• No results found

Een laatste groep aan advertenties waarvan ik de inhoud hier wil behandelen zijn die waarin melding werd gedaan van een gestolen of vermist object, of waar men een persoon wilde opsporen die werd vermist. Deze groep is interessant omdat zij laten zien waar adverteerders waarde aan hechtten. Het plaatsten van een advertentie in de krant kostte tijd en moeite, maar was blijkbaar behulpzaam genoeg om de dierbare goederen terug te vinden, of informatie in te winnen over de weggelopen of verdwenen persoon.

2.4.1 Daer is gestolen…

De advertenties voor gestolen of vermiste goederen zijn duidelijk afgebakend van de andere categorieën omdat zij heel duidelijk een vraag hebben naar meer informatie om de goederen terug te krijgen. Deze groep wordt daarom ook afgescheiden van de volgende, waarbij het volledig om personen gaat. Beide categorieën passen enigszins binnen het kader van oproepen, maar omdat het hier veelvuldig om criminaliteit gaat is het beter om deze

advertenties apart te bekijken. In 1670 en 1690 zijn de percentages ongeveer gelijk, waarbij het in 1690 iets hoger ligt. In 1710 verscheen er vervolgens slechts 1 advertentie waar een bericht in stond over gestolen goederen.

Tabel 9 - Gestolen/vermist

Jaartal Aantal Percentage

1670 9 5,5%

1690 37 6,6%

1710 1 0,2%

De advertentie van 4 januari 1710 beschreef een situatie waarbij er een boot was losgemaakt van de kade, nadat er verschillende zaken uit gestolen waren, zoals het zeil,

porselein en spiegels.116 De oproep riep op om te zorgen dat de goederen weer terecht

kwamen en dat tegelijkertijd de dader aangewezen kon worden; wie dat lukte ‘sal 25 Gl. tot een Vereering genieten’. Deze laatste frase is geen onbekende, want ook in de advertenties in 1670 en 1690 werd er veelvuldig vermelding gedaan van beloningen die een eerlijke vinder

!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!

zou krijgen. In latere advertenties, zoals ook die van 1710 werd er soms bij gezegd dat de naam van de vinder geheim zal blijven.

Welke goederen werden er gestolen volgens de advertenties die werden geplaatst? In de meeste gevallen ging het om horloges en juwelen, of ander zilver- en goudwerk. In 1690 werden ook af en toe stoffen als fluweel genoemd die ontvreemd waren. Heel vaak werd in de advertentie ook de waarde van dat wat gestolen was genoemd en dat ging soms om grote bedragen. Eén advertentie noemde een groot aantal juwelen die gestolen waren en

benoemde achter elk juweel de waarde, met een totaal van bijna 25.000 gulden!117 De

‘vereering’ die men kan krijgen wanneer deze goederen worden teruggebracht is 200

ducatons, vermoedelijk 630 gulden omgerekend.118 De genoemde waarde van de gestolen

goederen was enorm en het is niet de enige advertentie waarin de waarde wordt genoemd; gestolen goederen worden steeds geadverteerd door mensen die in de hoop zijn de artikelen terug te zien, vaak met een prijs van de artikelen erbij vermeld. Eén keer krijgen we vanuit de advertentie een kleine glimp te zien van wat er met de dieven is gebeurd:

“Charles Ribot, Coopman in de Warmoesstraet tot Amsterdam, notificeert, dat, vermits by de Dieven, die hem den 22 January, 1690, omtrent voor 9000 Gulden aen Kanten ontstolen hebben en in 's Gravenhage gearresteert sitten, voor omtrent 7000 Gulden van die Kanten ach-terhaelt zijn, hy aen de geene, die het Restant van 2000 Guldens aenbrengt, 50 Ducatons sal vereeren en daerenboven aen de geene, diese gekocht mocht hebben, het uytgeschote Gelt restituëren.”

De dieven waren al gevangen, maar de koopman wilde graag zijn resterende goederen terug hebben. De advertentie is geplaatst op 16 februari, nadat dezelfde koopman al twee keer eerder een advertentie had geplaatst over de gestolen goederen, waarbij de beloning 200 ducatons bedroeg. In deze nieuwe advertentie waren de dieven dus al gearresteerd en werd duidelijk dat zij waren gevlucht van Amsterdam naar Den Haag, waar zij nu gevangen zitten. Historicus Florike Egmond stelt in haar boek over criminaliteit in Nederland in de

vroegmoderne periode, dat dieven niet per se gebonden waren aan één stad.119 De

infrastructuur van de Republiek was goed, waardoor dieven snel konden reizen en dat is te zien aan deze advertentie. De beloning voor de resterende goederen was in de laatste advertentie verlaagd naar 50 ducatons. Doordat de heer Ribot in totaal vier keer

adverteerde in de Oprechte Haerlemse Courant, twee keer met de melding van de gestolen

!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!

117 Oprechte Haerlemse Dingsdaegse Courant, 24-10-1690.

118 Woordenboek der Nederlandsche Taal, ‘dukaat’, een ducaton wordt hier benoemd als een munt met een

waarde van f 3,15.

goederen en twee keer met de vraag naar de resterende goederen, lijkt het alsof het adverteren in de krant voor dit soort oproepen goed heeft gewerkt.

