• No results found

Opleidingsspecifieke regels en toelatingseisen studieonderdelen

Naast het inschrijven voor de opleiding is elke student verplicht deel te nemen aan de SKC.

Een student (alle studiejaren) die is ingeschreven voor de CROHO5 geregistreerde bachelor Social Work mag onderwijs volgen. Indien een student vóór 1 september niet aan zijn inschrijfverplichtingen (o.a. het betalen van collegegeld en uploaden van het toelatinggevende diploma) heeft voldaan zal hem/haar de toegang tot het volgen van onderwijs worden geweigerd.

7.2 VRIJSTELLINGEN

Studenten die op basis van eerder gevolgd onderwijs in aanmerking denken te komen voor vrijstellingen kunnen deze door middel van een vrijstellingsformulier aanvragen bij de examencommissie. Aan het formulier wordt bewijsmateriaal m.b.t. behaalde EC’s en materiaal waaruit de inhoud van de studieonderdelen blijkt, toegevoegd. Voor (onderdelen van) het afstudeerprogramma worden geen vrijstellingen verleend.

Aanvragen voor vrijstellingen worden door de examencommissie behandeld en beoordeeld op grond van: kenmerken van de cursus waarvoor vrijstelling wordt aangevraagd:

a. inhoud, b. niveau en c. verjaring.

De examencommissie kan nadere informatie vragen aan de student. Op grond van de door de student aangeleverde informatie en documentatie en het advies van de cursuseigenaar van de cursus waarvoor vrijstellingen worden gevraagd, beslist de examencommissie over de aanvraag.

7.3 AANWEZIGHEIDSPLICHT / ACTIEVE PARTICIPATIE

Binnen de bacheloropleiding Social Work wordt gewerkt met aanwezigheidsplicht en /of actieve participatie. Alle lessen dienen in principe gevolgd te worden. Informatie over aanwezigheidsplicht en/of actieve participatie inclusief het inhalen van een gemiste les of vervangende opdracht is te vinden in de studiehandleiding van de betreffende cursus.

7.4 VEREISTEN VOOR HET BINDEND STUDIEADVIES IN DE PROPEDEUSE

Zoals beschreven in de Examenregeling (zie Bijlage 1, artikel 4.14, ‘Studieadvies in de propedeuse’) brengt de examencommissie aan elke propedeusestudent een schriftelijk advies uit over de voortzetting van de studie binnen of buiten de opleiding.

Aan het studieadvies kan door de Dean een afwijzing worden verbonden; er is dan sprake van een Bindend Studieadvies (BSA). Tot afwijzing wordt overgegaan, als de student de propedeutische fase nog niet heeft voltooid en niet geschikt moet worden geacht voor de opleiding, doordat de studieresultaten niet voldoen aan de kwantitatieve en kwalitatieve vereisten die de opleiding stelt.

Voor studenten die in studiejaar 2019-2020 in hun eerste jaar van inschrijving zaten, is – i.v.m.

de corona-pandemie – het BSA niet van toepassing.

Voor studenten die in studiejaar 2020-2021 in hun eerste jaar van inschrijving zaten, is – i.v.m.

de corona-pandemie – het BSA uitgesteld tot het einde van het tweede jaar van inschrijving.

5 Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs

De kwantitatieve vereisten worden genoemd in artikel 4.14 van het studentenstatuut (Bijlage 1). Het volledige studentenstatuut is te vinden op Hanze.nl

De kwalitatieve vereisten:

Een student krijgt een afwijzend BSA als hij/zij in het propedeutisch jaar geen of slechts één van de volgende vier tentamens heeft gehaald.

- Stromingen in de Psychologie (periode 1);

- Pedagogiek (periode 2);

- Inleiding in de sociologie (periode 3);

- Ethiek en morele grondslagen van het beroep (periode 4).

Een BSA wordt de student schriftelijk en met redenen omkleed medegedeeld, onder vermelding van de mogelijkheid van beroep bij het College van Beroep voor Studenten.

Gevolgen afwijzend BSA voor de inschrijving

Studenten die een afwijzend BSA voor de voltijd- of deeltijdopleiding Social Work hebben, kunnen niet meer ingeschreven worden voor de voltijd- of deeltijdopleiding Social Work aan de Hanzehogeschool Groningen. Deze inschrijvingsbeperking geldt ook voor de Ad Ervaringsdeskundigheid in Zorg en Welzijn, de Ad Sociaal Werk in de Zorg en de Ad Pedagogisch Educatieve Professional. Voor meer informatie zie hoofdstuk 2.3 van het studentenstatuut.

