• No results found

Deel II - Het reglement- “Leven in onze school”

3 Studiereglement

3.1 Afwezigheid

3.1.9 Praktijklessen en stages inhalen

Als je langdurig afwezig bent, kan de directeur of zijn afgevaardigde beslissen of je niet gevolgde lesuren praktijk of stages moet inhalen. Hij doet dit in samenspraak met de betreffende leraars of de begeleidende klassenraad. Hij beslist ook hoe en wanneer je ze dan moet inhalen.

3.1.10 Ongewettigde afwezigheden - spijbelen

Wij willen bij moeilijkheden, onderzoeken wat de oorzaak is en je helpen eventueel samen met het CLB. Daarvoor rekenen we ook op jouw positieve ingesteldheid. Als onze begeleidingsinspanningen geen positief resultaat

hebben, wordt het CLB ingeschakeld en kan de directeur beslissen om je uit te schrijven. Dit kan wanneer je blijft spijbelen bijvoorbeeld of wanneer het voor ons al een hele tijd niet duidelijk is waar je bent.

Als je te veel spijbelt, brengen we het ministerie van onderwijs op de hoogte.

Zonder toelating van de directeur of de technisch adviseur-coördinator de school verlaten, wordt beschouwd als een ongewettigde afwezigheid. De directie kan bij een ongewettigde afwezigheid ook overgaan tot een ordemaatregel.

3.2 Persoonlijke documenten 3.2.1 Administratief dossier

De overheid controleert aan de hand van je administratief dossier of je aan de wettelijke toelatingsvoorwaarden voldoet. Het is dan ook van het allergrootste belang dat we zo vlug mogelijk over de juiste gegevens beschikken.

De school moet zich bij elke nieuwe inschrijving baseren op een officieel document zoals het trouwboekje van je ouders, je identiteitskaart, een uittreksel uit bevolkings-, vreemdelingen- of wachtregister ...

De school gaat zelf na via een databank (Discimus) welk studiebewijs (bv.

getuigschrift van basisonderwijs) je hebt behaald.

Als nieuwe leerling van het eerste leerjaar, breng je daarom de volgende documenten binnen op het secretariaat:

o het getuigschrift van basisonderwijs (of een kopie). Als je dat niet hebt behaald, bezorg je het bewijs van het gevolgde leerjaar (of een kopie);

o een officieel document zoals het trouwboekje van je ouders en jouw identiteitskaart waarvan we dan een fotokopie in je dossier bewaren.

Als nieuwe leerling in een hoger leerjaar, zal de directeur of zijn afgevaardigde je zeggen welke documenten je moet binnenbrengen. Ook hier volstaat een kopie.

3.2.2 School- en werkagenda

Je schoolagenda, dat je kan raadplegen via Schoolware, laat je toe je schoolwerk te organiseren. Het geeft je een overzicht van de lesinhouden, mogelijke taken en te leren lessen.

De leerlingen hebben geen papieren schoolagenda. Zij hebben wel een heen- en weerschriftje dat zij steeds bij zich moeten hebben. Dit heen-en weerschriftje bevat ook een weekplanner. De klastitularis kijkt maandelijks dit schriftje na.

Alle leerlingen hebben een digitale schoolagenda op Schoolware. De leraars van de eerste graad zullen in de digitale schoolagenda werken met kleuren: een geschreven nota in het blauw is voor zaken die je moet meebrengen, een groene nota is voor een positieve boodschap en een rode nota is voor het melden van een probleem.

Voor alle leerlingen gebeurt de communicatie via Schoolware.

3.2.3 Notitieschriften, werkboeken, invulbladen, ...

Elke leerkracht zal je duidelijk zeggen welke leerstof en oefeningen je moet inschrijven en hoe dit moet gebeuren. De vakleerkracht zal deze documenten ook geregeld nakijken. Je zorgt er steeds voor dat je notitieschriften,

werkboeken, invulbladen, ... bij je hebt en ze volledig invult.

Bij een langdurige gemotiveerde afwezigheid bespreek je met je leraren hoe je hulp kan krijgen bij het bijwerken van je notities.

Omwille van een mogelijke doorlichting van de school vragen we dat de ouders de nota’s en werkboeken twee schooljaren thuis bijhouden.

Leerlingen die hun jaar overdoen, dienen op 1 september hun nota’s en werkboeken af te geven aan de klastitularis. Op het einde van het schooljaar zullen zij hun materiaal terug krijgen.

