• No results found

Jongmans, Linskens en De Groot Handreiking religieus erfgoed voor burgerlijke en kerkelijke gemeenten: 73,

4. Kerkinterieurensembles in de praktijk

4.1 Bedreigd, bewust en behouden: Dorpskerk Huizum in Leeuwarden

4.1.2 Plannen voor herinrichting

Met de toenemende bedreiging van het Friese religieuze erfgoed en daarmee het groeiende bewustzijn van de religieuze, monumentale en/of culturele waarden van Friese (dorps)kerken, groeit tegelijkertijd de waardering voor de Dorpskerk Huizum. Zo gebruikt Steensma de kerk herhaaldelijk om de pracht van protestantse kerken te illustreren. Volgens hem bestaat er in de Huizumer Dorpskerk een

119 Lassche. Huizumer Dorpskerk: 59; Westra-Zijlstra, Ten Hoeve en Tangerman. De Huizumer Dorpskerk: 15 120 Westra-Zijlstra, Ten Hoeve en Tangerman. De Huizumer Dorpskerk: 17

121 Stichting Alde Fryske Tsjerken. ‘Voorhof Huizum ook overgenomen’

duidelijke samenhang tussen gebouw en interieur, waarbij het interieur een compleet beeld geeft van een zeventiende-eeuwse protestantse kerkinrichting. Bovendien is er een karakteristiek evenwicht tussen preekstoel en herenbanken, zoals in veel Friese dorpskerken voorkomt: ‘Preekstoel met doophek aan de ene zijde en de herenbanken aan de andere zijde vormen vaak als pendanten een monumentaal en evenwichtig geheel.’122 In het artikel ‘Het interieurensemble van de Huizumer

Dorpskerk’ schrijft Justin Kroesen over ‘de bijzondere waarde van een uniek kerkinterieur in een Leeuwarder buitenwijk’. Uit het slot blijkt zijn waardering voor het historisch gegroeide ensemble: ‘Aan de hedendaagse bezoeker vertelt het interieur van de Huizumer Dorpskerk in zijn totaliteit een boeiend verhaal over geloof, sociale verhoudingen en bijzondere personages in een dorp onder de rook van Leeuwarden. Dit verhaal ligt besloten in het gebouw en zijn inventaris, waarin ieder element zijn historisch bepaalde plaats heeft.’123

Desondanks staat de inrichting van de Dorpskerk de afgelopen jaren ter discussie. Hieraan gaat een lange geschiedenis vooraf. In 1910 wordt de Gereformeerde Kerk Leeuwarden verdeeld in twee zelfstandige gemeenten: de Gereformeerde Kerk Leeuwarden en de Gereformeerde Kerk Leeuwarden-Huizum. Huizum kent in het derde kwartaal van de vorige eeuw zes kerken: de drie hervormde kerken de Dorpskerk Huizum, Kapel Pniël en Kurios Kerk, en de drie gereformeerde kerken Schranskerk, Parkkerk en de Oase. Na de eeuwwisseling worden de gereformeerde Parkkerk en de Schranskerk afgestoten en in 2005 fuseren Hervormd en Gereformeerd Leeuwarden-Huizum. In 2006 vraagt de Algemene Kerkenraad van de Protestantse Gemeente aan het Protestants Dienstencentrum Fryslån (PDC) te onderzoeken of er mogelijkheden zijn om de gestagneerde voortgang van de reorganisatie van de gemeente vlot te trekken. Op voorstel van het PDC worden drie gespreksgroepen samengesteld, elk onder leiding van een deskundige van het PDC. Het advies luidt: per 1 januari 2008 één protestantse gemeente te Leeuwarden-Huizum met één Algemene Kerkenraad en twee wijkgemeenten, elk met een eigen profiel. De Algemene Kerkenraad neemt het advies over en formuleert een tweede besluit: ‘Het uitvoeren van een nader onderzoek of de nadelen die het gebruik van de Dorpskerk (met De Voorhof) bieden ten opzichte van de Oase, zouden kunnen worden opgeheven, wat daarvoor nodig is en of een eventueel plan daarvoor haalbaar is. Indien gelet op de te stellen voorwaarden, de Dorpskerk voor gebruik door een wijkgemeente in aanmerking kan komen, dan zal de Oase worden gesloten.’124

Echter, in de wijkkerkenraden is nog onvoldoende draagvlak om het voorgenomen besluit te accepteren. De Algemene Kerkenraad acht het daarom gewenst om nader overleg te plegen met de vier overgebleven wijkkerkenraden. De kerkenraden stemmen in met de vorming van twee

122 R. Steensma. Protestantse kerken – hun pracht en kracht: 36. In het eerste nummer van het tijdschrift Alde

Fryske Tsjerken, schrijft Steensma ook over de samenhang tussen doophek, preestoel en herenbanken. R.

