• No results found

29

Hoofdstuk 5. Informeel netwerk

Het informeel netwerk wordt in dit hoofdstuk beschreven met als eerste een algemeen onderdeel in 5.1. Paragraaf 5.2 geeft de betekenis van het netwerk weer voor emotionele en praktische steun. Vervolgens gaat paragraaf 5.3 in op het lotgenoten contact. In de laatste paragraaf is een samenvatting te vinden.

5.1 Het netwerk

Steun wordt gevraagd aan en gegeven door ouders (van deze ouders), partner, broers/zussen, vrienden. In sommige gevallen betreft het emotionele steun of adviserende steun voor de opvoeding van de kinderen. In andere gevallen gaat het om praktische steun. Andere contacten die worden genoemd zijn:

- Vriendschappen met lotgenoten

- Familielid dat zelf ook opgenomen is geweest - Moeder van vriendinnetje van dochter

- Collega op het werk - Iemand van de kerk

- Anoiksis of Ypsilon, verenigingen voor mensen met schizofrenie of chronische psychose

- Internet voor informatie en contacten via Hyves of Faceboek

Daarnaast worden activiteiten zoals tekenen of in dagboek schrijven genoemd.

5.2 Emotionele en praktische steun

Hoewel bij ouderschapsproblemen bij uitstek gedacht wordt aan emotionele steun, zijn er maar enkelen die deze vorm van steun benoemen.

Vader met drie kinderen tussen 2 en 8:

-Nou dat is toch wel de steun die ik gekregen heb van mijn familie of in ieder geval van mijn moeder dan, waardoor ik toch weer in mijzelf ben gaan geloven.

En hoe meer je er over praat, want mensen in mijn omgeving mijn vrienden, mijn familie, iedereen weet wat ik mee heb gemaakt. En het doet mij heel goed om er met bepaalde mensen over te praten.

Hier was voornamelijk sprake van steun bij het eigen functioneren. Dit heeft echter wel effect op het functioneren in de ouderrol.

Geen enkele ouder kan zonder informatie over voeding en opvoeding:

Samenwonende moeder met kind van 14 jaar:

-In het ouderschap wel . Hè, over normaal eten en ook over wat voor school goed zou zijn en dan had ik nog wel goed contact.

Moeder met 15-jarige dochter:

-Daar had ik het een tijd geleden met mijn zus nog over gehad want je wordt zelf ook op een bepaalde manier opgevoed. En de taal die je gebruikt is heel belangrijk in of een kind openstaat ja of nee voor wat je zegt. En wij zijn ook niet al te subtiel opgevoed en ik heb die woorden dus niet meegekregen en die manier van praten en dat heb ik wel meer geleerd.

Deze informatieve steun is duidelijk op de opvoeding gericht.

Praktische steun in de vorm van oppas of opvang voor het kind wordt ook regelmatig naar voren gebracht:

Een getrouwde moeder met twee kinderen van 11 en 15:

-Mijn moeder wel, daar logeert mijn kind wel eens. In het verleden kwamen ze hier wel, zeg maar, bij in wonen toen ik dat voor het eerst heb gehad, bij de zwangerschap psychose van m’n oudste.

Samenwonende moeder met kind van 2 jaar:

-Mijn moeder zag het op een gegeven moment wel gebeuren dat ik mij zelf aan het isoleren was en

30

dat mijn wereldje heel klein werd en dat ik een beetje gestrest raakte in de opvoeding. Maar die heeft ook vaak tegen mij gezegd: laat hem nou eens bij mij, probeer even een beetje adem te halen, doe wat voor jezelf

Jonge ongehuwde moeder met kind van 2:

-En zolang ik dan niet geroepen word blijf ik ook alleen op mijn kamer terwijl mijn zoontje bij mijn ouders beneden zit. Ik draag het niet echt over maar ik weet gewoon dat het wel goed komt. En zolang ze mij niet roepen kom ik ook niet beneden. Word ik wel geroepen, dan kom ik ook wel alleen kost het mij wel heel wat energie. Dan laat ik het dus inderdaad helemaal aan mijn ouders over.

Door ouders wordt vaak vooral praktische steun geboden in de zin van oppas of logeeradres voor de kleinkinderen.

