• No results found

Meervoudige sequentieschakelingen

4.1 Resultaten structuuranalyse

4.1.2.2 Meervoudige sequentieschakelingen

De soorten sequentieschakelingen die zojuist behandeld zijn, worden meestal met één soort per sequentieovergang ingezet en zijn daarmee enkelvoudig: de kijker wordt op één manier

geattendeerd op een overgang. In 29% van de sequentieschakelingen worden verschillende soorten gecombineerd tot een meervoudige sequentieschakeling. Elke manier behalve de gecombineerde schakeling maakt deel uit van zo een meervoudige sequentieschakeling. De verhoudingen zijn vergelijkbaar met de verhoudingen van soorten sequentieschakelingen in het algemeen, zoals vastgelegd in tabel 9. De meervoudige sequentieschakeling is voornamelijk een combinatie van twee soorten sequentieschakelingen; in 29 van de 32 meervoudige gevallen gaat het om een combinatie van twee soorten. In de andere 3 gevallen gaat het om een combinatie van drie soorten.

De meest voorkomende combinaties van meervoudige sequentieschakelingen zijn in onderstaande tabel gezet. Er is gekozen voor een tabel in plaats van een opsomming om echt een beeld te schetsen van hoe dit er bij het schakelen van de sequenties uitziet:

Nr. Aantal/% Afsl. via afsluiting + Afsl. via inleiding + Schakeling + Inleiding

1 5 / 16% Visuele schakeling Verbale inleiding

2 4 / 13% Visuele schakeling Visuele inleiding

4 / 13% Visuele schakeling Gecombineerde inl.

3 3 / 9% Verbale afsl. via inl. Visuele schakeling

4 2 / 6% Verbale afsl. via inl. Visuele schakeling Verbale inleiding

2 / 6% Verbale afsluiting Verbale inleiding

2 / 6% Gecombineerde afsl. Visuele schakeling

36 Een overzicht van alle combinaties binnen de meervoudige sequentieschakelingen is te vinden in Bijlage B. Het aantal procenten in de tabel is gebaseerd op het totaal aantal meervoudige sequentieschakelingen van 32.

Uit de tabel blijkt dat ook binnen een meervoudige sequentieschakeling de visuele schakeling favoriet is. In het totaal van 32 meervoudige overgangen komt deze 23 keer voor. De visuele schakeling wordt het meest gecombineerd met een inleiding, waarbij de verbale variant net iets vaker voorkomt dan de anderen. De combinatie visuele schakeling met een verbale afsluiting via een inleiding is daarna favoriet. Deze verdeling heeft grote gelijkenis met de volgorde van meest gebruikte sequentieschakelingen in het algemeen.

4.1.2.3 Problemen

Er zijn geen problemen te vinden in het materiaal. Sommige sequentieschakelingen zijn visueel en verbaal abrupt, maar dit betreft de minderheid van sequentieovergangen. Daarnaast zijn deze abrupte overgangen niet verwarrend te noemen. Uit de analyse blijkt niet dat de toegankelijkheid van de instructie daardoor in het geding komt. Bovendien zijn hedendaagse kijkers ervaren in het interpreteren van multimodale communicatie; zelfs zeer jonge kinderen blijken ingewikkelde beeldconventies gemakkelijk op te pikken (Pauwels & Peters 2005: 13).

Het opdelen van de instructiefilms in sequenties gaf af en toe wel enige moeilijkheden: incidenteel was er sprake van onduidelijkheid of de maker een nieuwe sequentie wilde inzetten of niet. Dit hoeft geen nadelig effect te hebben op het overbrengen van de instructie. Het kan wellicht tijdelijk de aandacht beïnvloeden van de kijker, maar dit is niet waarschijnlijk en ook niet meetbaar met deze analyse. Het probleem van opdeling viel op bij de uitgebreide structuuranalyse; aangezien de kijker niet met zoveel detail de instructiefilm zal kijken, levert dit geen probleem op voor de toegankelijkheid van de instructie.

Uit de analyse kwam verder naar voren dat de manier van monteren incidenteel doelgericht wordt ingezet om een sequentieschakeling te optimaliseren. Voornamelijk in de langere films waar een narratief in verwerkt is, wordt de manier van montage bewust ingezet. Zo zien we een aantal keer dat de gesproken tekst van de lopende sequentie even doorgaat, nadat al geschakeld is naar het beeldmateriaal van de volgende sequentie. Dit is een manier die ook veel gebruikt wordt in

televisieseries; veel kijkers zullen dus vertrouwd zijn met dit fenomeen. In film 14 is een voorbeeld van bewuste montage via het gebruik van geluid gevonden:

(Film 14, sequentie 5 en 6)

Fragment 1: Doelgerichte montage van geluid voor optimalisering sequentieschakeling

Hier wordt in de lopende sequentie het geluid van een opengaande deur gestart. De kijker weet daardoor dat er iets nieuws gaat gebeuren en inderdaad: de sequentie schakelt naar een shot van een ziekenhuisapotheek waar twee van de hoofdpersonen zojuist binnenkomen.

