• No results found

Functie respondenten Hoofdredacteur (54.49%

6.2 Kwalitatieve resultaten

6.2.7 Overige kenmerken

De meest genoemde kenmerken en eigenschappen van de respondenten zijn: passie, enthousiasme, kennis, nieuwsgierigheid en sociale vaardigheden. Volgens de respondenten zijn dit allemaal

eigenschappen die een goede journalist van nature moet bezitten. Deze eigenschappen zijn niet aan te leren tijdens een studie, zo stellen de respondenten dan ook.

40

7 Conclusie

In dit hoofdstuk geef ik per behandeld onderwerp antwoord op de deelvragen. Hierna volgt het uiteindelijke antwoord op de probleemstelling: ‘welke verwachtingen hebben werkgevers in de Nederlandstalige journalistiek van huidige en toekomstige journalisten?’ en daarmee de uiteindelijke conclusie van dit onderzoeksrapport.

In het tweede en derde hoofdstuk van dit onderzoeksrapport beschreef ik middels mijn

literatuuronderzoek dat het journalistieke landschap drastisch is veranderd en ontwikkeld sinds het ontstaan ervan in de vorige eeuw. Maatschappelijke ontwikkelingen, het ontstaan van journalistieke opleidingen en technologische vernieuwingen van de afgelopen dertig jaar hebben het

verwachtingspatroon van een goede journalist doen veranderen. Dit verwachtingspatroon is van groot belang voor elke journalist, aangezien de concurrentie onderling groot is, met zowel geschoolde

‘professionals’ als ongeschoolde, recreatieve journalisten. Nu de resultaten van zowel mijn kwantitatieve als kwalitatieve onderzoeken bekend zijn in de vorm van de deskresearch en de uitkomsten van de enquête en de interviews, kunnen we conclusies trekken die zowel de deelvragen als de probleemstelling van mijn onderzoek beantwoorden.

7.1 Schooldiploma

Het eerste onderwerp dat ik in dit onderzoek heb aangekaart, is het belang van een schooldiploma voor Nederlandse journalisten. In hoofdstuk 2 werd al duidelijk dat de journalistieke opleiding ervoor heeft gezorgd dat er sinds de afgelopen 45 jaar journalisten werkzaam zijn met en zonder schooldiploma. Het doel van de journalistieke opleiding was om de kwaliteit van journalistiek te verbeteren. Mijn

veldonderzoek heeft aangetoond dat journalistieke werkgevers hier niet al te veel van merken. Aan de hand van mijn opgestelde deelvragen in het Plan van Aanpak was het mijn doel om te achterhalen of journalistieke werkgevers in Nederland verwachten dat journalisten van de toekomst in het bezit moeten zijn van een journalistiek schooldiploma. Het meest kort mogelijke antwoord op deze vraag is: nee. Uit de uitkomsten van de enquête is gebleken dat de meeste huidige werkzame journalisten in Nederland (60%) geen journalistiek schooldiploma in hun bezit hebben. Dit is een behoorlijke minderheid. Dit merendeel van journalisten zonder schooldiploma is wel bijna altijd in het bezit van een ander soort schooldiploma, oftewel van een relevante opleiding. Dit blijkt uit de uitkomsten van de interviews met de hoofd- en eindredacteuren.

Deze opmerkelijke uitkomst is toe te schrijven aan twee oorzaken. De eerste oorzaak zien wij terug in de interviewresultaten en de ingevulde antwoorden van de open vraag in de enquête. Hier wordt duidelijk dat enkele van de belangrijkste eigenschappen van een goede journalist, zoals nieuwsgierigheid, drive en ambitie, niet zijn aan te leren op een studie. ‘Diploma of niet, een goede journalist moet je van jezelf zijn’, zo luidt de mening van de journalistieke werkgevers in Nederland. De tweede oorzaak van het hoge aantal werkzame journalisten zonder journalistiek diploma ligt bij de trend die nu speelt bij de voorkeuren van hoofdredacteuren in de journalistiek; uit de interviews is gebleken dat redacties een steeds grotere behoefte hebben aan specialisten in plaats van generalisten (zie §8.3).

