• No results found

6. Taalgericht vakonderwijs

7.1 Opzet praktijkstudie

Het doel van deze scriptie is om aan te geven of Taalgericht vakonderwijs daadwerkelijke een positieve invloed heeft op de leerresultaten van leerlingen.

Om dit doel te kunnen behalen is er een praktijkstudie uitgevoerd, ook wel een praktijkgericht onderzoek genoemd. Dit onderzoek is uitgevoerd op het CITAVERDE College te Nederweert (voor verder toelichting zie 3.4).

7.1.1 Schematische weergave

Op de volgende pagina’s een schematische weergave van de opzet van het praktijkgerichte onderzoek. Bij de schematische weergave wordt ook steeds een toelichting gegeven, om het een en ander te verduidelijken.

Stap 1: Beide klassen hebben les gekregen over dezelfde onderwerpen aan de hand van de methode die gebruikt wordt op het CITAVERDE College Nederweert.

Deze methode bestaat uit een handboek16 en uit een werkboek17, een toelichting over het gebruikte materiaal volgt verderop in deze scriptie (zie 7.1.2). Tijdens de lessen is er niet volgens taalgericht vakonderwijs lesgegeven. Er is geen aandacht uitgegaan naar het leren doormiddel van interactie, het scheppen van een context of het geven van taalsteun. Tijdens de lessen is datgene wat in het boek staat uitgelegd en hebben de leerlingen de opdrachten uit het werkboek

16 Baas, M., Dijkstra, B., Hagenaars, M., Jongejans, J., Kerstjens, F., de Leur, T., Prinsen, M., Schrover, W., (2008). Memo handboek 1 kgt. ’s Hertogenbosch: Malmberg.

17 Baas, M., Dijkstra, B., Hagenaars, M., Jongejans, J., Kerstjens, F., de Leur, T., Prinsen, M., Schrover, W., (2008). Memo werkboek 1 kgt. ’s Hertogenbosch: Malmberg.

Klas: 1B Klas: 1D leerlingen over de lesstof van

§1+2.

Toets afgenomen bij de leerlingen over de lesstof van

§1+2.

gemaakt, besproken en nagekeken. Nadat de twee paragrafen (§1 De Romeinen verdwijnen en §2 Leven op een domein) waren behandeld is er een toets in de vorm van een schriftelijke overhoring afgenomen bij de leerlingen. De leerlingen uit de beide klassen hebben dezelfde schriftelijke overhoring gemaakt.

De resultaten en de antwoorden van de leerlingen zijn daarna geordend.

Enerzijds is er gekeken naar de inhoud los van de taalvaardigheid: geeft de leerling het goede antwoord? Anderzijds is er gekeken naar de taalvaardigheid los van de inhoud: hoe schrijft de leerling het antwoord op? De criteria waarnaar gekeken is hierbij worden verderop in deze scriptie toegelicht.

Klas: 1B Klas: 1D

Les gegeven over de christelijke samenleving en de opkomst

van de Islam (§3+4) waarbij Taalgericht vakonderwijs is

toegepast.

Les gegeven over de christelijke samenleving en de opkomst

van de Islam (§3+4) zonder Taalgericht vakonderwijs toe te

passen.

Toets afgenomen bij de leerlingen over de lesstof van

§3+4.

Toets afgenomen bij de leerlingen over de lesstof van

§3+4.

=

Resultaten van de leerlingen geordend. Zowel gekeken

naar de inhoud als de taalvaardigheid.

Stap 2:

Stap 2: Beide klassen hebben les gekregen over dezelfde onderwerpen. Klas 1D heeft deze onderwerpen behandeld met dezelfde methode als waarmee §1 en 2 zijn behandeld. Tijdens de lessen in klas 1D is er niet volgens taalgericht vakonderwijs lesgegeven. Er is geen aandacht uitgegaan naar het leren doormiddel van interactie, het scheppen van een context of het geven van taalsteun. Tijdens de lessen is datgene wat in het boek staat uitgelegd en hebben de leerlingen de opdrachten uit het werkboek gemaakt, besproken en nagekeken. Nadat de twee paragrafen (§3 Een christelijke samenleving en §4 De opkomst van de Islam) waren behandeld is er een toets in de vorm van een schriftelijke overhoring afgenomen bij de leerlingen.

