• No results found

Beginnende multilaterale samenwerking

In het vorige hoofdstuk is betoogd dat de eerste internationale contacten die de Jeugdstorm in de jaren 1940-1941 had gelegd hoofdzakelijk bilateraal van aard alsook primair gericht op de Hitlerjugend en de Bund Deutscher Mädel waren. Zij werden vormgegeven door

vakantiekampen en kadercursussen in Duitsland, die overigens ook na 1941 georganiseerd bleven worden met regelmatige aanwezigheid van Jeugdstormdelegaties.104 Nochtans begon de NJS in deze periode haar blikveld te verruimen. Ofschoon de bilaterale betrekkingen met de HJ en de BDM gedurende de gehele Tweede Wereldoorlog een hoge prioriteit hadden, nam de Jeugdstorm in 1941 voor het eerst deel aan multilaterale bijeenkomsten, die weliswaar onder leiding stonden van de Hitlerjugend, maar waar eveneens relaties met fascistische jeugdbewegingen uit alle hoeken van Europa werden gevormd en waar de fundamenten voor het ideaal van een nieuw Europa tot een geheel werden gesmeed. Cultuurmanifestaties, winter- en zomerspelen brachten deze jeugdbewegingen samen ter voorbereiding op de vorming van een politieke pan-Europese jeugdorganisatie van fascistische snit. In samenhang met de NSB en Mussert, die het idee van een nieuw Europa actief propageerden105, nam de Jeugdstorm gaarne deel aan deze eerste multilaterale jeugdevenementen. Toch werden de uitkomsten hiervan niet altijd als louter positief ervaren; enthousiasme voor Europese

samenwerking maakte geregeld plaats voor onzekerheid met betrekking tot de intenties van de Hitlerjugend, die als organisator haar invloed onmiskenbaar deed gelden.

De dubbelzinnige betrekkingen tussen de NSB en nazi-Duitsland alsook tussen de Jeugdstorm en de Hitlerjugend waren geen unieke fenomenen. Overal in Europa waar

104 Naarmate de Tweede Wereldoorlog vorderde en de Hitlerjugend steeds meer grip op de Jeugdstorm kreeg, werden vakantiekampen en kadercursussen steeds frequenter georganiseerd op meerdere plekken in Duitsland. In Potsdam werden in ieder geval tot eind 1943 gezamenlijke kampen tussen de HJ en de Jeugdstorm

georganiseerd. ‘Brief van Quispel aan Van Geelkerken betreffende de kaderschool in Potsdam, 17.8.1942’, NIOD, Amsterdam, Archief 123 Nationaal-Socialistische Beweging, inv. nr. 1142. ‘De Stormmeeuw’, Het

Nationale Dagblad, 9 oktober 1942, 4. ‘Duitsche sportgroet’, Het Nationale Dagblad, 2 december 1943, 2.

105 Met het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog begon Mussert aan de hand van publicaties, toespraken en nota’s zijn ideeën over het ‘nieuwe Europa’ veelvuldig uit de doeken te doen. Enkele voorbeelden hiervan zijn: Anton Mussert, Die Aufgabe der Niederlande im neuen Europa (z.p. 1940). Anton Mussert, Über den

niederländischen Staat in dem neuen Europa. Von dem Leider der NSB gehaltene Rede (Utrecht 1942). Anton

Mussert, Over den Nederlandschen staat in het nieuwe Europa. Mussert sprak op den Goudsberg op 31 juli 1942 (Antwerpen 1942). Zie ook: Grunert, Der Europagedanke, 87-97.

38

fascisten met elkaar van doen hadden wisselden coöperatie en botsende belangen elkaar af. De twee bewegingen die de meeste macht naar zich toe hadden weten te trekken, het

Italiaanse fascisme onder leiding van Mussolini en het Duitse nationaalsocialisme van Hitler, zijn hiervoor exemplarisch. Vanaf 1922 tot aan 1933 drukte Mussolini onder het mom van een ‘universeel fascisme’106 zijn stempel op buitenlandse fascistische bewegingen, waaronder de

NSB, maar na een aantal jaren als pupil van Italië gediend te hebben nam Hitler rond 1935 de rol van fascistische leermeester voor de kleinere bewegingen over.107 Alhoewel het belang van de gesloten alliantie met Italië immer onderkend werd, schroomden de nazi’s tijdens de Tweede Wereldoorlog niet om met hun overweldigende militaire macht ten koste van hun Italiaanse partner het voortouw te nemen.

