• No results found

patiëntveiligheid’ sinds de start in 2007 op en is van nabij betrokken bij het tweede meerjarenplan

In document KwaliTIJD - Samen voor goede zorg (pagina 40-42)

(2013-2017). Een gemotiveerd Q & S-team ondersteunt

de ziekenhuizen bij het uitvoeren van dit programma.

ziekenhuizen zich op vrijwillige basis konden inschrijven. Dit moest zorgen voor een meer coherente en gestructureerde aanpak, in tegenstelling tot de ad hoc aanpak zoals die voordien bestond. Het is ook de periode waarin er internationaal nogal wat literatuur over dit onderwerp verscheen. Een van de belangrijkste publicaties is ongetwijfeld ‘To err is human’, een document uit november 1999 van het Institute of Medicine. Dat heeft veel in gang gezet, waarna er ook in andere landen meerdere publicaties over kwaliteit en patiëntveiligheid verschenen.

In 2007 werd een eerste meerjarenplan opgestart voor de periode 2007-2012. Het contract   ‘Coördinatie kwaliteit en patiëntveiligheid’ dat de ziekenhuizen met de federale overheid kunnen afsluiten, bestaat uit drie pijlers. Wat houden die drie pijlers in?

Oorspronkelijk gingen we van start met een eenjarig contract. Dat was echter voor de ziekenhuizen noch voor ons werkbaar en dus kwam er een meerjarenplan gebaseerd op de triade van Donabedian waarbij je zorg vanuit drie standpunten kan benaderen: vanuit structuren, vanuit processen en vanuit resultaten. Vertaald naar de ziekenhuizen houdt de pijler ‘structuur’ onder meer de ontwikkeling en implementatie in van een zogenaamd veiligheidsmanagementsysteem (VMS). Dat is zowel een meld- en leersysteem voor (bijna-)incidenten, een cultuurmeting, retrospectieve incidentanalyse en proactieve risico-analyse. Meteen is de brug gelegd naar de tweede pijler: ‘zorgprocessen’. In een eerste fase werd de focus gelegd op intramurale zorgprocessen, vanaf 2011 op transmurale zorgprocessen. Binnen de pijler ‘resultaten’, deden we een bevraging naar de indicatoren die ziekenhuizen gebruikten om kwaliteit bij te sturen. Dat bleken er gemiddeld honderd per ziekenhuis te zijn, een onrealistisch aantal.

Wat leverde dit in het verleden op als resultaat? En werden er lessen uit getrokken?

We weten niet of de zorgprocessen verbeterd zijn. We kunnen deze veranderingen niet nagaan en objectiveren aangezien dit niet behoort tot de bevoegdheden van de federale overheid. We weten ook niet of het contract tot alle geledingen van het ziekenhuis doordringt. De kwaliteits-/patiëntveiligheidscoördinator houdt er zich mee bezig, maar of ook directie, artsen en verpleegkundigen ervan op de hoogte zijn, is de vraag. Nochtans is actieve betrokkenheid van het management cruciaal om veranderingen door te voeren. We zien vaak dat er ad hoc initiatieven genomen worden, terwijl wij net naar een meer systematische aanpak willen evolueren.

In 2007 en 2011 werd in kader van het contract een

patiëntveiligheidscultuurmeting georganiseerd met behulp van een gevalideerde Amerikaanse vragenlijst met 42 vragen. Alle zorgverleners in de instelling werden uitgenodigd om aan deze bevraging te participeren. Daaruit komen geen harde feiten, maar eerder een perceptie van de situatie. Die 42 vragen worden gegroepeerd in twaalf domeinen. Het domein dat het beste scoort qua perceptie (tussen 60 en 80%) is teamwerk binnen de afdeling: zorgverleners vinden dat er binnen het team goed en veilig gewerkt wordt. Teamwerk doorheen het ziekenhuis wordt dan weer slecht gepercipieerd. Zo oordeelt

bijvoorbeeld 70% van de zorgverstrekkers dat transfers van patiënten

binnen het ziekenhuis niet veilig verlopen. In het algemeen zien we tussen 2007 en 2011 geen grote vooruitgang. Dat is misschien mee te verklaren omdat zorgverleners meer kennis hebben verworven over patiëntveiligheid en daardoor kritischer geworden zijn. In het tweede meerjarenplan werken we opnieuw met deze vragenlijst. Ondertussen vragen we dat de ziekenhuizen de resultaten terugkoppelen naar het personeel. Internationaal zijn we een van de eerste landen die een cultuurmeting hebben opgelegd en na de VS hebben we de tweede grootste gegevensbank hieromtrent.

