• No results found

Pest en de duivel (Dracula)

Pest (Latijn: pestis) betekent plaag en zo werd de ziekte in de middeleeuwen genoemd. Het woord Zwarte Dood werd soms maar altijd in algemene zin gebruikt voor een dodelijke ziekte (waarbij de dood per definitie als zwart werd voorgesteld). Het is daarom altijd de vraag geweest of de dodelijke uitbraken van de pest in de geschiedenis ook werkelijk door de ziekte werden veroorzaakt die wij de pest noemen en die wordt veroorzaakt door de bacterie Yersinia pestis, maar sinds een paar jaar is men op grond van DNA-onderzoek zeker dat in ieder geval de grootste uitbraak – die van de 14de eeuw en die we de Zwarte Dood noemen – en die van erna (maar ook die van Justinianus van de 6de eeuw) echt uitbraken van de builenpest waren (de pest kent drie vormen: builenpest, longpest en pestscepsis). De beschrijvingen uit die tijd komen ook overeen met de symptomen van builenpest:

het begint met koorts en opgezette lymfeklieren (‘builen’) in de lies of oksels waarna de builen zich verspreiden over het lichaam en tot slot ontstaan er huiduitslag (zwarte vlekken), sterft het weefsel af, heeft men extreme pijn en braakt men voortdurend bloed. Meestal sterft men binnen een paar dagen na de eerste ziekteverschijnselen. De Yersinia pestis is geëvolueerd uit de bacterie

pseudotuberculosis en is mogelijk zo virulent geworden door een bacteriofaag (dat is een virus dat een bacterie infecteert). Een ander opmerkelijk feit is dat in het evolutionaire selectieproces mensen met een toevallige mutatie die hen immuun maakt voor de pest zijn geselecteerd en dat hun

nakomelingen met dezelfde mutatie nu immuun zijn tegen HIV (zowel Yersinia pestis als HIV

3

infecteert de witte bloedlichaampjes en valt het lymfisch systeem aan), zodat een deel van met name de Noord-Europeanen immuun is tegen HIV vanwege de Zwarte Dood.

Zoals bekend maakte de pest enorm veel slachtoffers in de middeleeuwen, maar in feite werd de ziekte pas in 1347 in Europa geïntroduceerd (of eigenlijk geherintroduceerd want zeker Europa kent al vele duizenden jaren pestuitbraken) waarna er tot in de 17de eeuw altijd wel ergens in Europa een uitbraak was (en elders tot in de 19de en zelfs de 20ste eeuw; de ziekte komt nog steeds voor in een aantal landen, met name in zuidelijk Afrika). Wel gaf die eerste uitbraak in 1347 de meeste doden: in een paar jaar doodde het meer dan 50 miljoen en daarmee zeker een derde van alle Europeanen en in heel de wereld nog veel meer. Men denkt dat klimaatverandering de oorzaak is geweest: vanuit centraal-Azië begonnen marmotten en daarna ratten vanwege droogte naar bevolkte gebieden te trekken waarna ze de mens volgden langs de zijderoute naar de Krim. Aldaar werden

koopvaartlieden uit Genua besmet die de ziekte naar Italië brachten waarna in een jaar tijd een groot deel van Europa ermee te maken kreeg. Mede vanwege de handel ofwel globalisering werd het zo wellicht de eerste echte pandemie.

De verwoesting die de pest bracht was zo groot dat de middeleeuwse, feodale orde bezweek en er meer ruimte kwam voor betere lonen voor vrije arbeiders alsmede machines omdat er een tekort aan arbeidskracht was. De pestepidemie gaf zo een beslissende impuls waarmee de moderniteit werd ingeluid. Daarbij is ook de Renaissance (‘hergeboorte’) en daarmee het typisch moderne wereldbeeld wellicht een gevolg van de pest: niet alleen gaf de verwoesting ruimte voor een nieuw begin – en de moderne tijd zou voortdurend blijven vernieuwen met politieke revoluties en nieuwe ideeën als haar wezenskenmerk – maar een religieus nieuw begin (hergeboorte) omdat God als het ware werd geacht door de wereld en de mens (humanisme) te schijnen. De wereld werd maakbaar en de mens een schepper waarbij de natuur en het individu en in het protestantisme ook het gezin en de arbeid – het wereldse – werden geheiligd. Een cultureel belangrijke uiting als gevolg van de pest was daarbij het afbeelden van de danse macabre (dodendans) vanaf de 15de eeuw die de mensen herinnerde dat in de dood iedereen wordt verenigd en – in politiek opzicht belangrijk want in scherpe tegenstelling tot de middeleeuwse hiërarchie – dat in de dood iedereen gelijk is. In een tekst uit 1460:

