• No results found

Open vragen van de docentenenquête

3.2 Uitwerking

3.2.2 Resultaten van de docentenquête

3.2.2.3 Open vragen van de docentenenquête

Het derde deel van de vragenlijst bestond uit 7 open vragen. Dit waren vragen die specifiek gericht waren op het leergebied MVT en de mogelijke inhoud hiervan.

De vragen:

1. Wat is volgens u een leergebied?

2. Kunt u de doelstellingen van het leergebied omschrijven? 3. Wat zijn volgens u de doelstellingen van het leergebied MVT?

4. Hoe kan het leergebied volgens u voor de leerlingen zichtbaar gemaakt worden? 5. Op welke manier(en) kan het leergebied volgens u zichtbaar gemaakt worden?

6. Vindt u dat de drie talen Frans, Duits en Engels dezelfde didactiek moeten handhaven als het gaat om taalonderwijs?

7. Welke vormen van didactiek zouden volgens u gebruikt moeten worden (b.v. taakgerichtleren, evidence based learning, grammar translation, etc…)?

Om er voor te zorgen dat het beantwoorden van de vragen niet te lang zou duren, heb ik ervoor gezorgd dat de ondervraagden sneller door de vragen konden gaan door bij een aantal vragen de optie tot overslaan van de volgende vraag te geven. Dit zijn de zogenaamde filtervragen, ik heb zo een routing door de vragenlijst heen gemaakt (Verhoeven, 2006).

Er zijn 24 docenten geweest die de vragenlijst hebben ingevuld. Van de 24 respondenten heeft niet iedereen de open vragen beantwoord. Ik zal per vraag beschrijven wat de respondenten als antwoord hebben gegeven.

1. Wat is volgens u een leergebied?

Er waren 15 respondenten die een antwoord met dezelfde strekking hebben gegeven. Een aantal voorbeelden:

‘een aantal vakken die gezamenlijk lesstof kunnen aanbieden, om het zo voor de leerlingen aantrekkelijker/leuker/spannender te maken beklijving is groter.’

‘Een samenwerkingsverband van vakken met veelal gezamenlijke doelen.’

‘In een leergebied werken verschillende vakken samen. Voorbeeld je leert een wiskundige formule die je vervolgens nodig hebt om bij techniek een brug te bouwen.’

‘Samenwerking tussen vakken met bepaalde overlap.’

‘Een samenwerking tussen verschillende vakken die een gemeenschappelijke factor hebben/doelen nastreven.’

‘Een samenwerkingsverband van verwante vakken die tot afstemming van leerstof en samenhang kunnen verkennen.’

Al met al gaven deze vijftien respondenten aan dat een leergebied een aantal vakken waren die met elkaar samenwerkten. Dit staat enigszins wel in verhouding met wat ik aan literatuur onderzocht heb. Er waren echter ook respondenten die een ander antwoord hebben gegeven. Een aantal voorbeelden:

‘Een cluster van vakken die binnen een bepaald profiel passen.’

‘Dezelfde soort vakken in een vakgebied, dus bijvoorbeeld de drie talen’ ‘Samenhangend geheel van leerinhouden.’

‘Een plek waar je vakoverstijgend te werk kunt gaan.’

‘ Een leergebied is op dit moment een groepje vakken die wat overeenkomstig hebben en samen budget krijgen. Het zou moeten zijn, idealiter, dat leerlingen in de les zien dat het leergebied meer te bieden heeft dan het ene vak alleen/de losse vakken.’

Er waren 8 respondenten die een afwijkend antwoord hebben gegeven. Van deze 8 was er 1 die aangaf niet te weten wat een leergebied is, de andere 7 gaven aan het wel te weten. Een grote meerderheid kon aangeven wat een leergebied was. Men wist wel enigszins wat een leergebied was, maar er was geen algemene consensus over wat het precies was.

2. Kunt u de doelstellingen van het leergebied omschrijven?

Er waren 17 respondenten die aangaven dat zij de doelstellingen konden omschrijven. 5 respondenten gaven aan dit niet te kunnen. Onder de 17 respondenten die aangaven de doelstelling wel te kunnen omschrijven zaten ook docenten die bij vraag 1 een afwijkend antwoord gaven. Verassend genoeg gaf de docent die aangaf niet te weten wat een leergebied was, wel aan te weten wat de doelstellingen van het leergebied waren.

