• No results found

PADDENSTOELEN IN VLAAMS-BRABANT EN ANTWERPEN

Voor de provincies Vlaams-Brabant (2008) en Antwerpen (2009) voerde Natuurpunt Studie een analyse uit om provinciale prioritaire soorten te selecteren.

Voor de provincie Vlaams-Brabant werden 31 paddenstoelen geselecteerd, waaronder voor-namelijk soorten van zwaardere bodems en schrale graslanden. Een aantal gordijnzwammen uit de groep van de smeerhoeden (soorten met een kleverige hoed) zijn op Vlaams niveau enkel bekend uit het park van Tervuren. Cortinarius alcalinophilius is de meest voorko-mende uit deze sectie, er zijn nog vier vindplaatsen gekend in de provincie Vlaams-Brabant.

Dit zijn dan wel de enige waarnemingen voor Vlaanderen, deze locaties verdienen aandacht en bescherming. Tot voor kort werd deze opvallende soort als uitgestorven beschouwd in Nederland, maar ze dook recent terug ergens op.

Voor de provincie Antwerpen bundelden we de Prioritaire Soorten in een rapport dat bezorgd werd aan alle gemeentes. Dit rapport moet dienen als werkdocument, om aan de slag te gaan waar nodig. Selectie volgens de 33 % regel resulteerde in 170 prioritaire paddenstoelen voor de provincie Antwerpen. Dergelijke lange lijst is moeilijk werkbaar als beleidsinstrument. Daarom werd hieruit een selectie gemaakt van relatief gemakkelijk herkenbare soorten, die zich boven-dien bevinden in biotopen die bescherming verboven-dienen. Dit resulteerde in een lijst van 48 soorten, die geclusterd werden in 8 leefgebieden. Van de 48 soorten zijn er elf die voorkomen in lanen op basenarme bodem en drie soorten die voorkomen in lanen op basenrijke bodem. Tien soorten zijn te vinden in moerasbossen en struwelen, een biotoop dat een belangrijke oppervlakte inneemt langs de waterlopen in de provincie Antwerpen.

© Ruben Walleyn

Cortinarius alcalinophilus

Een ander voorbeeld is de Zonnerussula (Russula solaris), een zeldzame soort die in augustus te vinden is bij Beuk, in lanen of parken op lemige bodems. Bijna 50 % van de Vlaamse waarnemin-gen van deze soort komen uit Vlaams-Brabant. Ze wordt vermeld als ‘kwetsbaar’ op de voorlo-pige Vlaamse Rode Lijst en is herkenbaar aan de felgekleurde gele hoed, waarvan het centrum donkerder is dan de rand. Het is belangrijk dat de beheerders hiervan op de hoogte zijn en dat de groeiplaatsen van deze zeldzaamheden bescherming krijgen. Per soort werd een fiche opgemaakt waarin de soort op basis van de opvallendste kenmerken wordt beschreven. Ook de leefgebieden, de ecologie en de Rode Lijststatus worden vermeld; een illustrerende foto en de huidige versprei-dingskaart van de soort worden bijgevoegd. Tenslotte worden mogelijke maatregelen gegeven die getroffen kunnen worden om de soort te beschermen.

Zonnerussula ©

Roosmarijn Steeman

NATUURPUNT STUDIE

31

Paddenstoelen van lanen op basenarme bodem Bedreigingen en beheer

Tussen 1975 en 1985 zijn vrijwel alle kenmerkende soorten verbazend snel uit de humusarme eikenbossen in Nederland verdwenen (Jansen, 1984). In Vlaanderen speelde zich hetzelfde scenario af. Door vermesting en verzuring zijn tal van symbionten teruggedrongen tot schrale wegbermen. Daar konden ze zich handhaven omwille van de permanente afvoer van nutriënten door maaibeheer en/of het wegwaaien van strooisel. Maar ook daar gingen vele soorten snel achteruit, zodat aan het einde van de jaren tachtig stekelzwammen en de meeste ridderzwam-men tot de zeldzaamheden behoorden. Sinds 2000 is er een kentering waar te neridderzwam-men. Sommige mycorrhizavormers worden weer in grotere aantallen en op meer plaatsen gevonden, zoals de Hanenkam (Cantharellus cibarius). Maar het heeft er nog niet toe geleid dat soorten zijn terug-gekeerd naar voedselarme bossen. Lanen en andere met bomen beplante wegbermen blijven een zeer belangrijke rol spelen voor paddenstoelen. Het beleid moet zich richten op behoud en bescherming van deze refugia. Want door de aard en functie zijn deze landschapselementen erg gevoelig voor verstoringen zoals bijvoorbeeld: graafwerken voor kabelaanleg, het deponeren van slootbagger of houtsnippers, uitlaten van honden, onzorgvuldig maaibeheer (slecht afvoeren), bodemverdichting door verkeer,… Bovendien genieten lanen doorgaans (behalve in natuurgebie-den) nauwelijks enige bescherming als drager van natuurwaarden. Het is dus van groot belang dat mycologisch waardevolle bermen in kaart worden gebracht en een beheerplan krijgen. Het belangrijkste element in dit beheer is het jaarlijks maaien en afvoeren. Amerikaanse eikendreven zijn vaak bijzonder rijk aan mycorrhizapaddenstoelen, vermoedelijk omdat de afvoer van de grote bladmassa voor een sterke verschraling zorgt (Keizer, 2004).

