• No results found

Paragraaf Verbonden Partijen

In document Jaarstukken 2017.pdfPDF, 3,7 MB (pagina 81-87)

2 Jaarverslag

2.2 Paragrafen

2.2.6 Paragraaf Verbonden Partijen

Inleiding

De gemeente Zoetermeer is actief in netwerken van beleids- en uitvoeringsorganisaties. Bij een deel van die organisaties is de gemeente ook bestuurlijk en financieel betrokken. In dat geval is sprake van een ‘verbonden partij’. Een bijzondere vorm hiervan zijn de samenwerkingsverbanden die in het leven zijn geroepen om gemeentelijke taken in gezamenlijkheid uit te voeren. Dit soort

samenwerkingsverbanden levert een grote bijdrage aan het realiseren van maatschappelijke doelen, maar levert door zijn aard ook bestuurlijke en financiële risico’s op.

2.2.6.1 Kadernota verbonden partijen

Korte inhoud kadernota en checklist Verbonden partijen

In de kadernota Verbonden partijen (geactualiseerd in 2016) zijn beleidsrichtlijnen opgenomen

waaraan de (beoogde) deelname aan (nieuwe) samenwerkingsverbanden getoetst moet worden. Ook is een checklist beschikbaar, die kan worden gebruikt bij afwegingen over het aangaan, inrichten of herzien van een samenwerkingsverband. De checklist is niet limitatief, maar geeft de belangrijkste onderwerpen aan, waarover moet worden nagedacht om op de grootste risico’s bij samenwerking een passend antwoord te hebben.

De gemeente Zoetermeer hanteert een bredere definitie voor een verbonden partij dan de definitie die in het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) staat vermeld. Er is gekozen voor de term

Samenwerkingsverband. Dit betekent dat ook partijen in ogenschouw worden genomen, waarin de gemeente een bestuurlijk óf (BBV vermeldt: ‘én’) een financieel belang heeft.

Definitie Samenwerkingsverband

Een samenwerkingsverband bestaat tussen de gemeente en één of meer andere publieke en/of private partijen en heeft een eigen juridische entiteit, waarin activiteiten in organisatorisch verband worden uitgevoerd en de gemeente een bestuurlijk, financieel, integriteits- of ander risico loopt. Deze definitie sluit samenwerkingsverbanden zonder juridische entiteit, zoals subsidieverstrekkingen, leningen en garantstellingen, uit en deze vallen buiten de reikwijdte van de kadernota Verbonden Partijen.

De nota bevat beleidsrichtlijnen die betrekking hebben op vier terreinen:

- Afwegingskader: Is sprake van toegevoegde waarde en is sprake van het meest geëigende middel?

- Publiekrechtelijke of privaatrechtelijke samenwerking: Afhankelijk van de aard van de activiteiten (in ieder geval publiek belang) en het doel van de samenwerking.

- Rolverdeling: Wie en hoe vervullen de gemeentelijke vertegenwoordigers hun rol als bestuurslid en hoe gaan zij om bij conflicterende belangen tussen het samenwerkingsverband en de gemeente?

- Good-governance: Regie op de samenwerking borgen de aspecten: sturen, beheersen, verantwoorden en toezicht houden.

2.2.6.2 Belangrijke ontwikkelingen

Hieronder staan de belangrijkste ontwikkelingen van verbonden partijen vermeld.

Eneco

Op 31 januari 2017 is Eneco gesplitst in twee afzonderlijke bedrijven. Het netwerkdeel gaat onder de naam Stedin zelfstandig verder; het productie- en leveringsbedrijf gaat verder onder de naam Eneco Groep. Het nieuwe bedrijf Stedin is een onderdeel dat verplicht in overheidshanden moet blijven. Voor het nieuwe bedrijf Eneco Groep gelden geen wettelijke belemmeringen om eventueel tot vervreemding over te gaan. De 53 aandeelhoudende gemeenten zijn kort na de splitsing een gezamenlijk traject gestart om verkoop van aandelen mogelijk te maken. Dit traject bestaat uit een consultatiefase en een

zogenaamde transactiefase. In de consultatiefase hebben alle aandeelhouders zich uitgesproken of zij hun belang in Eneco Groep in principe willen behouden of afbouwen. Op 2 oktober 2017 heeft de gemeenteraad van Zoetermeer het principebesluit genomen ”tot het afbouwen van het

aandeelhouderschap in Eneco Groep N.V.” In totaal hebben 41 aandeelhouders, met een totaal aandeel van 74,55% van het geplaatst aandelenkapitaal, het principebesluit tot afbouw genomen.

