• No results found

Toelichting op de enkelvoudige staat van baten en lasten

7. Premiebijdragen netto

OP/NP AAOP

Totaal 2021

Totaal 2020

Werkgeversdeel 8.884 212 9.096 8.476

Werknemersdeel 3.533 91 3.624 3.265

Totaal

premiebijdragen (bruto) 12.417 303 12.720 11.741

Af: kostenopslag in de premie -116 -110

Premiebijdragen (netto) 12.604 11.631

Premie (in %) 25,90 0,80

Premies naar categorie

De premiebijdragen van aangesloten werkgevers en werknemers zijn in voorgaande tabel naar categorie gespecificeerd. Tevens zijn de premiepercentages vermeld. Het betreft de zogeheten gedempte

kostendekkende premie plus eventuele op- of afslagen, bijvoorbeeld vanwege een herstelplan of premiekortingen.

Het bedrag van de brutopremies is in 2021 circa 8% hoger dan in 2020.

Het premiepercentage voor OP/NP is 1%-punt hoger ten opzichte van 2020.

Deze premieverhoging veroorzaakt voor het merendeel de verhoging van de bruto premies.

De kostenopslag uit de pensioenpremies dient mede ter dekking van de incassokosten. De incasso-opslag OP/NP bedraagt in 2021 0,25% van de premiegrondslag OP/NP (2020: 0,25%).

Ultimo 2021 bedraagt het aantal aangesloten (sub)werkgevers 3.468 (2020:

3.557). Zij dragen de volledige premie af, inclusief het werknemersdeel.

Het totaal van de premiebijdragen van het pensioenfonds betreft de in het verslagjaar feitelijk vastgestelde premie plus de raming van de nog vast te stellen premie over het verslagjaar en het inmiddels vastgestelde schattingsverschil ten opzichte van voorgaand verslagjaar. Het fonds heeft in 2021 geen premiekorting in de zin van de Pensioenwet verleend.

De Pensioenwet schrijft voor dat de feitelijke premie, de gedempte

kostendekkende premie en de ongedempte kostendekkende premie worden gekwantificeerd. De ongedempte premie is berekend op basis van de door DNB vastgestelde rentetermijnstructuur, die correspondeert met een gemiddelde nominale rekenrente primo verslagjaar van 0,19% (2020: 0,74%).

Inhoud

Toelichting op de enkelvoudige staat van baten en lasten ABP Jaarverslag 2021 177

De samenstelling van de genoemde premies is als volgt:

Feitelijk

Gedempt kostendekkend

Ongedempt kostendekkend

a. premiedeel voor onvoorwaardelijke verplichtingen 7.018 7.018 19.870

b. premiedeel opslag voor kosten pensioenbeheer 116 116 116

c. premiedeel solvabiliteitsopslag 1.810 1.810 5.126

d. premiedeel voor voorwaardelijke (indexatie-) verplichtingen 2.558 2.558

-e. premiedeel op- of afslagen op de gedempte kostendekkende premie 342 -

-Totaal premiebijdragen 2021 11.844 11.502 25.112

Totaal premiebijdragen 2020 10.843 8.190 20.975

Samenstelling premiebijdragen

Zoals uit de tabel blijkt is de feitelijke premie in 2021 hoger dan de gedempte kostendekkende premie en lager dan de ongedempte kostendekkende premie.

De in de tabel vermelde feitelijke premiebijdragen wijken af van de post premiebaten (netto). Het verschil wordt in onderstaande tabel nader toegelicht:

Totaal 2021

Totaal 2020

Premiebijdragen (netto) 12.604 11.631

Feitelijke premiebijdragen 11.844 10.843

Verschil 760 788

Betreft:

Inkooppremie VPL 850 823

Kostenopslag in de premie -116 -110

Overige 26 75

Aansluiting premiebijdragen

Uit de vergelijking van de premiedelen blijkt wat het effect van de demping is en wat het effect is van het wel (bij de gedempte

benadering) of niet (bij de ongedempte benadering) rekening houden met verwachte beleggingsopbrengsten.

