• No results found

Programma en uitkomsten miniconferentie

In document To Behave or not to Behave ? (pagina 166-170)

Aan de deelnemers van de miniconferentie

n.a.v. de evaluatie van het gedragscodeprogramma ‘Behave!’

Nummer Datum 25 januari 2010

Uw brief van Doorkiesnummer 071 527 3429

Onderwerp Programma miniconferentie 16 februari 2010

Contactpersoon Ingeborg Tönis, Hemmo Smit

Geachte heer/mevrouw,

U heeft zich opgegeven voor de miniconferentie naar aanleiding van de evaluatie van het gedragscodeprogramma ‘Behave!’ waaraan uw school heeft deelgenomen.

Hierbij doen wij u het programma voor deze bijeenkomst toekomen.

De miniconferentie vindt plaats op: 16 februari 2010

Faculteit Sociale Wetenschappen van de Universiteit Leiden. Wassenaarseweg 52

Leiden Zaal: 1A01

Tijd: van 11.30u tot 14.30u.

Voor een lunch wordt gezorgd, en na afloop is er nog een hapje en een drankje.

Tijdens de bijeenkomst zullen wij de meest in het oog springende (concept)resultaten pre-senteren. Deze (op dat moment nog) voorlopige resultaten willen we vervolgens met u be-spreken. Hierdoor krijgen de resultaten meer betekenis, wat de kwaliteit van het onderzoek ten goede komt. Als zodanig is de miniconferentie dus geen afsluiting, maar een belangrijk onderdeel van het onderzoek. Uw inbreng wordt daarbij zeer op prijs gesteld! Daarbij biedt deze bijeenkomst u de gelegenheid om met collega’s van andere scholen ervaringen uit te wisselen over de inzet van programma’s gericht op het met en door leerlingen ontwikkelen

Het programma

11.30u: Ontvangst met koffie/thee

11.45u: Plenair: presentatie over de opzet van het onderzoek en de meest in het oog springende resultaten

12.30u: Vragenronde

12.45u: Lunch

13. 15: In subgroepen: betekenis geven aan enkele resultaten van het onderzoek (o.a. met betrekking tot het perspectief van gedragcodeprogramma’s)

14.00u: Plenair: inventariseren van de bevindingen uit de subgroepen

14.30u: Afsluiting met aansluitend een hapje en drankje

Ten aanzien van de resultaten van het onderzoek benadrukken wij, dat in het onderzoek en in de rapportage geen uitspraken worden gedaan over individuele scholen. Voor zo ver de resultaten dat toelaten worden wel uitspraken gedaan over de inzet van gedragscodes en het resultaat daarvan in relatie tot groepen scholen met bepaalde kenmerken (o.a. omvang, beleid t.a.v. gedragsregels, organisatie van het onderwijs).

Tot slot merken wij op dat reiskosten worden vergoed (openbaar vervoer op basis van 2e klas, vervoer per auto op basis van € 0,19 per kilometer). Informatie over de route en par-keermogelijkheid vindt u op de volgende pagina.

Wij zien er naar uit om u op 16 februari te ontmoeten en hopen op een inspirerende bijeen-komst!

Met vriendelijke groet,

Ingeborg Tönis Joost de Zoete Hemmo Smit

Uitkomsten miniconferentie

Tijdens de miniconferentie heeft PLATO de resultaten gepresenteerd en is over drie kwesties van gedachten gewisseld. Deze kwesties hangen samen met drie opvallende resultaten uit het on-derzoek, gecombineerd met de uitkomst dat er geen aanwijzingen zijn gevonden dat Behave een positief effect heeft op de ontwikkeling van sociale competenties van leerlingen. De kwesties zijn:

A. Impact groter = meer effectiviteit?

Een van de veronderstellingen in het onderzoek is dat impact (waaronder draagvlak, beleving en verspreiding) het effect van een programma mede bepaalt. Uit het onderzoek blijkt: Aandacht voor gedragscodes vindt iedereen belangrijk. Impact van het programma in de school is echter matig. Tegelijkertijd zijn er nauwelijks effecten gevonden.

