• No results found

Beleid inzake leerlingenstages, werkplekleren en andere vormen

Deel II - Het reglement- “Leven in onze school”

2 Onze school

2.2 Beleid inzake leerlingenstages, werkplekleren en andere vormen

2.2.1 Stages

2.2.1.1 Wat verstaan we onder stage?

Stage is voor de leerling-stagiair een opleidingsvorm die buiten de muren van de school plaatsvindt. Meer bepaald voert hij in een bedrijf een aantal reële taken uit onder begeleiding van een stagementor. De stagebegeleider van de school volgt de leerling op en neemt geregeld contact op met het bedrijf, hetzij telefonisch hetzij door middel van een persoonlijk bezoek. Hij bespreekt de sterktes en evoluties van de leerling-stagiair. Hij maakt afspraken over oefenmogelijkheden, op school of in het bedrijf nog te verwerven

competenties, kennis en algemene en beroepsgerichte attitudes en de evaluatie van de leerling.

Voorafgaand aan de stage en op basis van de leerplandoelen worden d.m.v.

een leerlingenstageovereenkomst steeds de afspraken tussen de school en het bedrijf vastgelegd.

(zie SO/2002/09 leerlingenstages in het voltijds onderwijs) 2.2.1.2 Welke soorten stages organiseren we?

Enerzijds is er de alternerende stage. Deze wordt op een vaste dag van de week met vaste tussentijden georganiseerd en is gespreid over een bepaalde periode van het schooljaar.

Anderzijds is er de blokstage, die gedurende een ononderbroken periode van één of meer weken, eventueel meermaals per schooljaar loopt.

2.2.1.3 Welke doelen streven we met stage na?

De leerling-stagiair oefent op de stageplaats de op school reeds verworven vaardigheden, kennis en attitudes in maar zal tevens nieuwe vaardigheden en kennis kunnen opdoen.

We kiezen voor minstens 2 verschillende alternerende stages in het 6de jaar BSO en TSO en in het 7de jaar BSO omdat de leerling-stagiair op die manier kennis kan maken met

o meerdere types van bedrijven (vb. groot, klein, eenmanszaak, specifieke niche in de sector, ...);

o verschillende bedrijfsculturen (hiërarchisch gestructureerd t.o.v. sterk participatieve vorm, belang dat het bedrijf hecht aan opleiding,

doorgroeimogelijkheden, ...);

o specifieke manieren van werken of verwerken van materialen;

o een ruimer of ander palet aan materialen en toestellen, dan diegene die op school worden gebruikt.

We achten het belangrijk dat de leerling in minstens 2 verschillende bedrijven stage loopt omwille van de stap die de leerling-stagiair nadien naar de

arbeidsmarkt of verdere studies zal zetten.

De meeste leerlingen van BSO beslissen na het 7de jaar een job te zoeken. Ze hebben dan op minstens 4 verschillende stageplaatsen ervaringen kunnen opdoen.

De blokstages stellen de leerlingen van het BSO in de mogelijkheid van nabij betrokken te worden in meerdere opeenvolgende stappen in het arbeidsproces en vaak ook het uiteindelijke resultaat te zien.

2.2.1.4 Welke stages zijn specifiek voor de opleidingen in TechnOV?

o Dieselstages voor de opleiding auto

De leerlingen van het 5de jaar auto lopen gedurende een week een diesel kijk- en kleine onderhoudsstage met het oog op de realisatie van de leerplandoelen i.v.m. dieselmotoren.

De leerlingen van het 6de jaar auto lopen gedurende een week een

dieseldoestage met het oog op de realisatie van de leerplandoelen i.v.m.

dieselmotoren.

o Auto, elektrische installaties, houtbewerking, lassen-constructie, industriële elektriciteit, auto-elektriciteit en interieurinrichting De leerlingen van het 6de jaar en het 7de jaar lopen van september tot einde december een eerste alternerende stage meer bepaald een stage van 1 dag per week, nl. op woensdag of donderdag. Deze wordt aan het einde van het trimester gecombineerd met een blokstage van een week.

