• No results found

OVERGANG VAN HET VOORKEURRECHT, i)

In document MEDEDEELING N£. IV. (pagina 107-113)

§ i. Atjèh.

202 de kleine luiden [zijn] meerendeels geneigd, de rechten van [vroegere rechthebbenden op weder woest geworden bouwvelden of tuinen] of hunne rechtverkrijgenden -) onvoorwaardelijk te erken-nen, wanneer zij die willen laten gelden.

[Snouck I 309]

§ 2. Gajo-, Alas- en Bataklanden.

§ 3. Het Minangkabausche gebied.

§ 4. Zuid-Sumatra.

203. De duur van [het in plaats 157 bedoelde recht] is [in de Lam-pongs] zeer verschillend en hangt af van plaatselijke gewoonten; het komt zelfs voor, dat dit recht erfelijk is. [Adatrb. X 216]

3) Het opvallend stilzwijgen der bronnen doet veronderstellen — wat trouwens ook waarschijnlijk is —, dat overdracht of andere overgang van voorkeurrecht hetzij onbe-kend is, hetzij niet of zelden voorkomt. Het voorkeurrecht van den bezitter van buurgrond gaat uiteraard over te gelijk met het bezitrecht van dien buurgrond zelf.

z) Overgang ook van dit recht is dus mogelijk.

— 91 —

H S T . I l l OVERGANG YOORKEURR.

§ 5. H e t M a l e i s e h e g e b i e d .

§ 6. B a n k a e n B i l l i t o n .

§ 7. Borneo.

§ 8. De M i n a h a s a .

204. Vóór de domeinverklaring m a a k t e bijna iedere f a m i l i el) of negorij ") a a n s p r a a k op een bepaald gedeelte van de oerwouden dicht bij de plaats h a r e r vestiging gelegen (men noemde dit recht palow of apar), waaruit zij boschproducten konden halen.

[Adatrb. III 153]

2 0 5 . L a n g z a m e r h a n d ontstond echter het misbruik van de zijde der machthebbenden , dat men groote uitgestrektheden a p a r d e en ver-volgens voor palau verklaarde, zonder dat men in staat was die te be-arbeiden en zonder dat men dadelijk een a a n v a n g m a a k t e met de ont-ginning, geheel in strijd met de adat dus. Men n a m die gronden

eenvoudig in bezit voor zijn nakomelingen, wat volgens de adat niet mocht [Jellesma 187]

2 0 6 . Zoo had een ieder zijn apar-palau-rechten. H e t spreekt van zelf dat langzamerhand het ontstaan van een groot misbruik d a a r v a n het gevolg was. De hoofden gingen daarin nog verder dan de bevolking en ook al w a r e n zij niet in staat om de uitgestrekte terreinen, welke zij

„ p a l a u " maakten, te ontginnen tot h u n pahasini of erfelijk individueel bezit, deze rechten bleven zij zich toeëigenen met de bedoeling om de gronden later te kunnen verkoopen of verkwanselen.

[Jasper Minahassa 87]

1) De straks volgende benaming palau of apar schijnt aan te wijzen, dat men te doen heeft met een — al dan niet overeenkomstig het oude adatrecht — op de familie vererfd voorkeurrecht op afgebakenden grond.

2) D a t de negorij h a a r b e s c h i k k i n g s r e c h t [hetwelk m e t h e t recht van een familie op woesten g r o n d slechts uiterlijke o v e r e e n k o m s t heeft) ooit palau- of a p a r - r e c h t zou n o e m e n , w o r d t n e r g e n s b e v e s t i g d .

— 92 —

MINAHASA-BALI 2 04 2 09

§ 9. De Gorontalosehe kring.

§ io. Het Toradja-gebied.

§ n . Zuid-Celebes.

§ i2. De Ternate-arehipel.

§ 13. De Ambonsehe Molukken.

207. Evenals het genot van een datie doessong r) van vader op zoon overgaat, zoo is ook het genot 2) van een stuk woesten grond erfelijk.

[Résumé Amboina 16]

§ 14. Nieuw-Guinea.

§ 15. De Timorsehe kring.

208. Is de [eenmaal ontgonnen] grond [weder] verlaten, dan ver-liest de eerste ontginner zijn regt. Alleen op de Solor-eilanden blijft hij het steeds behouden s), en gaat het zelfs op zijne erven over, zoodat

van hem of zijne erven vergunning moet verkregen worden door den-genen, die dat verlaten stuk grond op nieuw wil bewerken.

[Résumé Timor 7]

§ 16. Bali en Lonibok.

209. Het recht dat de individuen [ingevolge verdeeling van onbe-bouwden grond in Djambrana door ompaggering] op den onbeonbe-bouwden

- ') Een boomgaard of doesoen, toebehoorend aan een familietak of dati.