7.5 TOELATINGSEISEN SPECIFIEKE STUDIEONDERDELEN

7.5.1 Toelatingseisen stage Toelatingseisen derdejaarsstage

De student kan starten met de stage van het derde jaar indien:

- de propedeuse is behaald, én

- minimaal 54 EC’s uit jaar 2 zijn behaald, waaronder in ieder geval de EC’s van de dagstage.

Hierbij geldt dat de EC's gekoppeld aan behaalde onderdelen van cursussen van de integrale leerlijn worden meegerekend in de vaststelling van het aantal behaalde EC's, ondanks dat het gehele vak wellicht nog niet afgerond is en in Osiris de EC's voor de cursus nog niet zijn toegekend.

Toelatingseisen derdejaars stage buitenland

Wanneer de student de derdejaarsstage in het buitenland doet, gelden ook de hierboven genoemde toelatingseisen. Hierbij geldt echter dat wanneer de student in verband met de buitenlandstage een toetsgelegenheid niet benut, voor dat onderdeel GEEN extra tentamenkans kan worden aangevraagd.

7.5.2 Toelatingseisen keuzeonderwijs

Voor de keuzeruimte met losse onderwijseenheden of een studieprogramma/minor buitenland moet de student een studieplan schrijven waarin een voorstel voor invulling staat. Dit studieplan dient geaccordeerd te worden door de POB’er en wordt door de POB’er gearchiveerd in Osiris bij Notities Student.

Algemene regels rond minoren

- De student schrijft zich in voor een minor via Osiris.

- Wijzigingen in Osiris en dus in de keuze van een minor kunnen alleen nog plaatsvinden voorafgaand aan de start van de betreffende minor en na goedkeuring door de coördinator van de betreffende minor en de POB’er.

NB. In het geval van een ‘late’ wijziging in de keuze, kan alleen nog ingeschreven worden voor minoren die nog niet volgetekend zijn. Voor de student kan dit betekenen dat niet meer de minor van de eerste voorkeur gevolgd kan worden.

De regels die gelden voor de minor m.b.t. aanwezigheid, toetsing e.d. (beschreven op de Blackboard course van de verdiepende minor) zijn bindend voor de studenten die de betreffende minor volgen.

Voor het behalen van de EC’s van een HG-minor moeten alle van de betreffende minor in Osiris opgenomen onderdelen met een voldoende beoordeeld zijn.

Algemene toelatingseisen voor het volgen van keuzeonderwijs

Onderstaande toelatingseisen zijn voorwaardelijk voor het volgen van een HG-minor, een profielmodule Social Work deeltijd, een KOM-minor of het Vrije Programma SamenWIJS:

- propedeuse behaald;

- minimaal 45 EC’s van jaar 2 behaald.

De POB’er accordeert de deelname aan de minor in Osiris.

Voorafgaand aan het volgen van een externe Kies Op Maat-minor dient de student een leerovereenkomst in te vullen die door de Examencommissie getekend moet worden. Dit is een landelijke afspraak. Meer informatie is te vinden in bijlage 3: Kies- op-maat procedure.

Toelatingseisen minor/studie in buitenland

Een minor/studieprogramma in het buitenland kan worden gevolgd wanneer de student aan de volgende eisen heeft voldaan:

- propedeuse behaald;

- 45 EC’s van jaar 2 behaald (inclusief behaalde deelcodes);

- de POB’er en student samen hebben onderzocht of en vervolgens hebben vastgesteld dat de minor een haalbaar traject is met het oog op voorkomen van studievertraging voor de student.

- de student maakt vervolgens een realistisch studieplan (inclusief eventuele achterstanden) dat door de POB’er geaccordeerd moet worden. Student en POB’er bewaren ieder een exemplaar van het geaccordeerde studieplan.

Dit is met name van belang in geval van vertraging of tussentijds afbreken van een minor in het buitenland. Het studieplan toont dan aan dat beide partijen (opleiding én student) een weloverwogen besluit hebben genomen om de minor buitenland op te nemen in de studieloopbaan van de student.