Gegeven de uitkomst van het consultatieproces is eind 2017 gestart met de voorbereiding van het transactieproces. Met Eneco Groep is afgesproken dat de verkoop in onderling overleg plaatsvindt en dat aan de verkoop een aantal voorwaarden wordt gekoppeld, dat recht doet aan de eigenheid van Eneco (bijvoorbeeld haar duurzame profiel). Doelstelling is de verkoop uiterlijk 31 december 2018 af te ronden.

In aanvulling op de voorbereiding van het transactieproces is er door de aandeelhouders ook aandacht gevraagd voor de inrichting en verantwoordelijkheden van het aandeelhouderschap. De huidige inrichting zoals opgenomen in de statuten wordt als ontoereikend ervaren om het

aandeelhouderschap op een goede manier te kunnen invullen. De mogelijke veranderingen in de bevoegdheden van de aandeelhouders staat prominent op de agenda in het overleg tussen de aandeelhouder(scommissie) en Eneco zelf.

Inkoopbureau H-10

Ter voorbereiding op de besluitvorming over de wijziging van de Gemeenschappelijke Regeling Inkoopbureau H-10 is een evaluatie uitgevoerd. Een van de maatregelen naar aanleiding van de bevindingen van deze evaluatie is het besluit de gemeenschappelijke regeling te verlengen tot 31-12-2018 om de gezamenlijke inkoop en contractering van de jeugdhulp namens de deelnemende gemeenten te continueren. Na het visietraject is nog een nadere analyse en uitwerking van verschillende modellen en scenario’s uitgevoerd, die betrekking heeft op het construct van de inkoopsamenwerking. De komende periode wordt deze analyse afgerond en moet door de tien deelnemende gemeenten worden besloten over het vervolg vanaf 1 januari 2019. Dan zal ook worden bepaald of de gemeenschappelijke regeling blijft gehandhaafd.

Dienst Sociale Werkvoorziening (DSW)

DSW heeft een roerig jaar achter de rug waarin belangrijke beslissingen zijn genomen over de toekomst. Na een langdurig dienstverband heeft de voormalig directeur afscheid genomen en in mei 2017 is de nieuwe directeur gestart.

Financiële situatie

Niet veel later bleek dat DSW kampte met aanzienlijke financiële tekorten. Op 1 juni 2017 kwamen de eerste signalen dat de realisatie achterliep op de begroting. Het Dagelijks Bestuur heeft de directeur opgedragen om de situatie te onderzoeken en te komen met een prognose. Uit deze prognose bleek dat het tekort voor 2017 ten opzichte van de begroting € 1,7 mln. zou bedragen, resulterend in een totale gemeentelijke bijdrage van € 2,5 mln.

Naar aanleiding van de tegenvallende cijfers heeft het Dagelijks Bestuur van DSW besloten een onafhankelijke financiële review te laten uitvoeren. Doel van deze review was een validatie van de gebruikte cijfers om te komen tot een stabiele prognose voor 2017. Daarnaast werd onderzoek gedaan naar de doorwerking van de onderliggende problematiek voor de meerjarenraming. Het accountantsbureau valideert in haar eindrapport de door DSW gebruikte cijfers en onderschrijft de prognose voor 2017.

Het onderzoek bevestigt dat het grootste gedeelte van het oplopende tekort wordt veroorzaakt door ingrepen van de rijksoverheid in de bijdrage aan de uitvoering van de sociale werkvoorziening. In de (meerjaren) begroting is met de omvang van de bezuinigingen onvoldoende rekening gehouden. Op de omvang van dit tekort heeft DSW geen invloed. Een kleiner deel van de tekorten wordt veroorzaakt door een tekort op de bedrijfsvoering.

Het Dagelijks Bestuur van DSW heeft bij de eerste signalen dat er mogelijk tekorten zouden optreden de directie opdracht gegeven om te onderzoeken waar op verantwoorde wijze kosten kunnen worden bespaard. Dit heeft, naast in de prognose opgenomen besparingen van 200.000 euro, geleid tot een taakstellende bezuiniging van € 200.000 in 2017, oplopend tot € 400.000 in 2018.

Het Dagelijks Bestuur heeft op basis van de uitkomsten van het onderzoek besloten de begroting voor 2018 en de meerjarenraming te herzien. De meerjarige gemeentelijke bijdrage komt daarin uit op

€ 3,1 mln.