2) Is ook het voorkeurrecht bedoeld?

3) B e d o e l d schijnt : krijgt hij e e n v o o r k e u r r e c h t .

— 93 —

H S T . I l l OVERGANG VOORKEURR.

grond verkrijgen 1), bepaalt zich tot het gebruik daarvan met uitsluiting van anderen, welk recht ook vatbaar is om te worden verkocht of verpand. [Résumé Bali 16]

210. Door de toekenning van een stuk onbebouwden grond krijgt de concessionaris het recht dien grond te ontginnen en te bebouwen en daarvan alle vruchten te plukken. Hij mag ook vrijelijk over dien grond beschikken door schenking, erflating, verkoop en verpanding, mits daartoe de vergunning van het desabestuur verkregen zij. 2)

[ R é s u m é Bali 24]

§ 17. Middel- en Oost-Java met Madoera.

211. Slechts in één desa [in Bagelen] werd melding gemaakt van de overdracht van een veld aan een ander, vóórdat de ontginning be-ëindigd was; het geschiedde echter op bevel van het desahoofd, omdat de ontginner niet in staat was zijne ontginning te voltooien.

[ E R . I I 133]

212. Het is [in Japara] wel voorgekomen, dat de ontginner zijn ontginningsrecht aan een ander overdroeg (altijd van sawahgronden ge-sproken); de ontginning geeft recht van verkoop, zelfs als de gronden nog niet geheel ontgonnen zijn. [ ER . n 171 noot e]

213. Het recht van dengene [in Banjoewangi] die den grond heeft afgepaald en daardoor van zijn plan tot ontginning doen blijken, kan verloren gaan, als de ontginner vóór de voltooiing komt te overlijden.3)

[ E R . 11 2 7 3]

§18. De Vorstenlanden.

') Of zou hier i n l a n d s e n b e z i t r e c h t b e d o e l d zijn?

2) B e d o e l d zal wel zijn, dat hij dit m a g , nadat hij d o o r o n t g i n n i n g inlandsch b e -zitter g e w o r d e n is.

3) D u s hier geen v e r e r v i n g .

— 94 —

BALI-JAVA 2 0 9 2 1 9

§ 19. West-Java.

214. Er wordt in de Preanger Regentschappen geen voorbeeld ver-meld van beschikking over nog niet bebouwbaren grond bij erfenis of verkoop : integendeel werd die beschikking als verboden uitgesloten.

Noot : Voordat de ontginning is voltooid mag niet over den grond worden beschikt. [ER. II 42]

215. Niettemin zijn er [in Cheribon] van beschikking door den ont-ginner over gronden, waarvan de ontginning nog niet was afgeloopen, eenige voorbeelden bijgebracht.

Noot : Drie bouw, waarvan de ontginning nog niet voltooid was, werden verkocht ; er zijn verscheidene gevallen van dergelijke beschikking voorgekomen.

N. B. In deze beide desa's is uitsluitend erfelijk individueel bezit van alle gronden. [ER. I I 63]

216. [In Cheribon] gaat [het recht van den aanstaanden ontgin-ner] op de erfgenamen over. 1) [ER. II 6r noot b]

217. Over nog niet bebouwbare gronden [in Krawang] werd reeds in een paar desa's beschikt, zij gingen over bij verkoop.

[ER. II 27]

218. In eenige desa's [in Bantam] kwam het voor, dat nog niet bebouwbare grond overging bij erfenis en verkoop.

Noot : Een stuk grond, pas afgebakend, werd verkocht ; dikwerf werd grond, nog niet bebouwbaar, verkocht.

[ER. I I 12]

219. [Er] deden zich [in Bantam] gevallen voor, waarin nog niet bebouwbaren grond werd verkocht; waarin daarover bij uitersten wil werd beschikt en waarin hij, zonder verzet van anderen, bij over-lijden op de erfgenamen overging.

Noot : Hieruit kan worden afgeleid hoe verkeerd het is te spreken van regten uit eerste ontginning voortvloeiende. Ontginning in Westerschen zin be-hoeft geenszins te zijn voleindigd ; inbezitname (occupatio) is voldoende om

eigen-dom 2) te verkrijgen. [Résumé Bantam 79—80]

') Hoe is dat te rijmen met de korte termijnen, genoemd in plaats 263?

2) Eigendom moet hier opgevat worden als hetzij genotrecht hetzij inlandsch bezitrecht. Doch het is zeer de vraag, of niet van voorkeurrecht had moeten zijn gesproken.

— 95 —

HOOFDSTUK IV.

In document MEDEDEELING N£. IV. (pagina 107-113)