B. Lage intensiteit en relatief korte looptijd van het programma mede bepalend voor effectiviteit? Uit het onderzoek blijkt: De helft van de scholen heeft gekozen voor één projectdag. Er zijn nau-welijks scholen die een intensieve variant met een lange looptijd hebben uitgevoerd. In hoeverre kan meer effect worden verwacht bij een hogere intensiteit en langere looptijd?

C. Kunnen en moeten we méér verwachten van preventieprogramma’s op scholen?

Uit het onderzoek blijkt: Scholen hebben vooraf vrij lage verwachtingen: op zijn hoogst leerlingen aan het denken zetten, geen gedragsverandering. Zouden scholen meer moeten verwachten?

De belangrijkste uitkomsten zijn in onderstaande tabel weergegeven.

Thema’s en vragen Antwoorden A. Impact groter, meer

ef-fect? JA

1. Impact op jullie school?

2. Hoe zou impact verbeterd kunnen worden?

3. Impact van invloed op ef-fectiviteit?

4. Vergroten van impact, on-derdeel van het program-ma?

Voor zo ver hier aandacht aan is besteed, was dat alleen in het begin en dan gericht op de direct betrokkenen bij de deelnemende klassen.

Onderhouden / koppelen aan mediation

• Gedragscode terug laten komen en bespreken

Jawel, maar dan moet je er wel heel veel aan doen en niet koppelen aan één programma, maar aan het onderwerp

• Goede timing

• Altijd ingebed in groter geheel

• Wereld er omheen betrekken

• Enthousiasme: men moet het leuk vinden

• Er wordt vaak gevoelsmatig gekozen voor een programma: er is tijd beschikbaar en we willen wat met dat onderwerp. Wat past dan op dit moment het beste? Dat kan volgend jaar weer iets anders zijn. Dat geeft op zich niet, maar men zou dan wel meer gepland aan-dacht moeten besteden aan de impact van het onderwerp (niet zo zeer aan dat ene programma).

B. Lage intensiteit / relatief korte looptijd mede bepa-lend voor effectiviteit?

Overwegend: JA

1. Reden keuze lage intensi-teit?

2. Ervaring met intensievere programma’s?

3. Invloed op houding / gedrag van leerlingen?

• Lange looptijd was ivm het onderzoek niet mogelijk. Bovendien is een koppeling met een maatschappelijke stage pas relevant vanaf het derde jaar. Op veel scholen is het programma in klas 1 en 2 uit-gevoerd.

• De meesten zeggen langere looptijd + intensiever is medebepalend. Een klein aantal geeft aan dat het best kort mag zijn: als het maar inslaat als een bom.

Een enkele school (in dit geval een controleschool) heeft dat, op het ter-rein van pesten. Op verschillende manieren wordt daar in de school aandacht aan besteed en iedereen doet mee. Het wordt structureel inge-zet.

‘Moeilijk om dat doel te bereiken, maar dat betekent niet dat we er niet aan moeten werken.’ Deelnemers vragen zich af wat er gebeurt als er helemaal geen programma’ s op het terrein van sociaal gedrag worden ingezet.

C. Meer verwachten van preventieprogramma’s op scholen?

Nee, maar wel blijven proberen

.

1. Te lage verwachtingen?

2. Wat is nodig om houdings- en gedragsverandering te bevor-deren?

• Nee, de verwachting is leerlingen bewust te maken van hun gedrag. Dat is al heel wat.

• Daarbij is het belangrijk dat leerlingen meebeslissen over gedrags-regels.

• Jongeren van 13 tot 16 jaar is een moeilijke leeftijdsgroep om gedragsverandering bij te bewerkstelligen: nieuwe fase, ze moeten bij een nieuwe groep gaan horen. Er gebeurt veel.

• Programma breder in de school brengen (niet alleen per en in de klas)

• Programma intensiever inzetten

• In meerdere lessen laten terugkomen

• Regelmatig op de gedragscode terugkomen

• Gedragscode meer zichtbaar maken in de school

• Alle leerjaren en alle docenten erbij betrekken.

• Inzet van veel verschillende werkvormen

• Vooral in de praktijk activiteiten uitvoeren

• ‘Gastsprekers’ uitnodigen (bijvoorbeeld iemand die in de gevangenis heeft gezeten)

In document To Behave or not to Behave ? (pagina 166-170)