• No results found

3. Empirisch onderzoek bij KVG-Vorming

3.1 Onderzoeksmethode

3.1.1 De post-enquête als onderzoeksmethode

Om het doel te bereiken waren er verschillende mogelijkheden. Er bestaan immers diverse onderzoeksmethoden waarmee resultaten geboekt kunnen worden. De keuze voor de enquête als onderzoeksmethode is daarom ook een weldoordachte en overwogen keuze geweest. Na

het afwegen van eventuele voor- en nadelen van verschillende onderzoeksmethoden bleek de keuze voor de enquête via de post het beste te zijn. Hieronder worden enkele doorslaggevende factoren op een rijtje gezet worden.

a) Diversiteit

Omwille van de grootte van de populatie, maar ook door de specificiteit ervan, bestaat er binnen deze populatie een grote diversiteit. Deze diversiteit richt zich niet alleen naar handicap, maar ook naar leeftijd en woonplaats. Deze voorafgekende feiten sluiten onder andere de onderzoeksmethode van het interview uit. Met een interview kan wel meer en diepgaandere informatie ingewonnen worden, maar het aantal te interviewen respondenten zou ontzettend hoog liggen om een representatief staal van de totale populatie van de leden van KVG te krijgen. Een enquête geeft dan ook een beter beeld als men een onderzoek uitvoert over een grote populatie.

b) Praktisch

Het houden van focusgroepen zou theoretisch gezien ook een goede methode voor dit onderzoek geweest zijn, vooral omdat deze kwalitatieve methode meer diepgang in de verkregen informatie zou kunnen bieden. Om dit in de praktijk uit te voeren bleken er echter diverse problemen op te duiken. De eerder al aangehaalde diversiteit maakt dat er ontzettend veel focusgroepen zouden moeten samengesteld worden. Aangezien de populatie zich over heel Vlaanderen verspreidt, zouden er ook verre verplaatsingen moeten gemaakt worden. Maar doordat een groot deel van de respondenten mensen met een fysieke handicap zijn, zou door vervoer- en locatieproblemen deze groep eveneens ondervertegenwoordigd kunnen zijn. Een ander gevaar hierbij is dat men een vertekend beeld zou kunnen krijgen van de deelgroep van de leden met een fysieke handicap.

Immers, enkel die respondenten met een fysieke handicap die zich kunnen verplaatsen zouden aan bod komen, terwijl de leden met een fysieke handicap die zich niet (over grote afstanden) kunnen verplaatsen geen aandeel zouden hebben in het onderzoek. Via de post is iedereen zonder enige moeite bereikbaar, ongeacht de woonplaats.

c) Internet

Deze onderzoeksmethode biedt diverse voordelen. Snelle respons, snelle verwerking en de lage kostprijs zijn ongetwijfeld doorslaggevende argumenten om voor een webenquête te kiezen. Het probleem bij dit onderzoek is echter dat niet iedereen (al dan niet thuis) over een internetverbinding beschikt, of belangrijker nog, vlot met een computer kan werken.

Hierbij denken we vooral aan de respondenten met een (zwaar) mentale of een visuele handicap.

d) Tijd

Een groot voordeel van een enquête is het tijdsgebruik. De respondent beslist voor zichzelf welk moment het best geschikt is om de vragenlijst door te lezen, in te vullen en terug op te sturen. Er moeten bijgevolg geen afspraken gemaakt worden voor een welbepaald tijdstip zoals bij een interview. Ook moeten er geen verplaatsingen gemaakt worden. Na een relatief korte tijdspanne kan de onderzoeker al over heel wat gegevens beschikken die reeds verwerkt kunnen worden (Van Den Heuvel, 1993). De enquête is, in vergelijking met andere onderzoeksmethoden, minder afhankelijk van tijd en ruimte.

e) Kostprijs

Door het nemen van de enquête als onderzoeksmethode heeft men geen groep van getrainde interviewers nodig. Ook afstanden kunnen gemakkelijk overbrugd worden. Dit is vooral handig wanneer de populatie zich over een groot geografisch gebied uitstrekt (wat hier het geval is). Dit alles in acht genomen, maakt dat deze onderzoeksmethode één van de goedkoopste is (Verschuren en Doorewaard, 1998).

f) Anonimiteit

De gegevens van de enquête worden anoniem verwerkt door middel van een enquêtenummer. Op het moment dat de respondent de vragenlijst invult, is er niemand aanwezig zodat hij zich vrijer kan voelen om te antwoorden. Bij interviews kan het directe contact en de aanwezigheid van een interviewer een rem zijn. Denk bijvoorbeeld wanneer de respondent zijn mening moet geven over bepaalde aspecten van een organisatie, in wiens opdracht de onderzoeker zijn onderzoek voert. Ook wanneer er sociaal gevoelige vragen gesteld worden kan dit een belangrijke rol spelen (Frankfort-Nachmias, 1996:225).

Buiten het nadeel van de lage respons (waarover later meer) zijn er nog andere nadelen mogelijk. Zo kan de onderzoeker geen uitleg geven bij het invullen van de enquête. Het is dus belangrijk dat de vragen duidelijk en eenduidig geformuleerd zijn om alzo eventuele twijfel bij het invullen te voorkomen. De respondent kan echter ook geen bijkomende uitleg geven bij zijn antwoorden, uitgezonderd bij eventuele open vragen. De bekomen informatie heeft bijgevolg slechts een beperkte omvang en diepgang. Een ander nadeel is dat het al dan niet goed invullen van de vragenlijst afhankelijk is van de bekwaamheid (mogelijkheden) van de respondenten om een ‘juist’ antwoord te geven op de vragen (Van Den Heuvel, 1993).

Na het afwegen van de nadelen tegenover de vele voordelen en vanuit pragmatische overwegingen bleek de keuze voor de post-enquête relatief eenvoudig.

Deze keuze wordt gesteund door eerder verschenen literatuur. Zo is de enquête een beschrijvend onderzoek met als doel de verdeling van verschijnselen, kenmerken of opinies in een populatie vast te stellen. Dit gebeurt aan de hand van vragenlijsten met vragen die gesteld worden aan een groot aantal ondervraagden (’t Hart & van Dijk, 2003; Baarde en De Goede, 2001). Deze beslissing neemt niet weg dat deze studie in een latere fase aangevuld zou kunnen worden door een meer uitgebreidere en individuele bevraging van de leden, om zo meer diepgaande, kwalitatieve informatie te verkrijgen.