Toelatingseisen voor de SW-minor GGZ in het vierde jaar

Studenten Social Work van alle profielen mogen deelnemen aan de minor GGz als zij aan onderstaande voorwaarden voldoen en voor de minor relevante stage ervaring hebben (GGz/verslavingszorg werkveld – twijfel je? Neem dan contact op met de coördinatoren, zie ww.hanze.nl en dan de pagina van de minor).

6 Onderscheiden worden Hogeschoolbrede HG-minoren, die soms ook via ‘Kies op Maat’ (KOM) worden aangeboden en opleidingsspecifieke (SW) minoren. Laatstgenoemde zijn soms verplicht om aan bepaalde opleidingseisen te kunnen voldoen. In deze OER wordt daarom de term‘SW-minor’ gebruikt om de

Studenten Toegepaste Psychologie of Verpleegkunde kunnen ook toegelaten worden in overleg.

Zij dienen voor de minor relevante stage ervaring te hebben en kunnen het beste contact opnemen met de coördinatoren van de minor GGz, zie www.hanze.nl en dan de pagina van de minor.

De student kan deelnemen aan de SW-minor GGZ in het vierde studiejaar indien:

- de propedeuse is behaald;

- er 54 EC’s behaald zijn uit het tweede studiejaar;

- er 54 EC’s behaald zijn uit het derde studiejaar.

- Voor studenten in jaar 3 en 4 die de minor GGZ in het kader van de GGZ-agoogregistratie volgen, geldt dat zij in jaar 2 het profiel Zorg hebben doorlopen. Daarnaast moet de student in het derde jaar in een door de opleiding goedgekeurde instelling voor verslavingszorg of GGZ-stage hebben gelopen. Zie de aanvullende stagehandleiding GGZ-agoog op de Blackboard course Uitstroomprofiel GGZ agoog voltijd voor gedetailleerde informatie.

- Studenten binnen het uitstroomprofiel GGZ-agoog kunnen onder bepaalde voorwaarden de honoursminor Buiten kaders denken volgen. Nadere uitleg hierover vindt plaats tijdens de voorlichtingsbijeenkomsten over jaar 4.

Toelatingseisen tot anderstalige onderdelen in studieprogramma

De Gedragscode buitenlandse taal (Bijlage 6 bij het Studentenstatuut) is van toepassing op de HG-minor Human Rights Interdisciplinary. Deze verdiepende HG-minor wordt in het Engels aangeboden vanwege de instroom van internationale studenten. Er wordt samengewerkt met andere (buitenlandse) instellingen. Instapvoorwaarden zijn:

- de propedeuse is behaald én 45 EC uit jaar 2;

- B2 niveau Engels spreken, lezen en schrijven;

- C1 niveau Engels luisteren.

7.5.3 Toelatingseisen tot Eindopdracht in het vierde jaar De student kan deelnemen aan de Eindopdracht indien:

- de propedeuse is behaald;

- er 54 EC’s behaald zijn uit het tweede studiejaar;

- stage jaar 3 deel A en deel B en PCO jaar 3 zijn behaald (54 EC jaar 3).

7.6 OVERSTAPPEN VAN VOLTIJD NAAR DEELTIJD OF VAN DEELTIJD NAAR VOLTIJD

7.6.1 Overstappen van voltijd naar deeltijd

Studenten uit de voltijdopleiding bachelor SW die willen overstappen naar de deeltijdopleiding bachelor SW maken een studieplan in overleg met de instroomcoördinator deeltijd SW. Dit studieplan wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de examencommissie.

7.6.2 Overstappen van deeltijd naar voltijd

Studenten uit de deeltijdopleiding SW die willen overstappen naar de voltijdopleiding SW maken een studieplan in overleg met de instroomcoördinator voltijd SW. Dit studieplan wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de examencommissie.

7.7 TENTAMENS7

7.7.1 Organisatie van tentamens

Per studiejaar worden per cursus twee toetsgelegenheden aangeboden. Alle tentamens kunnen tijdens de lesweken ingepland worden. Veel tentamens zullen aan het einde van de lesperiode

worden aangeboden. De herkansingen zullen voor een deel tijdens de lesweken van de opvolgende periode worden gepland. De studenten melden zich voor de cursussen/tentamens aan via Osiris, conform het studentenstatuut

Stages jaar 2 en 3

Voor de jaarstages van jaar 2 en 3 gelden maximaal twee toetsgelegenheden. Omdat twee toetsgelegenheden in hetzelfde studiejaar meestal niet te realiseren zijn, is de eventuele herkansing van de stage in het daaropvolgende studiejaar.

