• No results found

16.1 (Partners van) aandeelhouders met een aanmerkelijk belang

In document Handboek Loonheffingen 2020 (pagina 171-174)

Voor personen die werken voor een vennootschap of coöperatie en daarin, eventueel samen met hun fiscale partner, een aanmerkelijk belang hebben, geldt de gebruikelijkloonregeling. Soms geldt voor hen ook een fictief loon.

Aanmerkelijkbelanghouder

Iemand is aandeelhouder met een aanmerkelijk belang als hij, eventueel met zijn fiscale partner:

- 5% of meer van de aandelen heeft in een vennootschap

- rechten heeft om voor 5% of meer aandelen in een vennootschap te kopen

- winstbewijzen heeft om 5% of meer van de jaarwinst – of van een uitkering bij liquidatie – van de vennootschap te krijgen

- voor 5% of meer stemrecht heeft in de algemene vergadering van een coöperatie of een vereniging op coöperatieve grondslag

Voor deze regeling is de fiscale partner van de aanmerkelijkbelanghouder:

- de echtgenoot of geregistreerd partner

- degene met wie de aanmerkelijkbelanghouder op hetzelfde woonadres staat ingeschreven in de Basisregistratie Personen (BRP)

Zij moeten dan bovendien voldoen aan 1 van de volgende voorwaarden:

- De aanmerkelijkbelanghouder en zijn partner hebben samen een notarieel samenlevingscontract.

Beiden moeten dan meerderjarig zijn.

- De aanmerkelijkbelanghouder en zijn partner hebben samen een kind.

- De aanmerkelijkbelanghouder of zijn partner heeft een kind en de ander heeft dit kind erkend.

- De aanmerkelijkbelanghouder en zijn partner zijn meerderjarig en 1 van beiden heeft een minderjarig kind dat op hetzelfde adres staat ingeschreven. Maar als de aanmerkelijkbelanghouder en zijn partner een zakelijke huurovereenkomst hebben, zijn ze in dit geval geen fiscaal partners.

- De aanmerkelijkbelanghouder en zijn partner staan als partners geregistreerd bij een pensioenfonds.

- De aanmerkelijkbelanghouder en zijn partner zijn beiden eigenaar van de woning die hun hoofdverblijf is.

- De aanmerkelijkbelanghouder en zijn partner waren in het voorgaande jaar al fiscale partners.

Voldoen de aanmerkelijkbelanghouder en zijn partner slechts een deel van het jaar aan 1 van deze

voorwaarden? Dan kunnen zij kiezen om het hele jaar fiscale partners te zijn. Tenzij ze het hele jaar samen in de BRP staan ingeschreven. Dan kunnen zij niet kiezen: zij zijn dan het hele jaar fiscale partners.

Gebruikelijkloonregeling

Voor (partners van) een aanmerkelijkbelanghouder geldt de gebruikelijkloonregeling. De

gebruikelijkloonregeling bepaalt hoe hoog het loon van de aanmerkelijkbelanghouder minimaal moet zijn.

Voor de berekening van dat loon zijn de begrippen 'meest vergelijkbare dienstbetrekking' en 'verbonden vennootschap' van belang. Voor aanmerkelijkbelanghouders die werken voor start-ups, geldt een versoepeld regime (zie hierna bij 'Start-ups'). En ook startende ondernemingen en ondernemingen die verlies lijden, mogen in bepaalde gevallen van een lager gebruikelijk loon uitgaan (zie hierna bij 'Startende ondernemingen' en 'Ondernemingen die verlies lijden').

Meest vergelijkbare dienstbetrekking

Voor de berekening van het loon dient u een vergelijking te maken met de 'meest vergelijkbare

dienstbetrekking'. U kunt dus een vergelijking maken met het loon van werknemers die niet precies hetzelfde werk doen. Daardoor is het bijvoorbeeld mogelijk om het loon van een orthodontist vast te stellen op basis van het loon van een tandarts in loondienst.

Verbonden vennootschap

Een met uw vennootschap verbonden vennootschap is:

- een vennootschap waarin uw vennootschap voor ten minste 1/3-gedeelte belang hebt - een vennootschap die voor ten minste 1/3-gedeelte belang heeft in uw vennootschap

- een vennootschap waarin een derde partij voor ten minste 1/3-gedeelte belang heeft, terwijl deze derde partij ook voor minimaal 1/3-gedeelte belang heeft in uw vennootschap

Berekening gebruikelijk loon

We gaan ervan uit dat de aanmerkelijkbelanghouder een loon krijgt dat gebruikelijk is voor het niveau en de duur van zijn werk. Dit loon is het hoogste van de volgende bedragen:

- 75% van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking

- het loon van de meestverdienende werknemer van u of van een verbonden vennootschap - € 46.000

U mag het loon in de volgende gevallen op een lager bedrag vaststellen:

- U maakt aannemelijk dat het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking lager is dan € 46.000. U stelt dan het loon op 100% van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking.

