• No results found

De oude vertalingen

In document ORIËNTATIE IN HET OUDE TESTAMENT (pagina 168-182)

TESTAMENT 3.1. Inleiding

3.4. De oude vertalingen

3.4.1. De Griekse Vertalingen: Septuaginta e.a.

De Septuaginta (LXX) is een Griekse vertaling van het OT uit Alexandrië in Egypte, vanaf de derde tot de eerste eeuw v. Chr. De hoedanigheid van de vertaling verschilt van boek tot boek.

De Pentateuch geeft een nauwkeurige weergave van de Hebreeuwse tekst, terwijl boeken als Job en Daniël tamelijk vrij zijn.

Er zijn allerlei kleine en soms grote verschillen tussen de Masoretische Tekst en de Septuaginta. Daarvoor zijn twee oorzaken:

1. Vertaling op zich. De Hebreeuwse taal verleent zich vaak niet om letterlijk in het Grieks te vertalen. De vertalers kunnen bovendien verschillende vertaalprincipes hebben, bijvoorbeeld nauwkeurig of vrij.

2. De Grundlage is anders geweest. Dat wil zeggen, dat de Hebreeuwse tekst van waaruit vertaald werd, op dat tijdstip afwijkende lezingen had vergeleken met de Grundlage van de MT.

Wij hebben de Septuaginta alleen maar in christelijke codices. Die zijn echter niet altijd compleet. De meest bekende handschriften zijn:

1. Codex Vaticanus (B), 325-350. Rome. Het OT is compleet, behalve dat Gen 1:1-46:28 en Ps 105:27-137:6 er pas in de 14e eeuw er werden gezet.

2. Codex Sinaiticus (

a

), 375-400. Londen. Bijna de hele Wet en de Gedemonstreerde Wet ontbreken.

3. Codex Alexandrinus (A), 450. Londen. 1 Sam 12:17-14:9 en Ps 49:20-79:11 ontbreken.

Nu zijn er ook papyri over grote gedeelten van het Griekse OT die ouder zijn. Er zijn echter maar weinig fragmenten uit de tweede en eerste eeuw v. Chr. Dan zijn er de Chester Beatty - papyri en Bodmer - papyri. Die bevatten delen van het OT en stammen uit de tijd 125-300 na Chr. Bij de codices hebben we rekening te houden met christelijke bewerkingen.

Dan zijn er ook andere Griekse vertalingen, waarvan algemeen wordt aangenomen dat zij bewerkingen zijn van de Septuaginta met behulp van de MT. Het was nu de bedoeling om een nauwkeurigere vertaling te krijgen. Het heeft ook een rol gespeeld dat Christenen de Septuaginta gebruikt hebben om de messianiteit en de Godheid van Jezus aan te tonen.

Bijvoorbeeld Jes 7:14 / Mat 1:23. “De maagd zal zwanger worden”. De maagd is h` parqe,noj.

Dit is een goede vertaling van

hm'l.[;h'

. Dit woord kan technisch ook vertaald worden met 'jonge vrouw'. Men vermoedt, dat zulke vragen een rol gespeeld hebben in het Jodendom om

329 Tal, Abraham. “Le Pentateuque samaritain”. In: Schenker, Adrian; Hugo, Philippe. L’enfance de la Bible hébraïque. L’histoire du texte de l’Ancien Testament à la lumière des recherches récentes. Le Monde de la Bible 52. (Genève: Labor et Fides, 2005), p. 77-104. OTA 31/1 2008, p. 14.

nieuwe Griekse vertalingen op stapel te zetten. Wij hebben geen complete handschriften meer daarvan. De volgende vertalingen kennen we:

1. Theodotion. Dit is een vertaling aan het eind van de tweede eeuw na Chr. Was hij een joodse proseliet uit Efeze? Of was het Jonathan of Onkolos van de targums?

2. Aquila. Ongeveer 135 na Chr. Dit is een zeer nauwkeurige vertaling, die zeer dicht bij de Hebreeuwse tekst blijft.

3. Symmachus. Aan het eind van de tweede eeuw na Chr. Sommige delen zijn wat vrijer vertaald.

In dit kader moet ook de Hexapla of de zesvoudige behandeld worden. Dit is het werk van de kerkvader Origenes rond 250. Hij heeft een werk van zes kolommen gemaakt.

