• No results found

Overige correspondenties

4.2 Resultaten Inhoudsanalyse

4.2.2 Tekst-beeldcorrespondenties

4.2.2.3 Overige correspondenties

(Film 22, sequentie 3)

Fragment 9: Co-referentie extra benut door herhaling te creëren

In de instructie voorafgaand aan dit fragment wordt uitgelegd hoe het apparaatje gebruikt moet worden. Dit blijkt een ingewikkelde instructie waar bij vrijwel alle handelingen het hefboompje eerst naar beneden en dan weer naar boven moet. De maker onderkent de importantie en complexiteit van de instructie en speelt daarop in door herhaling in te bouwen, met de waarschuwende woorden “Het is belangrijk om…” ter inleiding. De waarschuwing zelf creëert vervolgens co-referentie doordat de hoofdpersoon de instructie gaat herhalen en functioneert zo als herhaling. Dit stelt de kijker beter in staat de instructie op te volgen.

4.2.2.3 Overige correspondenties

Naast co-referenties zijn er andere vormen van correspondenties waargenomen tussen tekst en beeld. Het betreft de correspondenties die in de methode uiteengezet zijn: verschuiving, dichotomie en beelduitleg. De drie correspondenties kwamen in het materiaal nauwelijks voor.

Beelduitleg, oftewel wanneer in tekst of beeld wordt afgeweken van het verloop van de film om iets van het beeldmateriaal beter uit te leggen, zien we in totaal 20 keer in het corpus. In tekst kwam Beelduitleg bijvoorbeeld neer op het woord “kijk”, gevolgd door een uiting zoals “hier is het ziekenhuis” (film 10, sequentie 1). In beeld werd Beelduitleg bijvoorbeeld gerealiseerd door een pijl of een cirkel die buiten de boodschap viel maar puur de aandacht legde op een detail binnen het beeldmateriaal:

(Film 12, sequentie 6)

46 De correspondentie Verschuiving kwam in de instructiefilms ook beperkt voor. Het gaat om een totaal van 17 gevallen in het gehele corpus. Verschuiving werd bijvoorbeeld ingezet om in tekst het doel van het geneesmiddel te benoemen, terwijl in beeld het resultaat werd getoond. Van de correspondentie Dichotomie, tegenstelling tussen tekst en beeld, werden enkel 2 gevallen gevonden (daardoor komt deze in het overzicht in tabel 13 op 0%).

4.2.2.4 Problemen

In de categorie correspondenties zijn weinig problemen gevonden. Dit betekent niet dat er geen problemen kunnen ontstaan, maar dit komt waarschijnlijk vanwege de minimale aanwezigheid van de correspondenties.

De problemen zouden dan liggen in drie van de vier factoren die bij co-referenties zijn vastgesteld, namelijk: de snelheid van de handelingen, de camera-afstand/kadrering en timing van de afstemming van tekst op beeld. In één van de correspondenties werd een voorbeeld van een onvolkomenheid in camera-afstand gevonden:

(Film 15, sequentie 1)

Fragment 11: Probleemgeval beelduitleg door camera-afstand

In het fragment zien we een apotheker uitleg geven over hoe de inhalator en inhalatiekamer gebruikt moeten worden. Zij geeft aan dat tijdens het in- en uitademen “je de ventieltjes op en neer ziet bewegen”, terwijl ze naar de bovenkant van het voorwerp wijst. Vanwege de verre camera-afstand kan de kijker de ventieltjes echter niet zien bewegen. Hierdoor ontstaat geen co-referentie, zoals meest gebruikelijk zou zijn, maar ook de beoogde functie van beelduitleg valt weg. De uiting wordt daardoor een tekstuele toevoeging en verliest aan zeggingskracht. Dat de kijker het detail niet kan zien komt overigens mede doordat het schermformaat erg klein en in elkaar gedrukt is. Het probleem kan dus ook veroorzaakt zijn door de distributie.

4.2.3 Dynamiek

De gevonden co-referenties laten een bepaalde dynamiek zien. Dynamiek is onderdeel van één van de eerder genoemde factoren die een co-referentie wel of niet geslaagd maken: timing van de afstemming van tekst op beeld. Daarom is analyse van de dynamiek ook belangrijk voor onderzoek naar hoe instructie toegankelijk wordt gemaakt via tekst en beeld in instructiefilms.