3. Wat zijn volgens u de doelstelling van het leergebied MVT?

Van de vijf respondenten die aangaven niet de doelstellingen te kunnen formuleren was er 1 die op vraag 3 wel een antwoord wist te geven. De antwoorden:

‘De leerlingen op een zo’n goed mogelijke adequate manier de taal bijbrengen waarin de 4 vaardigheden aan bod komen.’

‘Learning by doing, taakgericht werken.’

‘Aansluitingen vinden met diverse vakken, op één lijn proberen te komen met de andere vakken.’

‘Doeltaal is voertaal in de les’

‘Doel is spreekvaardigheid te bevorderen’ ‘Voldoen aan de eisen van ERK’

‘Talen breed trekken, leren van verschillende talen.’ ‘Taal op dezelfde manier aanbieden.’

‘Goed met elkaar samenwerken, gezamelijke doelen nastreven, samen bedenken van projecten/taken/acties.’

‘Dezelfde didactiek toepassen ter verduidelijking. Inhoud aanpassen vanuit eenzelfde visie.’ ‘Meer overeenstemming in didactiek, meer afstemming.’

‘Overlappen vinden en hierop inspelen. Samenwerking tussen collega’s v/d verschillende vakken.’

‘Wat mij betreft; afstemmen van onderwijs, uitwisselen van ideeën, samen een project uitvoeren als de gelegenheid zich voordoet.’

‘Learning by doing, rijke taalomgeving, eindproduct als uitgangspunt…de doelstelling is meer samenwerking en samenhang tussen de vakken te creëren.’

‘Samenwerken.’

‘Leerinhoud afstemmen waar zinvol. Vooral de manier waarop vaardigheden aangeleerd worden afstemmen.’

‘Een samenwerkingsverband van verwante vakken die tot afstemming van leerstof en

samenhang kunnen verkennen, met de extra moeilijkheid dat er bij talen snel last zal zijn van interferentie. Bij ons gaat het meer om samenhang en afstemming van VAARDIGHEDEN en niet van leerstof.’

Al met al vonden de docenten dat het doel was om meer samen te werken tussen de vakken, een gezamenlijk doel na te streven en eenzelfde didactiek te voeren. Het woord

taakgerichtleren was een aantal keer genoemd (in de conclusie zal ik hier verder op in gaan).

4. Kan het leergebied MVT volgens u voor de leerlingen zichtbaar gemaakt worden? Van de respondenten waren er 17 die aangaven dat het leergebied zichtbaar gemaakt kon worden voor de leerlingen. 6 respondenten hebben aangegeven dat het niet zichtbaar gemaakt kon worden.

5. Op welke manier(en) kan het leergebied volgens u zichtbaar gemaakt worden? Alle antwoorden werden naast elkaar gelegd. Met zichtbaar kon zowel de fysieke ruimte als de didactiek bedoeld worden.

‘Eenduidige leerlijnen, dezelfde aanpak examenteksten (via gezamenlijke reader o.i.d.).’ ‘Daltonuur MVT/gericht aanbod b.v. leesstrategieën. Overlap leerlijn benoemen in de les. MVT taaldorp.’

‘Aankleding van de lokalen. Projecten in alle MVT doen. Paasproject/kerstproject. Dag van de talen zichtbaar maken. Taaldorp.’

‘Talenplein, samenwerken aan opdrachten.’

‘Thema’s laten doorlopen in alle taalvakken, gelijktijdige specifieke didactiek en het liefst ook zichtbaar op de leerlijn.’

‘Het creëren van taalgerelateerde werkplekken, door nauwere samenwerking van Frans, Duits, Engels (eventueel Nederlands).’

‘Eenduidige afspraken, b.v. Taaldorp.’

‘1Fysieke ruimte/(visuele) materialen ter verduidelijking. 2 op het rooster in het

daltonrooster. 3 als het ook nog eens in de toetsen terug te vinden zou zijn (i.p.v. losse vakken, MVT toets o.i.d.).’

