• No results found

P.Z., zie: Zijlstra, Dirk Pieterszoon

137 Dale, Antonius van

Haarlem, 8 november 1638 - Haarlem, (begr.) 1 december 1708

In 1658 schreef de doopsgezinde Van Dale zich als student in aan de universiteit van Leiden. Reeds in 1661 vinden wij hem als medicus teruggekeerd in Haarlem. Hij werd er in 1692 deken van het

a De oudheid van 't alleen spreken in de gemeente verdedigd, of ondersoek over 't prediken of publijk onderwijsen in de eerste christen kerk, en wat verlof en vryheid daar in buiten de gestelde leeraren voor elk broeder der gemeente, die maar wilde, geweest zy. Amsterdam 1670 [139 pp.; 4o]. b Historie van 't predik-ampt, of verhandelinge vande wijse en vryheid gebruikt in 't publijk onderwijsen, in de gemeentelijke vergaderingen, so der oude joodsche als eerste christen kerke: nevens ondersoek van de nature der prophetie, en betoning dat de selve altijd, so onder 't Oude als Niewe Testament, maar van enerleye soorte is geweesd; en in gene ware propheten, anders als door extraordinare revelatien of openbaringen des Geestes, heeft plaats gehad. Haarlem 1674 [103 pp.; 4o]; in: A. van Dale, Verhandeling ... van de waterdoop. Haarlem 1704, 159-340 (zie: f).

c De oraculis ethnicorum dissertationes duae: quarum prior de ipsorum duratione ac defectu, posterior de eorundem auctoribus. Accedit et schediasma de consecrationibus ethnicis. Amstelaedami 1683 [510 pp.; 8o], 1700 (verm.).

Verhandeling van de oude orakelen der heydenen. Amsterdam 1687, 1718. Dit is een omgewerkte en uitgebreide vertaling van De oraculis ethnicorum.

d Dissertationes de origine ac progressu idololatriae et superstitionum: de vera ac falsa prophetia; uti et de divinationibus idololatricis judaeorum. Amstelodami 1696 [762 pp.; 4o].

e Dissertationes IX antiquitatibus, quin et marmoribus, cum Romanis, tum potissimum Graecis, illustrandis inservientes. Amstelodami 1702 [804 pp.; 4o], 1743.

f Verhandeling van de oorspronk en duuring van de waterdoop, kinderdoop, en wederdoop. Historie van 't predik-ampt, en vryheid van 't publyk spreken in de gemeentens der christenen. Verhandeling wegens 't wapen-voeren, der eerste christenen. Haarlem 1704 [416 pp.; 8o].

g Dissertatio super Aristea de LXX interpretibus: cui ipsius praetensi Aristeae textus subjungitur. Additur historia baptismorum, cum judaicorum, tum potissimum priorum christianorum, tum denique et rituum nonnullorum etc. Accedit dissertatio super sanchoniatone. Amstelaedami 1705 [506 pp.; 4o].

Literatuur

Van der Aa, IV, 24-26; NNBW, VII, 351; J.J.V.M. de Vet, Pieter Rabus (1660-1702) een wegbereider

van de Noordnederlandse verlichting (Amsterdam, 1980); M. Evers, ‘Die “Orakel” von Antonius

138 Dam, Hendrick Imanszoon van

Sommelsdijk (Goeree-Overflakkee), (ged.) 10 juli 1650 - Sommelsdijk, na 29 september 1722

Van Hendrick van Dam is niet meer bekend dan dat hij in Sommelsdijk heeft gewoond en vermoedelijk landbouwer was.

a Korte beschrijvinge van het eylandt Westvoorn, ende de geschiedenissen van de stadt Goederede: kortelijck by een versameldt. Rotterdam 1680 [159 pp.; 8o] - Nijhoff/Van Hattum, 74.

b Korte beschrijvinge van alle de plaatsen en polders die ingebroken zijn door de schrickelijcke water-vloedt, geschiedt op maandagh, den 26 januarii deses jaars 1682 soo in Hollandt, Zeelandt, Brabandt als Vlaanderen, etc. Met de geschiedenissen van de voornaamste water-vloeden, sedert de generale sond'vloedt, tot op desen tegenwoordigen tijdt toe. Als mede de hemels gesichten, teeckenen en comeeten, sedert den algemeenen sond' vloedt, tot en met den jare 1680. Rotterdam 1682 [107 + 180 pp.; 8o].

