• No results found

Overige voorzieningen

In document Paramaribo op orde (pagina 72-162)

6. BESTAANDE SITUATIE GROOT-PARAMARIBO

6.2. Beschrijving van de functies

6.2.7. Overige voorzieningen

De vuilophaal en –verwerking in het plangebied ligt momenteel in handen van de dienst Vuilophaal en Verwerking (VOV) en het Surinaamse Afvalverwerkingsbedrijf (SAVEB).

Vuil wordt gestort te Ornamibo, een vuilstortplaats nabij de Parakreek. De vuilophaal is in vele gebieden gebrekkig, wat vaak leidt tot ophoping van vuil op erven, wegbermen en trottoirs. Niet zelden zijn ook goten, trenzen en riolen verstopt door zwerfvuil.

Een groot probleem vormt de clandestiene vuilstort. Illegale vuilstortplaatsen worden gevonden in alle gebieden met weinig bewoning, zoals nog onbebouwde verkavelingprojecten (Morgenstond West, Tourtonne V, Maretraite V), industrieterreinen (zoals bij Beekhuizen) en bermen langs onbebouwde verbindingswegen (bijvoorbeeld langs delen van de Martin Luther Kingweg en het Mattonshoopkanaal). Ook wordt clandestien vuil gestort nabij de reeds gesloten vuilstortplaatsen (Baka Cul, Charlesburg, Dageraad en Jan Steenstraat) en de actieve stortplaats (Ornamibo).

De legale vuilstortplaats zelf vormt een probleem apart. Chemisch afval en organisch afval worden niet gescheiden en er wordt zelfs geen onderscheid gemaakt tussen huisvuil en industrieafval. Ook ziekenhuisafval komt op de vuilstortplaats terecht. Een gecontroleerde

opbouw in cellen heeft niet plaats, de afdekking is inadequaat en er vindt geen registratie plaats. Er wordt ook geen isolatie toegepast ter voorkoming van bodem- en grondwatervervuiling. Het woongebied dat aan de vuilstortplaats grenst (Houttuin) heeft te kampen met een onaanvaardbare stankoverlast, ook is het water van de Parakreek ernstig vervuild. Houttuin heeft vaak te kampen met overstromingen, de vervuiling van het water brengt hierbij de volksgezondheid in gevaar.

Een specifiek probleem vormt de lozing van de inhoud van septic tanks. Septic tanks worden periodiek door fecaliënopruimingsbedrijven door middel van kolkenzuigers leeggezogen. De fecaliëntrucks dumpten tot voor kort de inhoud van hun tanks vanaf de zogenaamde

"fecaliënsteiger" naast meelmaatschappij "De Molen NV" in de Surinamerivier. Door verwaarlozing van deze steiger is dit thans niet meer mogelijk en wordt op andere plaatsen gedumpt. Het dumpen van fecaliën in de Surinamerivier draagt ertoe bij dat de waterkwaliteit tot een onaanvaardbaar niveau daalt (er wordt gezwommen in de rivier!), daarbij is het op zijn minst opmerkelijk te noemen dat fecaliën regelmatig net bovenstrooms van het stedelijke gebied worden gedumpt.

Er is zeer recentelijk een concept Afvalstoffenwet opgesteld, deze ligt momenteel ter goedkeuring bij de Nationale Assemblee van Suriname. Gekoppeld aan de invoering van deze wet zal een nieuwe vuilophaal en –verwerkingsdienst worden opgezet, de Wastemanagement Company Suriname, deze zal belast zijn met de inzameling en verwerking van afval, het ledigen van septic tanks, het verwijderen van autowrakken en het terugdringen van zwerfvuil, alsook het ophalen van open rioleringen en het ontstoppen van huisrioleringen.

Nutsvoorzieningen: Elektriciteit

Met de nutsvoorzieningen in Groot-Paramaribo is het redelijk gesteld. Het overgrote deel van de woningen in het gebied is aangesloten op het waterleiding-, elektriciteit- en telefoonnetwerk.

Elektriciteit in Groot-Paramaribo wordt geleverd door de NV Energie Bedrijven Suriname (EBS). Deze neemt het grootste deel van haar elektriciteit af van SURALCO, die de waterkrachtcentrale te Afobaka in beheer heeft. Ook heeft SURALCO een dieselgenerator te Paranam. De SURALCO heeft zich gecommitteerd de EBS te voorzien van ten minste 700 GWh aan energie per jaar tot het jaar 2045. De huidige 33kV transmissielijnen tussen Paranam en Paramaribo kunnen de piekbehoefte in Groot-Paramaribo echter niet aan.