41

Hoewel de huidige journalisten dus lang niet allemaal in het bezit zijn van een journalistiek diploma, maken toekomstige journalisten wel degelijk meer kans om aangenomen te worden mét een journalistiek diploma dan zonder. Uit de enquête is gebleken dat de meeste werkgevers een journalistiek diploma zeer tot gematigd belangrijk vinden en dus een sollicitant met het diploma wel aantrekkelijker maakt. Op de vraag of werkgevers liever een sollicitant zien met een journalistiek diploma dan met een diploma in een gespecialiseerde opleiding, antwoordt iets meer dan de helft zelfs positief. Dit geldt niet voor één bepaalde sector in de journalistiek; tijdens de interviews gaven hoofdredacteuren van zowel kranten en tijdschriften als televisie- en radio-omroepen aan een journalistiek diploma waardevol te vinden. Het is voor toekomstige journalisten dus geen voorwaarde om een journalistiek schooldiploma op zak te hebben, maar het verhoogt wel je kansen om aangenomen te worden. We kunnen dus concluderen dat werkgevers graag journalisten met een diploma in de journalistiek aannemen, maar dat deze zich wel al hebben gespecialiseerd op een bepaald thema of onderwerp. Het gaat hier echter wel alleen om journalisten op HBO- of WO-niveau; elk niveau daaronder maakt bij journalistieke werkgevers in Nederland geen schijn van kans, zo is gebleken uit de enquêteresultaten. Voornamelijk studenten van de hogeschool worden het meest gezocht door de werkgevers (64,8%). De school of universiteit waar de student vandaan komt, maakt voor een werkgever geen verschil. Een afgestudeerde student van de Hogeschool Utrecht maakt op papier dus niet meer kans dan een concurrerende sollicitant van de Hogeschool Windesheim van Zwolle en ook tussen de verschillende universiteiten wordt geen verschil gemaakt.

7.2 Werkervaring

Het tweede thema waarmee ik het verwachtingspatroon van werkgevers heb gemeten is het belang van werkervaring voor een startende journalist in Nederland. De belangrijkste conclusie van de enquête- en interviewresultaten is dat werkervaring een aanzienlijk grotere rol speelt voor werkgevers in de

Nederlandse journalistiek dan een schooldiploma. Vrijwel alle werkgevers eisen eerder wel dan geen werkervaring van een sollicitant, vaker dus dan dat zij een journalistiek schooldiploma vereisen van een sollicitant. Uit de enquête is gebleken dat werkgevers in de journalistiek werkervaring zeer belangrijk vinden. Het is volgens hoofdredacteuren voor een journalist noodzakelijk om zelfstandigheid en

ondernemerschap te tonen, zo blijkt weer uit de interviews. Een startende journalist verhoogt zijn of haar kansen dus enorm door zelf op pad te gaan met een camera, zelf interviews af te nemen en zelf items te produceren. Zo kan een journalist zich onderscheiden, nog veel meer dan alleen een schooldiploma te presenteren. Vooral journalisten die bij de geschreven media willen werken, zoals kranten en tijdschriften, doen er goed aan zelfstandig ervaring op te doen. Bij de radio en televisieomroepen is het voor

toekomstige journalisten zinvol dat zij eerst bij lokale en regionale omroepen ervaring op doen, voordat zij bij de nationale televisie of radio aan de slag kunnen.

De journalistieke stage wordt zeer gewaardeerd door werkgevers. Redacties zijn in de meeste gevallen meer dan tevreden met de verrichte diensten van hun stagiaires en het komt dan ook regelmatig voor dat stagiaires een dienstverband overhouden aan hun stage bij de betreffende redactie of omroep. De geweldige meerderheid van 65.17% van alle respondenten die in de enquête aangeeft dat zij een stageperiode voor elke journalist essentieel vindt, geeft aan hoeveel aantrekkelijker een journalist is met deze ervaring op zijn of haar CV. De interviewkandidaten van radio- en televisieomroepen benadrukten het belang van een stageperiode nog iets meer dan hun collega’s bij de geschreven media. Dit is te

42

verklaren door de nodige technische ervaring en inzicht om aan de slag te kunnen bij deze bedrijven. Een stage blijkt voor elke journalist een zeer belangrijke en nuttige ervaring.