De minimaal te ontvangen premiebijdrage is gelijk aan de gedempte kostendekkende premie, vermeerderd met de herstelopslagen. De feitelijk ontvangen premie is hieraan gelijk.

Het premiedeel voor onvoorwaardelijke verplichtingen (a) is bij zowel de feitelijke als de gedempte kostendekkende premie gebaseerd op het op langetermijn verwachte nominale beleggingsrendement, vergelijkbaar met een vervangingsrente van 4,2%.

Inhoud

Toelichting op de enkelvoudige staat van baten en lasten ABP Jaarverslag 2021 178

Het premiedeel opslag voor kosten pensioenbeheer (b) betreft de premiebijdragen uit hoofde van de opslag voor incassokosten. De

kostendekking voor excasso- en toekenningskosten is in het onvoorwaardelijke premiedeel (a) begrepen.

Het premiedeel solvabiliteitsopslag (c) is gebaseerd op de vereiste dekkingsgraad bij de strategische beleggingsmix primo 2021. De

solvabiliteitsopslag bedraagt 25,8% van het onvoorwaardelijke premiedeel (a).

Het premiedeel voor voorwaardelijke (indexatie-)verplichtingen (d) in zowel de feitelijke als gedempte kostendekkende premie betreft het verschil tussen de waardering van de pensioenopbouw en risicodekkingen op basis van de reële rendementscurve (vergelijkbaar met een vervangingsrente van 2,3% enerzijds, en de waardering van diezelfde componenten op basis van het verwachte nominale rendement op lange termijn vermeerderd met de solvabiliteitsopslag, zoals opgenomen in de premieonderdelen (a) en (c), anderzijds.

Het premiedeel op- of afslagen op de gedempte kostendekkende premie (e) bevat het verschil tussen de gedempte premie op basis van de reële rendementscurve van 2,3%, en de feitelijke premie op basis van een verwacht

reëel rendement van 2,4%. Daarnaast heeft ABP in 2021 een premieopslag van 1,5 procentpunt geheven. Ook de premieopslag komt terecht in onderdeel e.

8. Beleggingsresultaten (netto)

De directe resultaten betreffen nominale renteopbrengsten en dividenden.

Het pensioenfonds is vrijgesteld van dividendbelasting. De indirecte resultaten betreffen de actuele waardeontwikkeling van de beleggingen, inclusief

valutakoersresultaten. De kosten betreffen de som van de gefactureerde kosten van de beleggingen op eigen naam, de door het uitvoeringsbedrijf voor vermogensbeheer gefactureerde kosten en de kosten van het bestuur.

Bij de verdeling van de kosten naar beleggingscategorieën zijn niet direct toewijsbare kosten toegerekend naar rato van het belegd vermogen. In de jaarrekening staan alleen de gefactureerde kosten vermeld. De niet-gefactureerde kosten zijn gesaldeerd met de beleggingsresultaten. In het hoofdstuk 'Kosten vermogensbeheer' van het bestuursverslag wordt het totaal van deze kosten toegelicht.

Transactiekosten zijn in de jaarrekening gesaldeerd met de

beleggingsresultaten. Het totaal van de transactiekosten voor het boekjaar bedraagt € 539 miljoen (2020: € 532 miljoen). Een verdere specificatie van

Vastgoed-beleggingen Aandelen

Vastrentende

waarden Derivaten

Overige

beleggingen 2021 2020

Directe resultaten 812 1.110 5.083 2.318 128 9.451 7.936

Indirecte resultaten 12.543 50.248 -3.786 -21.717 10.290 47.578 23.161

Kosten vermogensbeheer -155 -250 -121 -3 -80 -609 -475

Totaal

beleggingsresultaten (netto) 13.200 51.108 1.176 -19.402 10.338 56.420 30.622

Beleggingsresultaten (netto) Inhoud

Toelichting op de enkelvoudige staat van baten en lasten ABP Jaarverslag 2021 179

de transactiekosten is opgenomen in het hoofdstuk 'Kosten vermogensbeheer' van het bestuursverslag.