Toekomstperspectief

Op 1 januari 2015 is de Participatiewet in werking getreden. De Participatiewet maakt een einde aan de instroom in de Wet sociale werkvoorziening (Wsw). Daarmee heeft de wet grote gevolgen voor de huidige uitvoeringsbedrijven. De verwachting is dat het aantal werknemers uit de doelgroep met gemiddeld rond de 6% per jaar zal dalen. De overhead zal steeds zwaarder doorwegen, waardoor kosten van de uitvoering oplopen en de levensvatbaarheid van de uitvoeringsbedrijven onder druk komt te staan.

De gemeenten Leidschendam-Voorburg, Rijswijk en Zoetermeer die samenwerken in de gemeenschappelijke regeling zijn daarom een strategische discussie begonnen over het

toekomstperspectief voor DSW. Dit om te voorkomen dat de gemeenschappelijke regeling door de gewijzigde wettelijke kaders terechtkomt in een neerwaartse spiraal waarbij een krimpende doelgroep en hogere overheadkosten zorgen voor een constante toestand van onrust.

Tijdens de gevoerde discussies is duidelijk geworden dat toekomstbeelden van de drie gemeenten voor een nieuwe gezamenlijke organisatie te ver uiteen liggen om in de huidige gemeenschappelijke regeling te blijven samenwerken. Ondanks de gedeelde voorkeur voor voortzetting van de regeling betekent de strategische positionering van de partners om geen trajecten voor nieuw-beschut werk en re-integratie in te kopen bij een krimpende populatie Wsw-trajecten de facto tot een ongewenst krimpscenario.

Het college van Zoetermeer kiest er onder deze omstandigheden voor de terugvaloptie naar opheffing van de gemeenschappelijke regeling voort te zetten. De opheffing van de huidige regeling biedt mogelijkheden de organisatie voort te zetten onder de directe aansturing van de gemeente

Zoetermeer. Hier liggen eveneens kansen voor een verdere integratie van de uitvoering van de Wsw met de uitvoering van nieuw beschut werk en re-integratie op de schaal van de gemeente Zoetermeer.

Het proces van het beëindigen van de gemeenschappelijke regeling verloopt in verschillende stappen.

Het college houdt voor het hele proces rekening met een doorlooptijd van 2 jaar. Met de

gemeenteraadsverkiezingen in zicht wil het college zorgen voor een zorgvuldige overdracht van dit dossier naar een nieuw college. Daartoe is een intentieverklaring opgesteld die door de colleges van de gemeenten Zoetermeer, Leidschendam-Voorburg en Rijswijk is ondertekend.

In de verklaring spreken de drie colleges de intentie uit om aan de slag te gaan met uitwerking van een sociaal werkbedrijf met de gemeente Zoetermeer als centrumgemeente, waar de gemeenten Leidschendam-Voorburg en Rijswijk in de toekomst werkplekken voor de SW-doelgroep inkopen. De verdere uitwerking vindt plaats onder leiding van het nieuwe college. Het nieuwe college zal de raad rond de zomer informeren over de uitwerking van de nieuwe toekomstige organisatie en het proces om binnen twee jaar te komen tot opheffing van de gemeenschappelijke regeling.

GGD Haaglanden

Op basis van een evaluatie in 2016 van de Gemeenschappelijke Regeling GGD Haaglanden heeft in 2017 een herijking plaatsgevonden, waarbij de governance, het takenpakket en het financiële kader

zijn herzien. Deze aanpassingen hebben tot een wijziging van de Gemeenschappelijke Regeling (GR) geleid. Daarbij zijn tevens de taken Veilig Thuis in de nieuwe GR ondergebracht, waarvan de naam nu luidt: Gemeenschappelijke Regeling GGD en VT Haaglanden.

Op grond van de GR GGD en VT Haaglanden functioneert een openbaar lichaam waarin een

regionale gezondheidsdienst, als bedoeld in de Wet publieke gezondheid, en een advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling, als bedoeld in de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Jeugdwet, zijn ondergebracht. De twee uitvoeringsorganisaties dragen de naam GGD Haaglanden respectievelijk Veilig Thuis. De raden hebben in december 2017 de colleges van deelnemende gemeenten toestemming gegeven tot wijziging van de GR. De gewijzigde GR is op 1 januari 2018 in werking getreden.

Over de diverse uitvoeringsdocumenten, die nodig zijn bij de gewijzigde regeling (raamovereenkomst, dienstverleningsovereenkomsten, documenten juridisch-bestuurlijk kader) vindt aansluitend

besluitvorming plaats.

