Europese crypto-economie nog geen bedreiging vormt voor de financiële stabiliteit gezien het relatief lage aantal crypto-gerelateerde activiteiten in de EU. Daarom valt deze verordening buiten het bereik van dit onderzoek.124

4.4.4 AMLD V

De vernieuwde vijfde anti-witwasrichtlijn (AMLD V) beperkt criminaliteitsrisico’s en is van toepassing op financiële instellingen en sinds kort ook van toepassing op de volgende twee cryptodienstverleners:

1. Aanbieders die zich bezighouden met omwisseldiensten tussen crypto’s en fiat geld

2. Aanbieders van wallets die namens de consument crypto’s, bewaren, opslaan en overdragen.

De nieuwe AMLD V verplicht de bovenstaande cryptodienstverleners tot het maken van risicoanalyses en klantonderzoek. Daarnaast dienen alle transacties te worden gemonitord en de ongebruikelijke transacties te worden gemeld bij de nationale toezichthouder. Tevens dienen de bestuurders en in sommige gevallen de aandeelhouders getoetst te worden. Tenslotte introduceert de AMLD V een registratieplicht inzake deze twee cryptodienstverleners.

De AMLD V bevat de eerste crypto-specifieke regelgeving op Europees niveau die leidt tot crypto wetgeving op nationaal niveau. Een Europees kader van financiële economische criminaliteitsrisico’s is hiermee een feit, waardoor de cryptodiensten onder integriteitstoezicht kunnen worden geplaatst.125

Deze vier kaders zijn niet direct van toepassing op ICO tokens. Toch kunnen ze deel uitmaken van de algemene juridische omgeving achter het bedrijf van de ICO en invloed hebben op de vraag of een ICO een goede keuze is als vorm van ondernemersfinanciering. In de toekomst bestaat de kans dat ICO’s worden onderworpen aan deze categorie regelgeving.