Elk van de drie gedeelten van het boek heeft een eigen titelblad; de laatste twee gedeelten zijn doorgepagineerd.

Literatuur

Van der Aa, IV, 32; NNBW, I, 677; A.W.E. Dek, Plokhooy en Van Dam. 2 Flakkeese geslachten (Rijswijk, 1956).

139 Dam, Pieter van

Amersfoort, 8 oktober 1621 - Amsterdam, 17 mei 1706

Van Dam kwam uit een remonstrantse familie. Na een rechtenstudie in Utrecht volgde een promotie in Leiden in 1644. Vervolgens werd hij advocaat en procureur bij het Hof van Holland. Sinds 1649 vervulde hij, thans wonende in Amsterdam, verscheidene functies bij de Verenigde Oostindische Compagnie waaronder zeer vertrouwelijke. Intussen was hij overgegaan naar de gereformeerde kerk. Zijn Beschryvinge, voltooid in 1701, schreef hij in opdracht van de Compagnie.

a Beschryvinge van de Oostindische Compagnie. F.W. Stapel, ed. Rijks geschiedkundige publicatiën grote serie, 63, 68, 74, 76, 83, 87, 96. 7 dln. 's-Gravenhage 1927-1954 [772 + 728 + 860 + 482 + 644 + 616 + 308 pp.; fo], 1976.

Het laatste deel werd uitgegeven door C.W.Th. van Boetzelaer van Asperen en Dubbeldam.

140 Danckaert, Johan

(?), (1577?) - (?), (1655?)

Over Danckaerts leven is niet veel bekend. De biografische woordenboeken vermelden hem niet. Zelf zegt hij in zijn opdracht aan de Staten van Gelderland dat hij in het leger van de Zweedse generaal Jacob Pontus de Lagardie diens veldtochten heeft meegemaakt, maar door ziekte genoodzaakt was naar de Republiek terug te keren. Tevens vermeldt hij dat hij daarna als secretaris in het gevolg van baron Van Luyt nog eens in Rusland is geweest (ongeveer tussen 1608 en 1613). In 1615 en 1616 vertoefde hij opnieuw in het gevolg van Nederlandse gezanten in Moskou.

a Beschryvinge van Moscovien ofte Ruslant: gestelt in twee deelen. Waer van het eerste tracteert van den stant des rijcks, ende op wat tijt de selve eerst bekent is geweest: met een cort verhael van t' gene daer te lande, zedert tot noch toe meest ghepasseert is. Het tweede van der Moscoviten oft Russen religie, ceremonien, wetten, policijen, ende crijchshandel. Amsterdam 1615 [75 pp.; 4o]; Dordrecht 1652; Amsterdam [1660].

Anoniem verschenen. De druk van 1652 verscheen onder de titel: Reyse, ofte voyagie, gedaen door Moscovien, ofte Rus-landt ...

Literatuur

J. Driessen, ‘Het gezantschap van Reinoud van Brederode in 1615 en 1616 naar Rusland’, in: idem, e.a., ed., Rusland in Nederlandse ogen. Een bundel opstellen (Amsterdam, 1986) 51-73.

141 Dapper, Olfert

Amsterdam, (ged.) 6 januari 1636 - Amsterdam, (begr.) 29 december 1689

In 1657 en 1658 studeerde Dapper te Utrecht. Daarna is hij bekend als doctor in de medicijnen, al is hij niet in de Republiek gepromoveerd. Of hij praktiseerde is onbekend, maar hij was niet ingeschreven bij het Amsterdamse Collegium Medicum. Hij bekleedde geen openbare functies. Naast zijn belangstelling voor het verleden ging zijn interesse uit naar geografische bijzonderheden, getuige zijn vele werken op dit gebied. Hij vervaardigde de eerste Nederlandse vertaling van het werk van Herodotus.

a Historische beschryving der stadt Amsterdam: waer in de voornaemste geschiedenissen (na een kort verhael van gansch Hollant en d'omleggende dorpen, als ambachtsheerlijkheden, onder deze stadt gelegen) die ten tijde der herdoopers, Nederlantsche beroerten, en onder prins Willems, de tweede, stadt-houderlijke regeering, hier ter stede voor-gevallen zijn, verhandelt, en al de stads gemeene, zoo geestelijke als wereltlijke, gebouwen, in meer als tzeventigh kopere platen, met haer nevenstaende beschrijving, vertoont worden. Door Dr. O.D. Amsterdam 1663 [552 pp.; fo], 1975

(facs.) - Nijhoff/Van Hattum, 75; in: T. van Domselaer, ed., Beschryvinge van Amsterdam. Amsterdam 1665 (zie: 144, b); in: C. Commelin, ed., Beschryvinge van Amsterdam. Amsterdam 1693, 1694, 1726 (zie: 116, a).