Beoordelingen en registratie in Osiris

Tentamens worden in cijfers beoordeeld met maximaal één decimaal (1 t/m 10). De beoordeling 5,5 en hoger is voldoende. Het is ook mogelijk om de beoordeling te geven met de kwalificatie

‘voldoende’ of ‘onvoldoende’. Indien studenten staan ingeschreven voor een tentamen en deze niet maken, krijgen zij als beoordeling een gemiste kans (GK). Daarnaast kennen we de formatieve beoordeling A/NA (afgerond of niet afgerond).

Herkansingen

Voldoendes mogen herkanst worden voor een hoger cijfer. Uitzondering hierop zijn groepsopdrachten en onderdelen van het afstudeerprogramma (artikel 4.5.1 van het studentenstatuut). In Osiris geldt het hoogste cijfer.

Inzage tentamenwerk

- Het is voor studenten niet toegestaan mobiele telefoons of andere devices te gebruiken/bij zich te hebben bij inzage van tentamens. Voorafgaand aan de inzage moeten tassen, mobiele telefoons en andere devices verzameld zijn en op één plek bewaard worden.

- Het is niet toegestaan tentamens, op welke wijze dan ook, te kopiëren.

- Bij een inzage waarbij meer dan 50 studenten worden verwacht, wordt de docent (cursuseigenaar van het betreffende studieonderdeel) geassisteerd door een collega.

- Uitsluitend studenten die hebben deelgenomen aan het tentamen, hebben toegang tot de inzage.

Zie verder artikel 4.10, Inzage tentamenwerk van het studentenstatuut, te vinden op Hanze.nl Beoordeling Eindopdracht

Voor elk van de onderdelen in de Eindopdracht in jaar 4 krijgt de student drie kansen. De planning hiervan wordt gepubliceerd op Blackboard. Studenten moeten binnen twee semesters de Eindopdracht afronden (waarbij het eerste semester het semester is waarin de studiebijeenkomsten zijn gevolgd). Indien de Eindopdracht in zijn geheel niet met een voldoende is afgerond (alle drie de onderdelen moeten voldoende zijn) na drie beoordelingen of binnen twee semesters, moet de Eindopdracht in zijn geheel opnieuw worden uitgevoerd (hiermee vervallen dus ook de onderdelen die eerder met een voldoende werden beoordeeld).

Bij uitschrijving en vervolgens herinschrijving geldt dat de in Osiris nog openstaande onderdelen in het studieprogramma worden ingevuld met (nieuwe) onderdelen van het curriculum dat geldt bij herinschrijving.

Derde-kans-regeling

Voor studenten die onderwijs in het vierde studiejaar volgen is er aan het einde van het studiejaar, voor maximaal één cursus, een derde toetsgelegenheid om de mogelijkheid tot afstuderen te bevorderen.

De derde-kans-regeling:

• heeft betrekking op cursussen van de hoofdfase van de opleiding (jaren 2, 3 en 4);

• kan aangevraagd worden bij de Examencommissie en wordt uitgevoerd door de opleiding.

Er worden slechts diploma’s verstrekt als alle studieonderdelen in Osiris zijn afgerond en verwerkt.

7.7.2 Volgtijdelijkheid tentamens

Daar waar sprake is van volgtijdelijkheid van tentamens staat dat vermeld in de Osiris-cursusteksten. Verder verwijzen we naar de toelatingseisen zoals genoemd in paragraaf 7.5.

7.7.3 Anti-plagiaatregels

Binnen de bacheloropleidingen van de Academie voor Sociale Studies wordt onder meer het programma SaveAssign gebruikt om plagiaat op te sporen.

Plagiaat wordt beschouwd als een vorm van fraude. In geval van vermoeden van fraude of frauduleus handelen, geldt het HG-reglement zoals beschreven in het studentenstatuut, artikel 5.6 Fraude.

7.8 CUM LAUDE

Om in aanmerking te komen voor het judicium ‘cum laude’ van het propedeutisch of het postpropedeutisch examen, dient voldaan te worden aan alle voorwaarden zoals beschreven in artikel 4.13 van het studentenstatuut.