Het resultaat op derivaten wordt onderstaand gespecificeerd naar soort derivaat.

2021 2020

Rentederivaten -5.864 5.326

Valutaderivaten -11.964 8.627

Overige derivaten -1.571 535

Totaal resultaat op derivaten -19.399 14.488

Resultaat derivaten

Het verlies op derivaten in 2021 is het gevolg van een stijging van de rente waardoor de rentederivaten in waarde dalen, een daling van de US dollar prijs in Euro’s waardoor de valutaderivaten (met name verkoop van US dollars) minder waard worden en een stijging van de futureprijs waardoor de schuld uit hoofde van de shortpositie in futures hoger wordt.

Inhoud

Toelichting op de enkelvoudige staat van baten en lasten ABP Jaarverslag 2021 180

Lasten

9. Pensioenuitkeringen

Totaal 2021

Totaal 2020

OP/NP -12.654 -12.114

AOP -254 -268

Aantallen pensioengerechtigden ultimo:

OP/NP 927.350 895.949

AOP 47.422 47.369

Pensioenuitkeringen naar soort

De post pensioenuitkeringen betreft ouderdoms- en nabestaandenpensioen (OP/NP) en de arbeidsongeschiktheidspensioenen (AOP): AAOP, IP en HPT.

10. Mutatie voorziening pensioenverplichtingen

Totaal 2021

Totaal 2020

Pensioenopbouw -20.546 -17.374

Rentetoevoeging 2.842 1.550

Onttrekking voor pensioenuitkeringen 12.864 12.439

Resultaat op uitruil en overgangen 702 928

Onttrekking voor kosten pensioenbeheer 105 96

Ontwikkeling marktrente 34.220 -63.194

Wijziging actuariële grondslagen 2.560 13.449

Wijziging uit hoofde van overdracht van rechten -211 -62 Overige mutaties voorziening pensioenverplichtingen -1.468 -1.367 Totaal mutatie voorziening pensioenverplichtingen 31.068 -53.535

De mutatie voorziening pensioenverplichtingen wordt onderstaand per component toegelicht.

Pensioenopbouw

De post pensioenopbouw weerspiegelt het effect van 1 jaar diensttijdopbouw en de diensttijddoortelling bij arbeidsongeschiktheid en overlijden op de nominale pensioenverplichtingen.

Rentetoevoeging

De waarde van de pensioenverplichtingen neemt, behalve met de pensioenopbouw en eventuele indexatie, jaarlijks ook toe met rente. De oprenting in het verslagjaar geschiedt tegen de eenjaarsrente uit de nominale rentetermijnstructuur ultimo voorgaand boekjaar ad -0,53% (2020: -0,32%).

Inhoud

Toelichting op de enkelvoudige staat van baten en lasten ABP Jaarverslag 2021 181

Omdat de eenjaarsrente uit de nominale rentetermijnstructuur ultimo voorgaand boekjaar negatief was, dalen de verplichtingen van het pensioenfonds. Bij een negatieve rente vormt de rentetoevoeging dus een bate.

Onttrekking voor pensioenuitkeringen

De voorziening pensioenverplichtingen wordt actuarieel, dus rekening houdend met resultaat op actuariële grondslagen, berekend als de contante waarde van de verwachte toekomstige pensioenuitkeringen. Jaarlijks wordt het voor het verslagjaar gecalculeerde bedrag uit de voorziening onttrokken, ter dekking van de feitelijk te verrichten pensioenuitkeringen in dat jaar.

Resultaat op actuariële grondslagen

Het resultaat op actuariële grondslagen bestaat grotendeels uit het resultaat op uitruil en overgangen.

