• No results found

Het ontstaan van de comités

H3 Het ontstaan van de El Salvador-comités

3.1 Het ontstaan van de comités

De Nederlander Frits Schuitema, werkzaam voor Philips werd op 24 november 1978 in El Salvador klemgereden en ontvoerd door de RN, het nationale verzet dat later ook deel zou uitmaken van het FMLN. De politieke guerrillastrijders van de Resistencia Nacional (RN), wilden hun boodschap over de grenzen verspreiden. Door middel van ontvoeringen dwongen ze bedrijven advertenties te laten zetten in nationale kranten en bladen die de situatie in El Salvador beschreven. Zo wilden zij dat de noodzaak voor verandering kenbaar gemaakt werd aan een internationaal publiek.100 Dit gebeurde ook bij Schuitema. Philips

betaalde advertentieruimte in ruim dertig landen voor de RN waaronder aan alle grote kranten in Nederland. Naar aanleiding van de paginagrote proclamatie van de RN besloot het Latijns- Amerika Komitee in Tilburg zich te verdiepen in de situatie in El Salvador. Dit leidde tot de publicatie van de brochure ‘Groeten uit El Salvador’ in april 1979. Daarin werden ook de Nederlandse bedrijven die daar opereerden, Philips, Shell, van Leer Vatenfabriek en Ceteco, onder de loep genomen.101

De situatie in El Salvador werd ondertussen steeds dreigender. De militair-civiele regering die in 1979 orde op zaken moest stellen en de sociale problemen in El Salvador moest oplossen, bleek machteloos. De machteloosheid van de regering was de reden dat het eerste vrouwelijke parlementslid, Marianella Garcia Villas haar parlementszetel opgaf. Marianella richtte hierna het CDHES op, een onafhankelijke commissie die de schendingen van mensenrechten ging onderzoeken in El Salvador. Marianella legde haar eerste contacten met journalisten in El Salvador. De Nederlander Koos Koster was een van de journalisten met wie ze bevriend raakte. Geholpen door de contacten van Koos Koster, reisde Marianella in 1979 naar Nederland om aandacht voor de schending van mensenrechten in El Salvador te 99 IISG, Inv. Nr. BRO 1841/5, tijdschrift: El Salvador vergeten? Nee!.

100 ‘Ik ben ontvoerd in mijn eigen auto’, Algemeen Dagblad, 31 oktober 2006. 101 IISG, Inv. Nr. BRO 748/10, Groeten uit El Salvador, april 1979.

vragen. Marianella legde contacten met politieke partijen, ICCO en het Nicaragua-comité in Amsterdam, dat haar verwees naar de schrijvers van de brochure Groeten uit El Salvador.102

Niet alleen Marianella kwam terecht in Tilburg. Afgezanten van de RN en de FPL (guerrillabewegingen die later deel uitmaakten van het FMLN) reisden door Europa op zoek naar solidariteit. In september 1979 ontving het Latijns-Amerika comité in Tilburg Marianella en de afgezanten van de RN en de FPL. De leden van het comité raakten overtuigd van de noodzaak van het oprichten van een El Salvador-comité en besloten zich toe te spitsen op El Salvador. Het El Salvador Komittee Nederland was geboren. Een van de oprichters van het El Salvador Komitee Nederland zegt hierover: ‘De oprichting van het ESKN was écht een wisselwerking tussen ons en de mensen van de FPL en de RN’103. Zo werden de eerste

contacten gelegd tussen het ESKN en het FMLN. Ook Marianella bleek een waardevol contact, ze voorzag de comités in de loop der jaren van veel informatie.

In Nederland was de aandacht voor El Salvador nog gering ondanks de vele schendingen van mensenrechten in het land. De gebeurtenissen van 24 maart 1980 leidden daarentegen tot veel aandacht in de internationale en nationale media. De aartsbisschop van San Salvador, Oscar Romero was een van de symbolen in El Salvador van geweldloos protest tegen de regering. Romero veroordeelde het op grote schaal schenden van mensenrechten, het uitblijven van landhervormingen en de voortdurende politieke macht van de militairen. Romero stuurde president Carter een brief met de vraag de Amerikaanse interventie in de binnenlandse aangelegenheden te staken en riep de militairen op om in naam van God de onderdrukking van de boerenbevolking te staken. Tijdens het opdragen van de mis op 24 maart werd Romero echter door een aanslag van een geheime eenheid van het regeringsleger omgebracht en daardoor verwierf hij internationale bekendheid.104