In de uitgave van Van Domselaer staan boek 5: Van de stats regeeringe, en een deel van boek 6: Historisch verhael ... op naam van Dapper. Boek 4: Van alle de stats oude en nieuwe gebouwen door I. Commelin (zie: 117, d) is voor een aanzienlijk deel op het werk van Dapper gebaseerd.

b Naukeurige beschrijvinge der Afrikaensche gewesten van Egypten, Barbaryen, Libyen, Biledulgerid, Negroslant, Guinea, Ethiopiën, Abysinie ... Amsterdam 1668 [728 pp.; fo], 1676.

c Naukeurige beschrijvinge der Afrikaensche eylanden: als Madagaskar, of Sant Laurens, Sant Thomee, d'eilanden van Kanarien, Kaep de Verd, Malta, en andere ... Amsterdam 1668 [120 pp.; fo], 1676.

Dit werk volgt op b. Zowel in b als in c zijn in de landbeschrijvingen korte historische stukken opgenomen; b en c werden gezamenlijk of afzonderlijk vertaald:

Eigentliche Beschreibung von Afrika. Amsterdam 1670, New York 1967 (facs.); Nürnberg 1681; Stuttgart 1964.

Description of Africa. London 1670.

Eigentliche Beschreibung der Inseln in Africa. Amsterdam 1671. Description de l'Afrique. Amsterdam 1686.

d Gedenkwaerdig bedryf der Nederlandsche Oost-Indische Maetschappye, op de kuste en in het keizerrijk van Taising of Sina: behelzende het tweede gezandschap ... en het derde gezandschap ... Beneffens een beschryving van geheel Sina. Amsterdam 1670 [504 + 263 pp.; fo].

De beschryving van geheel Sina komt ook voor met een zelfstandige titelpagina: Beschryving des keizerryks van Taising of Sina. Het werk bevat historische uiteenzettingen, bijvoorbeeld over Formosa.

Atlas Chinensis, being a second part of a relation of remarkable passages in two embassies from the East India Company of the United Provinces. London 1671, 1673; in: A new general collection of

voyages and travels ... 4 vol. London 1745-1747, III, 431-440, 1968 (facs.).

De vertaler verkeerde in de veronderstelling dat A. Montanus* de schrijver was.

L'Ambassade de la Compagnie Orientale des Provinces Unies, in: A.F. Prévost, ed., Histoire generale

des voyages ... 20 tom. Paris 1746-1789, V, 282-368.

Denkwürdige Verrichtung der Niederländischen Ostindischen Gesellschaft. Amsterdam 1673, 1674, 1675, 1676; in: Allgemeine Historie der Reisen ... 21 Bde. Leipzig 1748-1774, V, 283-377.

gedeelte van Indiën ... Beneffens een volkome beschryving van geheel Persie, Georgie, Mengrelie en andere gebuur-gewesten ... Amsterdam 1672 [379 + 184 + 43 pp.; fo].

Asia in two parts ... London 1673.

Asia oder ausführliche Beschreibung des Reichs des grossen Mogols. Nürnberg 1681, 1688. f Naukeurige beschryving van gantsch Syrie en Palestyn of Heilige Lant ... Amsterdam 1677 [262 + 581 pp.; fo], 1680.

Hierin opgenomen de geschiedenis van Damascus, Akko, Tyrus, Tripolis en van geheel Syrië.

Asia oder ... Beschreibung des gantzen Syrien. Amsterdam 1681; Nürnberg 1688, 1712.

g Naukeurige beschryving van Asie: behelsende de gewesten van Mesopotamie, Babylonie, Assyrie, Anatolië, of Klein Asie, beneffens eene volkome beschrijving van gansch gelukkigh, woest, en petreesch of steenigh Arabië ... Amsterdam 1680 [357 + 324 pp.; fo].