De competitieve samenwerking die zich tussen de twee grootmachten had gevormd kwam op uiteenlopende manieren tot uitdrukking, onder meer in de betrekkingen tussen de Hitlerjugend en de Italiaanse jeugdbeweging GIL, die in 1937 de Opera Nazionale Balilla (ONB) had opgevolgd als hoofdorganisatie om de jeugd te fascistiseren. Reeds in 1940 was door de leiders van de HJ en GIL overeengekomen dat er een Europese jeugdassociatie tot stand moest komen, waarvan de basis werd gevormd door internationale parades,

cultuurmanifestaties, sportwedstrijden en jubilea. Ondanks dat de internationale

bijeenkomsten in het teken stonden van fascistische kameraadschap, wendden zowel de GIL als de HJ dit soort evenementen primair uit eigenbelang aan met als doel hun invloed op de kleinere fascistische bewegingen te vergroten.

Rond oktober 1940 werd met de opmaat naar een pan-Europese jeugdorganisatie aangevangen toen Mussolini een militaire parade, bestaande uit jongeren van de GIL, in Padua organiseerde, waarvoor een delegatie van de Hitlerjugend alsook jeugdbewegingen uit Spanje, Hongarije, Bulgarije en Roemenië waren uitgenodigd. Met het inzicht dat de

Hitlerjugend een stevige grip op de Europese jeugd begon te krijgen poogde de GIL met de militaire parade haar relaties tot de aanwezige jeugdbewegingen te versterken. Tegelijkertijd

106 In The Doctrine of Fascism, die voor het eerst in 1932 in het Italiaans onder de naam La dottrina del fascismo werd uitgegeven, bracht Mussolini (hoewel in werkelijkheid geschreven door de Italiaanse filosoof Giovanni Gentile) zijn ideeën over een universeel fascisme voor het eerst middels een publicatie tot uiting: ‘Today I hold that Fascism as an idea, a doctrine, a realization, is universal; it is Italian in its particular institutions, but it is universal in the spirit, nor could it be otherwise. The spirit is universal by reason of its nature. Therefore anyone may foresee a Fascist Europe. Drawing inspiration for her institutions from the doctrine and practice of Fascism; Europe, in other words, giving a Fascist turn to the solution of problems which beset the modern State, the Twentieth Century State which is very different from the States existing before 1789, and the States formed immediately after. Today Fascism fills universal requirements.’ Geciteerd uit: Benito Mussolini, Fascism.

Doctrine and institutions (Rome 1935), appendix (2).

107 Bauerkämper, ‘Transnational fascism’, 218, 225, 230. Bauerkämper, ‘Ambiguities of transnationalism’, 48, 55, 58.

39

spaarde de HJ echter kosten noch moeite om zelf in de kijker te lopen ten nadele van haar Italiaanse confraters. Een veteranengroep HJ’ers met gloednieuwe uniformen moest in Padua duidelijk maken dat nazi-Duitsland de dominante factor zou zijn in het toekomstige Europees Jeugdverbond. Een gelijksoortig machtsgevecht werd een paar weken later in Boekarest gevoerd tijdens het dertienjarig jubileum van de Roemeense fascistische beweging Mişcarea Legionară (ML), beter bekend als de IJzeren Garde. De aanverwante jeugdbeweging van de ML had voor de festiviteiten zowel de HJ als de GIL uitgenodigd, nadat minister Sidorovice als leider van de Roemeense fascistische jeugd eerder de bijeenkomst in Padua had

bijgewoond en voor besprekingen met de Hitlerjugend in Berlijn was geweest.108

Hoewel de Duitse en Italiaanse jeugdbewegingen elkaar nog steeds beschouwden als bondgenoten, leek concurrentie geleidelijk aan de overhand te krijgen ten koste van

coöperatie. Deze ontwikkeling zette zich door met de komst van internationale sport- en cultuurevenementen in de periode 1941-1942, die de aanloop naar het Europees Jeugdverbond vormden. Door actieve participatie aan deze bijeenkomsten ontkwam ook de Jeugdstorm niet aan dergelijke vriendschappelijke banden die dikwijls onderlinge competitie en venijn voortbrachten.

