• No results found

De ruimte voor advertenties werd niet alleen gebruikt voor het verkopen van goederen. Oproepen en bekendmakingen namen eveneens een vrij grote groep in van het totale aantal advertenties. Daarnaast is er ook nog de aparte categorie van loterijen, die tussen een oproep en een mededeling inzitten, omdat zij aan de ene kant opriepen tot meespelen en aan de andere kant mededeelden wat er te winnen viel en waar de loterij getrokken zou worden. In deze paragraaf zal daarom aandacht uitgaan naar alle drie deze categorieën.

2.3.1. Oproepen

Het aantal oproepen in advertenties in de Oprechte Haerlemse Courant blijft in de drie steekjaren steeds ongeveer hetzelfde, al neem het percentage iets af na 1670. Met een oproep wilde de adverteerder de lezers activeren om iets te doen. De adverteerders van oproepen zijn zowel particulieren als overheden. Deze laatste groep hebben we niet gezien bij de verkoopadvertenties maar zijn in oproepen en bekendmakingen wel aanwezig.

Tabel 6 - Oproep

Jaartal Aantal Percentage

1670 14 8,5%

1690 38 6,8%

1710 33 6,1%

De aard van de oproep kan verschillen; er worden regelmatig advertenties geplaatst waarin bijvoorbeeld een pakje verkeerd was bezorgd en er een verzoek werd gedaan dat de

rechtmatige eigenaar zich zou melden. Overheden adverteerden geregeld dat er in hun stad iemand was overleden en dat ze op zoek waren naar erfgenamen van deze persoon, zodat de boedel verdeeld kon worden. Maar er zijn ook oproepen omdat er werk verdeeld moest worden, of omdat er een schip naar een ver land zou varen, zoals in de volgende advertentie van 2 september 1670:

De Bewinthebberen van de generale geoctroyeerde Oost Indische Compagnie, ter Vergaderingh van de Seventhiene, maecken een ieder bekent, dat alle die geene, die 't zy, alleen of met sijn Famielje, nae Oost Indien soude mogen soecken te gaen, op een van de Schepen van de aenstaende Equipagie, Passagie derwaerts sal werden

geaccordeert, en dat om buyten kosten of lasten overgebracht te worden, 't zy nae de Cabo de Bonne Esperencae, 't Eylandt Mauritius, Batavia of Ceylon, nae ieders genegentheyt soude mogen steecken, verstaende op soodanigen Reglement, als aen de Cameren van de gemelde Compagnien tot Amsterdam, tot Middelburgh, tot Delft, Rotterdam, Hoorn en Enckhuysen is te sien; aen de welcke sich een iedereen, genegentheyt hebbende om nae Oost Indien te gaen, sal konnen addresseeren. De VOC plaatste hier zelf een advertentie om particulieren op te roepen zich te melden als zij naar een van de genoemde plaatsen wilden reizen. Ook stedelijke overheid plaatste regelmatig een oproep, meestal om de erfgenamen van een overleden persoon te achterhalen. Zo plaatsten de ‘Heeren van de Wet der Stede Vlaerdingen’ tien keer een advertentie met betrekking tot de dood van ene Maerten van Rossum, die nog levende kinderen zou hebben. De advertenties werden geplaatst tussen 2 februari 1690 en 10 oktober van datzelfde jaar. In de eerste advertentie werd een ieder opgeroepen om alle informatie die men zou kunnen hebben over de erfgenamen door te geven, terwijl in de laatste advertentie al meer

informatie verscheen over de dochters en kleinzoon die Van Rossum zou hebben, maar die nog niet gevonden waren. Zo gebruikte de overheid de advertenties om mensen op te roepen hun informatie te delen, wat ook gebeurde bij opsporingen van personen zoals we in

paragraaf 2.4 zullen zien. Soms plaatste de regering van de stad ook een oproep omdat zij bepaald werk willen aanbesteden, zoals de stad Kleve waar een sluis gebouwd moest

worden.103 Daarnaast gebruikte de overheid de advertentieruimte soms om een oproep te

doen aan personen die in het verleden gewerkt hadden voor de overheid en nog geld