Romero werd in veel landen in kerkelijke en niet-kerkelijke kringen herdacht. Bovendien leidde de moord tot een toename van de interesse in El Salvador. Naar aanleiding van de moord werd de landelijke werkgroep-Romero opgericht, een christelijk georiënteerd comité dat activiteiten en de herdenking rond de sterfdag van de aartsbisschop ging organiseren. Deze jaarlijkse herdenkingen werden zeer goed bezocht, ook door El Salvador- comités, al was de werkgroep niet gelieerd aan het ESKN.105

102 Jan van der Putten, Over mensenrechten en chemische oorlogvoering in El Salvador. Marianella (Amsterdam 1983) 12.

103 Interview Elisabeth Pelupessy, 23 juni 2015. 104 IISG, Archief YT, inv. Nr. 1, Romerokrant 1984.

Na de dood van Romero en door de steeds slechter wordende situatie in El Salvador werden er steeds meer comités opgericht. Op 17 april 1980 ontstond het El Salvador Komitee Amsterdam. Het ESKA zou na de ESKN het meest actief worden in het organiseren van activiteiten. Dit kan worden verklaard door de traditie die in Amsterdam bestond op het gebied van actievoeren. In Amsterdam ‘gebeurde het’. Landelijke demonstraties en manifestaties werden vaak in Amsterdam gehouden bij het Amerikaanse consulaat en op het Museumplein. Het ESKN had als doelstelling de publiciteit omtrent de gebeurtenissen in El Salvador te bevorderen. Ook zamelde het geld in om hulpbehoevenden in El Salvador te kunnen ondersteunen. In de oprichtingsbrief maakte het comité duidelijk dat het niet vanuit een bepaalde ideologie werkte en dat het nadrukkelijk de bedoeling was om met andere El Salvador-comités en Midden-Amerika comités samen te werken.106 Naast het ESKA

ontstonden onder andere ook in Arnhem, Utrecht, Groningen, Den Haag, Rotterdam, Finsterwolde en Den Bosch comités.

Tussen de comités bestonden grote verschillen. In Finsterwolde, een communistische gemeente in Oost-Groningen, bestond het comité uit zes vrienden. De solidariteit met El Salvador paste goed in het communistische wereldbeeld van de leden. De voorzitster Ilze Buitenhuis zegt over de periode: ‘Ik was niet echt op de hoogte van de ontwikkelingen in El Salvador (…) We waren vooral solidair met het FMLN, anti-amerikaans en bereid tot actie’107. In het comité in Utrecht speelde het communisme daarentegen juist helemaal geen

rol. De leden waren studenten en andere betrokkenen geïnteresseerd in Latijns-Amerika. Sommige van hen waren in El Salvador geweest en onderhielden banden met Salvadoranen. Toch was ook hier de informatievoorziening schaars. Marja Kusters, oud-lid van het comité verteld: ‘We werden sporadisch op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen in El Salvador (…) Het bezoek van twee gemartelde Salvadoranen om te vertellen over hun ervaringen, maakte een grote indruk op ons. Daarna konden we ons meer voorstellen van de strijd’108.

Om alle El Salvador groepen te coördineren werd in april 1980 de Brede Solidariteitsbeweging gestart. Lid zijn van de beweging betekende volgens het ESKN: ‘solidair zijn met het Salvadoraanse volk en zijn massaorganisaties, solidair zijn met de strijd tegen uitbuiting en onderdrukking in El Salvador, ondersteuning van de strijd van het Salvadoraanse volk tegen elke imperialistische interventie en ondersteuning van het Salvadoraanse volk tegen de junta ten gunste van de regering van het volk. Door lid te zijn 106 IISG, Archief YT, inv. Nr. 1, informatiebrief ESKA aan ESKN, 17 april 1980.

107 Interview Ilze Buitenhuis, 31 mei 2015. 108 Interview Marja Kusters, 29 mei 2015.

van de beweging verklaarden de deelnemers zich bereid om zich indien mogelijk in te zetten bij allerhande acties, demonstraties en activiteiten van de comités.’109

De Brede Solidariteitsbeweging was een overkoepelend orgaan, gehuisvest bij het ESKN. Het organiseerde elke twee maanden een landelijke bijeenkomst waar ervaringen en informatie werden uitgewisseld en acties gecoördineerd. Sommige El Salvador-comités ontstonden zoals het ESKA spontaan, andere ontstonden uit comités die eerder gericht waren op Chili of Latijns- of Midden-Amerika. Dit gold ook voor het El Salvador Komittee Rotterdam dat eind 1980 werd opgericht. Riekje ten Have, lid van het Nicaragua-comité ontmoette Elisabeth Pelupessy van het ESKN bij de opening van het Nicaraguaanse Consulaat in Rotterdam. Tijdens een bijeenkomst in november waar ook twee geïnteresseerde Chilenen, Manolo en Hugo van het culturele Salvador Allende Centrum voor waren uitgenodigd, richtten ze samen met Elisabeth het ESKR op.110 De betrokkenheid van de Chilenen was niet

toevallig. Voor veel Chilenen en Chilicomités gold dat het begin jaren tachtig duidelijk was dat Pinochet stevig in het zadel zat en de middelen die de solidariteitscomités tot hun beschikking hadden om de val van Pinochet te bevorderen zo langzamerhand uitgeput waren. Bovendien was Chili al lang niet meer in het nieuws. El Salvador daarentegen juist wel en zo werden veel Chilenen ook actief voor El Salvador.111