In 2012 vroegen we de ziekenhuizen het gebruik van de checklist bij een operatie te meten aan de hand van een steekproef en op twee data de eerste 25 operaties te bekijken. Voor artsen is dat soms moeilijk te aanvaarden omdat zij vanuit hun opleiding niet hebben geleerd te werken met steekproeven, maar wel met een onderzoek van een volledige populatie. In het kader van kwaliteitsverbetering is dat evenwel niet nodig: steekproeven geven ook een goede weergave van de resultaten. We vragen de ziekenhuizen steeds om resultaten terug te koppelen naar de betrokken zorgverleners. Het is één van de manieren om verder te sensibiliseren en zorgverleners te betrekken bij het verbeteren van de zorg.

Hoe zullen de activiteiten over kwaliteit en patiëntveiligheid verder evolueren? Wat houdt het tweede meerjarenplan effectief in?

We weten dat de kwaliteits-en patiëntveiligheidscoördinatoren in de ziekenhuizen geëngageerd meewerken. Zij moeten echter

ondersteuning krijgen van artsen die het klinisch leiderschap op zich dienen te nemen en van directies die het algemeen leiderschap voor hun rekening moeten nemen. Om daartoe te komen, bevat het tweede meerjarenplan (2013-2017) zowel specifieke als generieke thema’s. Voor de acute ziekhuizen zijn de specifieke thema’s hoog risico medicatie, safe surgery, identitovigilantie en transmurale zorg. Voor psychiatrische ziekenhuizen hoog risico medicatie, identitovigilantie of vrijheidsbeperkende maatregelen en transmurale zorg. Voor de SP- ziekenhuizen ten slotte zijn de thema’s hoog risico medicatie, identitovigilantie en transmurale zorg. De generieke thema’s hebben meer met cultuur te maken: het veiligheidsmanagementsysteem, leiderschap, communicatie en patiënt- en familie empowerment. Dit jaar moesten de ziekenhuizen voor de meeste thema’s een zelfevaluatie doen zodat ze de knelpunten kennen en weten waar er iets moet veranderen. Op basis hiervan stellen ze in 2014 prioritaire verbeteracties voor die uitgewerkt worden in een stappenplan. Een procesmatige aanpak is hierbij cruciaal. De ad hoc projectbenadering moet worden verlaten. Vervolgens hebben ziekenhuizen drie jaar de tijd om de procesmatig ontwikkelde verbeteracties te borgen. Tegen 2017 wordt verwacht dat de ziekenhuizen de 16 criteria behalen. Het Q & S- team biedt de ziekenhuizen hierbij de nodige ondersteuning.

We zijn tevreden dat de respons vanuit de ziekenhuizen zo groot is. 184 van 193 ziekenhuizen nemen momenteel deel: 98% van de Vlaamse ziekenhuizen, 95% van de Waalse en 81% van de Brusselse. Nog een positieve evolutie: het werken aan kwaliteit is niet langer een eenmanszaak. Vandaag staat er vaak een team en steeds meer directies zetten zich expliciet in. Kortom, de cultuur verandert en ziekenhuizen besteden meer aandacht en middelen aan kwaliteit van zorg. 쮿

42 TOEKOMST

M

et ondersteuning van de FOD Volksgezondheid werd tussen 2007 en 2009 een basismeting van de veiligheidscultuur gedaan in alle ziekenhuizen die instapten in het federale meerjarenplan Kwaliteit en Patiëntveiligheid. In 2011 werd een opvolgmeting uitgevoerd om na te gaan in welke mate de veiligheidscultuur in de ziekenhuizen was geëvolueerd. Aan de hand van een gevalideerde vragenlijst (Hospital Survey on Patient Safety Culture) werd gepeild naar de percepties van de ziekenhuis -

medewerkers op een brede waaier van aspecten met betrekking tot patiëntveiligheid. De hoge deelname aan het onderzoek (voor elke meting meer dan 55000 respondenten) toont aan dat er alvast van het werkveld een grote bereidheid is om actief te participeren in patiëntveiligheidsinitiatieven.