behoorden te krijgen, zich binnen een bepaalde tijd moesten melden. Een voorbeeld daarvan is de advertentie van 4 maart 1690 waar ‘Matrosen’ die hadden gediend onder ‘Capiteyn Michiel Clammers’ en die nog recht hadden op geld, dat voor 1 april zouden moeten doen bij de ‘Clerq der Finantie van Hollant’. Deze drie verschillende soorten oproepen zijn typerend voor de oproepen die de overheid plaatste; het zoeken naar erfgenamen, het uitbesteden van werk en de oproep aan geld-gerechtigden. In 1690 zijn bijna alle geplaatste oproepen van de overheid en ook in 1710 zijn er weinig particuliere oproepen.

!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!

Hoewel het aantal dus niet groot is, waren er ook particulieren die een oproep plaatsten om de lezers van de krant te activeren iets te doen. Een vaker voorkomende oproep is bijvoorbeeld dat een pakje niet goed was aangekomen bij de eigenaar en dat deze verzocht werd zich te melden. Vooral in 1670 werden deze advertenties geplaatst, al kwam dit in 1710 ook voor. Verder zijn er enkele advertenties waarin werd vermeld dat een schip op het punt stond te vertrekken en dat mensen die lading voor dat schip hebben zich moesten melden. Het is niet altijd duidelijk of deze advertenties van de overheid of van de particulier kwamen. Een noodlottige oproep van een particulier werd geplaatst in 1710. Op 1 maart van dat jaar verscheen er voor het eerst een advertentie waarin de adverteerder een oproep deed om voor zichzelf een nieuwe molen te vinden:

“Alsoo buyten Dordrecht tusschen den 19 en 20 February 's Nachts door

Boosaerdigheyt een Stander Mout- en Koorn-Wint-Molen is aen Brant gesteken en afgebrant, en d'Eygenaer genegen is een oudere of diergelijck in desselfs plaets te stellen; wert een yder, die een Koorn-Molen mocht te koop hebben, geadverteert, dat

sig kan adresseren in de Brouwery de 3 Lelyen binnen Dordrecht.”104

De arme adverteerder was zijn vorige molen kwijtgeraakt door een aangestoken brand, maar wilde graag zijn werk voortzetten. Blijkbaar geloofde deze man uit Dordrecht in het nut van adverteren in de Haarlemse krant, want hij plaatste zijn oproep daarna nog twee keer. Over de geografie van de advertenties kom ik in hoofdstuk 3 nog verder te spreken, maar het is opvallend dat iemand een molen zocht in zijn eigen woonplaats en vervolgens besloot om een advertentie te plaatsen in een andere plaats. Blijkbaar viel het bereik van de advertenties ver genoeg buiten de eigen regio. Deze advertentie geeft weer hoe de

adverteerders uit de onderzochte periode de kracht van een dergelijke oproep zagen. Zoals we zagen bij de overheidsadvertentie van de zoektocht naar erfgenamen, werd er gereageerd op de oproep en werd er meer informatie verzameld waarmee een nieuwe oproep werd geplaatst. Dat maakt deze groep interessant en van betekenis als categorie binnen de onderzochte advertenties.

2.3.2 Bekendmakingen

De tweede groep in deze paragraaf is die van de bekendmakingen. Bekendmakingen vroegen niet om actie maar waren puur ter mededeling aan de lezers van de krant. Ook dit is een categorie waarin de overheid was vertegenwoordigd zoals we zullen zien.

!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!

Tabel 7 - Bekendmakingen

Jaartal Aantal Percentage

1670 5 3,0%

1690 98 17,5%

1710 17 3,2%

Opvallend aan de bekendmakingen is dat er een duidelijke uitschieter in aantal was in het jaar 1690. Waarom er in dit jaar zoveel advertenties met bekendmakingen waren is niet duidelijk. Het merendeel van de advertenties in 1690 waren berichten over de markten die gehouden werden. Jeroen Salman beschrijft in zijn werk Populair drukwerk in de Gouden