In oktober 1980 voegden de verschillende guerrillabewegingen zich samen tot het FMLN. Samen met de ongeveer veertig plaatselijke El Salvador-comités besloot het ESKN de FLMN politiek en financieel te steunen. Langzamerhand veranderden de doelstellingen van de comités van louter humanitaire ondersteuning van de onderdrukte El Salvadorianen naar een politieke en financiële ondersteuning van het FMLN. De comités richtten zich meer tegen de regering in El Salvador en nadat de strijd in 1981 was losgebarsten, tegen de inmenging van de Verenigde Staten.112 Dit is ook terug te zien in de veranderde doelstellingen van de

ESKA, gepubliceerd op 28 april 1982: ‘Tegen een onderdrukkende oligarchie en imperialistische inmenging van de Verenigde Staten. Waar mogelijk in een breder kader van anti-imperialisme in heel Midden-Amerika en Nederland.’113 Hier werd vooral verwezen naar

de weerstand en demonstraties tegen de plaatsing van kruisraketten in Nederland. 114 3.2 De activiteiten van de comités

109 IISG, Inv. Nr. 393/4, Tijdschrift NOVIB informatiemap El Salvador. 110 IISG, Inv. Nr. BRO 1841/5, tijdschrift: El Salvador vergeten? Nee!.

111 Hans Beerends, Weg met Pinochet. Een kwart eeuw solidariteit met Chili (Amsterdam 1998) 88. 112 IISG, Archief YT, inv. Nr. 1, Jaarverslag ESKN 1981-1982.

113 IISG, Archief YT, inv. Nr. 1, brief ESKA aan ESKN, 28 april 1982. 114 Ibidem.

De solidariteitscomités draaiden, afgezien van één door het NCO gesalarieerde kracht bij het ESKN vanaf 1982, volledig op vrijwilligers. Het ESKN was succesvol in het werven van fondsen. De comités organiseerden inzamelingsacties in de grote steden en er waren vaste donateurs. Het geld dat het ESKN zo inzamelde kon allemaal besteed worden aan het FMLN, humanitaire hulp in El Salvador en het maken van actiemateriaal dat in Nederland verspreid werd. De solidariteitscomités maakten gebruik van het landelijke gironummer voor het FMLN dat beheerd werd door het ESKN. De inkomsten waren verdeeld in ‘ongebonden’ geld, dat direct naar het FMLN ging en ‘gebonden’ geld dat voor een bepaald doeleinde was bestemd zoals het verlenen van humanitaire hulp en het ondersteunen van vluchtelingen.115

In januari 1981 vroeg het FMLN de solidariteitscomités om medische hulp. In Tilburg werd de ‘Medische Commissie’ opgericht waaraan artsen, apothekers en niet-medisch geschoolde vrijwilligers bijdroegen. Medicijnen en medische instrumenten werden verzameld, voorzien van een Spaanse bijsluiter en verstuurd naar Nicaragua waar ze de grens over werden gesmokkeld naar El Salvador. In 1981 werden in totaal zo’n 35 medische dozen verstuurd met een gewicht van ongeveer 870 kg. Dit was mogelijk omdat het ESKN in Tilburg met medische acties in totaal ongeveer 100.000 gulden binnen haalde.116

De comités organiseerden naast inzamelingsacties ook culturele avonden, benefietconcerten en festivals in samenwerking met culturele Latijns-Amerika centra. In 1982 werd het Victor Jara festival in Utrecht georganiseerd. Er stonden informatiestandjes van de comités en de muziek van Yolocamba It-a werd verkocht, een beroemde band uit El Salvador die sinds de burgeroorlog in West-Europa rondreisde. Op het Victor Jara festival werd ook een forum georganiseerd waar sprekersvan verschillende politieke partijen, CPN, PSP en de PvdA hun mening over de houding van de Nederlandse regering en het beleid van de Verenigde Staten konden ventileren. Op festivals en culturele avonden waren ook vaak sprekers aanwezig uit El Salvador en werden foto’s en films vertoond uit de regio.117