• No results found

Psychische dimensie van zingeving

Bij de psychische dimensie van zingeving werd getoetst of de jongeren:

➜ veel nadenken als ze het moeilijk hebben;

➜ zelf veel willen bijleren in hun vrije tijd en in hun latere beroepsuitoefening;

➜ vooral bijleren over zichzelf in een liefdesrelatie;

➜ graag eigen beslissingen nemen;

➜ vaak nadenken over zichzelf;

➜ graag nieuwe dingen leren;

➜ vaak terugdenken aan mooie herinneringen.

Uit de resultaten kan het volgende geconcludeerd worden:

➜ 85,5 procent van de bevraagden denkt vaak terug aan mooie herinneringen.

➜ De overgrote meerderheid van de jongeren (84,6 procent) hecht er belang aan om eigen beslissingen te nemen.

➜ 83,3 procent van de jongeren leert graag nieuwe dingen bij.

➜ Jongeren denken veel na op moeilijke momenten (82 procent).

➜ Het merendeel van de jongeren (72 procent) denkt vaak over zichzelf na.

➜ De meeste jongeren (60,5 procent) willen zelf veel bijleren bij de uitoefening van hun toekomstige job.

➜ Jongeren zijn (ondanks het voorgaande

resultaat) niet snel geneigd om nieuwe dingen bij te leren tijdens hun vrije tijd (slechts 31 procent ging hiermee akkoord).

Psychische dimensie 1 2 3 4 5

Als ik het moeilijk heb, denk ik veel na.

Frequentie In mijn vrije tijd wil ik vooral iets bijleren.

Frequentie Als ik later een job heb, dan wil ik vooral bijleren.

Frequentie In een liefdesrelatie wil ik vooral mezelf beter leren

kennen. Ik neem graag mijn eigen beslissingen.

Frequentie Ik denk vaak na over mezelf.

Frequentie Ik leer graag nieuwe dingen.

Frequentie

30

Psychische dimensie 1 2 3 4 5

Ik denk vaak terug aan mooie herinneringen.

Frequentie 2.7 1 = helemaal niet akkoord; 2 = niet akkoord; 3 = neutraal; 4 = akkoord; 5 = helemaal akkoord

Zowel in de resultaten van de enquête als in de interviews zien we dat het merendeel van de jongeren in moeilijke tijden graag even alleen is om na te denken over zichzelf.

S., 17 jaar (M):

“Alleen zijn om erover na te denken.”

(Antwoord op de vraag: “Wat doe je als je je niet goed voelt?” n.v.d.r.)

Ti., 16 jaar (M):

“Als ik een slechte dag heb, wil ik niet dat iedereen naast me komt staan. Ik vind dat dan niet leuk, laat me liever tot rust komen. [...]

Vaak is dat dan thuis of zo, dat ik alleen op mijn kamer ga zitten en dat ik zo tot rust kom.

Dan denk ik na over wat er slecht was of zo en dan hoop ik dat ik morgen opsta met een blije dag.”

Zowel in het kwantitatieve als in het kwalitatieve luik zien we dat de meeste jongeren aangeven dat ze sowieso vaak nadenken over zichzelf en het belangrijk vinden om af en toe even stil te staan.

S., 17 jaar (M):

“Je hebt soms zeker een moment nodig om alleen te zijn en alles op een rijtje te zetten.

[...] Dan is het soms nodig om even over alles na te denken, over wat je eigenlijk bent kwijtgespeeld of alles wat je hebt bereikt in je leven en wat je nog wilt bereiken, en je de vraag te stellen waarom we hier zijn. En eigenlijk om je de vraag te stellen: wie ben ik?

Dat zijn vragen die je je stelt als je alleen bent.”

Le., 17 jaar (V):

“Ja, alleen zijn. Ik vind dat ook wel een keer belangrijk. [...] Dat je een keer kunt nadenken over dingen, dat er geen mensen zijn die je kunnen storen en zo.”