Het werk bevat de geschiedenis van diverse steden, Babylonië, Arabië en van de Arabische filosofie, sterrekunde en geschiedschrijving.

Umbständliche und eigentliche Beschreibung von Asia ... Nürnberg 1681.

h Naukeurige beschryving der eilanden, in de archipel der Middelantsche Zee, en ontrent dezelve gelegen: waer onder de voornaemste Cyprus, Rhodus, Kandien, Samos, Scio, Negroponte, Lemnos, Paros, Delos, Patmos, en andere, in groten getale, behelzende der zelver benamingen, gelegentheden, steden, kastelen, gedenkwaerdige aeloude en hedendaeghse geschiedenissen, bestieringen,

veroveringen, gewassen, dieren, etc. ... Amsterdam 1688 [92 + 320 + 40 pp.; fo]. Archipelagus turbatus. Augsburg 1688; Nürnberg 1712.

Description exacte des isles de l'archipel ... Amsterdam 1703; La Haye 1730.

i Naukeurige beschryving van Morea, eertijts Peloponnesus; en de eilanden, gelegen onder de kusten van Morea, en binnen en buiten de golf van Venetien: waer onder de voornaemste Korfu, Cefalonia, Sant Maura, Zanten, en andere in grooten getale ... Amsterdam 1688 [168 + 164 pp.; fo].

Literatuur

Van der Aa, IV, 59; NNBW, VII, 354-356; J.F. Niermeyer, ‘Dapper en Montanus’, Tijdschrift van

het Koninklijk Nederlandsch Aardrijkskundig Genootschap, 2e serie, XXV (1908) 125-133; J.

Zwernemann, ‘Zwei Quellen des 17. Jahrhunderts über die Vai in Liberia: Samuel Brun und Olfert Dapper’, in: J. Lukas, ed., Neue afrikanistische Studien (Hamburg, 1966) 293-319; G. Thilmans, ‘Le Sénégal dans l'oeure d'Olfried

Dapper’, Bulletin de l'Institut Fondamental de l' Afrique Noire, serie b, XXXIII (1971) 508-563; P.E.H. Hair, ‘Barbot, Dapper, Davity: a critique of sources in Sierra Leone and Cape Mount’, History

in Africa, I (1974) 25-54; I.H. van Eeghen, ‘Illustraties van de 17de-eeuwse beschrijvingen en

plaatwerken van Amsterdam’, Jaarboek Amstelodamum, LXVI (1974) 96-116; J.H. van de Hoek Ostende, ‘Iets over de auteur en zijn werk’, inleiding in de facsimile-editie van Historische beschryving

der stadt Amsterdam (Amsterdam, 1975); E. Fauste, Arabien 1680. Olfert Dappers Arabienbuch und seine Quellen, geprüft an Nachrichten über Kaffee, Sesam und Träumen (Keulen, 1977); J. van der

Zande, ‘Amsterdamse stadsgeschiedschrijving vóór Wagenaar’, Holland, regionaal-historisch

tijdschrift, XVII (1985) 218-230.

Delices de Leide, Les, zie: AA, Pieter van der

142 Demetrius (Meesterus), Andreas

Antwerpen, (?) - Dordrecht, 1611

Vermoedelijk is Demetrius om het geloof de Nederlanden ontvlucht. In 1569 huwde hij in het Duitse Frankenthal met Maria Becius, zuster van een bekende Dordtse predikant. In de jaren zeventig is hij nog woonachtig in Frankenthal, waar hij het in 1576 zelfs tot burgemeester brengt. In 1578 trok hij als predikant naar de Nederlanden en verbleef hoofdzakelijk in Antwerpen. Na de val van de stad in 1585 sloeg hij een beroep naar Dordrecht af. Demetrius vestigde zich in Frankfort aan de Main, waar hij als ouderling werkzaam was. In 1594 werd hij predikant in Dordrecht.

a Der Griecken opganck ende onderganck. Dordrecht 1599 [575 pp.; 4o].

Les actes memorables des Grecs. Contenans leurs haults et vaillans exploits: avec leurs discours, consultations, et issues admirables, depuis la guerre persienne, iusques a ce qu'ils perdirent leur liberté soubs Alexandre le Grand ... Dordrecht 1602.