Onttrekking voor kosten pensioenbeheer

De kosten van pensioenbeheer, bestaande uit excasso- en toekenningskosten worden uit een onttrekking uit de voorzieningen gedekt. Voor de

onttrekking gedurende 2021 gelden de opslagen zoals bepaald in het Grondslagenonderzoek 2014-2016. Zo bedraagt de excasso-opslag OP/NP 0,30% (2020: 0,30%) van de voorziening pensioenverplichtingen en de

toekenningskostenopslag 0,35% (2020: 0,35%) van de voorziening voor latente pensioenverplichtingen. Voor de arbeidsongeschiktheidspensioenen geldt een incasso-opslag van 0,00% (2020: 0,00%) en een excasso-opslag van 2,30%

(2020: 2,30%) van de voorziening voor arbeidsongeschiktheidspensioenen.

Ontwikkeling marktrente

De rentetermijnstructuur ultimo 2021 zoals gepubliceerd door DNB correspondeert met een nominale rente van 0,57%. Ultimo 2020

correspondeerde de rentetermijnstructuur met een nominale rente van 0,19%.

Het effect van de eerste stap van de UFR-wijziging zorgt per 1 januari 2021

voor een toename van de voorziening van € 6,8 miljard en is onderdeel van de mutatie Effect Rentetermijnstructuur.

De wijziging van de rentetermijnstructuur leidt op totaalniveau tot een afname van de voorziening pensioenverplichtingen.

Wijziging actuariële grondslagen

De post wijziging actuariële grondslagen betreft het financiële effect van:

• De overgang op de nieuwe grondslagen uit het meeste recente

Grondslagenonderzoek 2017-2019 (GO1719) leidt tot een daling van de VPV van € 2,7 miljard. Deze daling wordt met name veroorzaakt doordat bij de waardering van het ingegane en latente nabestaandenpensioen rekening wordt gehouden met een hogere sterfte van respectievelijk de nabestaande en de partner. Daarnaast is in dit bedrag tevens de overgang op nieuwe flexfactoren (ten behoeve van vervroegen en uitstellen van pensioen) verwerkt. De nieuwe flexfactoren zijn bepaald op basis van een rekenrente van 2,2% (was 2,4%) en de nieuwe grondslagen GO1719.

• De actualisering van de R/F-factoren leidt tot een toename van de VPV van

€ 0,1 miljard. ‘Een R/F-factor (oftewel Reëel/Fictief) is de verhouding tussen de feitelijke jaarlijkse uitkeringen aan Bijlage K en de fictieve aanspraken.

We spreken hier over fictieve aanspraken omdat, in tegenstelling tot reguliere OP/NP-aanspraken, deelnemers geen aanspraken voor Bijlage K opbouwen. De hoogte van de aanvulling is namelijk onder andere afhankelijk van de (samenvallende) diensttijd uit de periode tot 1995.

Deze diensttijd wordt omgezet in een zogenaamde ‘fictieve aanspraak’

zodat waardering van de voorziening voor Bijlage K op basis van contante waardefactoren kan plaatsvinden.

Inhoud

Toelichting op de enkelvoudige staat van baten en lasten ABP Jaarverslag 2021 182

Wijziging uit hoofde van overdracht van rechten

2021 2020

Waardeoverdrachten 30 66

Waardeovernames -241 -128

Totaal wijziging uit hoofde van overdracht

van rechten -211 -62

Overige mutaties voorziening pensioenverplichtingen

De Overige mutaties zijn met name toe te wijzen aan de volgende oorzaken:

• Verbeterde actuariële waardering door de overgang op Jaarwerk Vernieuwing. Dit leidt tot een toename van de VPV met ca. € 0,8 miljard.

• Nieuwe aanspraken vanuit het project Grip op Data. Dit leidt tot een toename van de VPV met ca. € 0,2 miljard.

• Administratieve (twk-) correcties zorgen voor een toename van de voorziening met ca. € 0,2 miljard.

11. Dekking uit kostenopslag pensioenpremies

2021 2020

Kostenopslag in de premie 116 110

De dekking uit de pensioenpremies dient ter dekking van de incassokosten.

De incasso-opslag OP/NP bedraagt 0,25% van de premiegrondslag OP/NP (2020: 0,25%).