• No results found

33

Hoofdstuk 6. Professionele hulpverlening

Soms is de problematiek erg zwaar, zoals bij een psychose, een ernstige depressie of een suïcidepoging. Dan wil men het informele netwerk daar niet mee belasten.

In dit hoofdstuk wordt eerst het professionele hulpaanbod beschreven (paragraaf 6.1 en 6.2). Vervolgens komen de volgende onderwerpen aan de orde: inhoud van de hulp (paragraaf 6.3), effect van de hulp (paragraaf 6.4) en volgorde in de hulp (paragraaf 6.5). Aan het eind van dit hoofdstuk wordt in paragraaf 6.6

aandacht besteed aan het onderwerp Kinderen van Ouders met Psychische problematiek (KOPP). De afsluiting wordt gevormd door een samenvatting (6.7).

6.1 Hulpaanbod

Bij de geïnterviewden kwam een divers aanbod van professionele hulp aan de orde. Dit aanbod is redelijk kenmerkend voor de groep van mensen met psychische aandoeningen:

Voorzieningen als een psychiatrische afdeling, een afdeling van de Verslavingszorg, of een Rehabilitatie-afdeling; SPITS (psychiatrische thuiszorg), Thuiszorg.

Specialisten als psychiaters, psychologen, pedagogen, maatschappelijk werkers en opvoedkundige hulp.

Therapie en methodieken als psychotherapie, psychofarmaca , relatie- of systeemtherapie, Ouderschap met Succes en Tevredenheid, video-hometraining, cognitieve gedragstherapie , mindfulness, en PMT (Psychomotorische Therapie).

Voor een groot deel zijn deze hulpverleningsvormen en -methodieken niet specifiek gericht op begeleiding bij ouderschap. Meestal komt

opvoedingsproblematiek en passant aan de orde en in een klein aantal gevallen komt het nadrukkelijk aan de orde.

6.2 Contact met hulpverlener

Het blijkt steeds weer veel te betekenen voor de cliënt, wie de persoon van de hulpverlener is en hoe deze zich inzet voor de cliënt:

Alleenstaande moeder met kinderen van 5 en 22:

-En dan ook wel iemand van de professionele hulp er uit pikken of zoeken waar je ook echt mee overweg kan. Want je hebt soms ook mensen, alle goeie voor de hulpverlening, maar die je absoluut niet je aanvoelen of dat er een goeie klik is.

Gescheiden vrouw met vier kinderen tussen 18 en 29:

-De hulpverlener zegt dan altijd: ik ben er voor jou maar ook voor je kinderen. Ik vind het toch wel heel bijzonder dat ze op een gegeven moment zeggen van: mam, heb je het nummer ook even van hem? Nou en dan hoef ik dat verder ook niet te weten, zij bellen daar heen.

De hier geschetste contacten met hulpverleners van de GGz of van Beschermde Woonvormen zijn goed. Essentieel is steeds weer dat er een goede matching is tussen cliënt een hulpverlener. Daarbij is het ook van belang dat de

taakopvatting van de hulpverlener zich niet beperkt tot alleen het contact met de cliënt, maar dat ook contact gemaakt wordt met de kinderen.

6.3 Inhoud van hulp bij ouderschap

Uit de volgende citaten blijkt dat hulp zich in sommige situaties specifiek richt op ouderschap en dat dit soms en passant gebeurt.

34

Een getrouwde moeder met twee kinderen van 11 en 15:

-Ouderschap met succes en tevredenheid. Dat je daar weer tevreden over voelt. Dan beginnen wij bij wat je belangrijk vindt, welke waarde dat je het belangrijkste vindt, dat heeft iedereen anders

Alleenstaande moeder met kind van 2:

-Ja, het is een specialistische thuisbegeleiding. Echt voor mensen met, nou ja zoals mijn verleden of wat dan ook. Je kunt het beste vergelijken als een gezinscoach. En ik kan ook bijvoorbeeld met mijn vragen bij het consultatiebureau terecht of bij de crèche of wat dan ook.

Samenwonende moeder met kind van 2 jaar:

-Ja, nee gewoon in gesprekken en ja ook wel eens groepsgesprekken. En ook meningen van andere moeders gehoord met kleine kinderen. Toen ging er op een gegeven moment eigenlijk een knopje bij mij om van: oh ja, het hoeft niet allemaal zo perfect en ja, kinderen dat is nou eenmaal een grote zorg en het is vallen en opstaan, ik kan niet alles voor wezen.

Er is hier sprake van begeleid ouderschap (individueel of in een groep. Deze vorm van hulp was belangrijk voor de betreffende ouders.

6.4 Effect van de hulp

In dit onderzoek is geen effectmeting gedaan. Wel gaven de respondenten in de interviews een aantal keer aan wat bij hen het effect van de hulp was:

Getrouwde moeder met 6 kinderen tussen 15 en 24:

-We hebben hulp gezocht, we zijn bij de GGz geweest, daar hebben we gezinsgesprekken gehad.

Maar daar had ik veel meer het gevoel van dat, dat ik ook als een soort schuldige werd gezien.

Daar voelde ik mij eigenlijk altijd wel gefaald als moeder.

Getrouwde vader met kinderen van 11 en 13:

-Dan moet ik maar kijken hoe stevig ik daarin sta en niet weer het oude patroon in ga, wat dan is het allemaal voor niks geweest, dan is het gewoon een vakantie geweest als het ware waarin je wat meer tijd hebt om met de kinderen om te gaan.

Dat uithuisplaatsing tot gecompliceerde situaties kan leiden bewijst het volgende citaat:

Samenwonende vader met drie kinderen tussen 13 en 21:

-Dat pleegezin is gescheiden en moeders woont hier en vader woont in verderop in een dorp. En die vader die heeft een hele andere mening van opvoeden dan wij hebben en dat botst heel erg.

