• No results found

Op basis van asset liability management (ALM) wordt de

optimale beleggingsportefeuille bepaald. Vervolgens wordt elk van de

beleggingscategorieën met passende titels ingevuld. Daarbij is het toegestaan binnen vooraf vastgestelde maximale tracking errors van de benchmark af te wijken, hetgeen tot actief risico leidt. De tracking errors van de

beleggingscategorieën worden met risicosystemen gemeten en doorlopend in de gaten gehouden om te bepalen of zij zich binnen de vastgestelde limieten bewegen. Naast de vereiste buffer voor actief risico bevat S10 nog een component. ABP besloot met ingang van het Strategisch Beleggingsplan 2019-2021 de strategische allocatie naar hedgefunds te elimineren en in plaats daarvan een hoger strategisch gewicht naar aandelen ontwikkelde markten in te nemen. Deze verschuiving in allocatie had een verlaging van de strategische vereiste dekkingsgraad tot gevolg. In navolging van dit besluit herstructureert ABP de portefeuille. Omdat hier enige tijd overheen gaat, verloopt de transitie gradueel en is de gevormde S10 buffer gehandhaafd. Met betrekking tot de verlaging van het strategische VEV ten gevolge van het verhogen van de renteafdekking van 25% naar 30% per primo 2022 geldt, dat deze buffer dit jaar nog bij de constructie van het StIP 2023-2024 weer zal worden gebruikt.

Ongeveer de helft van de voor S10 benodigde buffer is te beschouwen als buffer die later elders kan worden ingezet, de andere helft is het gevolg van het willen kunnen nemen van actief risico.

Inhoud

Risicoparagraaf enkelvoudige jaarrekening ABP Jaarverslag 2021 153

Risicorestricties

Om indexatie mogelijk te maken moet beleggingsrisico worden genomen. Het gaat hier om bewust aanvaarde risico’s die aansluiten bij de risicohouding van het fonds, met als doel op de lange termijn de indexatieambitie waar te kunnen maken. Voor het beperken van beleggingsrisico's wordt gebruik gemaakt van risicorestricties in de mandaten en worden de gelopen risico’s voortdurend in de gaten gehouden. Zowel voor de hele portefeuille als voor bepaalde onderdelen gelden risicolimieten. Denk hierbij aan een maximale toegestane hoeveelheid actief risico of een maximale allocatie naar een bepaalde tegenpartij. Naast deze limieten en het aanbrengen van spreiding in de beleggingen kunnen risico's worden beperkt door afgeleide financiële instrumenten, zogenaamde derivaten, in te zetten.

Derivaten

ABP gebruikt derivaten om risico's te verkleinen of om snel tactische wijzigingen aan te brengen in de beleggingsmix. Derivaten zijn financiële instrumenten waarvan de waarde mede afhankelijk is van één of meer onderliggende financiële instrumenten. Derivaten kunnen zowel op de beurs als rechtstreeks met financiële partijen worden verhandeld. In het laatste geval spreekt men van 'over-the-counter'(OTC)-derivaten. ABP gebruikt beide.

Voor derivatenposities moet veelal onderpand bij een tegenpartij worden aangehouden. Dit dient als een soort buffer voor de fluctuaties in waarde en koers van een derivatenpositie. Het onderpand is een hoeveelheid contant geld (of geschikte effecten) die, als de waarde van derivaten fluctueert, garant staat voor de nakoming van eventuele verplichtingen. Bijstorting of terugstorting van onderpand, afhankelijk van de verandering in de positie, vindt in beginsel op dagbasis plaats. Het grootste deel van het derivatengebruik vloeit voort uit afdekking van het valuta- en renterisico. Een deel van de

beleggingen is in vreemde valuta's genoteerd (het grootste deel hiervan in US

dollars). Om de risico's van koerswijzigingen te verkleinen en de kasstromen in euro's zeker te stellen, is een deel van het valutarisico afgedekt. Ook worden derivaten gebruikt om de rentegevoeligheid van de beleggingen meer in overeenstemming te brengen met de rentegevoeligheid van de toekomstige verplichtingen. Dit wordt gedaan door middel van het verlengen van de duratie (gewogen gemiddelde looptijd van alle kasstromen) van de vastrentende waarden.