Momenteel wordt daarom gewerkt aan het aanleggen van nieuwe 161kV transmissielijnen en een onderstation te Menckendam.

De EBS opereert daarnaast een elektriciteitscentrale aan de Saramaccastraat, alwaar dieselgeneratoren een met een totale capaciteit van ongeveer 50 MW elektriciteit opwekken.

In de praktijk is door onderhoud en revisie aan de generatoren echter niet meer dan de helft van dit vermogen beschikbaar, jaarlijks kan de centrale ongeveer 175 GWh aan elektriciteit opwekken.

Dat Groot-Paramaribo voor haar elektriciteitsbehoefte voor het overgrote deel afhankelijk is van energie verkregen uit de waterkrachtcentrale te Afobaka, is vanuit strategisch oogpunt een probleem. Het gevaar bestaat namelijk dat bij een te laag waterpeil in het stuwmeer vrijwel het gehele stedelijke gebied zonder elektriciteit zal komen te zitten. Dit dreigde bijvoorbeeld in januari 2005; het water in het stuwmeer stond toen zo laag dat de energievoorziening naar Paramaribo ernstig in gedrang kwam. Bovendien neemt de energiebehoefte in Groot-Paramaribo de afgelopen jaren sterk toe, de EBS heeft dan ook moeite om in de vraag te blijven voorzien. Het is dan ook nodig om extra capaciteit voor het opwekken van energie te realiseren. De EBS breidt hiertoe haar capaciteit aan de Saramaccastraat uit met drie dieselgeneratoren, hierdoor zal jaarlijks 195 GWh aan elektriciteit extra beschikbaar komen. Tevens zal oliemaatschappij Staatsolie te Tout Lui Faut

(Saramacca) een nieuwe 15 MW elektriciteitscentrale opzetten, waarmee ze jaarlijks minimaal 100 GWh aan de EBS zal leveren.

Scheepvaartvoorzieningen

Het waterverkeer speelt zich voornamelijk af op de Surinamerivier, die langs de oostzijde van Paramaribo in noordelijke richting naar de Atlantische Oceaan stroomt. Deze rivier is veruit de belangrijkste waterweg voor de scheepvaart in Suriname, niet alleen voor de invoer en uitvoer van goederen van en naar Paramaribo, maar ook voor het bauxiettransport vanuit Paranam. De rivier is over het algemeen kalm. De bevaarbaarheid van de Surinamerivier komt in het gedrang door het dichtslibben van de vaargeul, daarom moet deze periodiek uitgebaggerd worden. Een andere belangrijke waterweg in het plangebied is het Saramaccakanaal, een oost-westelijke verbinding tussen de Surinamerivier en de Saramaccarivier.

Van alle havens uit Suriname heeft alleen Paramaribo (Nieuwe Haven) significante installaties voor het laden en lossen van zeeschepen. De haven heeft een kadelengte van 520 meter, een maximum diepgang van 7.5 meter en kan schepen tot een gewicht van 7000 ton faciliteren. Nieuwe Haven beslaat een terrein van 49.5 hectare. De haven beschikt over redelijk goede hef- en hijsinstallaties en containerfaciliteiten, wel moet opgemerkt worden dat deze inmiddels sterk verouderd zijn. De kades zijn dermate vervallen dat er op sommige plaatsen sprake is van een gevaarlijke situatie. Momenteel is er een investeringsprogramma van ruim 30 miljoen Euro voor het revitaliseren van de haven gepland.

Onderwijsvoorzieningen

Het niveau aan onderwijsvoorzieningen in het plangebied is over het algemeen redelijk tot goed te noemen. Groot-Paramaribo telt ongeveer 200 lagere scholen (GLO, ULO , MULO en lager beroepsgericht onderwijs), een tiental algemene middelbare scholen, een tiental instellingen voor middelbaar en hoger beroepsonderwijs en een universiteit (ADEK).

Lagere scholen zijn vooral geconcentreerd in gebieden direct rondom het centrum van de stad.