R., 17 jaar (M):

“Nadenken over mezelf. Soms vind ik dat weleens plezant om zo alleen te gaan zitten, een jointje te smoren.”

Eén geïnterviewde vat het lachend als volgt samen:

D., 17 jaar (V):

“Zelfkennis is het begin van alle wijsheid.

(lacht)”

Uit de interviews blijkt ook dat jongeren het belangrijk vinden om zichzelf te ontwikkelen, om bij te leren en goede punten te halen. Soms als intrinsiek doel, soms als iets instrumenteels (bv. om iets te bereiken in het leven, om hun ouders tevreden te stellen, ...). Ze hebben hier duidelijke opvattingen over.

A., 14 jaar (V):

“Goede punten op school. Da’s echt belangrijk, vind ik. [...] Voor mijn ouders ook, maar allee ja, meer voor mij, want da’s voor mij ... Dan kun je meer worden, dan kun je kiezen. Als je je concentreert op die richting, dan kun je echt wel worden wat je wilt en zo.”

S., 17 jaar (M):

“Educatief vlak is heel belangrijk voor mij want tegenwoordig, zeker hier in Europa, ben je niets meer als je geen diploma haalt. En daarom streef ik eigenlijk naar een diploma.

Dat is eigenlijk ook waar mijn ouders naar streven, en dat zou ik zeker willen behalen in mijn leven.”

T., 16 jaar (V):

“Goede punten op school vind ik ook wel belangrijk want als je daar al slecht op scoort, zal ik maar zeggen, dan zul je later ook moeilijkheden hebben, dat besef ik wel. Ik ben wel een beetje een streber, denk ik.”

31 PItstop

Het sociale aspect van school halen jongeren uiteraard ook aan (zie sociale dimensie p. 35), maar de gesprekken tonen aan dat school voor heel wat jongeren belangrijk is als middel om zichzelf te ontplooien.

A., 19 jaar (M):

“Ja, je leert eigenlijk verschillende dingen, hé.

Je leert daar ten eerste je talenten ontdekken, hoe je moet omgaan met anderen, anderen respecteren, discipline krijgen of aanleren. Ja, daarom is dat wel belangrijk. Ook voor later. Je moet ook kunnen stilzitten op je werk, hé.”

D., 17 jaar (V):

“Ik vind het ook wel belangrijk om dingen op te pikken, om uit fouten, ervaringen van andere mensen te leren, om daar zelf ook mijn lessen uit te trekken. En vandaar: goede punten op school vind ik ook wel belangrijk, omdat ik wel bezig ben met educatie en de toekomst. Zie, ik wil zeker mijn diploma hebben. Ik heb ook al een hele toekomst voor mij, ik weet toch al wat ik ermee wil doen.”

R., 14 jaar (M):

“Voor de lessen. Om meer te weten, meer bij te leren. Dat ook.”

Eén jongere gebruikt in het gesprek zelfs het woord zelfontplooiing en is hier heel doelbewust mee bezig.

Zowel voor zichzelf als om een plaats te vinden in de maatschappij.

D., 17 jaar (V):

“Ik heb evengoed aan zelfontplooiing toch wel verschillende punten gedaan, zoals mezelf blijven veranderen [...] totdat ik tevreden was over mijzelf, eigenlijk. Tot ik toch wel een gevoel had aanvaard te zijn in de maatschappij.”

Uit de interviews blijkt heel duidelijk dat de jongeren ambities hebben op professioneel vlak. Zowel de oudere als de jongere geïnterviewden hebben al een duidelijk idee over wat ze later willen worden of bereiken.

Le., 17 jaar (V):

“Ik zou later graag vroedkunde studeren, ik hou wel van kleine kindjes.”

A., 15 jaar (V):

“Omdat ik wel een belangrijke persoon wil worden in de toekomst.” (ze wil dokter worden, n.v.d.r.)