Steensma. ‘Pracht en functie van het monumentale doophek’, in: Alde Fryske Tsjerken (1). Leeuwarden 2010: 23-28

123 Kroesen. ‘Het interieurensemble van de Huizumer Dorpskerk’: 24, 27 124 Voorgenomen besluit Algemene Kerkenraad d.d. 24 november 2008: 1

wijkgemeenten: Huizum-West en Huizum-Oost. De volgende afwegingen worden gemaakt ten aanzien van de kerkgebouwen. De Kurioskerk biedt goede mogelijkheden voor een optimaal gebruik voor de zondagse erediensten en het gebruik door de week. De bereikbaarheid is goed en er is een goede parkeergelegenheid. Dit geldt ook voor de Oase. De Kapel Pniël biedt ten opzichte van de Kurioskerk minder gebruiksmogelijkheden. De Kapel is geen eigendom van de protestantse gemeente, maar van de Vereniging Rechtzinnige Hervormden.125

In 2007 stelt een commissie het document ‘Overwegingen bij een kerkkeuze’ op, als hulpmiddel om te onderzoeken of de nadelen die kleven aan eventuele keuze van de Dorpskerk in plaats van de Oase kunnen worden opgeheven. Volgens de driekoppige commissie kan een verantwoorde keuze voor een kerkgebouw alleen plaatsvinden na een grondige bezinning op de huidige positie van de kerk in de samenleving en de toekomst. Twee elementen zijn daarin te onderscheiden: kerk naar binnen (organisatie, activiteiten) en kerk naar buiten (open, uitnodigende gemeente). De commissie adviseert de volgende overwegingen bij een kerkkeuze aan bod te laten komen: capaciteit kerkruimte, toegankelijkheid en zitcomfort, akoestiek, inrichting, beschikbaarheid nevenruimten, toiletvoorzieningen en parkeerruimte. Over de Dorpskerk schrijft de commissie: ‘Bij een afweging om de Dorpskerk open te houden, zal duidelijk moeten zijn welke eisen de monumentenstatus van deze kerk en het aangrenzende kerkhof met zich meebrengt en welke toekomstmogelijkheden er zijn om het gebouw, de omgeving en eventuele bijgebouwen geschikt te houden c.q. te maken.’126

Uiteindelijk worden de vier wijkgemeenten, elk met hun eigen kerkenraad, in 2009 georganiseerd naar twee wijkgemeenten met elk één predikant en twee kerkgebouwen, waarbij de kerkenraden worden samengevoegd. De wijken krijgen elk een eigen profiel mee. Wijk Huizum-West met gebruik van Kurios en Pniël heeft een confessioneel-evangelisch profiel; Wijk Huizum-Oost met gebruik van de Dorpskerk en de Oase heeft een diaconaal-liturgisch profiel.127 Om financiële redenen

besluit de Algemene Kerkenraad in 2010 dat beide wijkgemeenten op den duur voor één kerkgebouw moeten kiezen. Voor het in gebruik nemen van de Dorpskerk wordt daarom een Commissie van Onderzoek Gebruiksmogelijkheden Dorpskerk met De Voorhof ingesteld. Als vertrekpunt dient de eerdergenoemde notitie ‘Overwegingen bij een kerkkeuze’. De commissie onderscheidt negen keuzecriteria: visie op het gemeente-zijn, functionaliteit op zondag en doordeweeks, cultuurhistorisch erfgoed, architectonische kwaliteit, geografische ligging, financiën, maatschappelijke functie in de wijk, kerkbezoek en emotionele binding. De commissie concludeert dat de Dorpskerk alleen bij forse aanpassingen de vergelijking van de gebouwen in positieve zin zal doorstaan. De kerkzaal moet ruimte bieden aan minimaal tweehonderd zitplaatsen en de inrichting dient flexibel gemaakt te worden om voldoende plaats te bieden voor meer variatie in het gebruik. Aan de buitenkant moet een ruimte

125 Voorgenomen besluit Algemene Kerkenraad d.d. 24 november 2008: 4

126 D. Feenstra, H. de Vries en H. Willems. Overwegingen bij een kerkkeuze. Leeuwarden 2007 127 Voorgenomen besluit Algemene Kerkenraad d.d. 24 november 2008: 3

komen voor moderne faciliteiten.128

In opdracht van het College van Kerkrentmeesters analyseert Adema Architecten de kerk en kerkinrichting en de mogelijkheden voor herinrichting. Het architectenbureau brengt in kaart dat, mede door de restauratie van 1960/1961, de Dorpskerk geen gaaf zeventiende-eeuws interieur heeft. Het interieur bevat veel latere toevoegingen. Zo hebben de meeste banken wel zijschotten aan het middenpad uit eind zestiende of de eerste helft van de zeventiende eeuw, maar komt de zitting uit 1961. Eén van de drie herenbanken bevat nog onderdelen uit de zeventiende eeuw, maar is in de achttiende en twintigste eeuw aangepast. Een andere herenbank is in de achttiende eeuw aan het interieur toegevoegd en heeft barok snijwerk. Daaraan zijn in de negentiende eeuw zijschotten toegevoegd. Een derde herenbank is in 1961 samengesteld uit verschillende oudere onderdelen, met zowel gotische details als renaissance snijwerk.129

Adema Architecten stelt twee scenario’s en ontwerpen voor herinrichting voor. Optie A biedt plek voor 179 zitplaatsen. Hiervoor worden de preekstoel en één bankengroep gehandhaafd, maar wordt een aantal banken ingekort en herplaatst als lambrisering of ruimteafscheiding. Bij optie B kunnen zelfs 210 kerkgangers een dienst bijwonen, maar hiervoor moet nagenoeg al het meubilair worden verplaatst en worden bijna alle banken vervangen door stoelen.130 Voor de nevenfuncties

maakt het architectenbureau een aparte analyse. Het ‘programma van wensen’ waar het bureau rekening moet houden bevat een ontmoetingsruimte en kinderkerk, een kleine en grote vergaderruimte, een consistorie, keuken, garderobe en toiletten. De opties betreffen nieuwbouw aan de kerk zelf, op de plek van een voormalig schooltje of op een aangrenzend fietspad.131