In de meer noordelijk, westelijk en zuidelijk gelegen woongebieden komen veel minder lagere scholen voor. Kinderen uit deze woongebieden moeten dan ook vaak naar scholen dichter bij het centrum. Bij de middelbare scholen en het beroepsonderwijs speelt dit veel minder, alhoewel er in het woongebied ten zuiden van het Saramaccakanaal en te Commewijne geen instellingen uit deze categorie gevestigd zijn. Beroepsinstellingen en middelbare scholen komen geconcentreerd voor te Zorg en Hoop (LTS1, Havo, Lyceum 1, onderwijsbibliotheek, AMS, PCI) en in de omgeving Leysweg/Mr. J. Lachmonweg (ADEK, IOL, PTC, Natin, MTO).

Gezondheidsvoorzieningen

Het plangebied heeft met haar vier ziekenhuizen een redelijk hoogwaardig verzorgingsniveau.

Over Paramaribo verspreid liggen het ‘s Lands Hospitaal (308 bedden), het Academisch Ziekenhuis (396 ziekenhuisbedden), het St. Vincentius Ziekenhuis (287 bedden) en het Diakonessen Ziekenhuis (204 bedden)1. In het plangebied liggen verder de nodige medische voorzieningen, zoals een honderdtal huis- en tandartsenklinieken, een tiental apotheken en voorzieningen op het gebied van preventieve zorg. Zorg voor geestelijk gehandicapten wordt geboden in het Psychiatrisch Centrum Suriname (250 bedden).

In figuur 6.24 is de spreiding van gezondheidsvoorzieningen over het plangebied getoond.

Ook het spreidingspatroon van gezondheidsvoorzieningen geeft een zeer sterke concentratie in en rondom het centrum te zien, die niet overeen komt met de spreiding van de bevolking over de woongebieden. Een en ander heeft tot gevolg dat mensen vaak niet in hun eigen woonwijk terechtkunnen voor medische zorg.

1 Bron: Statistisch Jaarboek ABS 2003.

Figuur 6.24. Spreiding gezondheidsvoorzieningen 6.3. Gebiedsgerichte beschrijving

6.3.1. Gebiedsindeling

Het studiegebied is grofweg onder te verdelen in een aantal subregio’s:

• Het stadscentrum:

Centrumgebied tussen de Surinamerivier, de Sommelsdijckse kreek, de Zwartenhovenbrugstraat en de Dr. Sophie Redmondstraat

• Het overgangsgebied rondom het centrum:

Gebied met gemengd grondgebruik tussen de Sommelsdijckse kreek en de (Verlengde) Mahonylaan, tussen de Pengelstraat en de Zwartenhovenbrugstraat en tussen de Dr.

Sophie Redmondstraat en de Willem Campagnelaan

• De noordelijke en westelijke woongebieden:

Woongebied ten noorden van de (Verlengde) Mahonylaan / ten westen van de Pengelstraat

• De zuidelijke industriezone:

Industriegebied rondom de Saramaccadoorsteek / Bethesda

• Het zuidelijke woongebied:

Woongebied ten zuiden van het Saramaccakanaal

• De landelijke perifere gebieden:

Commewijne, het gebied ten noorden van de Kwattaweg en de westelijke en zuidelijke landbouwgebieden

Figuur 6.25. Subregio’s Groot-Paramaribo Het stadscentrum

Het stadscentrum vormt veruit het belangrijkste vestigingsgebied voor publieke en private administratieve diensten, groothandel, detailhandel en op recreatie afgestemde economische bedrijvigheid. Het centrum is op te delen in een handelscentrum en een dienstencentrum. In het dienstengebied is ook het bestuurscentrum van de stad gevestigd. In dit gebied staan nog vele houten gebouwen die getuigen van de prachtige architectuur uit de vorige eeuwen. De woonfunctie in de binnenstad van Paramaribo is met de jaren sterk afgenomen. Omdat de structuurvisie wat uitgebreider is uitgewerkt voor dit deelgebied, is paragraaf 6.3.2 gewijd aan een meer diepgaande beschrijving van het centrum.

Het overgangsgebied rondom het centrum

Direct ten noorden, ten westen en ten zuiden van het stadscentrum liggen stadswijken met een opmerkelijke mix van wonen en bedrijvigheid; het overgangsgebied. Opvallend is dat een relatief groot deel van de woningen in deze stadswijken in slechte onderhoudsstaat verkeert.