Winterkampfspiele in Garmisch-Partenkirchen

Bij de militaire parade in Padua en de jubileumviering in Boekarest was de voorkeur uitgegaan naar Oost- en Zuid-Europese jeugdbewegingen, waarmee de Jeugdstorm automatisch buiten beschouwing was gebleven. Aan de eerste grote internationale jeugdbijeenkomsten die hierop volgden nam de NJS daarentegen wel deel, waarna de

Nederlandse jeugdbeweging een vast deel uit begon te maken van de totstandkoming van het Europees Jeugdverbond. Tussen 26 februari en 2 maart 1941 vonden de zesde

Winterkampfspiele van de Hitlerjugend in Garmisch-Partenkirchen plaats; de eerste

noemenswaardige internationale bijeenkomst waar fascistische jeugddelegaties uit Nederland, Denemarken, Finland, Italië, Japan, Joegoslavië, Portugal, Roemenië, Slowakije, Spanje, Hongarije, Bulgarije en Noorwegen op uitnodiging van de HJ bij aanwezig waren. De winterspelen werden georganiseerd onder het mom van vriendschappelijke sportwedstrijden, maar werden in werkelijkheid hoofdzakelijk aangewend om de politieke grondslagen te leggen voor het Europees Jeugdverbond.109 Onder leiding van Baldur von Schirach, voormalig leider van de HJ die sinds 1940 de titels van rijksstadhouder en gouwleider van

108 Ponzio, Shaping the new man, 178-180. ‘Van het jeugdfront!’, De Stormmeeuw 6 (1940) afl. 4, 8. 109 Oelrich, “Sportgeltung – Weltgeltung”, 536.

40

Wenen droeg, en Reichsjugendführer Artur Axmann, die de leidersfunctie van de HJ op 8 augustus 1940 van Von Schirach had overgenomen, werd door de leiders van de aanwezige jeugdbewegingen, waaronder Van Geelkerken, overeengekomen dat de winterspelen in Garmisch-Partenkirchen slechts de eerste in een reeks van ontmoetingen tussen Europese jeugdbewegingen zouden zijn.

De bijeenkomst in Garmisch-Partenkirchen was niet zonder slag of stoot geweest. Axmann en Von Schirach, die zich al geruimere tijd hadden ingezet voor een Europese jeugdbijeenkomst, waren bij het organiseren van de winterspelen op grote weerstand gestuit bij Joseph Goebbels en Joachim von Ribbentrop, twee hooggeplaatste nazi’s die de functies van respectievelijk minister van Propaganda en minister van Buitenlandse Zaken bekleedden. Goebbels en Von Ribbentrop waren geenszins gecharmeerd van de pogingen van Axmann en Von Schirach om af te wijken van de Groot-Germaanse en annexionistische lijn die was uitgezet. Samen met de leiding van de SS probeerden zij de totstandkoming van een Europees verbond, waarin naast Germaanse ook de minder hoog geachte ‘Slavische’ en ‘Romaanse’ jeugd vertegenwoordigd was, te verhinderen om de Groot-Germaanse ideologie te kunnen blijven propageren.110 Een tweede knelpunt voor de ministers en de SS lag in het federale karakter van de Europese bijeenkomsten. Gelijkheid en nationale soevereiniteit waren de motto’s die Von Schirach uitdroeg tijdens Europese bijeenkomsten zoals die in Garmisch- Partenkirchen. Dit leidde tot frustratie bij Goebbels en Von Ribbentrop die geenszins van plan waren om de ijzeren greep die nazi-Duitsland op buitenlandse fascistische bewegingen had ook maar enigszins los te laten.111 De eerste Europese jeugdbijeenkomst in Garmisch-

Partenkirchen ging dan ook gepaard met een hevige competentiestrijd, die in eerste instantie beslecht werd in het voordeel van Von Schirach en Axmann.