Emperor, your sword won't help you out Sceptre and crown are worthless here I've taken you by the hand

For you must come to my dance

Uiteraard hadden de mensen toen geen idee wat de ziekte veroorzaakt. De kennis dat infectieziekten worden overgedragen door micro-organismen werd pas eind 19de eeuw mainstream (al had Antonie van Leeuwenhoek al in de 17de eeuw de micro-organismen – “dierkens” – onder z’n microscoop ontdekt) en rond diezelfde tijd werd de Yersinia pestis geïsoleerd en ontdekt dat een vlooi op met name zwarte ratten de bacterie overbrengt door bv. een mens te bijten (naast betere hygiëne was het verdrijven van de zwarte rat door de bruine rat in Europa een factor voor het verdwijnen van de pest na 1750). Tot die tijd was de zogeheten miasmatheorie dominant: miasma is Grieks voor vervuiling en zo ook meende men dat de pest wordt overgedragen door vervuiling en in het verlengde daarvan slechte lucht (waar ook de ziektenaam ‘malaria’ – Italiaans voor ‘slechte lucht’ – vandaan komt). In feite wordt hier natuurlijk oorzaak en gevolg omgedraaid: de stank van verrotting is niet de oorzaak maar een gevolg van ziekte en dood (maar zijn we ook biologisch geprogrammeerd om bij stank en daarmee bij mogelijke besmettelijke ziekte vandaan te blijven). De universiteit van

4

Parijs kwam ten tijde van de Zwarte Dood tot de conclusie dat de slechte lucht op 20 maart 1345 was ontstaan door een samenstand van Jupiter, Saturnus en Mars op die dag. Uiteraard meenden velen dat de plaag een straf van God was zodat het gebruik van openbare zelfgeseling (flagellantisme) een piek bereikte tijdens de Zwarte Dood. De kerk verbood overigens deze praktijk als heidens en flagellanten werden op de brandstapel gezet. In die latere middeleeuwen ontstonden steeds meer conflicten met de Kerk waarmee ook de moderniteit werd voorbereid waarbij die moderniteit echter juist pas echt christelijk is: de Kerk heeft z’n wortelen in onder meer Griekse wijsheid en Romeinse hiërarchie, maar in de middeleeuwen ontstonden steeds meer bewegingen die zich tegen de kerk keerden om een authentiek christelijk leven te kunnen leiden zoals de bedelordes die – in contrast met de rijke, decadente kerk die ver boven het volk stond – zich uitdrukkelijk onder het volk mengden en een belofte van armoede en kuisheid aflegden.

De flagellanten brachten echter ook vaak pogroms op joden op gang. Nu men geloofde dat ziekten ontstaan door vervuiling werden joodse gemeenschappen regelmatig beschuldigd het drinkwater te hebben vergiftigd. De joden werden als zondaars en vaak zelfs als duivels opgevat omdat zij niet in Jezus als de Messias geloven: de mens is geneigd tot het kwaad maar in het geloof kan hij zich op een quasi-platoonse wijze bekeren tot het goede (de ziel draait zich niet van de zintuiglijke buitenwereld af om zich naar binnen en de Ideeën te keren, zoals bij Plato, maar de blik draait van beneden met de Aardse verleidingen naar boven), welke bekering door joden wordt afgewezen zodat zij ‘bewust’ op het kwaad blijven gericht. In de moderne tijd werd de leer vervangen door een moderne, biologische leer die op de diaspora berust (de Jood als dolende materialistische egoïst doordat hij door

rasvermenging z’n raszuiverheid en vitaliteit zou hebben verloren) – Hitler verwierp ook de middeleeuwse theorie – maar toch liggen zij in elkaars verlengde: men herkent het thema van de vergiftiging doordat de Jood de andere volkeren zou willen ondermijnen door overal rasvermenging te bepleiten en zoals de christen zijn joodsheid (egoïsme) heeft overwonnen in het geloof, zo heeft de burger zijn individualisme (egoïsme) overwonnen in de moderne natiestaat (één voor allen, allen voor één). De individualistische Jood integreert niet maar assimileert wel waardoor hij gevaarlijk is: je herkent de jood niet. Het ging er de nazi ’s dan ook allereerst om om de Jood te ontmaskeren en te markeren zodat hij zichtbaar wordt als Jood, die duivelse grensvervager en vergiftiger van volkeren.