De analyse toont dat in het overgrote deel aan co-referenties, zoals verwacht, de tekstuiting en het beeldmateriaal tegelijk plaatsvinden. Naast deze gelijktijdigheid werd voortijdigheid en natijdigheid bij co-referenties vastgesteld. De verdeling daarvan is als volgt:

47 Soort Dynamiek Totaal Afwijkende Dynamiek Procentueel Totaal

Voortijdig 46 34%

Natijdig 84 64%

Onduidelijk 3 2 %

Totaal 133 100%

Tabel 14: Overzichtstabel van dynamiek van de co-referenties binnen het corpus

Drie co-referenties zijn als onduidelijk aangemerkt, omdat ze zowel voortijdig als natijdig gelabeld konden worden; welke van de twee lezingen de intentie was, werd niet duidelijk. De drie co-referenties in beide categorieën onderbrengen, vertroebelt de resultaten. Ook het aanmaken van een nieuw label ‘beide’ leek niet de juiste oplossing, aangezien de drie co-referenties zich niet hetzelfde gedragen. Daarom is ervoor gekozen deze drie als onduidelijk buiten beschouwing te laten. Uit de tabel komt naar voren dat na gelijktijdigheid, natijdigheid het meeste voorkomt. Dit heeft mogelijk te maken met het doel van de film, namelijk het toegankelijk maken van instructies aan de kijker. Wanneer de kijker zich de instructies eigen wil maken, zal hij nog maar weinig kennis hebben. Als de kijker dan de beelden eerst aangeboden krijgt, zonder tekst erbij, weet de kijker wellicht niet waar hij op moet letten, wat de kijker minder goed in staat stelt de instructies op te volgen. Bovendien zou hij de latere tekst moeten koppelen aan wat hij al gezien heeft, terwijl er op dat moment alweer nieuw beeldmateriaal wordt aangeboden. De kijker zou achter de feiten aanlopen wat de verwerking bemoeilijkt en het opvolgen van de instructies belemmert. 4.2.3.1 Problemen

In de vorige paragraaf werd een mogelijke verklaring gegeven voor het feit dat natijdige co-referentie vaker voorkomt dan voortijdige co-referentie. Namelijk dat voortijdigheid ervoor zorgt dat het lastig is te focussen op beeldmateriaal zonder een uitleg in tekst die duidelijk maakt waarop. Wanneer deze verklaring klopt, zou dit betekenen dat voortijdige dynamiek in co-referenties problemen kan geven. Dergelijke problemen zijn echter niet in het corpus gevonden. Wel valt op dat voortijdige co-referentie voornamelijk werd gevonden bij instructies die weinig uitleg behoeven, bijvoorbeeld bij een opsomming van spullen:

(Film 13, sequentie 2)

48 In bovenstaand fragment zien we drie keer achter elkaar een voortijdige co-referentie. Eén voor één worden de spullen uit het etui gehaald en in een close up laten zien, waarna het item in de

gesproken tekst wordt benoemd.

Bij natijdigheid is de kijker in het voordeel; de kijker weet door de gesproken tekst wat hij in beeld kan verwachten en kijkt daarom meer gefocust naar het beeldmateriaal. Toch biedt natijdige dynamiek geen garantie voor een duidelijke instructie. Neem het volgende fragment:

(Film 11, sequentie 1)

Fragment 13:Probleemgeval bij natijdige dynamiek door vertraging beeldmateriaal

De dynamiek is natijdig in fragment 13, maar dusdanig vertraagd dat het beeldmateriaal ver achter begint te lopen op de tekst. De kijker kan het overzicht verliezen en zich er ook aan storen. Gelukkig last de voice-over een pauze in en wordt ervoor gezorgd dat de achterstand in het daarop volgende shot wordt ingelopen. De co-referentie blijft daarna op het nippertje gelijktijdig.

Soms wordt natijdigheid op een manier ingezet dat het de instructie optimaliseert. Dergelijke gevallen kunnen gezien worden als ondersteuning voor de visie dat natijdigheid door makers als beter wordt gezien voor de toegankelijkheid van de instructie dan voortijdigheid. Een voorbeeld van een dergelijke optimalisatie zien we in fragment 14:

(Film 17, sequentie 3)

Fragment 14: Natijdige dynamiek benut door kijker voor te bereiden op instructie

In fragment 14 zijn alle acties na de actie “verwijderen van het stofkapje” natijdig gemonteerd. Ze zijn op zo een manier gemonteerd dat aan het eind van het uitspreken van de actie, deze ongeveer in beeld begint. Dit zorgt ervoor dat de kijker zodra hij de tekst verwerkt heeft, deze in beeld terugziet. Het zorgt er ook voor dat de instructie een patroon vormt waar de kijker op kan anticiperen. Dit