• No results found

Open gesprek met kinderen 2 de kleuter tot en met 1 ste leerjaar

In document Nodenanalyse (pagina 30-34)

10. Verwerking kwalitatief onderzoek naar de noden van kinderen en gezinnen (0-12 jaar)

10.1 Open gesprek met kinderen 2 de kleuter tot en met 1 ste leerjaar

Vrienden in Zeebrugge (Ontmoeting en versterking sociale cohesie) De belangrijkste ontmoetingsplaatsen voor kinderen van de lagere school zijn:

- het park - de voetbalclub - het strand

- de kinderboerderij - de klas

Kinderen die in de strandwijk wonen vinden het jammer dat ze de tram moeten nemen om naar andere wijken te gaan. Het onveilige kruispunt zorgt ervoor dat ze afhankelijk zijn van ouders om bij vriendjes te gaan spelen. Ze kunnen met andere woorden niet altijd op eigen initiatief en op een veilige manier de andere wijken in Zeebrugge bereiken. Sommige

kinderen wonen in een straat waar geen of weinig kinderen wonen. Acht op 29 leerlingen van het eerste leerjaar krijgt nooit vriendjes op bezoek.

De bevraagde kleuters hebben voornamelijk vriendjes:

- in klas - in Moesje - in het park - in de voetbalclub - op het marktplein

Bijna de helft van de kleuters (+/- 15 leerlingen) heeft contact met de buren.

Vakanties in Zeebrugge (Kinderopvang en basisonderwijs)

Kleuters spenderen schoolvakanties voornamelijk in de buitenschoolse kinderopvang zoals de Zocjes of Moesje, bij grootouders of alleen thuis. Veel kinderen gaan niet op reis tijdens schoolvakanties. Sommige kinderen bezoeken familie in hun thuisland.

De bevraagde lagere schoolkinderen gaan tijdens schoolvakanties voornamelijk naar de buitenschoolse opvang of worden opgevangen door familie. Opvallend: veel kinderen (leeftijd 7 en 8 jaar) blijven alleen thuis, soms ook ’s avonds en/of ’s nachts. Op kamp gaan met de Zeescouts is een favoriet van veel kinderen. Er is een duidelijke vraag naar meer kampen in Zeebrugge tijdens schoolvakanties.

De kinderen van het derde leerjaar willen een speelpleinwerking in Zeebrugge. Sommige kinderen willen meer buitenspeelruimte in de Zocjes.

Spelen in Zeebrugge (Vrije tijd)

30 Op de vraag waar kinderen (kleuters en lagere school) in Zeebrugge vaak spelen, worden er voornamelijk de volgende vier plaatsen geantwoord: het park, de kinderboerderij, het marktplein of het strand. Negen van de 29 kinderen van het eerste leerjaar (leeftijd 6 jaar) spelen vaak in het park zonder ouderlijk toezicht. De speeltuin op het marktplein kan voor veel kinderen nog verbeteren. (lees: groter en meer spelprikkels)

De algemene tendens is dat er een zeer beperkt aanbod voor hobby’s is in Zeebrugge. Voor veel sporten of hobby’s zoals dansen, turnen, toneel,… moet men zich naar Knokke of

Blankenberge verplaatsen wat niet voor alle gezinnen vanzelfsprekend is. Dit wordt door veel kinderen als een gemis ervaren. De bevraagde lagere schoolkinderen missen eveneens een binnenspeelruimte, een skatepark, een zwembad en een bioscoop.

Gezond zijn in Zeebrugge (‘Preventieve’ gezinsondersteuning en ‘preventieve’

gezondheidszorg)

Acht op 30 leerlingen van het eerste leerjaar zijn nog nooit naar de tandarts geweest. Amper zes kinderen van deze klas zeggen dagelijks groenten te eten.

In het tweede leerjaar eet een zestal van 31 kinderen bijna nooit groenten omdat ouders niet altijd zelf koken. De helft van deze klas gaat niet elk jaar naar de tandarts. Zowel bij de kleuters als lagere schoolkinderen wordt er dagelijks fruit gegeten in de klas.

De omgeving in Zeebrugge (Publieke ruimte)

Wanneer we kleuters vragen naar de omgeving in Zeebrugge, antwoorden ze met wat voor hen de meest gekende plaatsen zijn: park, bibliotheek, kinderboerderij, strand en het marktplein.