1. De Hebreeuwse tekst.

2. De uitspraak van de Hebreeuwse tekst in Griekse letters.

3. Aquila.

4. Symmachus.

5. Septuaginta.

6. Theodotion.

We hebben maar weinig fragmenten van de Hexapla.

In 1953 is er in Nahal Hever of Wadi Muraba‘at een rol van de kleine profeten in het Grieks gevonden. Dit is geen Qumran rol, maar heeft te maken met de groep van Bar Kochba, die in opstand kwam tegen de Romeinen in het midden van de tweede eeuw. De beekbedding ligt zuidelijker dan Qumran, aan de Dode Zee. Deze rol leunt aan bij de MT.

Over het algemeen is bekend, dat de Septuaginta een eigen tekstvorm heeft voor de boeken Samuël en Jeremia. De Griekse rollen uit grot 4 over Samuël en Jeremia hebben dat bevestigd.

De Septuaginta heeft in de tekstkritiek vooral een grote rol gespeeld, omdat we veel complete handschriften hebben uit de vierde en vijfde eeuw. Zij zijn dus zes eeuwen ouder dan de Masoretische handschriften.

Een aantal belangrijke tekstuitgaven.

1. De Septuaginta van Cambridge: “The Old Testament in Greek.” 1906-1940. Zij is nog steeds niet compleet. Zij verving die van Swete, vanaf 1894. De basistekst is de Codex Vaticanus, met geselecteerde varianten in het kritische apparaat.

2. De Septuaginta van Göttingen: “Septuaginta, Vetus Testamentum Graecum.” 1931. Niet compleet. Het uitgangspunt is de Ur-Septuaginta, een gemeende oorspronkelijke tekst. Deze theorie komt van Paul De Lagarde (1827-1891). A. Rahlfs (1865-1935), de stichter van het Göttinger Septuaginta Institut heeft echter aangetoond, dat zoiets moeilijk aantoonbaar is. Het is een eclectische tekst. Er is een groot kritisch apparaat.

3. De Septuaginta van Stuttgart: “Septuaginta. Id est Vetus Testamentum Graece iuxta LXX Interpretes.” Zij is uitgegeven door A. Rahlfs. Twee delen. 1935.

De codices Vaticanus, Sinaiticus en Alexandrinus zijn met elkaar opgenomen en vergeleken, met geregeld aanvullende lezingen uit andere bronnen.

Concordantie.

1. Hatch, E., Redpath, H.A., A Concordance to the Septuagint and the Other Greek Versions of the Old Testament Including the Apocryphal Books. Oxford 1897; Graz 1954.

2. Camilo Dos Santos, E., An Expanded Hebrew Index for the Hatch-Redpath Concordance to the Septuagint. Jerusalem 1975.

3.4.2. De Aramese vertaling: Targum

De Targum

~WGr>T;

is een Aramees (ook modern Hebreeuws) woord, dat vertaling betekent.

Het gaat om de Aramese vertaling van het OT.

De verbinding tussen Israël en het Aramees taalgebied is al van oudsher, in de tijd van de aartsvaders.

Wat de Hebreeuwse tekst van het OT betreft zijn er uit de tijd voor de ballingschap twee zinnen in het Aramees. Uit de periode van en na de ballingschap vinden we grote Aramese delen in de boeken Daniël en Ezra.

1. Gen 31:47. Steenhoop van het getuigenis’. Dit is een uitspraak van de Arameeër Laban.

2. Jer 10:11. “Zo zult gij tot hen zeggen: De goden, die de hemel en de aarde niet gemaakt hebben, zullen vergaan van de aarde en van onder de hemel.” Het gaat om één vers in het Aramees, midden in een Hebreeuwse tekst. Het behandelt de evangelistische opdracht van Israël onder de volken.330

3. Dan 2:4b-7:28.

4. Ezra 4:8-6:18; 7:11-26.

De invloed van het Aramees begint van de tijd van de ballingschap in Babel steeds meer toe te nemen. Men neemt aan dat ten tijde van Jezus de voertaal, de taal van het volk, Aramees is.