Van Geelkerken en zijn Jeugdstorm konden zich uiterst goed vinden in het Europees Jeugdverbond zoals dat door de Hitlerjugend geschetst werd tijdens de winterspelen. Onder meer de toespraak van Rudolf Hess, de toenmalig plaatsvervanger van Hitler, waarin werd gewezen op de importantie van de verscheidenheid aan Europese volkeren en hun

jeugdbewegingen alsook de verbondenheid van de Europese jeugd viel in goede aarde.112 De toezeggingen van Von Schirach aan de kleinere fascistische bewegingen met betrekking tot gelijkwaardige samenwerking en nationale soevereiniteit waren voor Van Geelkerken en het

110 Buddrus, Totale Erziehung für den totalen Krieg, 787.

111 Michael Gehler, ‘Introduction’, Journal of European Integration History 15 (2009) afl. 2, 5-10, aldaar 5. Kühberger, ‘Europa als “Strahlenbündel nationaler Kräfte”’, 11-28.

112 ‘Rudolf Hess begroet de Europeesche jeugd. Strijd om de toekomst van Europa en zijn beschaving’, Het

41

Dietsgezinde kamp binnen de NSB tevens van groot belang. Bij de hoofdstormer vatte de gedachte post dat een Groot-Nederland met een verenigde Nederlandse en Vlaamse jeugd onder dezelfde fascistische paraplu in het verschiet lag. In een interview met Het Nationale

Dagblad sprak hij derhalve zijn bewondering uit voor de houding en discipline van de

Hitlerjugend, die ten voorbeeld zouden moeten dienen voor de Jeugdstorm. Verwantschap met andere jeugdbewegingen alsook een Europees samenhorigheidsgevoel werden evenzeer kenbaar gemaakt.

Het is geen loos gezegde, als ik u verzeker dat wij allen vol geestdrift zijn over alles wat we hier in Garmisch-Partenkirchen zien en beleven. Voor alles heeft men een prachtig bewijs van de kameraadschap der landen onderling gekregen. De hoofdindruk die ik van de Europeesche samenkomsten heb, is: “Wij verstaan elkaar.” Wij voelen dat wij de jeugd van het nieuwe Europa zijn. Dit bewustzijn, dat wel alle landen met geestdrift bezield [sic], zullen we verder aankweeken.113

Met Von Schirach die het Duitse annexionisme van Goebbels, Von Ribbentrop en de SS op een afstand hield waren de zesde Winterkampfspiele in Garmisch-Partenkirchen een politiek succes voor Van Geelkerken. Deze eerste noemenswaardige internationale bijeenkomst van fascistische jeugdbewegingen, afkomstig uit alle hoeken van Europa, was voor de NSB en de Jeugdstorm veelbelovend.

Van Geelkerken, Axmann en Quispel in Nederland

Volgend op Garmisch-Partenkirchen bracht Axmann twee maanden later in mei een bezoek aan Nederland om de banden aan te halen met Van Geelkerken en de Jeugdstorm. Hoewel de uitnodiging van de kant van de hoofdstormer was gekomen, kwam de ontmoeting ook de Hitlerjugend in het geheel niet ongelegen. In dezelfde maand was Axmann met Galeazzo Ciano, de minister van Buitenlandse Zaken van Italië, en Mussolini officieel overeengekomen om een antibolsjewistische Europese jeugdorganisatie, die uiteindelijk zou uitmonden in het Europees Jeugdverbond, in het leven te roepen.114 Van het bezoek aan Nederland maakte Axmann dankbaar gebruik door een charmeoffensief te starten, gericht op een soepel verloop van de totstandkoming van deze Europese organisatie. De eerste stappen hiervoor waren weliswaar reeds gezet in Garmisch-Partenkirchen, maar concrete plannen en vaststaande besluiten waren nog niet genomen. Nu er een overeenkomst met Italië op tafel lag probeerde

113 ‘Vaandeldrager van het nieuwe Europa. Jeugd van verschillende landen tegast bij de Duitsche jeugd’, Het

Nationale Dagblad, 7 maart 1941, NIOD, Amsterdam, Archief KA II Knipselcollectie uit het archief van de

NSB over zaken, inv. nr. 1321.