Literatuur

Van der Aa, IV, 118; BN, XX, 653; NNBW, II, 891-893, VII, 366.

143 Divaeus, Petrus

Leuven, maart-april 1536 - Mechelen, december 1581

Leuvense universiteit. Vervolgens was hij werkzaam op de stadsrekenkamer aldaar. In 1565 werd hij door het stadsbestuur belast met het verzamelen van oude charters en privileges. In 1576 kreeg hij de opdracht om gegevens in de archieven te zoeken over precedenten bij het aanstellen van een ruwaard over Brabant. Deze werkzaamheden kostten Divaeus zoveel tijd dat hij te Leuven zijn ontslag kreeg. Daarna werd hij in Brussel tot tweede pensionaris benoemd. Eerst in dienst van de stad en daarna in persoonlijke dienst van Oranje, tot wiens katholieke aanhangers Divaeus behoorde, vervulde hij verschillende missies, onder andere naar Gent en Mechelen. Na de verovering van deze laatste stad werd hij er pensionaris. Als afgevaardigde naar Delft in 1580 was hij een van de opstellers van de Acte van Verlatinghe.

a De Galliae Belgicae antiquitatibus lib. I. statum eius quem sub Romanorum imperio habuit complectens. Antverpiae [1566] [62 pp.; 8o]; in: S. Schardius, ed., Historicum opus ... 3 tom. Basiliae [1574], I, 669-692; Antverpiae 1584; Lovanii 1757 (zie: c).

b Rerum Brabanticarum libri XIX. A. Miraeus, ed. Antverpiae 1610 [231 pp.; 4o].

c Opera varia scilicet rerum Lovaniensium libri IV. Annalium ejusdem oppidi libri VIII. J.M. van Langendonck, ed. Lovanii 1757 [124 en 112 pp.; fo].

Dit gedeelte wordt gevolgd door een herdruk van De Galliae Belgicae antiquitatibus ... (zie: a).

Jaerboeken der stad Leuven, van 240 tot 1507. E. van Even, ed. Brussel 1856.

Literatuur

De Wind, 158-159, 541; Van der Aa, IV, 200; BN, VI, 68-73; NBW, I, 406-410.

Divisiekroniek, zie: Aurelius, Cornelius

Doekes, Simon, zie: Leven van Petrus Scriverius, Het

Does, Johan van der, zie: Dousa, Janus

144 Domselaer, Tobias van

Amsterdam, (ged.) 27 oktober 1611 - Amsterdam, (begr.) 3 oktober 1685

Deze Amsterdamse koopman was regent van de stadsschouwburg (1638-1641 en 1655-1672), in welke functie hij zich verzette tegen het klassicisme dat Lodewijk Meijer in toneelopvoeringen propageerde.

heeren van Aemstel: behelzende de doodt van graaf Floris van Hollandt, door heer Gerrit van Velzen, met de oorzaken des zelfs, en het gevolge van dien. Beneffens de beschrijvinge van de tegenwoordige gelegentheydt van Aemstellandt, in: A. Montanus, Beschrijvinge der eerste inwoonders van

Aemstellandt ... Amsterdam 1664, 30-277 (tweede paginering) [12o] (zie: 340, g) - Nijhoff/Van Hattum, 202; in: T. van Domselaer, ed., Beschryvinge van Amsterdam ... Amsterdam 1665, 31-168 (zie: b).

b Beschryvinge van Amsterdam, haar eerste oorspronk uyt den huyze der heeren van Aemstel en Aemstellant; met een verhaal van haar leven en dappere krijgsdaden. Amsterdams kleyne beginselen, outheyt, bemuuring, en verscheyde vergrotingen, met deze laetste daer in begrepen: de gelegentheyt en hoedanigheyt der stadt, haar voornaamste gebouwen, en wijze van regeeringe. Met een historisch verhael, vervattende 't geen in, en om de zelve, van den beginne af, tot dezen tegenwoordigen jare 1665 is voorgevallen. Uyt verscheyde oude en nieuwe Hollandtsche kronijcken, beschrijvingen, brieven, willekeuren etc. by een vergadert. Amsterdam 1665 [284 + 312 + 446 pp.; 4o] - Nijhoff/Van Hattum, 80; in: C. Commelin, ed., Beschryvinge van Amsterdam. Amsterdam 1693, 1694, 1726 (zie: 116, a).