Gemeenschappelijke Regeling Bleizo (GR Bleizo)

Bleizo is een gemeenschappelijke regeling van de gemeenten Lansingerland en Zoetermeer. Bleizo heeft als doel om te bevorderen dat de Vervoersknoop Bleizo wordt gerealiseerd en het gebied rondom de Vervoersknoop te ontwikkelen tot een hoogwaardig gebied met functies als kantoren, bedrijven en leisure.

Belangrijkste ontwikkelingen in 2017:

- Marktpartijen zien geen mogelijkheid om project TranSportium in oorspronkelijke opzet te realiseren (knelpunt financiering).

- Adventure World: de projectfinanciering is een reëel afbreukrisico. De timing/haalbaarheid is mede afhankelijk van het nieuwe bestemmingsplan (omgevingsplan Hoefweg-Zuid).

- Er is belangstelling voor kavels vanuit de logistieke sector.

- Het omgevingsplan Hoefweg-Zuid is ter inzage gelegd en er zijn zienswijzen tegen ingediend.

- Er is een marktinitiatief voor woningbouw op Bleizo (rondom OV knooppunt) door een consortium van grote marktpartijen. Woningbouw zit niet in het ontwikkelingsprogramma/opdracht voor

gebiedsontwikkeling Bleizo. Er is een eerste verkenning vanuit Bleizo uitgevoerd door bureau Posad:

woningbouw is haalbaar en wenselijk onder voorwaarden. Het vraagstuk woningbouw wordt nader uitgewerkt. Besluitvorming hierover is uitgesteld.

- In februari 2018 is een bestuursovereenkomst gesloten met de gemeenten Zoetermeer,

Waddinxveen en Lansingerland en de Provincie Zuid-Holland en VNO-NCW om gezamenlijk de Corridor A12 te versterken. Een onderdeel hiervan is dat gekeken wordt naar de bedrijventerreinen in dit gebied. Voor Bleizo is de afspraak gemaakt dat tot de zomer 2018 nader onderzoek plaatsvindt naar de (on)mogelijkheden van een aangepast ontwikkelprogramma voor Bleizo. Hierbij is

afgesproken dat partijen zich inspannen om de financiële gevolgen voor de GREX Bleizo hierbij te minimaliseren. Doel hiervan is de huidige dubbelbestemming voor grootschalige logistiek, zoals opgenomen in het in procedure zijnde omgevingsplan, overbodig te maken. Daarmee ontstaat elders in de A12-corridor ruimte voor nieuwe terreinen voor grootschalige logistiek. Mocht naar aanleiding van het onderzoek worden geconcludeerd dat de programmering van Bleizo en het

bestemmingsplan Hoefweg-Zuid moeten worden aangepast én alle partijen afspraken hebben gemaakt over (de verdeling van) de financiële consequenties en risico’s hiervan, dan zal dit aan het aan de gemeenteraden van Zoetermeer en Lansingerland ter besluitvorming worden voorgelegd en (indien nodig) de grondexploitatie hier op worden aangepast.

- De bouw van station Lansingerland-Zoetermeer (de vervoersknoop) verloopt binnen planning en begroting. De overkluizing A12 is succesvol uitgevoerd.

Bedrijvenschap Hoefweg

Het Bedrijvenschap Hoefweg is een gemeenschappelijke regeling van de gemeenten Zoetermeer en Lansingerland. Het doel van het Bedrijvenschap Hoefweg is het ontwikkelen van een modern en goed ontsloten bedrijventerrein (ligging aan A12). Voor de ontwikkeling van het terrein werkt het

Bedrijvenschap Hoefweg samen met twee andere partners: MRP Development en Maasstede Vastgoed ontwikkeling V.O.F. De handelsnaam voor het circa 80 ha grote terrein is het Bedrijvenpark Prisma.

Belangrijkste ontwikkelingen in 2017:

- Hoefweg heeft medio 2017 ca. 20 hectare gronden uitgenomen van Prisma. Voordelen: voordeliger financiering en oplossing voor conflict tussen Prisma en de financierende banken (resultaat

grondexploitatie van Hoefweg hierdoor € 1,4 mln. beter). Hoefweg neemt nog met ca. 3,5 hectare deel in Prisma.

- Uitgifte 2 kleine kavels.

- Uitgifte ca. 3 hectare aan Borghese Real Estate voor nationaal distributiecentrum HelloFresh. De eerste paal is geslagen in oktober.

- Ca. 3 hectare is in optie gegeven voor koop in 2018 (naast locatie HelloFresh).

- Verkoop gronden noordzijde Prisma (ca. 14 hectare, waarvan 3,5 hectare van Hoefweg).