Eeuw: de almanak als lectuur en handelswaar dat in de almanak alle dagen van markten

werden gedrukt. Hij stelt dat de “hoge frequentie van dit type mededelingen (in

advertenties) een aanwijzing is dat de accuratesse van de almanakmakers nogal te wensen overliet” en hij noemt daarbij een aantal kranten van de Oprechte Haerlemse Courant

waarin bekendmakingen werden gedaan over de markten.105 Het kan natuurlijk zo zijn dat

er in de almanakken van 1690 meer fouten stonden dan in de overige jaren, of dat er gewoonweg meer markten waren. De berichten over de markten varieerden onderling nog tussen een bekendmaking over de datum waarop de markt gehouden zou worden en berichten waarin duidelijk werd gemaakt wat er verboden was op de markt:

“Burgermeesteren, Schepenen en Raden der Stad Middelburg in Zeelant maken een yder bekent, dat sy op haer aenstaende Jaermarckt niet sullen admitteren

eenigerhande Speelen, 't zy Commoedianten, Koordedanssers, Rijffelaers,

Draeyborden of diergelijcke.”106

Allerlei soorten van spelen waren verboden; het hier gebruikte woord ‘Rijffelaer’ betekent

een dobbelaar.107 De overheid van de stad Middelburg gaf aan dat zij dit niet wilden zien op

de jaarmarkt. Zo zijn er nog meer van dit soort berichten, soms niet voor een markt, maar voor een kermis; een term die in de zeventiende eeuw praktisch hetzelfde betekende als een

markt.108 Vooral in 1690, maar ook in de twee andere steekjaren waren deze berichten over

de stedelijke agenda goed vertegenwoordigd binnen de bekendmakingen. Daarnaast

gebruikte de overheid de advertentieruimte ook om mededelingen te doen over postwagens, het verpachten van tol of het kopen van een graf in een kerk. Het zijn hierbij vooral

praktische mededelingen; de postwagen zou vanaf dat moment via een andere plaats of tijd

!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!

105 J. Salman, Populair drukwerk in de Gouden Eeuw: de almanak als lectuur en handelswaar. (Zutphen 2011)

173-175.

106 Oprechte Haerlemse Saturdaegse Courant, 27-05-1690. 107 Woordenboek der Nederlandsche Taal, ‘rijfelen’. 108 Woordenboek der Nederlandsche Taal, ‘kermis’.

rijden en wanneer de lezer nog een graf wilde kopen dan moest dat gebeuren voor een bepaalde datum. Dit soort berichten beslaan het grootste gedeelte van de bekendmakingen.

Daarnaast zijn er ook bekendmakingen van particulieren. De meeste van dit soort bekendmakingen gaat om een adverteerder die graag zijn zaken bekend wil maken aan iedereen. In sommige gevallen wordt er bijvoorbeeld geadverteerd door leraren, die bekend willen maken dat zij hun school geopend hebben en leerlingen ‘in de kost’ nemen. Een leuk voorbeeld daarvan is de volgende advertentie, waarin de adverteerder zijn vrouw als voordeel noemt:

“Jacobus van Overzee, Fransse Schoolmeester binnen ter Veer in Zeelant, maekt een ygelijck bekent, dat hy de Jeugt in de Kost aenneemt, omse te leren Leesen,

Schrijven, Cijfferen en goede Manieren, hebbende ten dien eynde ook een bequaeme

Fransse Vrouw, en een bequaem Woonhuys ter Accomodatie van de Kinderen.”109

Het feit dat het hier om een Franse schoolmeester ging, zegt eveneens iets over het beoogde publiek van de advertentie; in deze periode was een Franse school bedoeld voor kinderen uit de hogere klassen die naast lezen en schrijven ook goed Frans moesten kunnen en goede

manieren aangeleerd moesten krijgen.110 De kosten voor een Franse school waren hoog en

alleen betaalbaar door de rijke elite en een bekendmaking in de krant moest juist dat publiek aantrekken.