De zogenaamde Hebreeuwse uitspraken in het NT blijken Aramees te zijn. Het gaat echter te ver om te menen, dat het volk in het geheel geen Hebreeuws meer kende of sprak. Ook dit is breed blijven doorleven. De verhouding Aramees - Hebreeuws in Israël ten tijde van Jezus is niet meer vast te leggen. In ieder geval sprak het volk in de praktijk veel Aramees. Daarom ontstond er behoefte aan een Aramese vertaling, of beter gezegd, een Aramese vertaler die bij het lezen van het Hebreeuws van de Schrift, dit gelijk in het Aramees omzette en uitsprak.

Later leidde dit naar Aramese schriftelijke vertalingen.

De Targums worden in twee groepen ingedeeld.

1. De Palestijnse Targums.

- Targum Jerusjalmi I. Deze wordt ook pseudo-Jonathan genoemd, omdat de afkorting J van Jeruzalem voor Jonathan werd aangezien.

- Targum Jerusjalmi II en III. Deze hebben we allen maar fragmentarisch en wordt fragmententargum genoemd.

- Targum Neofiti. Opnieuw ontdekt in de bibliotheek van het Vaticaan door Diez Macho in 1956.

Aansluitend kunnen we hier op enige Qumran vondsten wijzen. We hebben Targums gevonden over Job en Leviticus. 11QtgJob, eerste eeuw v. Chr. en 4QtgLev., tweede eeuw v.

Chr.

2. De Babylonische Targums.

- Targum Onkolos. Alleen de Pentateuch.

- Targum Jonathan. Alleen de profeten.

De Targums hadden sterk een onderwijzende opgave in Israël. Daarom is het uitleggende karakter regelmatig groot. Bij de Targums van Qumran niet. Voor de uitleggingsgeschiedenis van het OT spelen ze een grote rol.

330 Het Aramese vers Jer 10:11 staat in de petucha eenheid Jer 9:16-10:25. De afbakening is bepaald door de twee petucha tekens daarvoor en daarna. Deze petucha eenheid bestaat uit dertien setuma eenheden, bepaald door setuma tekens. De zevende en centrale setuma eenheid is juist Jer 10:11.

Enige uitgaven:

- Diez Macho, A., Neophiti I, I-IV. Madrid-Barcelona 1968-1977.

Sperber, A., The Bible in Aramaic. Paperback I, II, III, IVa, IVb. E. J. Brill. Leiden 1992.

Het gaat om de Targum Onkolos en de Targum Jonathan. Deel IVa bevat een aantal geschriften.

Woordenboeken:

Jastrow, M., A Dictionary of the Targumim, the Talmud Babli and Jerushalmi, and the Midrashic Literature. P. Shalom Pub. Inc. New York, 1967. Twee delen.

3.4.3. De Syrische vertaling: Peshitta

De Peshitta is een Syrische vertaling. Peshitta betekent 'eenvoudige'. Het Syrisch heeft een eigen schrift. Men kan het Syrisch als een latere fase van het oost-Aramees beschouwen. De meningen gaan uiteen of de achtergrond christelijk is of joods. Sommigen menen, dat het een Syrische omvorming is van een west-Aramese Targum. Anderen menen dat er een Hebreeuwse Vorlage is geweest, die gelijk stond met de MT.

Een wetenschappelijke uitgave wordt uitgevoerd door de universiteit van Leiden.

In Göttingen is men bezig met een concordantie.

3.4.4. De Latijnse vertalingen: Vetus Latina en Vulgata

De Vetus Latina is een Latijnse vertaling op grond van de Septuaginta. Deze kan de Septuaginta in Latijns gewaad worden genoemd. Voor de Septuaginta is deze van belang, omdat deze teruggaat op een tekst voordat de herzieningen van de Septuaginta plaatsvonden.

Er zijn slechts fragmenten over.

De Vulgata is een vertaling van het OT uit het Hebreeuws in het Latijn door de kerkvader Hieronymus van 390 tot 404. Voor die tijd was dat een revolutie. Hij had een opdracht tot vertaling van paus Damasus gekregen. Hij had de MT. Hij deed de vertaling in Bethlehem in een klooster met regelmatige hulp van rabbijnen.