114 Artur Axmann, Das kann doch nicht das Ende sein. Hitlers letzter Reichsjugendführer erinnert sich (Schnellbach 1995), 272-274.

42

Figuur 1.115

‘Europeesche Jeugdleiders in kameraadschap bijeen te Garmisch- Partenkirchen. Links naast onzen Hoofdstormer de Reichsjugendführer Arthur Axmann. Daarnaast staat de Jeugdleider van Italië, Serena.’

Axmann tevens de andere fascistische jeugdbewegingen van Garmisch-Partenkirchen mee te krijgen in zijn plannen.

Mocht Van Geelkerken na Garmisch-Partenkirchen nog niet overtuigd zijn geweest, dan maakte Axmanns bezoek zeker het verschil. De hoofdstormer was enorm gecharmeerd van de bewierokende woorden die de Reichsjugendführer sprak over intensivering van de relatie tussen de Hitlerjugend en de Jeugdstorm.116 Daarnaast maakte de leider van de

Befehlsstelle Niederlande der Hitlerjugend Hermann Lindenburger een goede indruk door te

benadrukken dat het de HJ er niet om te doen was ‘een klakkelooze copie van het Duitsche voorbeeld in Nederland te krijgen’.117 In het nieuwe Europa zouden de Duitse en de

Nederlandse jeugdbewegingen autonoom en met wederzijds respect handelen. De uitspraken van Lindenburger vonden hun weerklank tijdens een rede van Axmann in het concertgebouw voor de Amsterdamse afdeling van de Jeugdstorm. Als Germaanse jeugd hadden de leden van

115 ‘Foto’s archief’, De Stormmeeuw 7 (1941) afl. 5, 103.

116 ‘De jeugd van twee Germaansche volkeren’, Het Nationale Dagblad, 9 mei 1941, NIOD, Amsterdam, Archief KA II Knipselcollectie uit het archief van de NSB over zaken, inv. nr. 1321.

117 ‘De Nederlandse en de Duitsche jeugd’, Dordtsch Dagblad, 28 mei 1941, NIOD, Amsterdam, Archief KA II Knipselcollectie uit het archief van de NSB over zaken, inv. nr. 1321.

43

de Jeugdstorm en de HJ corresponderende idealen, die werden omschreven als ‘nationaal zelfbewustzijn in het kader van de lots- en bloedsverbondenheid’.118 Het idee van een

Europese jeugdassociatie alsook het ideaal van een nieuw Europa dat door Lindenburger en Axmann in Nederland werd gepropageerd kon derhalve op grote belangstelling rekenen van Van Geelkerken.

Waar de Hitlerjugend zich coöperatief leek op te stellen, ondervond de hoofdstormer voor zijn Europese idealen hinder vanuit zijn eigen jeugdbeweging. De in april benoemde stafleider Casparus Quispel, die met zijn promotie na Van Geelkerken de hoogste

vertegenwoordiger van de Jeugdstorm was geworden, voerde actief campagne om

Jeugdstormers over te halen zich aan te sluiten bij de Duitse strijdmachten aan het Oostfront of om zich op een andere manier in te zetten voor de oorlog ‘om mede te helpen het

Bolsjewisme de nek te breken’.119 Quispel speelde hiermee in op een steeds groter wordende groep binnen de Jeugdstorm die als soldaat wilde deelnemen aan de oorlog, maar hierin werd tegengewerkt door Van Geelkerken en Mussert uit vrees voor Groot-Germaanse beïnvloeding. Toen het Quispel in de zomer van 1941 was gelukt een aantal Jeugdstormleiders om zich heen te verzamelen om te vertrekken naar het Oostfront, werd hen op het laatste moment door Van Geelkerken verboden om te gaan.120 De hoofdstormer hoopte hiermee te voorkomen dat de Hitlerjugend en de SS de Jeugdstorm geleidelijk aan zouden uithollen om de stormers en stormsters vervolgens te gebruiken voor hun eigen hegemoniale idealen.