Reeds in de late middeleeuwen moesten joden een onderscheidend teken dragen. Maar ook de huizen van de families waar de pest was geconstateerd – omdat het een besmettelijke ziekte is werden vaak familieleden opeenvolgend ziek – werden gemarkeerd zodat men die kon mijden. In zekere zin bewerkstelligde men wat men bestreed: door individuen te markeren en te isoleren maakte men die ook tot individuen in plaats men dat men een gemeenschap smeed. Op die wijze anticipeerde zowel de jodenhaat als de pest het moderne individualisme dat overigens de kern van het christendom is: de kruisdood van Jezus leert dat een individu niet mag worden geofferd voor het algemene belang en Jezus zegt dat hij het zwaard brengt dat gemeenschappen en zelfs bloedbanden doorklieft, nu het geloof een persoonlijke zaak is. Waar religie van oudsher een gemeenschap of volk – zijn waarden en gebruiken – definieert, staat het christelijk geloof geheel los van je herkomst of nationaliteit (scheiding kerk en staat) waarmee het christendom een universele gemeenschap wil vormen. De Europese Unie is in wezen een heropleving van de middeleeuwse (christelijke) waardengemeenschap die Europa zou verenigen.

Het middeleeuwse wereldbeeld was ‘betoverd’: een ding is er niet zomaar een ding maar betekent iets dus is zelf een teken dat naar iets anders – iets bovennatuurlijks – verwijst. Zo wordt de jood vaak als uil afgebeeld op middeleeuwse afbeeldingen. De uil werd namelijk opgevat als een dier dat naar de duivel of jood verwijst. Immers, de uil heeft een menselijk gezicht (en omgekeerd worden

5

joden in het antisemitisme vaak afgebeeld met een haakneus dat naar de uilensnavel verwijst) en gaat ’s nachts stil en heimelijk op rooftocht. Dat de uil bv. z’n hoofd bijna helemaal rond kan draaien komt terug in de film van The Exorcist waarin het meisje dat door de duivel is bezeten haar hoofd ronddraait. Het verschijnen van een uil werd opgevat als de aankondiging van de dood. In dit

wereldbeeld past ook magie en astrologie: iets kan elders effect hebben doordat het ene een teken is voor het andere. Nu zou de moderne wereld ‘onttoverd’ worden (een uil is gewoon een uil), maar een zekere romantische heimwee naar de middeleeuwse betekenisvolle wereld zou in met name de 19de eeuw onder meer sprookjes (middeleeuwse volksvertellingen) en gothic novels populair maken.

De gothic novels zijn een reactie op de Verlichting met haar gerichtheid op rede, natuur en

vooruitgang, en flirt met het mysterieuze, het sublieme (bovenredelijke), het bovennatuurlijke, het verval en de dood. Het woord gotisch verwijst naar de gotische bouwstijl van de late middeleeuwen (de term ‘gotisch’ is een spotnaam uit de Renaissance: de Goten waren plunderaars en zouden de klassieke cultuur hebben vernietigd en de mensheid zo in de ‘duistere’ middeleeuwen hebben gestort). De kern van een gothic novel moet filosofisch of symbolisch zijn en de esthetiek subliem waarbij Burke’s theorie over het sublieme uit 1757 wordt gevolgd: het sublieme produceert de sterkste emotie dat meestal wordt opgewekt door angst (terror) en die angst heeft het obscure nodig want moet een angst voor het onbekende zijn. De bekendste gothic novel is Stokers Dracula uit 1897 en die speelt zich ook af in de middeleeuwen (de naam Dracula is ontleend aan een echte Dracula in Transsylvanië die in de 15de eeuw mogelijk 100.000 mensen martelde en doodspietste). De roman heeft antisemitische ondertonen: Dracula is een buitenlandse zakenman (makelaar in onroerend goed) uit het Oosten waarbij hij als een parasiet bloed zuigt om zich te laven aan de levenskracht van anderen. De Duitse adaptatie van het verhaal in de klassieke stomme film Nosferatu uit 1922 is nog antisemitischer: Dracula ziet eruit als een typische karikatuur van de Jood, kan nu niet meer tegen daglicht en waar bij Stoker Dracula de meester is over ratten, vleermuizen en spinnen, is hij als Nosferatu meester over de ratten en laat hij het Duitse dorp overspoelen met ratten die de pest brengen (in de latere nazi-propagandafilm Der ewige Jude uit 1940 worden Joden nog eens expliciet vergeleken met ratten).