3.2.4 Persoonlijk werk: werkstukken, taken, toetsen, ...

Taken en oefeningen maak je zorgvuldig op een takenblad en geef je op de afgesproken dag af.

Bij een dag of enkele dagen afwezigheid wordt elke huistaak - indien mogelijk - bijgewerkt. Bij een langere gemotiveerde afwezigheid bespreek je met je leraren welke taken of oefeningen mogelijks vervallen.

Het persoonlijk werk telt mee op je rapport voor dagelijks werk en maakt deel uit van het deliberatiedossier. Jouw persoonlijk werk kan dus heel gevarieerd zijn. De leerkrachten zullen je resultaten beoordelen, maar ook de manier waarop je je werk aanpakt.

De resultaten van taken en toetsen worden permanent in Schoolware ingebracht.

De leerlingen en de ouders worden op deze manier continu geïnformeerd over studieresultaten.

In het begin van het schooljaar krijgen de leerlingen van de eerste graad een toetsenmap. Deze dunne ringmap gebruik je om de toetsen van de vakken in te verzamelen. Eenmaal in de week, op vrijdag, neem je ze mee naar huis. In het weekend tekenen je ouders het voorblad om te tonen dat ze je resultaten gezien hebben. Maandagmorgen neem je ze weer mee naar school.

3.2.5 Vervoersmap

In het begin van het schooljaar krijgen de leerlingen een stevige “elastomap”.

We noemen ze de vervoersmap, omdat we ze gebruiken om losse bladen te

vervoeren, zowel van school naar huis als omgekeerd. Ze dient als tijdelijke bewaarplaats voor taken, toetsen, brieven, ... De vervoersmap zit steeds in je schooltas: je kan op elk moment van de dag een blaadje krijgen dat je

“ergens” moet wegsteken.

3.2.6 Geïntegreerde Proef

De geïntegreerde proef of GIP (6de jaar en 7de jaar) is een jaarproject met tussentijdse evaluatiestappen op basis waarvan wordt nagegaan of je voldoet voor de praktische of technische aspecten van je vorming. Deze proef wordt mee beoordeeld door deskundigen van buiten de school en is van groot belang en maakt deel uit van je globale evaluatiedossier.

De eindversie van de GIP wordt tegen de afgesproken datum ingediend. Indien de GIP niet is afgewerkt tegen die datum, kan de mentor in samenspraak met alle betrokken leerkrachten, met de TAC en met jou afspreken op welke

lesvrije momenten je in de school verder werkt. Deze lesvrije momenten

kunnen zijn, een eerste lesuur, een laatste lesuur, een woensdagnamiddag, ...

De precieze afspraken worden in de digitale agenda genoteerd.

Leerlingen wiens neerslag niet klaar is tegen de afgesproken datum, stellen hun GIP voor, eind augustus.

In juni dient de leerling zijn of haar GIP te verdedigen voor een jury van zowel interne als externe leden. Indien de leerling op die dag afwezig is, dient hij/zij een officieel medisch attest te hebben.

3.2.7 Rapporten

In de loop van het schooljaar wordt op vooraf vastgestelde tijdstippen een rapport bezorgd. Het dagelijks werk rapport geeft de resultaten van je permanente inzet weer. Het trimesterrapport vermeldt de resultaten van de proefwerken of van de permanente evaluatie.

Laat dit rapport door je ouders ondertekenen en geef het terug aan je

klastitularis op de afgesproken dag. De leerlingen van de tweede en de derde graad ondertekenen mee het rapport.

3.3 Het taalbeleid van onze school

Wanneer je je voor het eerst in het secundair onderwijs hebt ingeschreven, zullen we onderzoeken of je extra ondersteuning nodig hebt, bv. voor taal. Dat onderzoek gebeurt normaal gezien in de loop van september en kan als gevolg hebben dat de klassenraad je een aangepaste begeleiding aanbiedt die

verplicht is.

3.4 Begeleiding bij je studies

Op onze school heb je als leerling recht op een passende begeleiding. Bekijk zeker ook de Leren Leren studietips die je bij het begin van het schooljaar ontvangt.

3.4.1 De klastitularis

Een van je leerkrachten vervult de taak van klastitularis. Een klastitularis volgt elke leerling van zijn klas van nabij. Hij is de meest aangewezen persoon om in te spelen op mogelijke problemen in de klas.

Bij je titularis kan je terecht met je vragen, problemen in verband met je studie of je persoonlijke situatie. Een gesprek in volle vertrouwen kan soms wonderen verrichten.