Gefaseerde levering in 2017, 2018 en 2019. Dit is een complexe deal, maar financieel gunstig voor Bedrijvenschap Hoefweg.

Stadsgewest Haaglanden

Het Stadsgewest Haaglanden is per 1 januari 2015 in liquidatie gegaan. Het Stadsgewest voert geen nieuwe beleidstaken meer uit maar beperkt zich tot de afwikkeling van de verplichtingen die tot en met 2014 zijn aangegaan. Secretaris-directeur in het dagelijks bestuur is een directeur van de gemeente Zoetermeer. De jaarrekening 2016 van het Stadsgewest Haaglanden is vastgesteld door het

Algemeen Bestuur van het Stadsgewest. Met deze jaarrekening zijn de publiekrechtelijke taken ( beleidstaken) afgerond. Er resten nog werkzaamheden ten aanzien van het sociaal plan voor de ex- medewerkers en de huur van het pand aan de Grote Marktstraat in Den Haag. Hierdoor kan het Stadsgewest Haaglanden in liquidatie nog niet beëindigd worden. Vooruitlopend op de definitieve liquidatie is een deel van het verwachte liquidatiesaldo uitgekeerd. Zoetermeer heeft in 2017 een bedrag van € 289.000 ontvangen.

Voor 2018 is er een begroting opgesteld en is goedgekeurd door het Algemeen bestuur.

Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH)

De MRDH werkt aan een welvarende en bereikbare Metropoolregio Rotterdam Den Haag. De 23 gemeenten hebben zich per 1 januari 2015 vrijwillig aan elkaar verbonden om samen te werken aan een verbetering van de internationale concurrentiepositie, het versterken van het economisch vestigingsklimaat en de bereikbaarheid van het hele metropoolgebied.

De MRDH is verschillende integrale projecten gestart om deze doelstellingen te behalen. Het gaat om de regionale Investeringsstrategie (in samenwerking met de Zuidvleugel en de provincie), de nadere uitwerking van het OESO-onderzoek over de bestuurlijke samenwerking, de Roadmap Next Economy en de Uitvoeringsagenda Bereikbaarheid (UAB). Deze trajecten zijn verwerkt in een Regionaal Investeringsprogramma. Dit programma wordt richting 2018 geüpdatet en waar mogelijk geborgd.

Met de oplevering van het MIRT-onderzoek bereikbaarheid Rotterdam Den Haag (juli 2017) ligt er een gemeenschappelijke basis met het rijk om het gesprek aan te gaan of er extra budget nodig is voor mobiliteit, om de verstedelijkingsvraag in deze regio te kunnen faciliteren en onze regio economisch sterk te maken en te laten groeien. Begin 2018 moeten de vervolgafspraken met het rijk in het vervolg op het MIRT-onderzoek zijn definitieve vorm hebben.

2.2.6.3 Overzicht verbonden partijen

Zoetermeer kent de volgende verbonden partijen:

Deelnemingen in vennootschappen:

- NV Bank voor Nederlandse Gemeenten - Eneco Holding NV

- Dunea

- Stichting Administratiekantoor Dataland Gemeenschappelijke regelingen:

- Gemeenschappelijke regeling Metropoolregio Rotterdam Den Haag - Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Haaglanden

- Regeling Dienst Sociale Werkvoorziening Rijswijk en Omstreken - Gemeenschappelijke regeling GGD Haaglanden

- Gemeenschappelijke regeling Stadsgewest Haaglanden: in liquidatie - Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Haaglanden

- Gemeenschappelijke regeling Bedrijvenschap Hoefweg / Prisma - Gemeenschappelijke regeling Bleizo

- Gemeenschappelijke regeling regionaal inkoopbureau jeugd - Gemeenschappelijke regeling Schadevergoedingsschap HSL Stichtingen en verenigingen:

- Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG)

- Stichting Kenniseconomie en Innovatie Zoetermeer (KIZ) - Gemeenten voor duurzame ontwikkelingen (GDO) - Stichting Land van Wijk en Wouden

In de bijlage Verbonden partijen is conform het BBV meer gedetailleerde informatie (over doel, beleid, risico’s, belangen en dergelijke) per verbonden partij opgenomen.

Relatie met paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Voor de Gemeenschappelijke regeling Bleizo geldt voor de gemeente Zoetermeer een risico. Dit risico is in de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing gekwantificeerd vermeld. Voor de andere verbonden partijen zijn geen specifieke gekwantificeerde risico’s voor de gemeente Zoetermeer benoemd.

In document Jaarstukken 2017.pdfPDF, 3,7 MB (pagina 81-87)