Dit werk bevat:

Boek 1: A. Montanus, Van d'eerste inwoonders van Amstellandt (zie: 340, g). 1-28

Boek 2: T. van Domselaer, Verhaal van 't leven, en dappere krijgsdaden der oude heeren van Aemstel, en Aemstellant. Behelzende de doot van graaf Floris van Hollant, tot den jare 1323 (zie: a).

31-168

Boek 3, deel 1: T. van Domselaer, Van Amsterdams grondt, gelegentheydt, en eerste beginselen, tot den jare 1482.

171-212

Boek 3, deel 2: I. Commelin, Van de bemuuring en oude hoedanigheyt der stadt Amsterdam, met haar kloosters, tot den jare 1585 (zie: 117, d).

213-236

Boek 3, deel 3: T. van Domselaer, Van verscheyde vergrootingen, aanwas van rijkdom, door neeringen, scheepvaert en koophandel. Als ook den tegenwoordigen stant van Amsterdam tot den jare 1665.

237-284

Boek 4: I. Commelin, Van alle de stats oude, en nieuwe gebouwen (zie: 117, d). 1-312

Boek 5: D.O. Dapper, Van des stats regeeringe (zie: 141, a). 1-117

Boek 6: D.O. D[apper*], P.C. H[ooft*], L.v. A[itzema*] en T.v. D[omselaer], Historisch verhael der gedenkwaerdigste geschiedenissen, in en om Amsterdam voorgevallen, sedert den jare 1323 tot het tegenwoordigh jaar 1665.

118-446

c Het ontroerde Nederlandt, door de wapenen des konings van Vrankrijk dat is een waarachtigh verhaal van den Fransen, Engelsen, Keulsen en Munstersen oorlogh, tegen de Vereenigde Nederlanden, met desselfs binnelandtse beroerten. Daar in naukeuriglijk, alle der zelver voorvallen worden verhandelt. Door een liefhebber der waarheydt, uyt eenige authentijke stukken, schriften, oog- en oor-getuygen, beschreven, en te zamen gestelt. 2 dln. Amsterdam 1674-1676 [496 + 200; 822 pp.; 4o].

Vervolgd door G. Brandt Jr. (zie: 80, a). Het tweede deel heeft als schrijver: ‘H.T.E.V.G.D.Q. Liefhebber

der waarheydt’. Het stuk van 200 pp. met een afzonderlijke titelpagina draagt geen auteursnaam, maar is ook van Van Domselaer: Binnen-landtse borgerlyke beroerten in Hollandt en Zeelandt voor gevallen in den jare 1672. Behoorende tot het ontroert Neederlandt. Amsterdam 1676.

Literatuur

Van der Aa, IV, 244; NNBW, VIII, 408-409; I.H. van Eeghen, ‘Illustraties van de 17deeeuwse beschrijvingen en plaatwerken van Amsterdam’, Jaarboek Amstelodamum, LXVI (1974) 96-116; J. van der Zande, ‘Amsterdamse stadsgeschiedschrijving vóór Wagenaar’, Holland, regionaal-historisch

tijdschrift, XVII (1985) 218-230.

145 Dooregeest, Engel Arendzoon van

Dorregeest (Uitgeest, prov. Noord-Holland), 26 december 1645 - De Rijp, 16 augustus 1706

Engel van Dooregeest was vanaf zijn twintigste jaar doopsgezind vermaner in De Rijp.

a Een korte historie aengaende Hollandt ende eenige seer aenmerckelijcke geschiedenissen deszelfs, doch in 't besonder, ende voornamentlijk aengaende het eylant met sijn dorpen, als Schermer, Graft, Schermerhorn ende de Rijp, in: E.A. van Dooregeest, C.A. Posjager, Den Ryper zee-postil, bestaende

in XXII predicatien toegepast op den zeevaert... Amsterdam 1699, 269-372 [8o], 1704 (gedeeltelijk), 1744 - Nijhoff/Van Hattum, 81-82.