De klastitularis gaat de concrete afspraken na die in de begeleidende klassenraad zijn afgesproken, adviseert de directeur bij de bespreking van individuele gevallen en bepaalt mee de grote lijnen van de sociaal-emotionele begeleiding van de leerlingengroep.

3.4.2 De begeleidende klassenraad en algemene begeleiding Begeleidende klassenraad

Om het contact met en de samenwerking tussen al je vakleerkrachten te vergemakkelijken, komt er op geregelde tijdstippen een “begeleidende

klassenraad” samen. Tijdens deze vergadering verstrekt iedere leraar ruime informatie of toelichting over je studie. Door bespreking van je attitude en je studieresultaten zoekt men naar een passende individuele begeleiding en kan een begeleidingsplan worden afgesproken.

Hoofddoel van de “begeleidende” klassenraad is je studievorderingen in de tijd te volgen om op die manier de eindbeslissing van de delibererende klassenraad goed voor te bereiden.

De begeleiding kan bestaan uit:

1. inhaaloefeningen en inhaallessen. Afspraken in verband daarmee worden gemaakt tussen de vakleerkrachten en jou. Het is belangrijk dat je deze bijwoont. Sommigen zijn facultatief, anderen kunnen verplicht zijn.

Inhaaloefeningen of inhaallessen worden aan je ouders meegedeeld via Schoolware of per e-mail.

2. een gesprek met de leerlingenbegeleider voor een socio-emotionele begeleiding of i.v.m. je leerprestaties. Hij zal - ook op eigen initiatief, op advies van vakleerkrachten, van je klastitularis of van de begeleidende klassenraad - in overleg met jou en je ouders(*) een begeleidingsplan uitwerken en opvolgen.

3. een gesprek met de medewerker. Op afspraak kan je haar in het CLB-gebouw opzoeken. Soms zal zij/hij je uitnodigen.

Werkwijze

We vinden het belangrijk dat je weet op basis van welke principes we werken.

Als je het moeilijk hebt met onze manier van werken, dan helpen we je bij het zoeken naar begeleiding die bij jou past.

Het doel van de leerlingenbegeleiding is zorg dragen voor het welbevinden van de leerlingen en dat leerlingen goed functioneren in de lessen en in de school.

Dit om goede leerresultaten te behalen en mee te werken aan de brede persoonlijkheidsontwikkeling.

Daarom werken we in de eerste plaats preventief, dus aan een schoolklimaat dat positief aanmoedigend is en waarin leerlingen zichzelf herkennen en erkend worden.

De school organiseert ook leerlingenbegeleiding als het goed functioneren van de leerling in gevaar wordt gebracht of moeilijk wordt. Hier spreken we van de probleemgerichte aanpak.

Binnen de leerlingenbegeleiding heeft de school een sanctiebeleid. Het doel van een sanctie is komen tot gedragsverandering om te kunnen functioneren via gepaste begeleiding. Begeleiding en straf liggen in elkaars verlengde.

Het is belangrijk alert te reageren als een leerling een grens overschrijdt. Het

‘klavertje vier’ is een middel om grensoverschrijdend gedrag makkelijk in te schatten, te plaatsen en vervolgens te weten welke stappen er zullen worden gezet.

De onderstaande maatregelen zijn vaak preventief van karakter, maar worden opgestart naar aanleiding van een probleem. Sommige maatregelen kunnen zich specifiek richten op het probleem. Voor dit laatste niveau wordt er meestal doorverwezen naar het CLB of deskundigen.

 het klassengesprek;

 het individueel begeleidend gesprek;

 kies kleur en no-blame methode tegen pesten;

 rots en water: psychofysiek programma na de lesuren, bestaande uit reeksen van verschillende lessen, al dan niet gekoppeld aan het begeleidingscontract. Leerlingen kunnen verplicht worden om op

meerdere woensdagnamiddagen dit “rots en water”-traject te volgen;

 rode nota’s;

 de begeleidingskaart via de klassenraad en coördinatoren;

 de schrijfstraf: te vermijden tenzij er een leerelement aan verbonden is.

Een sanctie heeft rechtstreeks verband met de fout: bv. eten in de klas

= de klas poetsen;

 het begeleidingscontract (studie- en/of houdingscontract): duidelijke afspraken door directie (eventueel klassenraad);

 leerlingen met een L-code (te laat) of een tuchtprobleem kunnen ook dezelfde dag verplicht worden om een 8ste en/of 9de lesuur na te blijven.