Significante vooruitgang

De resultaten van het cultuuronderzoek werden anoniem teruggekoppeld naar de deelnemende ziekenhuizen in een benchmarkrapport en indiceren – met enige variabiliteit tussen ziekenhuizen – een lichte maar significante vooruitgang voor de meeste aspecten van de veiligheidscultuur. Veiligheid op de afdeling wordt hierbij positiever beoordeeld door de ziekenhuismedewerkers dan veiligheid in de ziekenhuisbrede werking. Er werd vastgesteld dat het melden van incidenten en de overdracht van

patiënteninformatie in de ziekenhuizen knelpunten zijn die zelfs wat achteruit zijn gegaan, hoewel er in de federale contracten de nodige aandacht voor was. Ook het blijvende knelpunt van onderbestaffing en hoge werkdruk, voornamelijk voor de verpleegkundigen op specifieke momenten van de dag, schept risico’s voor de veiligheid van de zorg die op dit vlak nood heeft aan structurele oplossingen.

Nood aan optimale integratie

De bevindingen uit het veiligheidscultuuronderzoek suggereren de nood aan een optimale integratie van veiligheidscultuurstrategieën in het beleid, met een expliciet commitment van het

ziekenhuismanagement, leiderschap op alle niveaus van de

organisatie en een grotere betrokkenheid van de professionals. Veiligheidscultuur kan maar verbeterd worden mits een aanpak op maat van afdelingen en betrokkenen. Standaardiseren van

informatie en processen zijn hierbij erg belangrijk, maar niet sluitend voor veiligheid en dus onvoldoende als aanpak. Het is een grote uitdaging om de zorgprofessional actiever te laten participeren in veiligheidsinitiatieven en het risicobewustzijn en het

verantwoordelijkheidsgevoel van de professional te verhogen. Kennisverhoging, het trainen van teamwerk en communicatie zijn elementaire middelen om de aandacht voor veiligheid te verbeteren. Maar om een gedragsverandering bij de zorgprofessionals te bewerkstelligen, moet een positieve context gecreëerd worden, waarin in alle openheid incidenten kunnen gemeld worden, waarin geleerd kan worden en waarin zorgprofessionals aangemoedigd worden om veilig te handelen. De rol van de leidinggevenden hierin is cruciaal. Hoewel de acties die leidinggevenden ondernemen op vlak van patiëntveiligheid vrij positief ervaren worden, duiden de resultaten van de veiligheidscultuurmetingen op een belangrijke kloof in percepties tussen de leidinggevenden en de professionals op het werkveld, vooral op het vlak van een niet bestraffende context.

Uitdaging

Het realiseren van een groter commitment van het

ziekenhuismanagement, de leidinggevenden en de professionals vormt een belangrijke uitdaging, opdat een cultuur kan ontstaan waarin veilig werken de norm is. Dieper inzicht in de relatie tussen veiligheidscultuur in het ziekenhuis en het veiligheidsgedrag van zorgprofessionals en de beïnvloedende factoren kan verdere aanknopingspunten bieden in de weg naar een cultuurverandering. De UHasselt en het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid plannen in deze context een gezamenlijk onderzoek naar de relatie tussen veiligheidscultuur en de naleving van handhygiëne. Ziekenhuizen zullen binnenkort uitgenodigd worden om hun deelname aan dit onderzoek te bevestigen. 쮿

Veiligheidscultuur:

betrokkenheid van ziekenhuismanagement,

In document KwaliTIJD - Samen voor goede zorg (pagina 40-42)