In het woongebied direct ten zuiden van de binnenstad, tussen de Dr. Sophie Redmondstraat, de Zwartenhovenbrugstraat en de Surinamerivier, laat de staat van de huizen veelal te wensen over en zijn delen van het binnengebied zwaar in verval geraakt. Smalle, slecht onderhouden straten versterken het onaantrekkelijke straatbeeld. Ook in de oude stadswijken direct ten noorden van de stad zijn er veel vervallen, oude woningen, bovendien is er veel leegstand. In het zuidwesten vormen de wijken Land van Dijk en Frimangron al geruime tijd een probleemgebied. De slechte fysieke toestand van deze woongebieden gaat gepaard met sociale problemen in de wijk zoals criminaliteit, drugsverslaving en prostitutie.

Het overgangsgebied vormt een belangrijk vestigingsgebied voor middenstandsbedrijven die zijn afgestemd op detailhandel, technologische dienstverlening en verschillende vormen van ambachtelijke bedrijvigheid. Naast verscheidene moderne grote en middelgrote handelsbedrijven en bedrijven voor technische dienstverlening omvat het bedrijvenbestand van deze oudere stadswijken vooral veel kleinere detailhandelszaken. In de oude stadswijken ten westen van het centrum is de bouwmaterialenhandel goed vertegenwoordigd. Daarnaast worden er in deze zone vooral autoherstelinrichtingen, installateursbedrijven, kleermakers, loodgieterbedrijven en kleine houtverwerkende bedrijven aangetroffen.

Noordelijk van het centrum heeft zich rond de Kleine Waterstraat door de jaren heen een uitgaanscentrum ontwikkeld, dat zowel bij de lokale bevolking als toeristen zeer in trek is. In dit gebied zit veel horeca, het vormt vooral in de avonduren een zeer levendig uitgaansgebied.

Naast café-restaurants, drankgelegenheden, nachtclubs en casino’s, zijn hier hotels en guesthouses gevestigd, ook is er een aantrekkelijke bloemenmarkt.

In de zuidelijke stadswijk zijn aan de Saramaccastraat veel industriebedrijven gevestigd, de strook langs deze weg kan dan ook gezien worden als mini-industriegebied. Het gebied rond de Nieuwe Haven vormt een belangrijk activiteitencentrum. Nabij de Nieuwe Haven staat de Markt-Zuid, de tweede algemene markt van Paramaribo, met een bezetting van circa 500 marktstands. In de omgeving van de Nieuwe Haven zijn verder enkele houtzaagmolens en het abattoir van Paramaribo gevestigd, alsook een tweetal brandstofterminals.

De noordelijke en westelijke woongebieden

Ruim 35% van de behuizing van Groot-Paramaribo ligt in woonwijken ten noorden van de Sommelsdijckse kreek, circa 30% in de westelijke woongebieden. Een groot deel van de woonwijken is na de IIe Wereldoorlog ontstaan uit particuliere verkavelingen. Ook zijn er in het verleden enkele grote volkswoningbouwprojecten uitgevoerd, zoals het Zorg en Hoop- en het Floraproject.

Over het algemeen verkeren de woningen in deze woonwijken in redelijke tot goede staat.

Hetzelfde kan gezegd worden van de verkeers- en ontwateringswegen in deze gebieden. Een uitzondering is het gebied ten westen van de IIe Rijweg, hier komen veelal onverharde wegen voor en zijn er veel problemen met de ontwatering.

In de woonwijken is de detailhandel in levensmiddelen vertegenwoordigd in de vorm van kleine en middelgrote supermarkten. In de betrekkelijk nieuwe woonwijken van Noord-Paramaribo blijken er naar verhouding ook veel kleine industrie- en nijverheidsbedrijven te zijn gevestigd, alsook bedrijven voor economische en technologische dienstverlening. De Bonistraat kan hierbij worden aangemerkt als mini-industriegebied.

Enkele jaren geleden is aan de Lalla Rookhweg (westelijke woonwijk) een overdekt winkelcentrum gerealiseerd, de Hermitage Mall. Dit winkelcentrum is zeer in trek, het biedt een aantrekkelijk winkelklimaat en heeft uitstekende parkeervoorzieningen. In het noordelijke stadsdeel is nu aan de Jan Steenstraat een nog groter overdekt winkelcentrum geopend, de Ma Retraite Mall.