37

4.1.3 Eindsequentie

Tenslotte is voor een goed beeld van de structuur in instructiefilms de eindsequentie van de films in het corpus geanalyseerd: of dit visueel, verbaal of gecombineerd geschiedde. Dat leidde tot de volgende gegevens:

Manier van beëindiging Aantal In %

Visueel einde: 14 56%

Verbaal einde: 0 0%

Combinatie einde:

waarvan beide los aanwezig (L): waarvan gecombineerd (G): 4 2 2 16% 8% 8% Auditief einde: 1 4% Abrupt einde 6 24% Totaal: 25 100%

Tabel 10: Overzichtstabel van beëindiging per kanaal binnen de eindsequenties

In driekwart van de films wordt de kijker geholpen te begrijpen dat de film eindigt tegenover een kwart aantal films met een abrupt einde. In meer dan de helft van de films in het corpus is het einde visueel. Een verbaal einde komt binnen het corpus niet voor. Een gecombineerd einde zien we in een klein aantal van de films. Eén film vertoonde een afwijkend eind, namelijk auditief. Het is als auditief einde aangemerkt omdat de voice-over steeds meer werd gedempt als teken van einde.

De manieren werden net als bij de startsequentie verder geanalyseerd op welke functie de eindes binnen de sequentie vervullen. Evenals in de startsequenties gebruikt de eindsequentie de functie identificatie, hoewel de functie identificatie in de eindsequentie juist zelfstandig wordt gebruikt in tegenstelling tot de startsequentie. Daarnaast is de functie afsluiting gevonden. Een einde wordt als afsluiting betiteld als deze een signaal geeft dat er geen andere sequentie meer zal volgen, bijvoorbeeld een zwart scherm. De verhoudingen zien er dan als volgt uit:

Functie Einde Visueel Verbaal Gecombineerd Totaal In % (met

L G 18 als 100%) Afsluiting 3 0 1 2 6 33% Identificatie 11 0 1 0 12 67% Subtotaal (i.v.t.) Totaal 14 0 2 4 2 18 100%

% voor subtotaal (i.v.t.)

In % (met 18 al 100%) 78% 0% 11% 22% 11% 100% n.v.t.

Tabel 11: Overzichtstabel van de functies van de eindshots per kanaal binnen de eindsequenties

Naast een voorkeur voor een visueel einde is er een voorkeur te zien voor de functie identificatie. Tweederde van de eindes is via een identificatie afgesloten. De afsluiting zien we in het resterende derde deel.

38 Hoe de eindsequentie wordt afgesloten lijkt niet afhankelijk van het soort sequentie. De enige gevonden vaste combinatie is dat wanneer de eindsequentie een echte afsluitingssequentie is, deze via een visuele identificatie wordt geëindigd.

4.1.3.1 Problemen

De visueel en verbaal abrupte eindsequenties staan het opvolgen van de instructies in de films van dit corpus niet in de weg. Het afkappen van een nog lopende instructie kan wel een probleem vormen. Dit is een aantal keer voorgekomen in het corpus. Een voorbeeld hiervan zien we in onderstaand fragment:

(Film 12, sequentie 7)

Fragment 2: Afgekapte eindsequentie

Het einde is als visuele afsluiting aangeduid omdat de maker via een zwart scherm laat zien dat de film hier stopt. Een zwart scherm is een degelijke afsluiting, maar in dit geval verschijnt het zwarte scherm al terwijl de voice-over nog praat. De gesproken instructie is gelukkig vlak daarvoor in beeld geweest en eindigt daar, anders had deze afkapping voor serieuze problemen kunnen zorgen. 4.1.4 Samenvatting resultaten structuuranalyse

Het komt er dus op neer dat er in de instructiefilms van dit corpus duidelijk structuur wordt aangebracht. Het aantal sequenties verschilt en de opbouw is niet altijd de standaardopbouw van een instructietekst, maar de instructie zelf volgt wel de standaardopbouw in de volgorde van de uit te voeren handelingen om zo toegang te verschaffen tot de instructie. In tweederde van de films biedt de structuur een deel dat de kijker voorbereid voor de instructie, daarna een middenstuk waarin de instructie plaatsvindt en wordt de film voor de kijker afgerond. Daarnaast wordt er voornamelijk in de startsequentie en in de sequentieschakelingen een grondige structuur aangebracht waardoor de kijker ondersteund wordt in het begrijpen van de instructiefilms. Hoe wordt die structuur via teksten en beelden toegankelijk? De aanvang in de

startsequentie is meestal een gecombineerde via het visuele en het verbale kanaal, al dan niet via tekst-beeldcorrespondentie. Dit benadrukt de belangrijke rol die de start heeft. Opvallend is dat geen enkele start of einde louter via het verbale kanaal verloopt. De voorkeur in sequentieschakelingen en de eindsequentie is via het visuele kanaal. Opmerkelijk is dat gecombineerde sequentieschakelingen en eindes weinig worden gebruikt. Van de gevonden gecombineerde sequentieschakelingen en eindes is maar een deel tekst-beeldcorrespondentie, het andere deel is losse visuele en verbale informatie die naast elkaar zijn gemonteerd. Dat betekent dat een samenspel van tekst en beeld niet kenmerkend is voor het aanbrengen van structuur. De structuur vanaf het middenstuk wordt vooral

39 door visuele middelen expliciet gemaakt. Verder valt op dat in sequentieschakelingen een inleiding van de nieuwe sequentie een voorname rol heeft. Inleiding is dus in het algemeen van belang; niet alleen voor de start van de instructiefilms maar ook binnen subonderdelen van de films.

Er werden geen probleemgevallen geconstateerd in de structuur. Er werden wel gevallen in eindes aangetroffen waar een risico tot een probleem bestaat.