• No results found

De politieke consequenties

H4 De moord op de vier IKON-journalisten

4.2 De politieke consequenties

De solidariteitscomités waren erg enthousiast over de boycot. Eindelijk werd actie ondernomen; de boycot zou economisch weinig schade aanrichten maar het politieke statement was duidelijk voor de regering van Duarte. Dit was echter niet voldoende; de comités wilden dat de Nederlandse regering ook een politiek statement zou maken. De moorden hadden gezorgd voor flinke maatschappelijke verontwaardiging, perfecte omstandigheden voor flinke pressie op de regering. Vanuit de samenleving was de roep om de betrekkingen te verbreken groot. Op 22 maart werd vanuit het Breed Platform (alle comités, organisaties en partijen die zich inzetten tegen de inmenging van de VS in El Salvador) een brief gestuurd aan minister van Buitenlandse Zaken Hans van den Broek waarin met klem werd verzochtalle betrekkingen met Duarte onmiddellijk te verbreken.138

De daders van de moorden waren nog steeds onbekend. Het onderzoek werd bemoeilijkt doordat de regering van El Salvador geen medewerking verleende. De minister van Buitenlandse Zaken van El Salvador weet de moord achtereenvolgens aan de politie, doodseskaders en rechts extremistische regeringseenheden. Vervolgens werd bekend dat iemand de beschietingen had overleefd. Deze getuige, een strijder van het FMLN met de schuilnaam Mártin, werd naar Nederland gehaald onder begeleiding van Salvador Samayoa, commandant van het FMLN en een hoge politieke representant. Dit was bijzonder; het FMLN zag een unieke kans de Nederlandse regering te bewegen tot een boycot van het regime en zette alles op alles om dat te bewerkstelligen. Een boycot zou namelijk een belangrijke diplomatieke overwinning voor het FMLN zijn. Begin mei werden de twee op het ministerie 137 IISG, Archief YT, inv. Nr. 231, blad Alerta, december 1981.

van Buitenlandse Zaken in Den Haag door een onderzoekscommissie gehoord over de gebeurtenissen. Mártin verklaarde dat de journalisten in een hinderlaag waren gelokt en doelbewust vermoord werden door het regeringsleger. De getuigenis van Martin kon volgens van den Broek niet als enig bewijs dienen in het onderzoek. De kolonel die verantwoordelijk was voor de moord werd opgespoord en ook ondervraagd. Samayoa lobbyde ondertussen bij Van den Broek maar die hield een slag om de arm en deed nog geen toezegging over het verbreken van de betrekkingen voor er een definitief onderzoeksrapport was verschenen.139

Het FMLN achtte de kans groot dat de Nederlandse regering na het bewijs van de opzettelijk moord over zou gaan tot het verbreken van de betrekkingen met Duarte. Het FMLN had veel contact met het ESKN en zo werd besloten dat er flink gelobbyd moest worden in Den Haag. Dit gebeurde door bevriende parlementariërs te bewegen hun stem te laten horen in het parlement. Bovendien startte de ESKN een landelijke campagne in samenwerking met de plaatselijke comités om de regering en minister Van den Broek te overstelpen met brieven die hen vroegen de betrekkingen te verbreken. Ook werd een landelijke campagne opgezet die ten doel had informatie te verspreiden over de te nemen beslissing van de regering ten aanzien van El Salvador. Hierbij werd ook duidelijk gemaakt hoeveel en welke maatschappelijke groepen en politieke partijen het FMLN allemaal steunden.140

Het mocht niet baten. Op 28 juni verscheen het rapport van de onderzoekscommissie van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Moord metvoorbedachte rade op de journalisten was niet bewezen door de tegenstrijdige bekentenissen van Mártin en de kolonel.141

Ondertussen was het kabinet Van-Agt II gevallen. De PvdA was uit de coalitie gestapt en er was een overgangskabinet gevormd, Van-Agt III met het CDA en D’66. Dit kabinet werd begin juni geïnstalleerd. Naar aanleiding van het rapport liet de nieuwe minister van Buitenlandse Zaken, Dries van Agt begin juni weten dat de betrekkingen met El Salvador niet verbroken zouden worden, maar dat de betrekkingen beperkt zouden blijven tot een minimum.142 Daarmee verschoof de aandacht van het verbreken van de betrekkingen met El

Salvador weer naar de inmenging van de Verenigde Staten in het conflict. Relus ter Beek, Kamerlid van de PvdA, kwam op 17 juni 1982 met de ‘oorvijgmotie’ met de vraag de 139 ‘buitenlandse zaken acht doelbewuste moord niet bewezen. Aanslag op tv-team tenminste doodslag’,

Volkskrant, 7 mei 1982.