Opvoeding van en omgang met kinderen lenen zich bij uitstek tot het geven van allerlei adviezen:

. Samenwonende vader met drie kinderen tussen 13 en 21:

-Ja, over en weer vertel je wel eens wat over de kinderen en vraag je ook advies van: hoe zou jij daar mee omgaan? Dat doet zij met haar zoon en ik met mijn dochters.

Getrouwde moeder met 6 kinderen tussen 15 en 24:

-Mijn zus, die zei toen, geen opname. Want zij vond ook belangrijk dat ik, bij mijn zoontje bleef

Vader met drie kinderen tussen 2 en 8:

-Mijn ouders willen boven alles dat de kinderen het goed hebben. Ook al ben ik al vader, ik ben 30, samenwonend, ze moeten altijd nog proberen om jou te beschermen en heb ik het punt bereikt van nou, ik vertel niet alles meer. Want dan krijg ik die zogenaamde bemoeienissen ook niet.

Vooral de adviezen van de ouders van de respondenten kunnen wel eens te veel worden, zoals in het laatste citaat.

5.3 Lotgenotencontact

Contact met lotgenoten kan positief maar ook negatief werken. Positieve ervaringen met lotgenoten zijn:

-Ook probeer ik daar ook met andere ouders over te praten, van waar ligt voor jou de grens Ja, het grappige is, we hebben het namelijk in de cursus gedaan. Ik ben iemand, als ik maar een beetje van me af kan praten en iemand reageert er gewoon heel normaal vanuit zichzelf op, dat hoeft helemaal niet een deskundige te zijn, maar ook een ouder. Dat is wel vaak belangrijk. Het moet wel iemand zijn die ook de ouderrol vervuld.

Moeder met 15-jarige dochter:

-Mijn cliënten [van ervaringsdeskundige] vraag ik ook, wat doet dat met je, hè, dat je hier woont en dat je niet je eigen kinderen kunt opvoeden. Hè dus, ik merk dat ik door aandacht te hebben voor anderen, doordat ik het zelf heb meegemaakt.

Samenwonende moeder met kind van 2 jaar:

-Nou ik heb wel eens forums op internet gelezen over depressies, alleen nooit precies dat een moeder in een depressie dat het helemaal uitgelegd werd hoe het in de opvoeding was en hoe het verder met haar gaat en echt de gedachtes en alles er bij zijn nooit zo diepgaand beschreven.

Voor aantal respondenten werkt het lotgenotencontact goed. Sommigen vinden het zelfs beter werken dan professionele hulpverlening. In enkele gevallen is er sprake van begeleid lotgenotencontact in groepen.

Lotgenotencontact wordt niet door iedereen als positief ervaren. Enkele negatieve ervaringen zijn:

Samenwonende vader met drie kinderen tussen 13 en 21:

-Nou het vervelende is als je met lotgenoten omgaat blijf je zo in een vicieuze cirkel. Dan blijf je geconfronteerd worden met problemen. En dat is niet altijd een oplossing. En je moet eigenlijk proberen om andere mensen te zoeken die niet in die situatie zitten.

31

. Alleenstaande moeder met kinderen van 5 en 22:

-Nou 1 keer ben ik met dames dan die ook allemaal of alcohol of gokverslaafd waren een beetje ervaringen gaan uitwisselen. Nou, dat was gewoon gezellig en ja, natuurlijk heb je wel wat aan sommige verhalen. Maar ik werd er alleen maar een beetje raar van.

Alleenstaande moeder met kind van 2:

-Ik hoor het een enkele keer wel op die website www.babybytes.nl, maar dat zijn toch al weer met moeders die of zwaarder in de problemen zitten of waarbij het kind uit huis is geplaatst of wat dan ook.

Voor sommigen blijft steun uit. Men heeft het idee er niet verder mee te komen.

Nieuwe informatie of nieuwe positieve contacten met gelijkgestemden blijven uit.

5.4 Samenvatting

Uit het informele netwerk wordt regelmatig praktische steun ontvangen en in mindere mate emotionele steun. Men doet een beroep op directe familie zoals de partner, ouders, broers/zussen. In de informele zorg is er soms sprake van waardevolle lotgenotencontacten in bijvoorbeeld groepen of via internet. Maar er zijn ook enkele respondenten die aangeven met hun problematiek niet verder te komen in contacten met lotgenoten.

32

33