Een beperkt deel van de derivatenportefeuille wordt ingezet om op een effectieve manier posities in bepaalde beleggingen te creëren, of om kenmerken van een bepaalde beleggingsportefeuille te wijzigen.

In de volgende tabel wordt eerst de actuele waarde van de derivaten (swaps, futures, opties en valutatermijncontracten) toegerekend aan de beleggingscategorieën en vervolgens het effect van de asset(bij)sturing vanuit overlay. Ultimo 2021 was het effect van de derivaten en shortposities

betrekking hebbend op asset(bij)sturing vanuit overlay € 18,7 miljard (2020:

€ 11,1 miljard). Zoals uit de tabel blijkt is door deze asset sturing het belang in vastrentende waarden en aandelen verlaagd en in overige beleggingen verhoogd.

Inhoud

Risicoparagraaf enkelvoudige jaarrekening ABP Jaarverslag 2021 154

in € mln

Balans tegen actuele waarde

Toerekening actuele waarde derivaten

Balans na toerekening actuele waarde derivaten

Effect asset sturing in overlay

Balans na effect asset sturing vanuit overlay

Balans na effect asset sturing vanuit overlay 31-12-2021 31-12-2020

Vastgoed 77.826 -0 77.826 - 77.826 60.721

Aandelen 228.837 -306 228.531 -16.148 212.383 196.590

Vastrentende waarden 219.233 14.247 233.480 -2.588 230.892 216.272

Derivaten: positieve posities 34.234 -34.234 - -

-Overige beleggingen 37.257 -942 36.315 18.736 55.051 73.735

Overige activa 1.976 1.976 - 1.976 1.934

Totaal activa 599.363 -21.235 578.128 - 578.128 549.252

Eigen vermogen 53.607 - 53.607 - 53.607 -33.552

Pensioenverplichtingen 498.797 - 498.797 - 498.797 529.865

Passiva beleggingen-gerelateerd 43.018 -21.235 21.783 - 21.783 50.165

- waarvan derivaten en shortposities 21.235 -21.235 - - - 287

Overige passiva 3.941 - 3.941 - 3.941 2.774

Totaal passiva 599.363 -21.235 578.128 - 578.128 549.252

Overzicht balans voor en na toerekening actuele waarde derivaten Inhoud

Risicoparagraaf enkelvoudige jaarrekening ABP Jaarverslag 2021 155

In de volgende tabel is een specificatie gegeven van de verschillende soorten derivaten. De onderliggende waarden voor de futures en tba’s (to be

announced) zijn gebaseerd op de netto-exposure (saldo van de long en short exposure). De onderliggende waarden van de overige derivaten zijn op de onderliggende notionals van het betreffende derivaat gebaseerd waarbij alle

posities in absolute waarde zijn opgeteld (sommering van de long en short exposure). De twee grootste posten zijn de derivaten die worden ingezet voor het mitigeren van het valutarisico (forwards) en het renterisico (interest rate swaps).

in € mln

Onderliggende

waarde vordering Vordering

Onderliggende

waarde schuld Schuld

Valuta derivaten

Forwards 77.739 467 139.105 -2.193

Cross Currency Swap - - -

-Interest derivaten

Interest Rate Swap 211.836 31.723 169.002 -17.034

Inflation Linked Swap 5.739 758 5.180 -1.037

Futures vastrentende waarden 910 98 6.028 -81

TBA's 3.345 7 1.982 -3

Overige derivaten 354 14 1.734 -193

Credit Default Swaps 2.604 - 10

-Overige futures 28.163 1.167 15.569 -694

Totaal derivaten eind 2021 34.234 -21.235

Totaal derivaten eind 2020 50.431 -24.798

Specificatie derivaten naar soort

Shortposities

Shortposities zijn posities waarbij een verplichting is aangegaan om in de toekomst stukken te leveren zonder de stukken te bezitten op het moment van aangaan van de verplichting, waarbij het tegenpartijrisico wordt gemitigeerd met behulp van onderpand. De shortposities beleggingen waren voor 2021 evenals voorgaand jaar nihil.

Inhoud