Hieronymus was voor de 'hebraica veritas'. Hij was echter niet altijd consequent. Judit en Tobit heeft hij zelf vertaald. Hij heeft ook de aanvullingen van Judit en Tobit uit de LXX opgenomen. De overige boeken van de LXX zijn in de oud Latijnse tekst opgenomen.

Het woord Vulgata betekent “algemene”.

Uitgaven:

- Weber, Robertus, Biblia Sacra iuxta Vulgata versionem (Stuttgart: Deutsche Bibelanstalt, 1969, 1994).

3.5. Tekstevaluatie of tekstkritiek 3.5.1. Fouten in de tekst

1. Opzettelijke veranderingen.

De inhoud van de tekst gaf aanstoot. Men paste de tekst aan de eigen theologische, ethische en smaakopvattingen aan. Of men vreesde dat de lezers een fout begrip zouden vormen.

Daarom werd de tekst dusdanig geformuleerd, dat dit verhinderd werd.

Wij zijn hier sterk op vermoedens aangewezen.

Zo staat er in Job 1:5

~yhiÞl{a/ Wkïr]beW

. NBG heeft: “en hebben God vaarwel gezegd”. Letterlijk staat er: “en zij hebben God gezegend”. Job moest zich toch niet ongerust maken dat zijn zonen God prezen en zegenden? Men vermoedt dat er oorspronkelijk

~yhil{a/ WlL.qiw>

stond:

“en hebben zij God vervloekt”. Zoiets is aanstotelijk. In een boek van God is het weergeven van het vervloeken van God niet opbouwend. Bovendien zou een lezer geïnspireerd kunnen worden. Het is overigens mogelijk dat de lezing oorspronkelijk is. Zegenen in de betekenis van “met mooie woorden iemand de rug toekeren of onverschillig zijn”.

Hiertoe behoren ook de

~yrIp.so yneWQTi

de verbeteringen van de schrijvers. De Masora noemt 18 plaatsen waar dat gebeurd is. Het gaat om aanstotelijke uitspraken over God. Bijv. Gen 18:22. “Maar Abraham bleef nog staan voor Jhwh”. De oorspronkelijke tekst is geweest:

“Maar Jhwh bleef nog voor Abraham staan”. Uit de context is dit het meest logische. Echter

ynEp.li dme[o

, staan voor iemand, heeft vaak de gevoelswaarde van “dienend voor iemand staan”

of “in de dienst staan van iemand”. Het is natuurlijk onaanvaardbaar dat Jhwh in de dienst van Abraham zou staan.

Dan zijn er

~yrIp.so yrEWJ[i

de weglatingen van de schrijvers. Hiertoe behoren

bytik. al'w> yrEq.

gelezen maar niet te schrijven, en

yrEq. al'w> bytiK.

geschreven maar niet te lezen. Het is te vermoeden, dat de Masoreten maar een deel hebben kunnen registreren van een breder verschijnsel.331

In sommige gevallen is er discussie of de oorzaken bij tekstafwijkingen door opzettelijke veranderingen te verklaren is of door onopzettelijke veranderingen bij het maken van fouten tijdens het overschrijven. Een voorbeeld is Exod 12:40. Hoe lang verbleven de zonen van Israël (en hun vaders) in (het land) Egypte (en in het land Kanaän)?332

2. Onopzettelijke fouten.

De eerste fase van onopzettelijke fouten is wel te zoeken bij het oud-Hebreeuws schrift.

Bepaalde letters lijken op elkaar. Zie verder bij het kwadraatschrift.

De tweede fase van fouten ligt bij de overgang van het oud-Hebreeuws schrift naar het kwadraatschrift of Aramees schrift. In het oud-Hebreeuws schrift kende men geen spaties tussen de woorden. Het was scriptio continua. Bij het kwadraatschrift zijn er wel spaties. Nu moesten groepen van letters worden samengevoegd tot woorden. Het was echter mogelijk de scheiding op een verkeerde plaats aan te brengen. Wegens het ontbreken van klinkers konden zo bestaande woorden ontstaan en een echte zin vormen. Bijvoorbeeld

lAdßG"h; hM'Y"ïh; ~y"ë lWbåg>W

‘en de grens is een zee, naar het westen, de grote’ (Joz 15:12a). Een vreemde zin in het Hebreeuws. Als we echter de eerste

h

van

hM'Y"ïh;

wegnemen en toevoegen aan

~y"ë

dan ziet de situatie er begrijpelijk uit. Oorspronkelijk heeft er misschien gestaan

lAdßG"h; ~y"ï hM'Y"ëh; lWbåg>W

.