Vervolgens lopen ze in een ander stagebedrijf een tweede alternerende stage tot het einde van het schooljaar. Deze wordt aan het einde van het tweede trimester gecombineerd met een blokstage van een week.

o Elektrische installatietechnieken en mechanische vormgevingstechnieken

De leerlingen van het 6de jaar lopen van september tot einde december een eerste alternerende stage meer bepaald een stage van 1 dag per week, nl. op dinsdag. Vervolgens lopen ze in een ander stagebedrijf een tweede

alternerende stage tot het einde van het schooljaar.

o Vrachtwagenchauffeur

De leerlingen van het 5de jaar Vrachtwagenchauffeur lopen gedurende een week stage m.a.w. een blokstage specifiek voor de realisatie van de

doelstellingen van de aspecten laden en lossen en resp. autotechniek uit het leerplan realisaties vrachtwagenchauffeur.

De leerlingen van het 6de jaar Vrachtwagenchauffeur lopen gedurende een week stage m.a.w. een blokstage specifiek voor de realisatie van de

doelstellingen van het aspect autotechnieken uit het leerplan realisaties vrachtwagenchauffeur en een tweede blokstage voor rijtechnieken.

2.2.2 Werkwijze

2.2.2.1 Stageplaats

Afhankelijk van het leerjaar en de opleiding zoekt de leerling zelf een

stageplaats of wijst de stagebegeleider een stageplaats toe. Indien de leerling zelf een stageplaats aanbrengt, neemt de stagebegeleider eerst contact op met de stagementor in het bedrijf om na te gaan of de stageplaats in voldoende mate de leerplandoelen kan helpen realiseren en voldoet aan de wettelijke voorwaarden.

Indien een leerling zijn stageplaats verliest omwille van zijn/haar houding of attitude dan dient deze leerling binnen de week een nieuwe stageplaats gevonden te hebben en dit onder begeleiding van de stagebegeleider. We verwachten van onze leerlingen een perfect gedrag tijdens de stages.

2.2.2.2 Documenten

Risicoanalyse, werkpostfiche, leerlingenstageovereenkomst en stageschrift zijn verplichte documenten.

De risicoanalyse, werkpostfiche en een door het bedrijf en de directie getekend exemplaar van de leerlingenstageovereenkomst moeten voorafgaand aan de stage in het bezit van de stagecoördinator zijn.

In het stageschrift schrijft de leerling iedere stagedag een verslag over zijn werkzaamheden in het stagebedrijf. Daarnaast zijn er specifieke opdrachten in het stageschrift. De leerling werkt deze af tegen de afgesproken data.

2.2.2.3 Evaluatie en feedback

De stagebegeleider heeft geregeld contacten met de mentor - telefonisch en na persoonlijk bezoek. Op basis van deze gesprekken geeft hij je feedback.

In samenspraak met de stagementor evalueert de stagebegeleider op

geregelde tijdstippen tijdens de stageperiode de vorderingen van de leerling-stagiair. Daarnaast evalueert hij de opdrachten in het stageschrift.

2.2.2.4 Doktersattest

Kan de leerling om medische redenen niet aanwezig zijn op de stage, moet steeds ‘s morgens, de school, het bedrijf en de stagebegeleider worden verwittigd. Een doktersattest is altijd vereist. Een inhaalstage kan worden verplicht.

2.2.3 Werkplekleren

Werkplekleren zijn ‘leeractiviteiten gericht op het verwerven van algemene en/of beroepsgerichte competenties, waarbij de arbeidssituatie de

leeromgeving is’.

Indien er zich in de loop van een schooljaar de gelegenheid tot werkplekleren voordoet zal de school daar op inspelen. Daarbij wordt rekening gehouden met de leeftijd en motivatie van de leerlingen, mogelijke veiligheidsaspecten, de relevantie om de leerplandoelen te realiseren en de meerwaarde t.o.v. het leren op school.

2.2.4 Andere vormen van extern leren

Als opstap naar reguliere bedrijfsstages voorzien we voor de leerlingen van 5 BSO het project actief burgerschap. Deze leerlingen zetten zich 3 dagen belangeloos in voor mensen die het minder goed hebben. Leerlingen van 5 TSO nemen deel aan Youca (de vroegere Zuiddag).

Voor de leerlingen van 6 Industriële Wetenschappen is er het project studie- en beroepskeuze i.f.v. verkenning van de mogelijke studie- en beroepskeuze.

Dankzij een nauwe samenwerking tussen TechnOV en diverse organisaties zoals VDAB, VCL, Vormelek, FVB, SFTL, RTC Vlaams-Brabant en regionale bedrijven kunnen praktijk en theoretische lessen in een andere

opleidingsinstelling onder begeleiding van een of meerdere leraars plaatsvinden.