De zuidelijke industriezone

In tegenstelling tot de kleinere industrieën, die vrij gespreid over het plangebied liggen, zijn de grotere industriebedrijven veelal gebundeld bij elkaar gevestigd op enkele locaties in de stad. Het voornaamste concentratiegebied van industriebedrijven is de zuidelijke industriezone, een gebied rondom de Saramaccadoorsteek.

De zuidelijke industriezone omvat het industrieterrein Bethesda, de voor industriële vestiging ingerichte kavels langs de Saramaccadoorsteek en in de onmiddellijke omgeving daarvan terreinen te Beekhuizen, Saron, Ephraimszegen, Duisburg-Onverwacht en Flora.

In dit gebied ligt ook Cevihas-haven die speciaal is ingericht voor de visserij. Dit havencomplex vormt het centrum voor de afhandeling van de visvangst in Paramaribo. De aanwezige haveninstallatie biedt de mogelijkheid tot efficiënt laden en lossen van zowel modern uitgeruste diepzeetrawlers als eenvoudige vissersboten. Op het complex zijn er daarnaast enkele visverwerkingsbedrijven gevestigd.

Het zuidelijke woongebied

Tot het zuidelijke woongebied worden de woonwijken ten zuiden van het Saramaccakanaal gerekend (circa 25% van de behuizing van Groot-Paramaribo). In tegenstelling tot de gebieden in Noord- en West-Paramaribo zijn er in dit woongebied vrijwel uitsluitend woningen voor mensen uit lagere inkomensklassen. Riolering, elektriciteits- en watervoorzieningen zijn in deze gebieden vaak gebrekkig, in sommige gevallen ontbreken deze voorzieningen zelfs volledig. Het woningbestand bestaat grotendeels uit relatief kleine woningen op kleine percelen, de onderhoudstoestand is vaak zeer slecht. Over het algemeen zijn deze gebieden slecht ontwaterd en kennen ze nauwelijks verharde wegen. Woongebieden als Bethesda, Saron-Zuid, Rangoelam, Latour, Ephraimszegen, Wintiwai, Pontbuiten, Houttuin en Hanna’s Lust kunnen dan ook worden aangemerkt als probleemgebieden.

In het zuidelijke woongebied hebben zich ook een aantal productiebedrijven gevestigd. Deze zijn voornamelijk gesitueerd langs de twee belangrijkste verkeersaders in het gebied, de Indira Gandhiweg en de Martin Luther Kingweg. Langs deze hoofdwegen liggen ook de meeste winkels. Langs de binnenwegen zijn nauwelijks winkels en bedrijven gevestigd, het aantal commerciële bedrijven ligt ten opzichte van het aantal woningen erg laag.

De landelijke perifere gebieden

De landelijke perifere gebieden omvatten:

a. de noordelijke kuststrook

b. de westelijke en zuidelijke landbouwgebieden c. het Commewijnegebied

ad a. De noordelijke kuststrook

Tot de kuststrook wordt het gebied ten Noorden van de Kwattaweg gerekend, een vooralsnog grotendeels ongeoccupeerd brakwater moerasgebied zonder een directe productiefunctie.

Toch heeft deze zone een groot economisch belang, zij bezit namelijk een hoge biologische productiviteit en vervult een belangrijke rol als paaiplaats voor garnalen en verschillende commercieel hoogwaardige vissoorten die in zee en in de rivieren worden gevangen.

Het gebied wordt alleen ontsloten via de Kwattaweg. In de koloniale periode waren aan weerzijden van deze weg plantages gevestigd, later maakten deze plaats voor boerderijen en tuinbouwbedrijven. Na de IIe Wereldoorlog zijn langs de Kwattaweg steeds meer woonhuizen gebouwd (lintbebouwing). Ook zijn er door de jaren heen wooncentra ontstaan langs de vele wegen die uitkomen op deze hoofdweg. Ook nu wordt er, zowel van overheidswege als door particulieren, volop geïnvesteerd in de kuststrook. Er zijn een aantal nieuwe woongebieden gepland, dan wel in aanbouw. De capaciteit van de Kwattaweg is in toenemende mate ontoereikend om de verkeersstromen van en naar deze woongebieden te faciliteren.