Bij de lagere schoolkinderen komen enkele onderwerpen steevast terug. Zo vertellen veel kinderen dat het gevaarlijk is om te fietsen in Zeebrugge. De Kustlaan is een heel gevaarlijk oversteekpunt en niet aangepast aan fietsers. Er zijn (te) veel vrachtwagens en auto’s wat zorgt voor een slechte luchtkwaliteit. In drie van de vier bevraagde klassen melden de leerlingen dat er in Zeebrugge veel zwerfvuil is.

Hulp krijgen in Zeebrugge (Maatschappelijke dienstverlening)

We kregen voor deze vraag geen input van de bevraagde kinderen.

De rechten van kinderen in Zeebrugge (Belangenverdediging) We kregen voor deze vraag geen input van de bevraagde kinderen.

31 Signalen bij de open vragen

i. Wat zou je graag doen in je buurt in de vakantie?

Kleuters gaven op deze vraag de volgende suggesties:

- Springkasteel

- Trampoline springen

- Zwemmen

- Dansen

De wensen van de lagere schoolkinderen zien er grotendeels gelijkaardig uit maar ze stelden ook nog onderstaande zaken voor:

- Skaten - Bioscoop - Circus

- Grotere attracties op de kermis - Indoor speeltuin

- Fietsroute

ii. Hoe zou je graag hebben dat je buurt eruit ziet?

Van de bevraagde kleuters geven er veel aan dat ze speelpleinen willen, een zwembad en veel groene bomen en gras. De bevraagde lagere schoolkinderen willen niet zoveel auto’s en vrachtwagens in de buurt, meer natuur en minder afval.

iii. Signalen bij ‘In mijn huis heb ik’:

Voldoende plaats om te spelen

Bij de bevraagde kleuters zijn er kinderen die geen tuin hebben, kinderen die een ‘koer’

hebben en kinderen met een tuin. Een kleuter gaf aan op een studio te wonen en dus één ruimte te hebben om te spelen, eten en slapen. Verder was er beperkte feedback op dit topic.

Bij de bevraagde lagere schoolkinderen waren er meer verdeelde meningen. Sommige kinderen hebben binnen geen of te weinig plaats, (te) koude kamers in het huis of geen tuin.

Ik voel me thuis veilig

Beperkte input bij de bevraagde kleuters.

Sommige van de bevraagde lagere schoolkinderen voelen zich niet altijd veilig als ze alleen thuis zijn. (2e leerjaar) Enkelen waren al eens getuige van verbaal of fysiek geweld tussen volwassenen. (1e leerjaar) In het vijfde leerjaar is één kind dat aangeeft dat zijn gescheiden ouders veel ruzie maken en dat er soms sprake is van intrafamiliaal geweld.

32 Mijn huis is warm in de winter

Beperkte input bij de bevraagde kleuters.

Een achttal kinderen van het eerste leerjaar (30 leerlingen) signaleren dat de verwarming in hun huis defect is. Veel gebruikte oplossingen in deze situatie zijn dan een extra trui aantrekken, onder een dekentje zitten of iets warm drinken. Enkele kinderen hebben ook koud water tijdens de winter.

In mijn huis heb ik een proper toilet

Zo goed als alle bevraagde kleuters geven aan een toilet te hebben in hun woning.

Bij de bevraging van de lagere schoolkinderen werden geen opvallende antwoorden

genoteerd. Een drietal kinderen in het eerste leerjaar vinden dat hun toilet thuis niet proper is.

In mijn huis heb ik voldoende water om te wassen

De antwoorden van de bevraagde kleuters (2e en 3e kleuter) zijn divers. Enkele kleuters melden dat ze zich niet veel wassen. Sommigen antwoorden dat het water niet warm is of dat ze samen met hun broer of zus douchen.

Beperkte input bij de bevraagde lagere schoolkinderen.

Acht kinderen in de klas van het eerste leerjaar (30 leerlingen) wassen zich dagelijks. Één kind uit het tweede leerjaar (31 leerlingen) kan thuis het toilet niet meer doorspoelen als de regenput leeg is.

33

In document Nodenanalyse (pagina 30-34)