De ouders zullen dezelfde dag hiervan op de hoogte gebracht worden;

 zware sancties: steeds door directie na onderzoek/begeleiding

 Strafstudie op woensdagnamiddag

 De tijdelijke verwijdering uit de les(sen)

 speeltijdschorsing: via de directie.

Wie doet wat?

Alle personeelsleden

Voor ieder personeelslid is leerlingenbegeleiding één van de kerntaken. Tijdens wacht, een vervanging of toezicht probeert ieder personeelslid begeleidend te reageren en kiest hij of zij indien zinvol, een sanctie die bij de fout past.

De interne leerlingenbegeleider

De ILB heeft als taak de leerlingen die niet goed (in de lessen) functioneren te begeleiden en positief te stimuleren en de leden van het schoolteam bij dit werk te ondersteunen. Dit situeert zich binnen de probleemgerichte aanpak.

De aandacht gaat in de eerste plaats naar leerlingen die storend en/of grensoverschrijdend gedrag vertonen en dus niet of moeilijk functioneren.

Naast het begeleidend werk bekijkt de ILB of begeleidende maatregelen en sancties zinvol zijn. Stelt hij of zij - eventueel samen de klassenleraar - vast dat zware sancties niet meer de gewenste gedragsverandering opleveren, brengt de ILB de directeur op de hoogte. De directeur kan dan overwegen om stappen te zetten in de nuchtere fase, de tuchtprocedure.

Indien blijkt dat er zorgen of problemen mee gepaard gaan of aan de basis liggen die niet in de school oplosbaar zijn, neemt het CLB of gespecialiseerde hulp over.

Het gaat over jou

Als we begeleiding bieden, doen we dat altijd met jou. Er zullen nooit

beslissingen genomen worden over je hoofd of achter je rug. Het kan zijn dat we je aanraden je ouders te informeren. Dat bespreken we dan samen met jou. We proberen steeds te doen wat voor jou het beste is, maar houden daarbij ook rekening met wat het beste is voor anderen.

Geen geheimen

Er zijn twee soorten van geheimhouding in de begeleiding: discretieplicht en beroepsgeheim.

Wat is dit?

In je school kan je praten met allerlei personeelsleden zoals de interne

leerlingenbegeleider, leraren en directie. Zij hebben een discretieplicht en gaan dus vertrouwelijk om met de informatie die je aan hen vertelt, maar kunnen je niet beloven dat alles wat je aan hen vertelt geheim blijft. Wat je vertelt, wordt soms besproken met een lid van het directieteam of in de cel

leerlingenbegeleiding.

Een CLB-medewerker heeft beroepsgeheim: dat betekent dat hij/zij wettelijk verplicht is om je altijd toestemming te vragen voor er iets kan doorverteld worden.

Je begeleidingsdossier

Door een beroep te doen op onze leerlingenbegeleiding, stem je er mee in dat we relevante informatie bijhouden in jouw leerlingendossier. Je begrijpt dat een leerlingenbegeleider niet alles kan onthouden en dat het nodig is belangrijke informatie schriftelijk bij te houden. Tot die informatie hebben enkel de leden van het directieteam en de cel leerlingenbegeleiding toegang.

Als je ons dingen vertelt, zullen we samen met jou bekijken welke informatie we opnemen in het dossier. Je mag altijd inzage vragen in en uitleg over de

gegevens die we van jou verkregen en die we noteerden in jouw dossier. Om een oplossing te vinden, is het soms noodzakelijk te overleggen met anderen. In de mate van het mogelijke zullen we jou hier steeds over informeren.

De leerlingenbegeleider en de cel leerlingenbegeleiding

Om je op een goede manier te begeleiden, werkt de interne leerlingenbegeleider in onze school samen in een cel leerlingenbegeleiding. Eenmaal per week

bespreken we in deze vergadering de moeilijke situaties waarmee sommige leerlingen te kampen hebben en zoeken we samen met de CLB-medewerker naar oplossingen.

We bereiden de vergadering voor op basis van de gegevens die we van jou of van leraren verkregen. Na zo’n vergadering mag je weten wat er werd gezegd.

Daarom zijn we altijd bereid om dit met jou te bespreken.