140 IISG, Archief YT, inv. Nr. 232, brief ESKN aan alle comités, 24 mei 1982.

141 IISG, Inv. Nr. 28/85 FOL, feiten over Midden-Amerika verzameld door de IKON. El Salvador voor en na 17

maart 1982.

militaire hulp van de VS aan het regime in El Salvador te veroordelen. Deze motie werd door Van Agt afgewezen, omdat het niet gepast was in zulke sterke bewoordingen een bondgenoot op de vingers te tikken. De andere motie die ter Beek indiende was een motie om ook humanitaire hulp aan Salvadoranen in de bezette gebieden te geven. Deze motie werd gesteund door de PvdA, CDA, D’66, PSP, CPN en de PPR, en aangenomen.143

Begin november werd een nieuw kabinet gevormd met het CDA en de VVD. Dit was het eerste kabinet Lubbers. Deze regering zou tot 1986 aan de macht blijven en haalde de banden met de regering Duarte weer aan. Van de meer gematigde opstelling van Van-Agt II tegenover het FMLN-FDR was geen sprake meer. In mei 1983 legde minister Hans van den Broek een officieel bezoek af bij de regering van El Salvador. Dit leidde tot veel protest in de Tweede Kamer van de CPN, PvdA en D’66 die Van den Broek verweten onnodig de banden aan te halen met een regering die mensenrechten schond. 144 Van den Broek trok zich niks aan

van de kritiek. Hij verklaarde na zijn bezoek dat de militaire aanpak van de Verenigde Staten in El Salvador de enige manier was om ‘erger’ te voorkomen.145

Niet alleen vanuit de politiek was de belangstelling voor en de welwillendheid tegenover het FMLN na de zomer sterk afgenomen. De Vereniging van Koffiebranders en Theepakkers besloot in oktober 1982 dat het politieke signaal van de boycotactie weinig effect gehad had en dat de actie lang genoeg had geduurd. Dit tot grote verontwaardiging van het ESKN die in de media de actie van de Vereniging als: ‘wisselvallig en opportunistisch’ wegzette.146 Het comité in Wageningen ondernam actie. Een aantal leden richtte een

koffiewerkgroep op met de bedoeling de boycot door te zetten via consumenten.147 Het ESKN

zorgde voor de landelijke publiciteit, maar gek genoeg was dit niet nodig. De koffiemarkt was zodanig veranderd dat de Vereniging van Koffiebranders en Theepakkers geen heil meer zag in het importeren van de op dat moment kwalitatief minder goede koffie uit El Salvador.148 4.3 Het FMLN haalt de touwtjes aan

Ondertussen gingen de acties van de comités gewoon door. Het ledenaantal van de comités was flink gestegen na de moorden op de journalisten en de actiebereidheid vanuit de comités was groot. Ook werd er numeer samengewerkt op Europees en mondiaal niveau. Het FMLN 143 Handelingen Tweede Kamer, 22 juni 1982, Blad 3910-3911.

144 Handelingen Tweede Kamer, 3 mei 1983, Blad 3732.

145 Jan van der Putten, Over mensenrechten en chemische oorlogvoering in El Salvador. Marianella (Amsterdam 1983) 95-99.

146 IISG, Archief YT, Inv. Nr. 231, Koffiebrochure ESKN.

147 IISG, Archief YT, Inv. Nr. 1, brief comité Wageningen aan andere comités, 25 oktober 1982. 148 IISG, Archief YT, Inv. Nr. 231, Koffiebrochure ESKN.

begon de transnationale solidariteitsbeweging steeds beter te coördineren en organiseerde een internationale solidariteitsbijeenkomst in Mexico van 26 tot 28 maart 1982. Hier richtte het FMLN het mondiaal solidariteitsfront met het Salvadoraanse volk op. De bedoeling was dat het FMLN ze zo beter in staat zouden zijn de solidariteitscomités aan te sturen. Het ESKN stuurde één afgevaardigde naar de bijeenkomst. Het FMLN maakte de nieuwe doelstellingen van de comités bekend. Deze waren: het verbreden van het conflict in El Salvador naar de Midden-Amerika context, het strijden voor respect en zelfbeschikking van de onderdrukte bevolking van El Salvador en uiteraard het tegengaan van de interventie van de Verenigde Staten in Midden-Amerika. Het FMLN riepde comités op om een zo breed mogelijk deel van de bevolking te bereiken en plannen te maken voor de lange termijn.149