‘En de westelijke grens is de Grote Zee’.

Deze visie van Würthwein over scriptio continuavalt echter te betwijfelen.333

De derde fase is de fase van de afschrijvingsfouten. Veel van de volgende fouten zijn bevestigd door vergelijking van de MT met de Jesaja - rol van Qumran.

331 Würthwein, E., Der Text des Alten Testaments: Eine Einführung in die Biblia Hebraica. Deutsche Bibelgesellschaft. Stuttgart 1988, p. 22.

332 Zie uitgebreid 4.6. Het tijdvak van de verbondsvaders en van het verblijf van Israël in Egypte.

333 In de steen van Mesa, de koning van Moab (vergelijk 2 Kon 3:4-5) zijn de woorden wel van elkaar gescheiden en wel door een punt. Datzelfde zien we in de Tel Dan Inscripties. Beide teksten stammen uit de 9e eeuw v. Chr. Zie ook Korpel, Marjo C. A., “Introduction to the Series Pericope”, in: Korpel, Marjo C. A., Oesch, Josef M. (eds.): Delimitation Criticism: A New Tool in Biblical Scholarship (Pericope 1: Scripture as Written and Read in Antiquity; Assen: Van Gorcum, 2000), p. 26. Volgens haar zien we scriptio continua alleen maar bij veel Griekse manuscripten, de tefillin en mezuzot uit de Woestijn van Juda en enige Fenicische inschriften.

- Verwisseling van eender uitziende letters, zoals

b

en

k

,

d

en

r

,

h

en

x

,

h

en

t

,

w

en

y

,

[

en

c

,

k

en

n

,

!

en

$

. Dit was ook reeds mogelijk in het oud-Hebreeuws schrift. Zoals alef en taw, yod en tsade, nun en pe.334

- Metathesis: omdraaiing van letters. Bijvoorbeeld:

ry[h

>

r[yh

(de stad > het bos).

- Haplografia: eenvoudigschrijving. Het gaat om het weglaten van één of twee dezelfde letters. Bijvoorbeeld:

tybb

>

tyb

(in het huis > huis). In het Nederlands te vergelijken met:

landen en volken > land en volken.

- Homoioteleuton: hetzelfde einde. Als twee woorden in een tekst hetzelfde waren of de laatste letters waren hetzelfde en niet al te ver van elkaar waren verwijderd, dan kon de kopiist na hetzelfde woord verder gaan, zodat meerdere woorden konden uitvallen.

Bijvoorbeeld Joz 21:36-37. Joz 21:35 en 37 eindigen beide met: vier steden. Het oog van de afschrijver is na het einde van vers 35 naar het einde van vers 37 gegaan en begon met het overschrijven van vers 38 in plaats van 36. Daardoor zijn de verzen 36 en 37 verloren gegaan.

Uit de Hebreeuwse tekst van Joz 21:40 weten we dat de Hebreeuwse tekst niet in orde is. Er wordt 12 steden van de Merarieten genoemd, terwijl er (zonder 21:36-37) maar 8 steden worden opgenoemd.

- Dittografia: dubbelschrijving. Door vergissing werd twee keer dezelfde letter of twee keer hetzelfde woord geschreven.

3. Matres lectionis.

In het Nederlands: leesmoeders. Het Hebreeuws werd oorspronkelijk alleen met medeklinkers geschreven. Na zekere tijd is men begonnen een aantal medeklinkers ook voor klinkers te gebruiken. Oudere teksten neigen veel minder leesmoeders te hebben dan jongere teksten. Het gaat om de letters

y

,

w

,

h

en

a

. De

y

werd vooral voor een i-klank of e-klank gebruikt, nu samen met de Hîreq en cërë. De

w

wordt gebruikt voor een oe- of o-klank. De

h

en de

a

worden vaak aan het eind van een woord gebruikt, meestal om een langere a-klank aan te duiden, geregeld ook een è- of é-klank. Af en toe andere.