Je leraren

Soms is het noodzakelijk dat we ook je leraren informeren over je situatie. Als we dat noodzakelijk vinden, zullen we het steeds met jou bespreken. Op die manier weet je ook zelf wat er aan je leraren is gezegd. Ook je leraren en andere personeelsleden die werden geïnformeerd moeten vertrouwelijk omgaan met de informatie die we hen bezorgen.

Het ondersteuningsnetwerk

Sinds 1 september 2017 zijn de ondersteuningsnetwerken operationeel. De scholen van het KOV zijn aangesloten bij het ondersteuningsnetwerk Noord-Brabant. Voor algemene vragen of voor specifieke vragen kan je altijd contact met hen opnemen via onw.noordbrabant@gmail.com.

3.4.3 Het pedagogisch dossier

Het pedagogisch dossier wordt aangelegd met het oog op leerlingenbegeleiding en op de deliberatie. Het stelt de school en het lerarenteam in staat signalen op te vangen, bruikbare gegevens te verzamelen en waarneembare

gedragingen te inventariseren. Het moet elementen bevatten voor doelgerichte leerlingenbesprekingen. Op deze wijze kan het dossier de kwaliteitszorg van de school met betrekking tot de individuele leerling vergroten, de

studiebeoordeling van de leerlingen onderbouwen, de begeleiding

optimaliseren en ertoe leiden dat de klassenraad beslissingen in consensus kan nemen. Gegevens over het functioneren van een klasgroep kunnen eveneens relevant zijn en kansen bieden om de kwaliteit te verhogen.

Een goed opgebouwd pedagogisch dossier bevat zeker informatie over de voorbije schoolloopbaan van de leerling (over de bezochte scholen heen) en de eventuele aspiraties op dit vlak. Het kan als basis dienen om de verdere

schoolloopbaan efficiënt te begeleiden. We zouden dit het ‘basisdossier’ kunnen noemen dat voor elke regelmatige leerling gaandeweg wordt opgebouwd.

Waar het zorgleerlingen betreft met specifieke leerbehoeften biedt het dossier van de leerling eveneens een adequaat uitgangspunt voor de klassenraad om efficiënte leerlingenbesprekingen te houden en tot planmatig handelen te komen. De individuele leerling krijgt maximale ontplooiingskansen

aangeboden.

3.4.4 Een aangepast lesprogramma

Als je te maken hebt met (tijdelijke) leermoeilijkheden kan de klassenraad je toestaan om andere lessen of activiteiten te volgen om makkelijker terug aan te sluiten bij de klas. In principe kan er nooit een volledig vak wegvallen, tenzij je tijdens de vrijgekomen uren extra Nederlands krijgt. Een aangepast

lesprogramma kan enkel in de volgende gevallen:

wanneer je een leerstoornis hebt en dat is vastgesteld of bevestigd door het CLB;

wanneer je een tijdelijke achterstand moet wegwerken omdat je

verandert van studierichting of de overgang maakt vanuit het buitenland of het Franstalig onderwijs;

wanneer je als ex-OKAN-leerling een tijdelijke achterstand voor één of meer vakken moet wegwerken.

3.4.5 De evaluatie

3.4.5.1 Het evaluatiesysteem

We geven je graag een woordje uitleg over de manier waarop de school je prestaties evalueert en hoe ze die informatie aan je ouders(*) kan doorspelen.

Om je leervorderingen in beeld te kunnen brengen, worden er zeer regelmatig evaluatiemomenten ingelast in de lessen en tijdens proefwerken. Een overzicht op Schoolware en het rapport zijn de middelen om jou en je ouders te

informeren.

Voor de A-stroom en TSO is de verhouding tussen dagelijks werk (DW) en de examens (EX) als volgt:

 Eerste graad: DW/EX = 50%/50%

 2de en 3de graad: DW/EX = 40%/60%

 5IW en 6IW: DW/EX = 30%/70%

Het gewicht van de trimestriële rapporten is als volgt:

 1ste trimester: 40%

 2de trimester: 30%

 3de trimester: 30%

Voor het dagelijks werk (DW) is het trimesterresultaat steeds de algebraïsche som van de resultaten van de toetsen en taken.

Naast de studieresultaten van de leerlingen is er ook heel wat aandacht voor gedrag en attitude. Na de klassenraden van Kerst en Pasen zullen alle

leerlingen naar een feedbackgesprek moeten gaan met hun titularis.

3.4.5.2 De beoordeling - het rapport

Het rapport is een schriftelijk verslag van je dagelijks werk en eventueel je

Het rapport is een schriftelijk verslag van je dagelijks werk en eventueel je