In klas 1B zijn dezelfde onderwerpen aan bod gekomen als bij klas 1D. Deze onderwerpen zijn niet behandeld met de methode, maar aan de hand van een taalgerichte lessenserie gemaakt in opdracht van het ministerie van onderwijs, cultuur en wetenschap, waarbij het copyright ligt bij het Platform Taalgericht vakonderwijs en het SLO. Het materiaal waarmee gewerkt is bestaat uit een lesbrief18 voor de leerlingen en een docentenhandleiding19. Een toelichting op het gebruikte materiaal komt verderop in deze scriptie (zie 7.1.2).

Na afloop van de taalgerichte lessenserie is er een toets in de vorm van een schriftelijke overhoring afgenomen bij de leerlingen.

De leerlingen uit de beide klassen hebben dezelfde schriftelijke overhoring gemaakt. De resultaten en de antwoorden van de leerlingen zijn daarna geordend. Enerzijds is er gekeken naar de inhoud los van de taalvaardigheid:

geeft de leerling het goede antwoord? Anderzijds is er gekeken naar de taalvaardigheid los van de inhoud: hoe schrijft de leerling het antwoord op? De criteria waarnaar gekeken is hierbij worden verderop in deze scriptie toegelicht (zie 7.2.2).

18 Bots, R., van Boxtel, C., van der Laan, E., (2009). Lesbrief: de verspreiding van christendom en islam in de periode 500 tot 1000. Enschede: Netzodruk.

19 Bots, R., van Boxtel, C., van der Laan, E., (2009). Docentenhandleiding: de verspreiding van christendom en islam in de periode 500 tot 1000. Enschede: Netzodruk.

Geordende resultaten van klas 1B van §1+2 vergelijken met de resultaten van klas 1B

van §3+4. Hierbij wordt onderscheid gemaakt naar de

resultaten van leerlingen wat betreft de inhoud en de resultaten van leerlingen wat

betreft de taalvaardigheid.

Klas: 1D Stap 3:

Klas: 1B

Geordende resultaten van klas 1D van §1+2 vergelijken met de resultaten van klas 1D

van §3+4. Hierbij wordt onderscheid gemaakt naar de resultaten van leerlingen wat

betreft de inhoud en de resultaten van leerlingen wat

betreft de taalvaardigheid.

Geordende resultaten van klas 1B vergelijken met de geordende resultaten van klas 1D. Hierbij wordt onderscheid gemaakt naar de resultaten van leerlingen

wat betreft de inhoud en de resultaten van leerlingen wat betreft de taalvaardigheid.

Conclusies trekken en antwoord geven op de vraag: Heeft Taalgericht vakonderwijs een positieve invloed op de

leerresultaten van leerlingen?

Stap 3:

Doordat de resultaten van de leerlingen allemaal geordend zijn kan er een vergelijking uitgevoerd worden. Eerst een vergelijking van de beide klassen zelf.

Dus de vooruitgang of achteruitgang van de resultaten van de leerlingen van van de inhoud? Geldt dat alleen op het gebied van taalvaardigheid? Of geldt dit voor beide gebieden? Aan de hand van de beide vergelijkingen, dus zowel van de klassen apart als die van de twee klassen ten opzichte van elkaar, kunnen er conclusies worden getrokken en kan er een beargumenteerd antwoord gegeven worden op de vraag: Heeft Taalgericht vakonderwijs een positieve invloed op de leerresultaten van leerlingen?

7.1.2 Materiaal

In de schematische weergave zijn kort de materialen, die gebruikt zijn tijdens het praktijkgerichte onderzoek, besproken: de methode en de taalgerichte lessenserie. Hieronder een kleine verdieping van de gebruikte materialen waarbij de volgende punten worden besproken:

 Gegevens van het materiaal.

 Waarom is dit materiaal gebruikt?

 Omschrijving van het materiaal.

 Hoe is het ingezet in het praktijkgericht onderzoek?

Methode Memo

Memo is de methode die op het CITAVERDE College Nederweert wordt gebruikt voor het vak geschiedenis.

Gegevens van het materiaal.

