• No results found

Ouders en jongeren

In document Stalking with a smile? (pagina 26-30)

Hoe ouders en jongeren staan tegenover LBS is nog niet wetenschappelijk onder-zocht. Sommige firma’s die LBS aanbieden, zeggen wel dat ouders vragende partij zijn zonder duidelijk aan te geven waar ze deze informatie halen. Zo vermeldt een site dat onderzoek bij ouders zou aangeven dat ze geïnteresseerd zijn in LBS, niet zozeer om te volgen dan wel te weten waar hun kind is ‘als dat nodig is’. Ouders zouden LBS ook eerder zien als een bijkomende optie bij de mobiele telefoon die

het belangrijkste communicatiemiddel blijft. Inzake de leeftijd van het kind zouden LBS onder 6 jaar niet overwogen worden, wel tussen 6 en 8 jaar, maar eenmaal 10 à 12 jaar zouden kinderen zich verzetten tegen gebruik en wel middelen vinden om het systeem uit te schakelen (Goto, 2006). Kind en Samenleving heeft een on-derzoek lopend waarbij kinderen en jongeren bevraagd werden over hun houding tegenover o.m. LBS. De resultaten hiervan zijn nog niet bekend. Daarom baseren we ons bij het volgende op bevindingen uit een zelf opgezette focusgroep waarin ouders en jongeren samen rond de tafel zaten.

De ouders en de jongeren zaten opvallend vaak op één lijn. Tenzij anders vermeld zijn volgende argumentaties zowel bij jongeren als ouders terug te vinden.

Algemeen zijn de ouders niet geneigd om LBS aan te schaffen. Ze willen hun kind niet kunnen lokaliseren en al zeker niet volgen. Een noodknop, waarmee het kind de ouders kan inlichten waar het zich bevindt in geval van nood, ziet men wel zit-ten. Ze kunnen zich wel voorstellen dat de jongeren graag over dergelijk systeem zouden beschikken voor hun sociale netwerken, om plezier te maken en informatie uit te wisselen.

De jongeren hebben verschillende meningen. Een deelneemster zou er zeker niet tegen zijn, maar ze beschouwt de relatie met haar ouders niet als gemiddeld: zij heeft een goede relatie met haar ouders. Zij kunnen haar vertrouwen en zij kan haar ouders vertrouwen. Een ander is uitgesproken tegen: ze ziet geen enkel argu-ment om LBS te gebruiken.

De redenen om LBS niet te gebruiken zijn van velerlei aard.

Jongeren zouden er zeker en vast niet mee instemmen, menen de ouders. Dit wordt tegengesproken door de jongeren: zij zouden niet a priori tegen LBS zijn. Ze geven er evenwel eerder voorkeur aan om LBS te gebruiken met vrienden. Dat de persoon, die gelokaliseerd kan worden, moet toestemmen, vinden ze maar normaal. Het is echter de vraag wat de toestemming na overleg te betekenen heeft. Zullen jongeren niet gedwongen worden om in te stemmen omdat ze vrezen dat ze anders het huis niet meer uit mogen? Beschikken alle jongeren wel over alle mogelijkheden om bewust toestemming te geven? Leeftijdsgrenzen lijken hier moeilijk aan te geven.

Wel is voor iedereen duidelijk dat kinderen en jongeren zoveel mogelijk geïn-formeerd moeten worden, zodanig dat ze voldoende bewust keuzes kunnen maken, dat toestemming het principe moet zijn, en dat als jongeren de toestemming niet geven, LBS niet gebruikt kunnen worden.

Een andere reden om terughoudend te zijn, vinden we zowel bij ouders als jon-geren. Beiden vermoeden dat sommige ouders uit overbezorgdheid of

nieuws-PEDAGOGISCHE REFLECTIES

gierigheid LBS zouden willen invoeren. Dat ouders zich geruster zouden voelen bij gebruik van LBS, kan geen reden zijn. Deze gerustheid is immers een valse gerust-heid. Als je weet waar iemand is, weet je nog niets over de aard van de situatie waarin die persoon verkeert. Ook mag niet uit het oog verloren worden dat zij die slechte intenties hebben ook misbruik zullen weten te maken van LBS. Kortom, met LBS wordt de omgeving niet veiliger. Jongeren geven aan dat ze zich niet veiliger zouden voelen met LBS. Ze vragen zich af of ouders wel geruster zouden zijn met LBS. Als LBS niet actief zijn, zullen ouders nog ongeruster zijn. En jongeren zullen creatief zijn om ouders te misleiden om zo hun persoonlijke handel en wandel ver-borgen te houden.

LBS staan ook in een problematische verhouding tot het vertrouwen dat zo belang-rijk is voor de relatie. LBS staan voor controle van de jongeren; de inzet ervan getuigt niet van vertrouwen. Jongeren volgen met LBS geeft evenmin blijk van vertrouwen in de samenleving. Jongeren krijgen de boodschap dat niemand te vertrouwen is of dat ze op niemand kunnen rekenen, tenzij op hun ouders. LBS zullen het zelfver-trouwen niet stimuleren.

Hierbij aanleunend is het argument dat opvoeden niet kan zonder wederzijds res-pect voor ieders eigen leven. Niet altijd willen weten waar de kinderen zijn, is niet alleen een uiting van vertrouwen maar ook van respect voor de privacy.