- U maakt aannemelijk dat 75% van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking lager is dan het loon van de meestverdienende werknemer van u of van een verbonden lichaam. U stelt het loon op 75%

van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking met een minimum van € 46.000.

Voorbeeld

Het loon van de meestverdienende werknemer is € 50.000. U maakt aannemelijk dat een andere dienstbetrekking meer vergelijkbaar is met de dienstbetrekking van de aanmerkelijkbelanghouder.

Het loon van de meest vergelijkbare dienstbetrekking is € 40.000. Dat is lager dan € 46.000. U stelt

het loon van de aanmerkelijkbelanghouder daarom vast op € 40.000 (100% van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking).

Als wij vinden dat een hoger loon aannemelijk is, kunnen wij eventueel tegenbewijs leveren.

Deeltijdsituaties

Werkt een aanmerkelijkbelanghouder in deeltijd voor u? Dan mag u het gebruikelijk loon niet automatisch op een lager bedrag vaststellen dan € 46.000. Ook in dit geval moet u aannemelijk maken dat een evenredig deel van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking of het loon van de meestverdienende

werknemer lager is dan € 46.000. Als u dat aannemelijk kunt maken, gaat u uit van het evenredige bedrag van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking of van het loon van de meestverdienende werknemer.

Voorbeeld

Een aanmerkelijkbelanghouder werkt 2 dagen per week voor u. Als u aannemelijk kunt maken dat het loon van de meest vergelijkbare dienstbetrekking voor een voltijdsfunctie € 60.000 is, dan mag u het gebruikelijk loon vaststellen op 2/5 van € 60.000 (€ 24.000).

Gebruikelijk loon € 5.000 of lager

Krijgt een aanmerkelijkbelanghouder geen loon voor zijn werkzaamheden en is zijn gebruikelijk loon niet hoger dan € 5.000? Dan hoeft u geen loonheffingen over dat gebruikelijke loon te betalen. De grens van € 5.000 wordt niet per onderneming getoetst, maar geldt voor alle werkzaamheden van de aanmerkelijkbelanghouder.

Betaalt u wel loon – ook al is dat lager dan € 5.000 – dan moet u wel loonheffingen betalen. De grens van € 5.000 wordt niet per onderneming getoetst, maar geldt voor alle werkzaamheden van de aanmerkelijkbelanghouder.

Partner en kinderen aanmerkelijkbelanghouder

Voor de partner van de aanmerkelijkbelanghouder die werkt voor de vennootschap, geldt de

gebruikelijkloonregeling op dezelfde manier. Voor de bloed- of aanverwanten in de rechte lijn van de

aanmerkelijkbelanghouder of de partners van die bloed- of aanverwanten die werken voor de vennootschap, geldt de gebruikelijkloonregeling op dezelfde manier, als zij aandelen in of winstbewijzen van de

vennootschap hebben.

Afspraken over de gebruikelijkloonregeling

Het kan zijn dat wij met u een afspraak hebben gemaakt over de toepassing van de gebruikelijkloonregeling.

Als u op basis van deze afspraak een loon in aanmerking moest nemen van meer dan € 44.000, dan is deze afspraak per 1 januari 2015 vervallen.

Maar u mag de afspraak blijven toepassen, als u het te genieten loon verhoogt tot 75/70 van het loon dat u volgens de afspraak hebt berekend. Deze toezegging geldt tot het moment waarop de afspraak zou aflopen of als wij u eerder meedelen dat deze toezegging niet meer geldt. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn als wij een nieuwe afspraak met u willen maken. U kunt ook besluiten om de nieuwe regels toe te passen of om ons te benaderen voor het maken van een nieuwe afspraak.

Let op!

- Het gebruikelijk loon is het 'loon voor de loonbelasting/volksverzekeringen' (kolom 14 van de loonstaat), vermeerderd met individualiseerbaar eindheffingsloon. Dit loon is dus inclusief de bijtelling van het voordeel van een ter beschikking gestelde auto (zie ook paragraaf 21.3 en 21.4) en ná toepassing van de wettelijke vrijstellingen, zoals de vrijstelling van pensioenpremie.

Deelname aan een pensioenregeling kan dus gevolgen hebben voor de toepassing van de gebruikelijkloonregeling (zie ook paragraaf 19.4).

- Een aandeelhouder met een aanmerkelijk belang is niet altijd verzekerd voor de werknemersverzekeringen. Bijvoorbeeld: een directeur-grootaandeelhouder is wel een

aandeelhouder met een aanmerkelijk belang, maar is niet verzekerd (zie paragraaf 16.1.1). Als de aandeelhouder met een aanmerkelijk belang wél verzekerd is, geldt de gebruikelijkloonregeling ook voor de premies werknemersverzekeringen.

In document Handboek Loonheffingen 2020 (pagina 171-174)