Steeds meer brengt de menselijke activiteit in de kustzone een bedreiging van overstroming van het achterliggende woongebied met zich mee. Dit komt door het wegkappen van de mangrovebossen die in een strook tot circa 1 kilometer uit de kust liggen en die voor de achterliggende gebieden een natuurlijke bescherming vormen tegen het water van de zee. De gevolgen van het wegkappen van deze bossen zijn goed zichtbaar in het Weg Naar Zeegebied, hier is jaarlijks een behoorlijke inspanning vereist om de afslag van de kust tegen te gaan.

ad b. De westelijke en zuidelijke landbouwgebieden

Ten westen en ten zuiden van het stedelijke gebied liggen landbouwgronden. De gebieden liggen voornamelijk langs het Saramaccakanaal (Leidingen-gebied) en het Magentakanaal (Magentapolder), die voor de waterhuishouding van de landbouwgronden zorgdragen. In de koloniale periode zijn langs deze waterwegen stroken ingepolderd, met kavels van ongeveer 600 meter breedte en 2000 tot 2500 meter diepte. Deze plantages zijn later weer opgedeeld in kleinere kavels van ongeveer 0,5 tot 1 hectare, waarop kleinlandbouw wordt bedreven. Door

verstedelijkingsdruk worden steeds grotere delen van dit landbouwgebied omgezet in woongebied.

ad c. Het Commewijnegebied

Het Commewijnegebied beslaat een strook van circa 13 kilometer langs de rechteroever van de Surinamerivier (circa 2 tot 3 kilomeer landinwaarts). Na de koloniale periode is dit gebied veelal landelijk gebied geworden waar kleinlandbouw wordt bedreven. De ritsbundels van dit gebied zijn zeer geschikt voor de kokos- en citruscultuur.

Sinds de bouw van de brug over de Surinamerivier (2000) is er een enorme interesse ontstaan om dit gebied te verkavelen en als woongebied uit te geven. Vooralsnog worden er vrijwel alleen woningen gerealiseerd, de nieuwe woongebieden zijn voor hun voorzieningen grotendeels aangewezen op de voorzieningencentra aan de overzijde van de rivier.

Uitbreiding van het woongebied zou hierdoor al vrij snel kunnen leiden tot capaciteitsproblemen op de Wijdenboschbrug (in iedere richting slechts één rijstrook).

Een ander probleem is de oeverafslag, de oeverbescherming aan de rechteroever van de Surinamerivier is niet toereikend om de achterliggende woongebieden afdoende te beschermen tegen de afkalving van land door het rivierwater. Op veel plaatsen langs de oever is geen artificiële oeverbescherming aangebracht, de mangrovebossen langs de oever zorgden hier voor de oeverbescherming. De mangrove wordt echter in rap tempo weggekapt, waardoor grote delen van de oever onvoldoende beschermd zijn tegen erosie. Een en ander heeft op verscheidene plaatsen al geleid tot landverlies, de voornaamste weg langs de rivier, de Commissaris Thurkowweg, is zelfs als enkele malen verlegd.

Figuur 6.26. Oeverafslag te Commewijne (Commissaris Thurkowweg)

6.3.2. De binnenstad nader bekeken

De binnenstad van Paramaribo is ruim en helder opgezet. In tegenstelling tot de rest van de stad, waar gebouwen over het algemeen vrijstaand gerealiseerd worden, bestaat de bebouwing in het centrum uit aaneengesloten gebouwen. Deze vormen veelal gesloten bouwblokken, waardoor een harde scheiding tussen openbare ruimte en privé-ruimte ontstaat: een drukke stenen straatkant versus een rustig, veelal groen, binnenterrein.

Het stadscentrum vormt hét grote concentratiegebied van winkels en particuliere diensten.

Daarnaast vormt de binnenstad een concentratiegebied voor overheidsinstellingen. Ook andere openbare voorzieningen, zoals scholen en poliklinieken, komen geconcentreerd in en direct rondom dit gebied voor.

Ruimtelijk bezien kunnen er in de binnenstad van Paramaribo twee activiteitencentra worden onderkend, te weten:

• een detailhandelscentrum:

Dit centrumgebied bestaat uit een druk winkelgebied rondom de Centrale Markt.

• een dienstencentrum:

Dit gebied vormt het centrum van financiële en administratieve instellingen. Ook is er

Dit gebied vormt het centrum van financiële en administratieve instellingen. Ook is er

In document Paramaribo op orde (pagina 72-162)