• No results found

Functie respondenten Hoofdredacteur (54.49%

7.3 Generalist versus specialist

Uit zowel de enquête- als de interviewresultaten is duidelijk geworden dat een gezonde motivatie, grote ambitie en passie voor het vak belangrijker gevonden worden dan een grote kennis of een breed pakket aan vaardigheden. In de interviews geven de hoofdredacteuren aan dat een goede journalist van zichzelf een nieuwsgierig en geïnteresseerd persoon moet zijn die alles wil weten. Ook uit de vele antwoorden op de open vraag in de enquête zijn nieuwsgierigheid, drive, passie, ambitie en motivatie veelgenoemde eigenschappen die een goede journalist dient te bezitten. Het is dus belangrijk dat je als startende journalist heel gemotiveerd bent om ver te komen en hierbij een grote mate van zelfstandigheid en ondernemerschap toont.

Uiteindelijk zal elke journalist een richting moeten kiezen, of je nou bij een krant, radio, televisie of elk ander soort redactie werkt. Een startende journalist doet er zich dan ook goed aan om zich te

onderscheiden van de concurrentie door te specialiseren op één bepaald onderwerp of thema, in plaats van zich te richten op meerdere onderwerpen of thema’s. De hoofdredacteuren hebben duidelijk aangegeven dat de journalisten van de toekomst specialisten moeten zijn. Voor een werkgever zijn journalisten die een grote kennis hebben van één onderwerp of thema veel aantrekkelijker dan journalisten met een matige kennis van veel verschillende onderwerpen. Een generalist zal dus steeds minder in trek zijn bij redacties; de specialist daarentegen juist steeds vaker.

Het spreken van meerdere talen is geen belangrijke eigenschap voor een journalist. Het merendeel van de werkgevers heeft aangegeven geen verschil te maken tussen sollicitanten die meer talen spreken dan de gemiddelde journalist.

7.4 Secundaire kenmerken

Ook op het gebied van eigenschappen en kenmerken die in feite niets zeggen over de kwaliteit van een journalist maken kunnen deel uit maken van het verwachtingspatroon van een werkgever. Zaken als leeftijd, woonplaats, afkomst en dergelijke zijn daarom meegenomen in dit onderzoek. Uit de gestelde vragen in de enquête en de interviews zijn hier enkele conclusies uit te trekken. De belangrijkste hiervan is op het gebied van leeftijd van een startende journalist. Deze maakt namelijk het meeste kans op een baan tussen de 26 en 35 jaar, zo blijkt uit de antwoorden van een overgroot deel van de respondenten van de enquête; bijna 70%. Een jonge journalist is aantrekkelijker dan een ‘oudere variant’, omdat deze meer ideeën en creativiteit zou bezitten en tevens ambitieuzer zou zijn. Te jong (tussen de 18 en 25 jaar) is dan ook weer niet goed, aangezien deze groep tekort schiet op het gebied van ervaring en kennis van zaken. Leeftijd is dus wel van enig belang, maar uit de interviewresultaten blijkt dat dit zelden een

doorslaggevende factor is bij een sollicitatie.

Op het gebied van al dan niet gehuwde staat en afkomst wordt nooit onderscheid gemaakt door werkgevers. Dit is wel het geval voor de woonplaats van een journalist. De interviewkandidaten

43

woonplaats van een sollicitant als een belangrijk kenmerk te beschouwen. Een enkeling van de

interviewkandidaten heeft dit toegelicht door uit leggen dat de woonplaats veel kan zeggen over de kennis van een journalist over een bepaalde stad of regio. Een journalist uit Leeuwarden zal daarom minder kans maken op een vacature bij een Amsterdamse krant dan een journalist uit Amsterdam.

7.5 Freelance versus vaste medewerkers

De resultaten van de enquête zijn niet helemaal op één lijn met die van de interviewresultaten. In de eerstgenoemde onderzoeksmethode wordt namelijk duidelijk dat ongeveer een derde van alle werkgevers de voorkeur heeft voor freelancers, weer een derde heeft de voorkeur voor vast personeel en nog een derde heeft helemaal geen voorkeur, terwijl alle achttien interviewkandidaten zeer duidelijk en unaniem waren in hun oordeel over vaste contracten; deze worden in geen geval meer verstrekt. Vaste

medewerkers worden dus niet meer gezocht door redacties en omroepen, maar de hoofdredacteuren zouden ze wel graag willen hebben. Voor een startende journalist maakt die voorkeur echter niets uit; zij lijken enkel en alleen nog als freelancer aan de slag te kunnen gaan in de Nederlandse journalistiek. De eisen zijn voor freelancers en vaste medewerkers nagenoeg hetzelfde, in alle sectoren van de

Nederlandse journalistiek. Dit is gebleken uit zowel de enquête- als de interviewresultaten. Een freelancer komt niet per se makkelijker aan werk dan een vaste medewerker.

7.6 Vacatures

In het Plan van Aanpak heb ik voorgenomen om de verwachtingen en eisen zoals deze in vacatures in de kranten en de websites staan opgesteld te vergelijken met mijn eigen onderzoeksresultaten. Deze

onderzoeksmethode is vervallen aangezien er gedurende dit onderzoek weinig tot geen journalistieke vacatures werden aangeboden om een representatieve vergelijking te maken.

7.7 Huidige journalisten

Om een conclusie te kunnen trekken over het belang van een netwerk en andere ‘hulpmiddelen’ om aan een baan te komen in de Nederlandse journalistiek, heb ik onderzocht hoe de huidige journalisten aan hun baan zijn gekomen op de redactie of op de omroep. Interessant resultaat uit de enquête is dat 50% van alle werkzame journalisten via een normale sollicitatie aan hun werk zijn gekomen, dus de helft op een andere manier. Dit is vanzelfsprekend een heel groot percentage van journalisten dat via een andere manier binnen is gekomen op hun redactie of omroep.

De voornaamste alternatieven voor een journalist om aan werk te komen, is via zijn of haar stage of dankzij een goed netwerk. Het belang van de eerstgenoemde methode is al eerder in deze conclusie besproken; het belang van een netwerk lijkt echter nog belangrijker te zijn voor een jonge journalist. Uit de enquête blijkt dat bijna de helft van alle werkzame journalisten zijn of haar baan te danken heeft aan een degelijk netwerk, terwijl een minderheid van 38% via een stage aan zijn of haar werk is gekomen. Uit de interviews blijkt weer dat vooral hoofdredacteuren bij gespecialiseerde media zoals tijdschriften en websites een journalist mét netwerk aantrekkelijker vinden dan hun concurrenten zonder netwerk. Uit de

44

cijfers en antwoorden kunnen we dus opmaken dat een netwerk voor een journalist van groot belang is en zelfs een grote kans heeft om de doorslag te geven bij het vinden van werk.

In de interviews noemden enkele hoofdredacteuren dat zelfstandigheid en ondernemerschap de andere manieren zijn om aan een baan te komen, dus zelf journalistieke items aandragen. Ook de bereidheid om onbetaald te werken vergroot de kans op een journalistieke carrière.