7.9 EIGEN BIJDRAGE VAN STUDENTEN

Een belangrijk uitgangspunt van het onderwijsbeleid is de toegankelijkheid. De inschrijving voor een opleiding mag niet afhankelijk worden gesteld van andere geldelijke bijdragen dan het collegegeld (WHW, artikel 7.50, lid 1). De student heeft na inschrijving recht op voorzieningen (WHW, artikel 7.34). Daaronder vallen onder andere het volgen van het onderwijs, het afleggen van tentamens, de toegang tot de gebouwen en verzamelingen en gebruikmaking van studentenvoorzieningen en studiebegeleiding. Voor dergelijke voorzieningen mogen geen extra bijdragen van studenten worden verlangd. Hieronder is een opsomming gegeven van alle eigen bijdrages voor de studenten in elk leerjaar.

Extra-curriculaire activiteiten De kosten voor de extra curriculaire

activiteiten lopen uiteen van € 120 tot € 1300.

Curriculaire activiteiten De kosten voor het introductiekamp bedragen

€ 40

Boeken en onderwijsbenodigdheden Jaar 1: € 671,59

Jaar 2: afhankelijk van gekozen major:

Profiel Jeugd: € 644,65 Profiel Zorg: € 623,20 Profiel WenS: € 440,70 Jaar 3: Geen

Jaar 4: afhankelijk van gekozen minor:

Minor LVB: € 70,95

Minor Human Rights: € 53,21

Minor GGZ: € 98,95 (of € 58,- bij profiel Jeugd of Zorg)

Minor Rehabilitatie: € 71,95

Honoursminor Buiten kaders denken: € 64,45

8 De term 'volgtijdelijkheid' duidt op de door de hogeschool bepaalde regels inzake het reeds gevolgd hebben of het geslaagd zijn voor een opleidingsonderdeel alvorens een student zich kan inschrijven voor een ander

7.10 DECANAAT EN STUDEREN MET EEN FUNCTIE BEPERKING

7.10.1 Studentendecanaaat

Naast begeleiding vanuit de opleiding, biedt de Hanzehogeschool de student de mogelijkheid gebruik te maken van begeleiding vanuit het studentendecanaat. Studentendecanen hebben een onafhankelijke positie ten opzichte van schools en opleidingen. Studentendecanen begeleiden studenten onder meer in geval van studievertraging en persoonlijke omstandigheden, zoals het studeren met een functiebeperking, beroepszaken en bij financiële problemen. De student kan zelf contact opnemen met het decanaat, maar het komt ook voor dat de SLB/POB’er de student doorverwijst naar een studentendecaan. Contactgegevens van het Studentendecanaat zijn te vinden op Hanze.nl.

7.10.2 Studeren met een functiebeperking

Zie hiervoor artikel 5.8 van het studentenstatuut: ‘Studeren met een taalachterstand of een functiebeperking’.

Ook de Hanze brede informatie, zoals vermeld op Hanze.nl bij het Studentendecanaat en de specifieke SASS informatie op Hanze.nl is van belang.

Aan de opleiding zijn aandachtsfunctionarissen verbonden voor het studeren met een beperking.

De aandachtsfunctionaris is deskundig in het adviseren en ondersteunen van POB'ers en docenten die te maken krijgen met studenten waarbij sprake is van een functiebeperking. Indien nodig neemt de aandachtsfunctionaris de begeleiding van de student (tijdelijk) over. Het gezamenlijke e-mail adres van de aandachtsfuntcionarissen is studerenmethulp@org.hanze.nl

7.11 ALGEMENE INFORMATIE OVER RECHTEN EN PLICHTEN

Algemene, voor alle studenten geldende rechten en plichten zijn opgenomen in het studentenstatuut. Denk aan algemene regels over collegegeld, algemeen geldende regels bij tentamens en voorzieningen voor studenten.

In het studentenstatuut staat in hoofdstuk 10 Rechtsbescherming ook vermeld wat de student kan doen wanneer hij/zij het niet eens is met een beslissing van de examencommissie of een beslissing van de Dean.

Bronnenlijst

Hanzehogeschool Groningen (2014). Onderwijsvisie Hanzehogeschool Groningen 2020. Groningen.

International Federation of Social Workers (2014). http://ifsw.org/get-involved/global-definition-of-social-work/

Vereniging Hogescholen, Hogere Sociale Studies. Landelijk opleidingsdocument Sociaal Werk (2017).

Amsterdam: SWP.