St., 13 jaar (M):

“Ik wil later sportjournalist worden voor voetbal, voetbal is mijn leven. [...] Ik wil later in mijn job iets gaan doen met voetbal omdat mijn

‘grootste’ talent is inzicht hebben in voetbal, weten hoe dat gaat en wat dat daar speelt.”

Tij., 16 jaar (M):

“Ik wil verder studeren en toch nog een deftige job weten te vinden. [...] Zoals kinesist of zo, dat zou ik wel nog willen worden.”

Uit de interviews leerden we ook dat sommige jongeren al erg toekomstgericht nadenken en in hun toekomstige professionele carrière houvast zoeken. Ze hebben hiervoor zelfs een heel plan bedacht, inclusief plan B.

D., 17 jaar (V):

“Ik ben nu bezig met een opleiding als zorgkundige. Ik moet sowieso tot mijn 19e op deze school blijven om mijn diploma te kunnen behalen. Daarom ben ik van plan om na mijn zorgkunde nog twee jaar ‘administratief medewerker’ te doen. Voor als ik ooit iets aan mijn rug krijg, wat in de zorgsector nogal weleens gebeurt door heffen en tillen. Dan heb ik toch wel een plan B, zodat ik verder kan.

[...] En dan ben ik ook nog van plan om nadien te werken en toch nog in avondschool voor verpleegkundige te gaan.”

Naast hun ambities op professioneel vlak halen heel wat jongeren aan dat ze in hun sport of jeugdbeweging écht hun best willen doen, willen presteren of iets willen betekenen.

B., 15 jaar (V):

“Ik wil van mijn sport eigenlijk mijn carrière maken. [...] Zodra ik mijn wedstrijden deed, had ik zoiets van ‘waw, dat kan niet’, dat ik mijn wedstrijden doe en dat ik op zo’n hoog niveau sta. Maar blijkbaar wel.”

T., 14 jaar (M):

“Om ook zo wat te kunnen presteren voor den trainer en ... [...] dat ik er echt wel ben voor goeie inzet en al.” (voetbal, n.v.d.r.)

32

Tij., 16 jaar (M):

“Ik wil later eigenlijk echt hoofdleider worden, of toch proberen.”

Spontaan komen er ook enkele getuigenissen van hoe jongeren kijken naar de nabije en verdere toekomst.

C., 18 jaar (V):

“Maar ik denk dat ik redelijk positief in het leven sta, want elke keer als ik ga slapen, dan denk ik aan waarom ik morgen weer wil opstaan.”

D., 17 jaar (V):

“Ik heb een goed oog op mijn toekomst en ik wil mijn doelen zeker en vast bereiken.”

Jongeren geven ten slotte zowel in de enquête als in de interviews aan dat ze in de nabije of verdere toekomst vooral zelfstandig willen zijn en eigen beslissingen willen nemen.

C., 18 jaar (V):

“Nu ik aan de leeftijd van achttien ben gekomen, heb ik wel de drang om ... allee, ik wil niet meer hier blijven, ik wil eropuit trekken.”

B., 15 jaar (V):

“Dat ik gewoon voor mijzelf kan zorgen en dat ik van niets of niemand afhang.”

Om verschillen te ontdekken tussen de groepen die hoog en laag scoren op deze dimensie werd opnieuw een onderverdeling gemaakt, waarbij we het hoogste en laagste tiende percentiel met elkaar vergeleken.

Jongeren die het hoogst scoren op de psychische dimensie zijn, zoals we zien in de onderstaande tabel:

➜ hoofdzakelijk meisjes (62,5 versus 37,5 procent);

➜ leerlingen uit het aso (39,3 procent), gevolgd door leerlingen uit het tso (28,6 procent) en bso (21,4 procent);

➜ eerder gelovige jongeren dan niet-gelovige jongeren (respectievelijk 60,7 en 35,7 procent).

Frequentie Valide percentage Cumulatief % Laagste

33 PItstop

De meeste jongeren die laag scoren op deze dimensie zijn:

➜ voornamelijk jongens (62,3 versus 37,7 procent);

➜ voornamelijk jongeren uit het tso (54,4

procent) in vergelijking met jongeren uit andere studierichtingen.