Dat mensen vroeger meer betrokken waren op elkaar en meer beschikbaar waren voor elkaar, wordt niet betwist. LBS cultiveren nog meer de anonimiteit in de samen-leving. Ook versterken LBS een bepaald soort individualisering. Met LBS zullen ouders bevestigd worden in de opvatting dat zij alleen verantwoordelijk zijn voor hun kinderen. En met LBS zullen ‘derden’ zich nog minder aangesproken voelen om ‘vreemden’ te helpen.

Een expliciet pedagogisch argument is dat opvoeden vooral leren loslaten door de ouders van de kinderen en door de kinderen van de ouders inhoudt. Ouders moeten jongeren op hun eigen benen leren staan en jongeren moeten daartoe niet alleen de kans krijgen maar ook gestimuleerd worden. LBS bieden in dit perspectief niet veel pedagogische meerwaarde.

Het argument van zelfstandigheid als inzet van opvoeding is voor een aantal ouders en jongeren een opstap om in bepaalde gevallen wel het gebruik van LBS te over-wegen. Er kunnen wellicht omstandigheden zijn waarbij het gebruik van LBS kansen schept voor de zelfstandigheid van kinderen en jongeren. Men denkt bijvoorbeeld aan heel specifieke problemen zoals epilepsie. Daar waar bepaalde epileptici zich nu haast nooit zelfstandig kunnen verplaatsen omwille van het reële gevaar van aanvallen, kunnen LBS mogelijkheden bieden om de jongere alleen te laten, terwijl bij noodsituaties de ouders gewaarschuwd kunnen worden. Denk ook aan jongeren

die een problematische wegloophistoriek hebben en die nu achter slot en grendel opgesloten dreigen te worden (om te vermijden dat ze verdwijnen). Met LBS die niet zozeer hun spoor volgen, maar wel een signaal geven als de jongere zich buiten een bepaalde, vooraf afgesproken ruimte begeeft, kunnen én de probleemjongere en de omgeving een kwalitatief beter (samen)leven kennen.

Deze situaties zijn voorbeelden. In de groep bestaat een grote eensgezindheid om het verantwoord gebruik van LBS niet aan bepaalde labels te koppelen. Elke situatie zal op zich beoordeeld moeten worden. De vraag die daarbij rijst is of LBS kunnen bijdragen tot het bevorderen van de zelfstandigheid en de daarbij horende privacy van de jongere.

Het antwoord op deze vraag kan niet gegeven worden door de ouders alleen. De beslissing zal genomen moeten worden na overleg met deskundigen en/of officiële instanties.

Dit veronderstelt dat LBS niet zonder meer beschikbaar zouden mogen zijn voor ouders (of andere opvoeders). De toelating om LBS te gebruiken moet afhankelijk gemaakt worden van welbepaalde aanvraagprocedures. Welke plaats in deze pro-cedures toekomt aan het al dan niet toestemmen van de jongere zelf voor LBS is voor ouders en jongeren niet duidelijk.

De opvatting dat LBS alleen gebruikt kunnen worden om de autonomie van de kinderen en jongeren te bevorderen, heeft ook implicaties voor de kwestie van de leeftijd van jongeren. Zolang kinderen zich niet zelfstandig kunnen verplaatsen, kunnen LBS niet gebruikt worden. Als kinderen niet alleen gelaten kunnen worden of niet alleen kunnen reizen, moeten er mensen bij zijn. Dat kan niet door techni-sche middelen overgenomen worden. Wanneer en waar jongeren wel op eigen benen kunnen staan, hoeven LBS ook niet. Dan moet vertrouwen gegeven worden aan de jongeren. Voor zover een leeftijdsgrens aangegeven wordt, zal deze afhan-gen van de aard van de activiteit die men voor oafhan-gen heeft.

Naast deze bekommernissen van ouders en jongeren was er ook een zorg inzake de impact van LBS op de gezondheid. Als LBS geïndiceerd zijn, dan moeten alle betrokkenen zeker zijn dat dit hun gezondheid niet kan schaden. Voor hen is duidelijk dat de leverancier van LBS moet kunnen garanderen dat de data beschermd zijn en niet toegankelijk voor onbevoegden.

PEDAGOGISCHE REFLECTIES

BESLUITEND

Samenvattend kunnen we stellen dat voor ouders en jongeren ‘kinderen en jongeren’ niet zomaar een groep zijn waarvoor LBS geïndiceerd kunnen wor-den. LBS kunnen vooral een functie hebben in sociale netwerken met vrien-den (waarvan ouders niet per se uitgesloten zijn). In bepaalde gevallen kan gedacht worden aan LBS als een middel om de autonomie van kinderen te bevorderen. Hierover mogen niet alleen de ouders beslissen.

Opvallend is dat ouders en jongeren vooral LBS problematiseren in verhou-ding tot de kwestie van vertrouwen. Privacy is wel een belangrijke waarde, maar het is niet in deze termen dat LBS gethematiseerd worden. Controle blijkt het grote thema: LBS als controle worden afgewezen. Daartegenover plaatst men amusement en sociaal netwerk.

In document Stalking with a smile? (pagina 26-30)