Er zijn ook mensen die iets kwijt waren geraakt en hoopten het door een advertentie weer te vinden, zoals in het bericht van de welgestelde heer die zijn hondje was kwijtgeraakt waarmee deze scriptie opende. Dit bericht was in de onderzochte jaren de enige in zijn soort, maar men was wel andere objecten kwijtgeraakt als degens, ringen en soms ook paarden, al

dan niet met een wagen erachter.120 Deze advertenties hebben dezelfde opbouw als die

waarin gestolen goederen worden gemeld. Ook hier werd gevraagd om de verloren goederen weer bij de rechtmatige eigenaar terug te brengen wanneer dit mogelijk was en ook hier werd een beloning uitgereikt. Deze gestolen/vermist-advertenties laten iets zien van de waardevolle spullen die men had. Voor de meeste advertenties waren dat juwelen, of stoffen, maar voor een ander was het zijn hond of horloge.

2.4.2 Justitie en opsporing

In dezelfde rubriek maar net even anders, zijn de justitie- en opsporing-advertenties waarin vermiste personen worden gezocht. Deze categorie is erg kleurrijk, met name door de vaak zeer gedetailleerde beschrijving van de vermiste personen. Het aantal advertenties waarin het gaat om vermiste personen is klein en neemt ook af in de drie steekjaren. Hoewel er in 1710 een laag aantal opsporingsadvertenties werd gepubliceerd, blijkt uit de scriptie van Hoogenbosch echter dat andere jaren als 1706 wel meer (namelijk 17) opsporingsberichten hebben. De aantallen zijn echter nooit erg hoog.

Tabel 10 - Justitie en opsporing

Jaartal Aantal Percentage

1670 13 7,9%

1690 16 2,9%

1710 4 0,7%

Het eerste wat opvalt is dat er soms advertenties worden geplaatst voor een persoon die al enige jaren vermist is. Zo werd er in 1690 een advertentie geplaatst voor een ‘Vrous- Persoon’ die al in 1682 is weggegaan uit Haarlem en acht jaar later alsnog gezocht werd

‘levendig of doot’.121 In 1710 werd eveneens een dergelijke advertentie geplaatst, van een

man die maar liefst vijftien jaar vermist was. De advertentie was geplaatst door zijn zus,

!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!

120 Zie bijvoorbeeld de Oprechte Haerlemse Courant van 07-03-1690, 25-05-1690, 15-06-1690, 22-06-1690 of

26-08-1690.

maar wat haar motivatie is om na zoveel jaar nog een advertentie te plaatsen, wordt niet

duidelijk uit de advertentie.122

De personen die vermist zijn verschillen in achtergrond en reden van vermissing. Regelmatig wordt na de beschrijving van de persoon ook een beschrijving gegeven van de gestolen goederen die hij of zij heeft meegenomen. Een enkele keer wordt ook duidelijk dat de persoon uit een bepaald tehuis is weggelopen zoals een advertentie van de ‘Regente ofte

Provisoiren van het onnosele Gast-huys’ waar een oudere dame is weggelopen.123 Het

levensverhaal van een Berlijnse knecht is hier een mooi voorbeeld van:

Op den 20 April is tot Berlijn uyt 't Huys van een Vrou Friederiks in de Heylige- Geest-Straet weggelopen een Knecht, genaemt Hendrik Desaguliers, medenemende alle sijn Meesters Documenten, Obligatien, Wissel-Brieven, Papieren en eenige Koopmanschappen: Hy is out 30 a 36 Jaren, kort van Statuur, mager van

Aengesicht, een lange spitse Kin, siet wat Loens, swart Hair, een weynig gekrult, een Gout Ringetje in een van sijn Ooren, gekleet met een Muscus Lakense Justeau Corps, een Leere Broek met 2 Silvere Passementen op de zijde en een swarte Hoet met een brede Rant, omboort met een kleyn Gout Passementje, die hem diep in d'Oogen hangt: Hy is Slaef in Barbaryen geweest te Tunis, spreekt met een weynig gebroken Italiaens of Lingue Franque, ook wat Engels, Hoog- en Nederduyts, verstaet sig iet in de Mathematica, Bou-konst en Fortificatien, is een gebore

Fransman van Rochel en maekt Professie van de Protestantse Godsdienst. Die hem voorkomt, gelieft hem aen te houden en t'addresseren aen Aerts Dircks Oossaen tot Amsterdam, sal een eerlijcke Vereering genieten.

Hoewel het lijkt alsof het bij de vermiste personen meestal om lagere klassen gaat is er van deze knecht toch nog behoorlijk wat terecht gekomen, gezien het feit dat hij meerdere talen kan spreken en ook goed is in mathematica en bouwkunst. Een ander aspect waaraan gezien kan worden dat het hier niet alleen om arme stakkerds ging is dat de vermisten soms

worden omschreven als ‘dragende een Paruyck’, oftewel een pruik. In 1670 wordt dit niet genoemd in de advertenties maar in 1690 en 1710 komt dit wel voor. Een pruik was vooral weggelegd voor de elite en was al vanaf de tweede helft van de zeventiende eeuw de mode

voor vooraanstaande heren.124 Advertenties in deze twee categorieën laten dus soms de

lagere klassen zien, met name waar het gaat om diefstal of een enkele keer zelfs doodslag, maar regelmatig betreft het ook hogere klassen. De inhoud van alle advertenties is hiermee

!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!

122 Oprechte Haerlemse Saturdaegse Courant, 06-09-1710. 123 Oprechte Haerlemse Dingsdaegse Courant, 02-12-1670.

124 J. Huizinga, Homo Ludens. Proeve eener bepaling van het spel-element der Cultuur. (Haarlem 1938) 214-

besproken en een eerste beeld van de zeventiende eeuw en het belang van adverteren is hiermee geschetst. De vraag wat deze advertenties kunnen zeggen over bijvoorbeeld sociale, economische en geografische aspecten wordt in het volgende hoofdstuk behandeld.