De laatste herdruk verscheen onder de titel: Een kort verhaal van eenige merkwaardige geschiedenissen in Holland, wegens Gods zeegen en bescherming in deszelfs op-komst, en oorloogen met Spanje, Engeland en Vrankryk: Waar in ook gehandelt wordt van 't eyland in Noord-Holland. En wel deszelfs dorpen, Schermer, Graft, Schermerhorn, en de Ryp, met derzelver onderhorige, als: Westgraftdyk, Oostgraftdyk, Noord-end en Drie-huyzen. Met teffens van de eerste opkomste en waare geleegentheid der haring en walvis-vangst.

Literatuur

Van der Aa, IV, 266-268; NNBW, VIII, 414-415.

Dorotheus ab Emda, zie: Pers, Dirck Pieterszoon

146 Dousa Sr. (Does), Janus (Johan van der), en Dousa Jr., Janus

Noordwijk, 6 december 1545 - 's-Gravenhage, 8 oktober 1604; Noordwijk, 16 januari 1571 - 's-Gravenhage, 26 december 1596

Dowaai en Parijs. In 1566 keerde hij terug naar het Noorden om zijn heerlijkheid Noordwijk te besturen. Hoewel hij het Verbond der Edelen had ondertekend ging zijn belangstelling voornamelijk uit naar humanistische studies, zodat hij door zijn betrekkelijke afzijdigheid, zeker nadat hij in 1567 de nieuwe eed aan de koning had afgelegd, ongemoeid gelaten werd. In 1572 sloot hij zich aan bij de Opstand en was sindsdien een belangrijke steun voor Oranje, vooral tijdens de verdediging van Leiden in 1574. Daarna werd hij een van de drie curatoren die met de feitelijke oprichting van de Leidse universiteit waren belast. Hij wist onder anderen Lipsius* als hoogleraar aan de universiteit te verbinden. In 1585 werd hij bibliothecaris van de universiteitsbibliotheek en historiograaf van Holland als opvolger van H. Junius*. In 1586 werd Dousa Sr. ook charterbewaarder van Holland, waardoor hij vrije toegang had tot de bronnen. In 1591 werd hij bovendien lid van de Hoge Raad. Ondanks deze vele werkzaamheden liet hij een groot oeuvre aan Latijnse gedichten en commentaren op klassieke schrijvers na.

Dousa Jr. was door zijn vader onderwezen in de klassieken en blonk reeds op jeugdige leeftijd uit door zijn talenkennis en zijn vaardigheid in de Latijnse dichtkunst. In 1583 studeerde hij aan de Leidse hogeschool letteren, rechten, wis- en sterrekunde. Korte tijd was hij leermeester van Frederik Hendrik. Na de benoeming van zijn vader tot lid van de Hoge Raad (1591), nam hij diens functie waar van bibliothecaris, om hem in 1593 ook feitelijk op te volgen.

a Batavia. In qua praeter gentis et insulae antiquitatem, originem, decora, mores, aliaque ad eam historiam pertinentia, declaratur quae fuerit vetus Batavia ... Lugduni Batavorum 1588 [411 pp.; 4o].

J. Dousa Sr. gaf dit werk van H. Junius uit (zie: 263, a).

b Hollandtsche Riim-kroniik, inhoudende de gheschiedenissen der graven van Hollandt tot het jaer MCCCV ... Amsterdam 1591 [100 pp.; fo]; 's-Gravenhage 1620.

Carasso-Kok, 358. Ondanks het feit dat J. Dousa Sr. deze uitgave van Melis Stoke van een voorwoord voorzag helt men er tegenwoordig toe over haar aan H.L. Spiegel toe te schrijven. Zie: Vermaseren, ‘De werkzaamheid van Janus Dousa Sr.’.

c Annales rerum a priscis Hollandiae comitibus per CCCXLVI annos gestarum continuata serie memoriam complectentes. Nunc primitus in unum metricae historiae corpus redacti, atque in X libros tributi ac dispartiti. Hagae-Comitis 1599 [264 pp.; 4o]. In dichtvorm.

d Bataviae Hollandiaeque annales: a Iano Dousa filio concepti atque inchoati iam olim; nunc vero a patre eidem cognomine ac superstite, Nordovici domino, supremi concilii adsessore, tum archivorum in Batavis custodiae praefecto, recogniti, suppleti, novaque octo librorum accessione ad integrae usque decades finem perducti et continuati. Lugduni-Batavorum 1601 [500 pp.; 4o], 1617.

Van Dousa Jr. is het eerste gedeelte, 1-47, liber singularis, onder de titel ‘Batavia’,