Eind maart werd de moord op Romero weer herdacht met de uitgave van speciale Romerokrantjesen herdenkingsdiensten. Zijn bekendste uitspraak: ‘Mij kan men doden, maar men kan niet de stem der gerechtigheid het zwijgen opleggen’ was ondertussen het christelijke symbool van de bevrijding van de bevolking in El Salvador geworden. Vlak na de herdenking begon de reis van de Anti-Interventie Karavaan door Nederland. De Karavaan was een bonte verzameling en bestond uit een theatergezelschap, Latijns-Amerikaanse muziekgroepen, actievoerders en informatieverstrekkers over de situatie in Midden-Amerika. De karavaan kostte de comités veel tijd en inspanning, maar leverde wel veel nieuwe leden en geld op voor de comités. 150 Het idee voor de karavaan was ontstaan tijdens een bijeenkomst

van Europese comités. Naast de landelijke karavanen die dit opleverde was er ook een Europese karavaan die negen verschillende landen aandeed. De Europese karavaan eindigde op 3 juni 1982 bij het Europarlement waar de groep dringende aanbevelingen presenteerde voor de verbetering van de situatie in Midden-Amerika.151

De comités bleven aandacht vragen van het Europees parlement. Zo waren verschillende comitéleden begin 1983 bezig met het lobbyen bij Nederlandse Europarlementariërs om de oorlog in El Salvador weer op de agenda te krijgen en het conflict niet langer te bezien door de bril van de Koude Oorlog. Ook bij deze actie werd samengewerkt met bevriende comités om de impact van de actie te vergroten. Zo werd ook in Duitsland en België vanuit de comités flink gelobbyd bij Europarlementariërs uit eigen land.152

149 IISG, Archief YT, Inv. Nr. 1, publicatie ESKN, 18 mei 1982. 150 IISG, Archief YT, Inv. Nr. 232, Verslag Karavaan, 16 mei 1982.

151 IISG, Archief YT, Inv. Nr. 231, tijdschrift Maňana opbouw en verzet in Midden-Amerika. 152 IISG, Archief YT, Inv. Nr. 1, herdenking ESKN.

Een ander thema waar steeds meer aandacht voor kwam was de situatie van de Salvadoraanse vluchtelingen in Honduras. In de provincies die grensden aan Honduras werd veel gevochten en dit leidde tot een stroom vluchtelingen naar Honduras. Deze vluchtelingen werden echter in detentie kampen vastgehouden onder leiding van de veiligheidspolitie van Honduras, omdat ze verdacht werden van samenwerking met het FMLN. Dit leidde in mei en juni 1982 tot internationale acties waarbij op veel plekken in Europa aan Hondurese consulaten petities werden aangeboden voor het vrijlaten van de vluchtelingen. In Nederland werd dit door het ESKN geïnitieerd. Opmerkelijk was dat de ESKN ook in Honduras in de belangrijkste kranten advertenties liet plaatsen om de situatie van de vluchtelingen kenbaar te maken bij de bevolking.153

Het jaar 1982 was een heftig jaar voor de comités. De burgeroorlog in El Salvador was bekend geworden bij het grote publiek. Dit had geleid tot de koffieboycot, pressie op de politiek en veel debat. Toch waren concrete acties van de regering uitgebleven tot grote teleurstelling en verontwaardiging van de leden van de comités. Op 17 maart 1983, een jaar na de moord op de journalisten werd door het ESKA een bijeenkomst in Paradiso georganiseerd. Tijdens deze bijeenkomst werd het zogenaamde Zwartboek gepresenteerd. Dit was een overzicht van de gebeurtenissen na de moord en de vele toezeggingen en beloftes van politici die daarop volgden. Het Zwartboek werd afgesloten met de conclusie dat van al deze mooie woorden niks terecht was gekomen.154 Ondertussen was het FMLN organisatorisch de

touwtjes aan het aantrekken met de oprichting van een coördinerend internationaal platform voor de comités.155 Dit leidde tot meer afstemming van acties tussen de verschillende

Europese El Salvador-comités maar vooralsnog niet tot meer politiek resultaat in Nederland en Europa. Ondanks het uitblijven van concrete stappen was de populariteit van de comités echter ongekend hoog. Een grote internationale Anti-Interventie demonstratie op 22 januari 1983 in Amsterdam trok nog steeds ruim duizend demonstranten156 evenals de politieke steun

van D’66, de PVDA, de CPN, PSP, SP en de PPR.157

153 IISG, Archief YT, Inv. Nr. 1, brief ESKN aan comités, 18 mei 1982.

154 IISG, Archief YT, Inv. Nr. 1, brief ESKN aan ESKA over organisatie, 20 maart 1983. 155 IISG, Archief YT, Inv. Nr. 1, publicatie ESKN, 18 mei 1982.

156 ‘Demonstratie El Salvador’ Leeuwarder Courant, 23 januari 1983.