Niet lang na Van Geelkerkens afwijzing volgde een uitnodiging van de Hitlerjugend voor de eerste internationale Reichskulturtagung in Weimar tussen 12 en 17 juni, waaraan de Jeugdstorm besloot deel te nemen. De afgevaardigden werden geleid door Lien van Eck, die na haar eerdere Groot-Germaanse escapades met Rost van Tonningen bij Blauwvoet

overgestapt was naar het Dietse kamp, maar ook door Quispel, die als stafleider door Van Geelkerken moeilijk ervan weerhouden kon worden aanwezig te zijn. Na de winterspelen in Garmisch-Partenkirchen was Weimar het eerste Europese evenement waarbij fascistische jeugdleiders uit tien verschillende landen aanwezig waren. De bijeenkomst werd gevolgd door een bezoek aan Berlijn, alwaar Van Eck en Quispel besprekingen over de toekomst van de Europese jeugd voerden met leiders van de HJ en de BDM, alsmede de overige aanwezige

118 ‘De jeugd van Nieuw Europa marcheert!’, De Stormmeeuw 7 (1941) afl. 5, 97.

119 ‘Uittreksel van streekorder nr. 74’, NIOD, Amsterdam, Archief 123 Nationaal-Socialistische Beweging, inv. nr. 1159.

120 ‘Proces-verbaal Casparus Quispel, 1e getuige Cornelis van Geelkerken’, NA-CABR, Den Haag, inv. nr. 57332, 2. Kwak, ‘De Nationale Jeugdstorm’, 146-148.

44

jeugdleiders.121 Waar Van Eck het Dietse ideaal ferm verdedigde, maakten de besprekingen

bij Quispel een steeds gepassioneerder Groot-Germaans gevoel los. Na zijn terugkomst kwam hij meermaals in aanvaring met Van Geelkerken over welke lijn er met de Jeugdstorm

uitgezet moest worden, alvorens hij uiteindelijk toestemming verkreeg om naar Duitsland te vertrekken voor een opleiding van een jaar bij de SS. Van Geelkerkens probleem was hiermee tijdelijk opgelost, maar het feit bleef dat de neuzen binnen de Jeugdstorm met betrekking tot het Europese ideaal niet dezelfde kant op stonden. Met het verstrijken van de tijd zou deze ontwikkeling zich alleen maar verder doorzetten.

Sommerkampfspiele in Breslau

Met het succes van Garmisch-Partenkirchen werd na het bezoek van Axmann aan Nederland door de Hitlerjugend in augustus besloten om de vijfde Sommerkampfspiele in Breslau evenzeer open te stellen voor buitenlandse jeugdbewegingen. Aanwezig waren dezelfde veertien jeugdbewegingen die zich tijdens de winterspelen hadden geconformeerd aan een toekomstig Europese jeugdassociatie. Evenals bij de winterspelen stonden de zomerspelen naast sport evengoed in het teken van politieke besprekingen, onder meer tussen Axmanns gemachtigde vertegenwoordiger Helmut Möckel en de leiders van de aanwezige

jeugdbewegingen.122 Door Von Schirach werd de bijeenkomst in Breslau wederom

gepresenteerd als een Europees samenwerkingsverband dat gestoeld was op gelijkheid en wederzijds respect. In zijn openingsspeech beklemtoonde hij zaken als kameraadschap, gemeenschappelijke waarden en de lotsgemeenschap van de Europese jeugd.

Wir, meine Kameraden, wir verstehen uns. Unsere Sprache ist vielleicht verschieden, aber unsere Herzen schlagen im selben Takt. Gemeinsame Ideale verbinden uns. […] Wir sind Brüder und Schwestern im Kampf um die Freiheit des europäischen Geistes gegen den Terror des Bolschewismus und gegen die Macht des Goldes. Für diese Ideale marschieren wir und kämpfen wir. […] Hier in Breslau verstehen wir auch, daß der Streit der eigenen Völker Europas untereinander einmal wesenslos sein wird vor der Gemeinschaft, Einigkeit und Verbundenheit jenes kommenden Europas, das wir in der Jugend heute schon bekennen.123