• No results found

Geudeker (1926-1929) - Een sportverslaggever scoort bij toeval voor krant en klasse

3.4 De Puttense moordzaak

Eén van die ‘enormiteiten’ was de Puttense moordzaak, een opmerkelijke zaak waarvan vriend en vijand erkennen dat deze zaak zonder De Vries niet zo was verlopen als ze is verlopen. Voor De Vries werd deze ‘affaire een deel van mijn leven’. Hij vond dat zijn doel pas bereikt was toen de zaak werd herzien. Nooit gaf hij op en hij besefte rechtsgeschiedenis te hebben geschreven door de zes jaar onderzoek die hij erin stak. ‘’Samen op pad, dossiers, verhoren, reconstructies, overleg (met Blaauw.208 (…) Ik geloof niet dat er in de journalistiek door een medium aan een zaak zoveel aandacht, zoveel tijd, zoveel geld is besteed als wij hebben gedaan.’’(…) Ik begon te twijfelen tijdens het hoger beroep (…). Nu is het de zaak van mijn leven. Eerst wist ik niet zeker of zij onschuldig waren, maar ik ontdekte zoveel

weggemoffelde ongerijmdheden dat ik zeker weet dat de politie heeft geknoeid.’’ Twee mannen gaven in 1994 toe dat ze op zondagmiddag 9 januari van dat jaar een vrouw hadden verkracht en gedood in een boswoning aan de Driewegenweg in Putten (provincie Gelderland). Twee andere mannen zouden bovendien door het raam hebben toegekeken. Deze mannen, schoonvader van de twee Gerrit Schuchard en diens huisvriend Willem Bettink, legden evenals de twee hoofdverdachten ruim tweehonderd uiterst belastende verklaringen af. Later trokken ze hun bekennende verklaringen echter in: ze waren alle vier niet eens op de plaats delict geweest.

Ondanks een gebrek aan technisch bewijs werden ze tot lange celstraffen veroordeeld. De Vries wist daar een cruciale ommekeer in te bewerkstelligen. Aanvankelijk kreeg moordverdachte Viets twaalf jaar cel opgelegd, zwager Du Bois kreeg negen jaar cel en tbs. In hoger beroep werd dat tien jaar cel voor beide veroordeelden. Pas veel later volgde in 2002 de veelbesproken vrijspraak. De Vries zei op de dag van de

historische vrijspraak: ‘’Deze dag (is) voor mij een absoluut hoogtepunt.’’ (…) Van een nachtmerrie naar een droomwereld.’’209

In diverse media is ‘Putten’ in één adem genoemd met de zaak Giessen-Nieuwkerk. ‘’…want, de laatste keer dat zoiets gebeurde was 76 jaar geleden: ‘’Viets en Du Bois hebben inmiddels een achterban. Misdaadverslaggever Peter R. de Vries

208

Peter R. de Vries, column 26 juni 2001, Panorama, week 30, ‘Jan Blaauw, ‘Doel bereikt’’. 209

wijdde meer dan dertig uitzendingen van zijn programma aan ongerijmdheden in de Puttense zaak.’’210 De herziening van Putten werd omschreven als een unieke procedure. Blaauw noemde in NRC Giessen-Nieuwkerk zelf ook, evenals in zijn boek.211

Moordslachtoffer Christel Ambrosius. (Uit: Het Parool, 23 mei 2000, bron: Peter R. de Vries).

De Vries kwam er telkens op terug, zoals in de ‘21e uitzending over Putten: ‘’Ik kreeg een brief over Putten. ‘De twee mannen hebben bekend, hou nou eens eindelijk op…’ (…) ‘Beide verdachten hebben bekend, dus over en sluiten graag’, vroeg een kijker.’’ Maar dat zat er niet in. ‘’We komen er met alle reden op terug, met een uitvoerige reportage…’’212 De politiek is eindelijk, eindelijk wakker geschud. (…) De minister heeft de deur op kier gezet.’’ Kamerlid Boris Dittrich bemoeide zich ermee en stelde Kamervragen. Hij wilde althans weten wat de mogelijkheden waren tot nader dna-onderzoek. Minister Korthals van Justitie reageerde. Hij sprak van ‘de bijzondere omstandigheden van het geval’.

Door de jarenlange inzet van de redactie van het televisieprogramma werd onder meer nieuw wetenschappelijk onderzoek gedaan en bogen de grootste kenners op het gebied van revisie zich over de materie. ‘’Dit zet twijfels om in zekerheden’’, werd geconstateerd. ‘’Deze onderzoeken werden op ons initiatief afgedwongen door Doedens (raadsman, A.S.) en Dittrich.’’ Het was zeker dat verdachten en slachtoffer

210

NRC Handelsblad, 27 juni 2001, ‘Putten’ nieuwe tegenslag voor het OM’.