Een spelling zonder matres lectionis noemt men defectief en met een leesmoeder noemt men plene ‘vol’. Het Habakuk-commentaar van Qumran vloeit over van leesmoeders. De Samaritanus heeft er over het algemeen ook meer.

We kunnen stellen, dat oudere handschriften in de periode toen de medeklinkertekst vloeiend was, minder leesmoeders hebben. Toch konden twee verschijnselen tegelijk plaatsvinden. Bij het kopiëren konden leesmoeders ingevoegd worden, terwijl elders nauwkeurig werd overgeschreven, waarbij geen leesmoeders werden ingevoegd. De MT is niet consequent bij alle boeken.

3.5.2. Het proces van evaluatie

Er zijn tijden in het OT onderzoek geweest, waarin nu eens de Septuaginta, vervolgens de Samaritanus en dan weer de Qumran rollen een voorkeursbehandeling kregen. Dat had vooral te maken met de geschiedenis, als weer nieuw materiaal van één of ander ter beschikking kwam, met nieuwe informatie en varianten. Deze kregen in eerste instantie een grote sympathie, vaak te groot. Na verloop van tijd vond ontnuchtering plaats en konden de nieuwe varianten in breder perspectief geplaatst worden. Nu krijgt de MT opnieuw brede en primaire voorkeur boven alle andere tekstgetuigen. Dit wordt niet gedaan om dogmatische redenen ter

334 Fischer, Alexander Achilles. Der Text des Alten Testaments: Neubearbeitung der Einführung in die Biblia Hebraica von Ernst Würthwein. (Stuttgart: Deutsche Bibelgesellschaft 20095), p. 206. Zie overzicht varianten oud-Hebreeuwse medeklinkers bij de aanhang ‘D Bildtafeln’, 48.

wille van de verheerlijking van de geïnspireerde letter, maar het is een langzaam gegroeide overtuiging na een verbreed inzicht in het nieuwe materiaal.335

De veiligste volgorde van prioriteit is: MT, Samaritanus, Septuaginta, Qumran, daarna de andere vertalingen.

De volgende regels worden voor tekstevaluatie toegepast.336

1. Stel dat de MT en de overige getuigen dezelfde zinvolle tekst hebben, die geen aanstoot geeft. Dit is het geval bij een overweldigende meerderheid. Dan heeft de overlevering de oorspronkelijke tekst bewaard. Deze moet aanvaard worden. Tekstverbeteringen (conjecturen) zijn hier misplaatst.

2. Stel de MT wijkt af van overige tekstgetuigen of een deel daarvan. Dan zijn de volgende gevallen mogelijk:

a. De MT is met zekerheid of waarschijnlijkheid oorspronkelijk. De varianten van de overige tekstgetuigen zijn secundair, bijvoorbeeld door verkeerd te lezen, misverstand, bewuste of onbewuste verbetering, of zijn veroorzaakt door het taaleigen van de doeltaal bij vertalingen.

b. De lezing van de MT en van de overige tekstgetuigen hebben een goede betekenis, hoewel verschillend. Een secundaire lezing is niet aan te nemen. Dan moet aan de MT de voorkeur gegeven worden.

Er zijn ook andere gezichtspunten:

- lectio difficilior, de moeilijkere lezing heeft voorrang. Tijdens het overschrijven kan een moeilijkheid 'verbeterd' worden.

- De lezing die het best de varianten duidelijk maakt, heeft voorrang.

c. De MT is om taalkundige of zakelijke redenen twijfelachtig of onmogelijk. De andere tekstgetuigen bieden een lezing die bevredigt. Dan kan de MT verbeterd worden met behulp van de andere lezingen. Wel is het nodig dat er redenen aan te voeren zijn voor de

c. De MT is om taalkundige of zakelijke redenen twijfelachtig of onmogelijk. De andere tekstgetuigen bieden een lezing die bevredigt. Dan kan de MT verbeterd worden met behulp van de andere lezingen. Wel is het nodig dat er redenen aan te voeren zijn voor de

In document ORIËNTATIE IN HET OUDE TESTAMENT (pagina 168-182)