Tussen gelovigen en niet-gelovigen zijn er geen grote verschillen merkbaar (49,3 versus 50,7 procent).

Wanneer de afzonderlijke variabelen van deze dimensie onder de loep genomen worden, blijkt dat de jongeren die hoog scoren op deze dimensie:

➜ veel nadenken tijdens moeilijke momenten (96,5 procent);

➜ graag nieuwe dingen bijleren (98,2 procent) en belang hechten aan nieuwe dingen bijleren tijdens hun vrije tijd (89,3 procent), aan bijleren in hun toekomstige job (96,4 procent) en aan bijleren over zichzelf in een liefdesrelatie (87,5 procent);

➜ het belangrijk vinden om eigen beslissingen te kunnen nemen (100 procent);

➜ vaak nadenken over zichzelf (92,8 procent);

➜ graag terugkijken op mooie herinneringen (98,2 procent).

Psychische dimensie Niet akkoord Neutraal Akkoord

Laagst Hoogst Laagst Hoogst Laagst Hoogst Als ik het moeilijk heb, denk ik veel na.

Frequentie In mijn vrije tijd wil ik vooral iets bijleren.

Frequentie Als ik later een job heb, dan wil ik vooral

bijleren. In een liefdesrelatie wil ik vooral mezelf

beter leren kennen.

Frequentie Ik neem graag mijn eigen beslissingen.

Frequentie Ik denk vaak na over mezelf.

Frequentie Ik leer graag nieuwe dingen.

Frequentie

34

Psychische dimensie Niet akkoord Neutraal Akkoord

Laagst Hoogst Laagst Hoogst Laagst Hoogst Ik denk vaak terug aan mooie

herinneringen.

Frequentie Percentage Cumulatief %

57.2 7.2

00.0 0.0

2029.0 36.2

11.8 1.8

4463.8 100.0

5598.2 100.0

2.9 (Zie ook tabellen 5.3 en 5.4 in de bijlagen.)

De analyse van de gegevens, rekening houdend met de persoonlijkheidskenmerken, toont ten slotte ook dat jongeren die het hoogst scoren op de psychische dimensie in vergelijking met jongeren die het laagst scoren op deze dimensie vaker:

➜ aangeven dat ze een goede vriendenkring hebben;

➜ vrienden van hun eigen leeftijd en oudere vrienden hebben;

➜ vertrouwen hebben in anderen;

➜ graag alleen zijn;

➜ graag bij anderen zijn;

➜ zich eenzaam voelen;

➜ zich betrouwbaar voelen;

➜ een positieve kijk op het leven hebben;

➜ initiatief en risico’s nemen;

➜ zichzelf de moeite waard vinden;

➜ goed kunnen relativeren;

➜ zich snel zorgen maken;

➜ eerst nadenken voor ze handelen;

➜ de wereld willen overtuigen van hun ideeën.

Laagste score Hoogste score

Goede vriendenkring 85.5 92.8

Vrienden van eigen leeftijd 55.0 64.3

Jongere vrienden 26.1 30.4

Oudere vrienden 31.9 60.7

Vertrouwen in anderen 31.9 55.3

Graag alleen zijn 15.9 50.0

Graag bij anderen zijn 68.1 82.2

Zich soms eenzaam voelen 33.3 58.9

Betrouwbaar zijn 82.6 98.2

Positieve kijk hebben op het leven 55.0 76.8

Beïnvloedbaar zijn 33.3 35.7

Initiatief nemen 31.8 64.3

Risico’s nemen 36.2 64.3

Zichzelf de moeite waard vinden 33.3 60.7

Goed relativeren 36.2 62.5

Zich snel zorgen maken 37.7 85.7

Eerst nadenken voor je iets doet 27.5 64.2

De wereld overtuigen van je ideeën 18.8 50.0

2.10 (zie ook tabel 5.9 in de bijlagen.)

35 PItstop