211 Marcel Haenen, in: NRC Handelsblad, 26 april 2000, ‘Vonnis in moordzaak herzien’. 212 Peter R. de Vries, in: ‘Peter R. de Vries, misdaadverslaggever’, SBS6, 15 november 1999.

elkaar niet kenden en dat de zogeheten ‘sleeptheorie’, waar we zo op terugkomen, nog nooit in de wereld was voorgekomen.213

Maar de vurig gewenste revisie werd telkens afgewezen. ‘’De Puttense zwagers Herman du B. (39) en Wilco V. (29) blijven voor altijd te boek staan als de verkrachters en moordenaars van stewardess Christel Ambrosius, in januari 1994. (…) Het was natuurlijk ook niet helemaal niets, toen bijvoorbeeld getuige Willem B. tot in detail verklaarde hoe de zwagers de jonge vrouw in de woning van haar oma om beurten verkrachtten, en haar daarna wurgden en dood staken.’’214

Er zouden veel meer items en programma’s volgen, waaronder de alweer ‘34e uitzending’ over Putten in 2000, waarin vrouwenarts Eskes aangaf dat de

‘sleeptheorie’ niet juist was. In de Puttense moordzaak was een spermadruppel gevonden op het slachtoffer, die daar tijdens de verkrachting volgens justitie door de verkrachters was uitgesleept, en die dan afkomstig was van een eerder vrijwillig sekscontact van het slachtoffer. Eskes gaf aan niet alle relevante informatie te hebben gekregen. De getuige-deskundige bedacht zich dus: ‘’Ik maak mij achteraf wel verwijten…’’ Hij had het belang van zijn verklaringen als getuige-deskundige onderschat.

In de volgens de makers ‘42e uitzending’ in 2001 kwam de oplossing volgens De Vries mogelijk in zicht. Een Portugees die kort na de moord vertrok werd nu gezocht, ook andere mensen uit de omgeving kwamen voorbij. Een mogelijke

verdachte, Hans V., kwam aan de orde. Die wist de dag na de dood al dat de keel van het slachtoffer was doorgesneden en dat was toen nog geen algemeen bekende kennis. Deze man weigerde bovendien dna-onderzoek. 215 De jacht op de ‘werkelijke dader’ ging daarmee door. Hans V. (38) kon worden geschrapt na de gewenste dna-test. Hij weigerde aanvankelijk als enige erfelijk materiaal af te staan, totdat De Vries in voornoemde aflevering aandacht aan de kwestie besteedde. V. kwam in de studio om commentaar te geven. ‘’Meerdere mensen zeiden dat ze geen dna-test hadden

afgelegd. Dus ik wist niet dat ik de enige was.’’ (…) Ik ben er principieel op tegen dna vast te leggen.’’ De Vries begreep deze eerdere weigering niet, maar was

213

Peter R. de Vries, in: ‘Peter R. de Vries, misdaadverslaggever’, SBS6, 13 april 2000.

214 Fred Soeteman, in: De Telegraaf, ‘Hoge Raad: Geen revisie Puttense moordzaak’, 28 juni 2000. 215 Peter R. de Vries, in: ‘Peter R. de Vries, misdaadverslaggever’, SBS6, 21 november 2001.

verheugd over het geboekte resultaat. ‘’Hij kan geschrapt worden. En elimineren is een essentieel element van rechercheren’’216

Hoewel er vaak om werd gevraagd, wilde de minister van Justitie zich niet zelf met de zaak bemoeien, omdat dit tegen de Nederlandse gewoonte in zou gaan om de scheiding der machten te respecteren. ‘Korthals mengt zich niet in moordzaak’: ‘’…de minister laat weten dat hij zich niet in een strafproces wil mengen, gelet op de scheiding der machten, en dat de raadsman de mogelijkheid heeft bij de Hoge Raad een herzieningsverzoek in te dienen. ‘’De Hoge Raad is bevoegd en niet de

minister’’, aldus zijn woordvoerder.’’217 Derhalve ging het journalistieke speurwerk door. Minister Korthals werd zelfs onverhoeds geïnterviewd op straat. ‘’…hij hield zich afzijdig, maar we zetten een valletje voor hem: ‘’Dag meneer Korthals, mag ik u even iets vragen over de Puttense moordzaak?’’ (…) Wanneer gaat u er nu eens iets aan doen?’’ Korthals was snel over de schrik van de ‘overval’ heen: ‘’U bent er dacht ik hard mee bezig? (…) Ik heb onderzoek aan haren en sperma mogelijk gemaakt. Nu is het aan de verdediging om te onderzoeken of een revisie is aan te vragen.’’