Titel: Memo - Geschiedenis voor de onderbouw Type: Vmbo kgt 1

Auteurs: Marianne Baas, Bert Dijksta, Mark Hagenaars, Jessie Jongejans, Frank Kerstjens, Tessa de Leur, Martin Prinsen en Wieke Schrover.

Druk: Derde druk Jaar: 2008

Uitgever: Malmberg, ’s Hertogenbosch.

Figuur 3: methode Memo

Waarom is dit materiaal gebruikt?

Dit materiaal is gebruikt tijdens het praktijkgerichte onderzoek, omdat dit de methode is waarmee gewerkt wordt in het eerste leerjaar op het CITAVERDE College Nederweert voor het vak geschiedenis.

Omschrijving van het materiaal.

De methode Memo bestaat uit een handboek en een werkboek. Deze twee horen bij elkaar. Ieder hoofdstuk begint met een Oriëntatie in het handboek, daar wordt de leerling doorverwezen naar de Oriëntatieopdrachten in het werkboek. Leerlingen krijgen hierbij een beter beeld van de tijd die in het hoofdstuk wordt behandeld.

Na de Oriëntatie komen de kernparagrafen. In de kernparagrafen gaan de leerlingen eerst op ‘ontdekkingstocht’. Na de opdrachten die horen bij het kopje Ontdekken gaan de leerlingen aan de slag met de oranje leerteksten. Iedere paragraaf bevat drie leerteksten van circa 15 zinnen. In de leerteksten worden begrippen uitgelegd en theorie behandeld. Nadat de leerlingen de leerteksten hebben gelezen worden ze doorverwezen naar de opdrachten in het werkboek.

Ze gaan de stof die ze zojuist gelezen hebben verwerken door het maken van opdrachten.

Op het einde van iedere paragraaf heb je dan nog de Extra. Daar staat een leuke opdracht voor de leerlingen klaar om de paragraaf af te sluiten.

Taalgericht lessenserie Gegevens van het materiaal.

Titel: De verspreiding van het christendom en islam in de periode 500 tot 1000.

Type: Lesbrief en docentenhandleiding.

Auteurs: Regine Bots, Carla van Boxtel en Elsbeth van der Laan.

In opdracht van: Ministerie van onderwijs, cultuur en wetenschap.

Jaar: 2009

Uitgever: Netzodruk, Enschede.

Waarom is dit materiaal gebruikt?

Voor de praktijkstudie moesten er lessen gegeven worden waarin Taalgericht vakonderwijs wordt toegepast, dit om ze te vergelijken met de “normale” lessen gegeven volgens de methode. In eerste instantie ontstond het idee om zelf Taalgerichte lessen te ontwerpen aan de hand van het ‘Handboek Taalgericht vakonderwijs’. Dit idee is snel van tafel gegaan toen

de taalgerichte lessenseries op de site van het Platform Taalgericht vakonderwijs gevonden werden20.

De lessenseries (naast de lessenserie die gebruikt is voor dit praktijkgericht onderzoek, zijn er nog twaalf andere lessenseries voor verschillende niveaus en leerjaren ontworpen) zijn gebaseerd op onderzoek en ervaring. Ze zijn getest op hanteerbaarheid, uitvoerbaarheid en effect voor verschillende vakken en onderwijsfasen. In de herfst van 2009 zijn de dertien lessenseries gepresenteerd door het Platform. Ze zijn in verschillende rondes ontwikkeld, verbeterd en beproefd in samenwerking met vakexperts en taalexperts21.

Na dit gelezen te hebben zult u begrijpen waarom er is gekozen om niet zelf lessen te gaan te ontwerpen, maar deze lessenserie van het Platform Taalgericht vakonderwijs te gebruiken. Een beter taalgerichte lessenserie, waar door zoveel experts aan gewerkt is en die getest is op hanteerbaarheid enzovoorts kan zelf niet gemaakt worden. Daarbij komt dat de lessenserie die speciaal is ontwikkeld voor klas 1 van het VMBO, een onderwerp behandelde waar, de klassen waarin het praktijkgerichte onderzoek uitgevoerd werd, nog mee moesten starten.

Omschrijving van het materiaal.

De taalgerichte lessenserie bestaat uit een lesbrief en een docentenhandleiding.