Nee ze is de ene helft van de week bij de vader, de pleegvader en de andere helft van de week is ze bij pleegmoeder. En in de weekenden is ze nog wel eens hier, dat zijn drie gezinnen.

Pleegvader heeft nog 6 kinderen. Ten minste 2 van deze vrouw en van de vorige vrouw en van nu deze vrouw weer. Dus ja, dat is natuurlijk best wel veel. Allemaal co ouderschap, dus ja dat is heel verwarrend.

Zowel door de ouders als door de hulpverleners (incl. pleegouders) is een

ingewikkelde situatie voor de kinderen gecreëerd. Harmonie en een goede basis voor de kinderen lijken hier niet centraal te hebben gestaan. In ieder geval zijn die niet het resultaat van de interventies.

6.5 Volgorde in de hulp

Verwacht kan worden dat men eerst een beroep doet op het informele netwerk en als men daarmee niet verder komt professionele hulp inroept. In een aantal gevallen is dat ook zo:

Alleenstaande moeder met kind van 2:

Nou is het denk ik toch wel vooral contact met mijn zus, vriendinnen en op de achtergrond professionele hulp. Maar daar wil ik op een gegeven moment wel naar toe werken dat ook dat stukje weggaat.

Maar er zijn ook respondenten die in eigen omgeving niet snel praten en eerder hun problemen bij professionele hulverleners neerleggen:

35

Dezelfde moeder als vorig citaat:

Sowieso aan de hulpverleners van de GGz heb ik ook heel veel gehad. Kijk zij weten in wat voor een situatie ik ben terechtgekomen en eerst wilde ik de hulp gewoon niet accepteren. Maar

naarmate je accepteert dat zij zien in wat voor situatie je bent beland, om gewoon over de situatie te praten.

Een groot deel van de ouders met psychische aandoeningen ervaart problemen bij hun ouderschap. De problemen zijn dusdanig groot dat ze er hulp voor willen.

In veel gevallen krijgen ze die hulp van bijvoorbeeld de GGz of van de

gespecialiseerde thuiszorg. Informele hulp kan dan een belangrijke aanvulling zijn:

Een vader met drie kinderen tussen 2 en 8:

-Professionele hulp is ook heel prettig maar die gaat dan vaak op het traject van verbeteringen en dat het anders kan. Maar van lotgenoten krijg je, ja, je ziet een stuk begrip en een stuk

herkenning.

Over de inzet van Jeugdzorg is men minder positief. Men heeft vanuit die instelling niet veel steun bij het ouderschap ervaren. In enkele gevallen heeft uithuisplaatsing van de kinderen plaatsgevonden. Dit is op een dusdanig

rigoureuze manier gebeurd dat er nauwelijks of geen contact meer mogelijk was tussen kinderen en biologische ouders.

Bij een tweetal respondenten was de drang om kinderen te hebben zo groot dat zij ervoor zorgden opnieuw kinderen te krijgen.

6.6 KOPP (Kinderen van Ouders met Psychische Problemen)

Vaak zijn er vanuit de GGz lotgenotengroepen georganiseerd voor kinderen van ouders met psychische aandoeningen, de zogeheten KOPP-groepen. Ook wordt aan kinderen soms individuele voorlichting gegeven met behulp van brochures en boekjes die specifiek voor bepaalde leeftijden zijn geschreven. Verder worden kinderen verwezen naar websites voor informatie en chatten.

Vaak is het echter lastig om een groep van leeftijdgenoten bijeen te krijgen, zoals blijkt uit het eerste citaat:

Gescheiden moeder met een kind van 11 jaar:

-Nee, er zou een groep gestart worden, maar er waren te weinig aanmeldingen. En daar wou mijn zoon ook zo graag heen, want hij wil dat ook weten hè, hij wil dat ook. En ja, er waren te weinig aanmeldingen, er waren maar 7.

Mijn Persoonlijk Begeleider heeft een gesprek gevoerd met mijn kind. En nou vraagt mijn zoontje al iedere keer: hoe gaat het mam?

Zoals blijkt uit dit citaat is voorlichting aan of begeleiding van kinderen voor sommige hulpverleners een integraal onderdeel van hun werk.

Een getrouwde moeder met twee kinderen van 11 en 15:

-Mijn oudste wou niet meer want die heeft vroeger al cursussen gevolgd. Die heeft daar toen op KOPP cursus gezeten en dat heeft haar toen ook goed geholpen.

Zoals blijkt uit het laatste citaat is voorlichting aan of begeleiding van kinderen voor sommige hulpverleners een integraal onderdeel van hun werk.

6.7 Samenvatting professionele steun

Alle 27 respondenten hebben contact of hebben contact gehad met professionele hulpverleningsorganisaties. Het gaat hierbij om een breed scala aan instellingen, hulpverleningsdisciplines en – methoden. Een goed contact met een

hulpverlener, waarbij sprake is van een goede match is essentieel om verder te komen. Op sommige plekken is specifieke aandacht voor ouderschap en maken

36 hulpverleners gebruik van een specifieke methodiek. Voor kinderen zijn er ook specifieke methodieken via de KOPP-benadering, maar deze wordt volgens de respondenten slechts mondjesmaat toegepast. KOPP-groepen voor kinderen komen nauwelijks tot stand.

Alhoewel het voor de hand lijkt te liggen dat men voor de problematiek eerst steun vraagt in het informele netwerk, zijn er toch ook respondenten die

aangeven dat men over de eigen problematiek niet praat in de eigen omgeving en men eerder een beroep doet op professionele hulpverlening.

37