Verhuisberichten vonden eveneens hun plek in de categorie van bekendmakingen. Het ging hierbij om herbergiers die verhuisden naar een andere plek en hun klanten bekend wilden maken dat ze in die nieuwe herberg terecht konden voor hun verblijf en eten. Hoewel het aantal berichten van deze aard niet groot was en ze in 1670 helemaal niet voorkwamen, waren deze advertenties wel vrijwel hetzelfde van opzet; de persoon meldde dat hij aan iedereen liet weten dat hij verhuisd was en op de nieuwe plek iedereen kon ontvangen. Een andere groep die ook via een advertentie bekend maakte dat men hen kon vinden wanneer het nodig was, zijn de medici. Via de bekendmakingen liet een aantal van hen weten dat zij goed waren in het genezen van breuken of andere ziekten. De berichten zijn alleen te vinden in 1690, wanneer er verschillende van deze mannen hun capaciteiten tentoonspreidden in de advertenties. Zo was er iemand die ‘Tantpijn op staende voet

wegneemt’111 en iemand die ‘alderhande Breuken en Sinckingen (…) geneest’112. Dan was er

nog Johan van Duyren die zichzelf adverteerde als ‘out Practisijn in de Medicijnen’, en een

!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!

109 Oprechte Haerlemse Donderdaegse Courant, 06-03-1710.

110 P.T.F.M. Boekholt en E.P. de Booy, Geschiedenis van de SCHOOL in Nederland vanaf de middeleeuwen tot

aan de huidige tijd. (Assen 1987) 49-50.

111 Oprechte Haerlemse Dingsdaegse Courant, 05-01-1690. 112 Oprechte Haerlemse Dingsdaegse Courant, 28-02-1690.

soort kuuroord had opgericht waarmee hij beweert allerlei ziekten te kunnen genezen.113 Voor de particuliere bekendmakingen waren het dus vooral hen die een dienst verrichtten als leraar, herbergier of dokter die een advertentie plaatsten, waar de overheid vooral de punten op de stedelijke agenda nog eens benadrukte. Opvallend is dat 1690 zo’n groot getal aan bekendmakingen heeft. Dit heeft vooral te maken met de bekendmakingen van de overheid die veel meldingen deden over de stedelijke agenda.

2.3.3 Loterijen

Een groep die in feite tussen een bekendmaking en een oproep inzit is de groep aan advertenties voor loterijen. Deze categorie is, zoals in de inleiding gesteld, opgenomen omdat het een behoorlijk groot aantal betreft in 1710. In de advertenties werden feiten bekend gemaakt over de aanstaande loterij, op welke dag deze getrokken zou worden en welke prijzen er te winnen waren en werd daarnaast een oproep gedaan om mee te doen aan de desbetreffende loterij.

Tabel 8 - Loterijen

Jaartal Aantal Percentage

1670 0 0%

1690 7 1,3%

1710 203 37,7%

Loterijen werden populair in de zestiende eeuw, maar namen in populariteit af aan het begin

van de zeventiende eeuw omdat dit door de protestanten niet als acceptabel gezien werd.114

Toch gingen de loterijen door en werden er aan het einde van de zeventiende eeuw weer veel loterijen gehouden. Het lagere aantal aan advertenties voor loterijen in 1670 en 1690 kloppen echter wel in verhouding met de hoeveelheid loterijen die werden uitgeschreven. Anneke Huisman en Johan Koppenol schreven het boekje Daer compt de Lotery met

trommels en trompetten! waarin duidelijk wordt waarom het percentage aan loterij-

advertenties zo kon groeien in 1710: hoewel de staat uit religieus principe tegen de loterijen was, was het stadhouder en koning Willem III zelf die in 1694 in Engeland een voorstel

indiende voor een staatsloterij.115 Hierna werden ook in Nederland plotseling veel loterijen

gehouden. Het feit dat de loterijen niet in advertenties verschenen in 1670 en 1690 had dus

!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!

113 Viermaal dezelfde advertentie op 04-04-1690, 01-06-1690, 07-11-1690 en 26-12-1690.

114 A. Huisman en J. Koppenol, Daer compt de Lotery met trommels en trompetten! Loterijen in de Nederlanden

tot 1726. (Hilversum 1991) 66.

niet zo zeer te maken met de verandering in gebruik van advertenties, maar met een daadwerkelijke groei aan loterijen. Loterijen zijn hiermee de laatste categorie binnen de bekendmakingen en oproepen die hier is besproken. In de volgende paragraaf zal nog worden gekeken naar de overige twee categorieën.