In de lesbrief staan zowel de opdrachten als de lesstof. De lesbrief is het enige wat de leerlingen nodig hebben.

In de docentenhandleiding staat precies omschreven wat de docent bij iedere opdracht moet doen. Bij de opdrachten worden de volgende zaken uitgelegd of aangegeven:

Voor iedere lessenserie is een vaktaaldoel en een vaktaalleerlijn omschreven. Bij de lessenserie: ‘Verspreiding van het christendom en de islam’ zijn deze als volgt:

Vaktaaldoel: de leerlingen leren hoe het christendom en de islam zich verspreidden tussen 500 en 1000, de begrippen waarmee ze deze veranderingen beschrijven, en hoe ze een verandering in de geschiedenis kunnen beschrijven.

Vaktaalleerlijn:

 belangrijke begrippen worden aangeboden en in overleg geordend;

 samen lezen van teksten en de veranderingen samen schematisch

20 Site waar de lessenseries te vinden zijn:

http://www.taalgerichtvakonderwijs.nl/producten/00005/00007/

21 Hajer, M., van der Laan, E., Meestringa, T., (2010). Taalgericht de vakken in!: Achtergronden bij dertien lessenseries. Enschede: Netzodruk.

beschrijven;

 die in een spel en in een toelichting gebruiken.

Dan tot slot iets over de opbouw van de lesbrief. Hoe ziet die lesbrief eruit?

 Inleiding: oriëntatie op het onderwerp van de lesbrief, en er wordt kort verteld wat de leerling gaat doen tijdens het werken aan de lesbrief.

 Hoofdstuk 1: De verspreiding van het christendom. Hierin wordt de verspreiding van het christendom behandeld doormiddel van verkenningsopdrachten, leerteksten en verwerkingsopdrachten.

 Hoofdstuk 2: De verspreiding van de islam. Hierin wordt de verspreiding van de islam behandeld doormiddel van verkenningsopdrachten, leerteksten en verwerkingsopdrachten.

 Hoofdstuk 3: Het klooster. Tijdens dit hoofdstuk maken de leerlingen kennis met het klooster en de functies en taken daarvan. Dit gebeurd doormiddel van een opdracht waar leerlingen moeten samenwerken om een tekening van een klooster te maken. Doormiddel van die tekening worden de functies en taken van een klooster uitgelegd.

 Hoofdstuk 4: Christendom en Islam op de kaart. In dit hoofdstuk verwerken de leerlingen de lesstof die in de vorige lessen aan de orde is geweest. Ze spelen een spel waarin de belangrijkste begrippen uit de lessen aan de orde komen en beschrijven in eigen woorden de verspreiding van geloven.

Toetsen

Aan het einde van stap 1 en 2, wanneer de leerlingen de stof van beide paragrafen hebben behandeld en verwerkt, is er een toets afgenomen.

Gegevens van het materiaal.

Titels: Schriftelijk overhoring §1&2  bijlage 2 Schriftelijk overhoring §3&4  bijlage 3 Auteur: Miriam van Eijk

Waarom is dit materiaal gebruikt?

De leerlingen moeten getoetst worden op hun kennis. Dit moet volgens het PTO doormiddel van een schriftelijke overhoring. De schriftelijke overhoringen zijn zelf gemaakt, omdat er geen materiaal ter beschikking is vanuit de methode of vanuit de taalgerichte lessenserie. Een andere reden om zelf de overhoringen te maken is, omdat er zo een toets gemaakt kan worden waarbij de leerlingen getoetst worden op zowel de inhoud als hun taalvaardigheid.

Omschrijving van het materiaal.

De schriftelijke overhoringen zijn gemaakt over de inhoud van de behandelde paragrafen en de lessenserie. Beide schriftelijke overhoringen zijn op hetzelfde inhoudelijke niveau en hetzelfde taalvaardigheidniveau. De leerlingen krijgen

een cijfer voor hun inhoudelijke antwoorden en niet voor hun taalvaardigheid, meerkeuze vragen, invuloefeningen of vragen waar maar een kort antwoord gegeven hoeft te worden. Kortom vragen waarbij geen beroep wordt gedaan op de taalvaardigheid van de leerlingen maar alleen op de kennis.