‘Door inrichting van ruimte/lokalen. Door hantering van eenzelfde begrippenlijst voor strategieën/grammatica onderdelen. Door verwijzen naar de overeenkomst.’

‘MVT talen gelijk aan elkaar. Meer aandacht voor een taal en mij, wat kun je ermee?’Vier gezamenlijk de 26e

‘Zichtbaar maken op de afdeling, lokalen naast elkaar, leeromgeving duidelijk aankleden, hulpmiddelen delen.’

september (Europese dag van de talen). Imago van de Franse taal opvijzelen/beeldvorming.’

‘De ruimte met posters en andere materialen in te richten. Door te verwijzen naar elkaar. Materialen, ruimte,ICT.’

‘Leerdoelen meer op elkaar afstemmen, gezamenlijke daltonuren, met een specifiek thema, voor alle talen hetzelfde, bijvoorbeeld woordenboek gebruik, begrijpend lezen oefenen, regels voor het opstellen van een brief,…’

‘Afdelingsplekken aankleden.’

‘Didactische afstemming. Elkaar bestuiven met werkvormen. Talenplein met uiterlijke vormgeving. Samenwerking/afspraken MVT docenten.’

Het woord een gezamenlijk daltonuur is een aantal keer genoemd, evenals de fysieke ruimte, door middel van een talenplein, posters etc. Ook het werken met thema’s of projecten was populair. Men gaf aan dat er afstemming tussen de vakken onderling moest zijn en dat er samenwerking moest zijn. De didactische afstemming werd drie keer genoemd.

6. Vindt u dat de drie talen Frans, Duits en Engels dezelfde didactiek moeten handhaven als het gaat om taalonderwijs?

Voor een hoop respondenten was dit een lastige vraag, een vraag waar mensen ja of nee op geantwoord hebben. Toch zijn er 11 docenten geweest die heel duidelijk nee hebben geantwoord op deze vraag. De anderen hebben of ja gezegd, of zaten er tussen in. Een aantal antwoorden:

‘Niet per defenitie. Het uitgangspunt is volgens mij dat een individuele docent een manier van lesgeven zou moeten hanteren die het best bij hem/haar past en waarmee goede resultaten worden behaald. Dan (pas) met collega’s bepalen hoe dicht je elkaar kunt naderen.’ ‘Gedeeltelijk.’

‘Soms wel, soms niet.’

‘Ik denk dat het juist ook afwisseling de leerlingen ten goede komt. Het heeft weinig tot geen nut om dezelfde taak achter elkaar in Engels, Duits en Frans op te geven. Afstemming van didactiek is goed, maar het kan ook te ver gaan.’

‘Ja, om het voor iedereen helder te krijgen, zowel docenten als leerlingen.’ ‘Niet altijd en moeten, dat hangt af van de docent.’

‘Niet per se didactiek, maar wel een richting/visie/paraplu/kader zoals taakgericht werken o.i.d..’

De meningen liepen nogal uiteen. Een aantal docenten gaf aan dat het antwoord simpelweg ja was, de antwoorden die hierboven staan zijn genuanceerder en de meeste hebben bovendien een motivatie.

7. Welke vormen van didactiek zouden volgens u gebruikt moeten worden (b.v. taakgerichtleren, evidence based learning, grammar translation, etc…)?

De docenten die nee hebben geantwoord op vraag 6 hebben deze vraag meestal niet ingevuld, er zijn er echter 2 die hier wel een antwoord op hebben gegeven.

Er wordt door 7 docenten Taakgerichtleren aangegeven als gezamenlijke didactiek. Andere opties die mensen gaven waren: “Learning by Doing, Strategie training, werken naar specifieke masterproef, portfolio trajecten, analysis/syntax  het een domein noemen in plaats van leergebied. Dezelfde terminologie gebruiken bij b.v. grammatica. Bepaalde onderwerpen gelijktijdig aanbieden”.

Ook hier is weer zichtbaar dat er verschillende opvattingen waren wat betreft het toepassen van een bepaalde didactiek. Van de 23 respondenten die de Open vragen hebben ingevuld vonden 8 docenten dat MVT niet dezelfde didactiek moest aanhangen. Dat was 35% van alle ondervraagden, wat toch een vrij grote groep is.