Voor basenarme bodem bij Berk werd één soort geselecteerd (Forse melkzwam, Lactarius trivialis). Ook de heide- en veengebieden in de Antwerpse Kempen zijn op Vlaams niveau belang-rijk en waardevol voor acht prioritaire soorten.

Brandplekpaddenstoelen zijn de laatste decennia sterk achteruitgegaan en bijgevolg staat 96% van die gespecialiseerde soorten op de Nederlandse Rode Lijst. Vijf brandplekpaddenstoelen wer-den geselecteerd als prioritair voor de provincie Antwerpen. In het verleden werden hier heel wat brandplekpaddenstoelen waargenomen en

© Johan Paulussen

de Antwerpse mycologen voeren een gericht onderzoek naar brandplekken. Tenslotte werden er nog drie soorten van voedselarme droge graslanden weerhouden en één soort van kalkrijke zand-grond. Per leefgebied werden de bedreigingen en beheersmaatregelen opgesomd.

In onderstaande tabel wordt een voorbeeld gegeven van de aanpak van de soortenbesprekingen per leefgebied in het rapport Provinciale Prioritaire Paddenstoelen Antwerpen (Steeman, 2009).

In de Antwerpse Kempen zijn vooral de bossen op voedselarme zure zandgrond van belang voor paddenstoelen, waarin zes prioritaire soorten te vinden zijn. Ook grove dennenbestanden, op voormalige stuifzanden, bezitten een erg bijzondere (en bedreigde) mycoflora.

Forse melkzwam

JAARVERSLAG 2 0 0 8 - 2 0 0 9

32

Ecologie

De Gezoneerde stekelzwam heeft een voorkeur voor schrale wegbermen met Eik en Beuk op voedselarme zandgrond.

Verspreiding

Zowel de meeste historische als recente vindplaatsen treffen we aan in de Kempen en de Zandstreek. Voor 2000 was deze soort nog van 24 kwartierhokken gekend. Sinds 2000 werden een heel aantal nieuwe locaties in de Voorkempen (Malle, Zoersel, Turnhout, Wortel, …) ontdekt, maar komen we aan slechts 17 kwartierhokken. De soort is duidelijk aan een herstel bezig.

Ten noordwesten van de stad Antwerpen blijkt de soort nagenoeg verdwenen. De laatste vondst uit het Peerdsbos in Brasschaat dateert van 1967, te Zeurt in Schoten werd de soort laatst gezien in 1994. De bermen van de Dombergstraat in Turnhout staan bekend om hun rijke mycoflora.

Deze worden beschermd daar ze grenzen aan het natuurgebied Dombergheide. Elders, bv. in de Jan Van Renesselaan in Oostmalle, groeien de stekelzwammen (meerdere soorten) vaak in weg-bermen die door de gemeentelijke overheid worden beheerd. Het gemeentelijk bermbeheer is duidelijk niet gunstig voor paddenstoelen. Enerzijds komen de mycologisch interessante bermen niet altijd overeen met floristisch interessante bermen, anderzijds worden bepaalde gunstige maatregelen (een goed maaibeheer) teniet gedaan door andere ingrepen (bv. het deponeren van slootbagger op de berm, wat een enorme aanrijking van de bodem tot gevolg heeft). Tenslotte mag worden gewezen op het belang van Amerikaanse eik als begeleidende boom voor veel zeld-zame symbionten (ondermeer Gezoneerde stekelzwam). Op vrij zure, voedselarme bodem zonder strooiselophoping (!) blijkt Amerikaanse eik een belangrijke functie voor zwammen te vervullen (Walleyn, 2004)..

© Wim Veraghtert

Gezoneerde stekelzwam (Hydnellum concrescens)

Bij het kappen van dreven (aantasting, omvorming) is het belangrijk om gefaseerd te werk te gaan, zodat symbionten de kans krijgen om nieuwe bomen te koloniseren. Bij het aanplanten van nieuwe bomen is de keuze voor ectomycorrhizapaddenstoelen essentieel.

Meer info: Roosmarijn Steeman, 015/29.72.22, roosmarijn.steeman@natuurpunt.be Meer lezen: Jansen (1984)

Keizer (2003) Steeman (2009a) Walleyn (2004)

Met de steun van Provincie Vlaams-Brabant, BRAKONA, Provincie Antwerpen, ANKONA

NATUURPUNT STUDIE

33