• No results found

3. Het stadsbeeld in het Kunstboek Van Wijnendale Les lieux sont la mémoire, et bien plus: les lieux survivent à la mémoire.

3.3. De onzichtbare stad

In de oudheid werd vaak gestreefd naar de ‘ideale stad’. Daarbij ging het dan om een perfecte symmetrie van de gebouwen en een tekening die dat in het nieuw-ontdekte perspectief weerspiegelde.128 Een ideale stad is een perfect doorzichtige en verzamelbare stad en die bestaat natuurlijk niet. Augustinus verwees al naar het onderscheid tussen de stad van God en de stad van de mens. Hierbij werd de stad gebruikt als metafoor voor het geloof.129 In dit betoog is religie al vaker aan bod gekomen als katalysator van kunst of net het vernielen daarvan.

In elk debat is het zinvol om stil te staan bij wat er niet is. We focussen nu op wat er ontbreekt aan het plaatje. Richard Sennett gaat in het boek ‘Stadsleven’ ook nog verder in op het woord ‘stad’. Het is een woord dat een dubbele laag heeft: zowel de fysieke ruimte als de mentaliteit.130 Ook dat zagen we al aan bod komen in deel 3.1. en 3.2. en daar gaat het onderzoek nu op verder. Steden kregen in de loop van de 16de eeuw al te maken met dat onderscheid tussen wat nu in het Frans als ‘ville’ en ‘cité’ benoemd wordt. Het eerste is meer algemeen, het tweede duidt op alle semiotische connotaties die daarbij komen.131 Sennett gaat verder met een interessante stelling dat het helemaal niet de bedoeling is dat de ‘ville’ en de ‘cité’ naadloos op elkaar aansluiten. De middeleeuwse stadskern, die organisch groeide rond een gebouw, vaak religieus, is niet iets wat zomaar in een bepaalde vorm kan gekneed worden. In de wirwar van kleine straatjes is het niet eenvoudig om het grotere plan te zien. Misschien is het daarom dat Van Wijnendale geen context tekent, omdat hij geen afleiding wil van wat hij als de essentie beschouwt? Ook Goetghebuer doet dit trouwens, in zijn Choix des Monumens. Daar isoleert hij de gebouwen in de gravures die hij nauwgezet tekent en graveert.

128 “De ideale stad” is een schilderij dat in de renaissance in Italië de ideale stad verbeeldde. Maker onbekend, ca.

1470, tempera op paneel, 67.7 x 239.4 cm, Galleria Nazionale delle Marche, Urbino.

129 R. Sennett, Stadsleven. Een visie op de metropool van de toekomst (Amsterdam: Meulenhoff, 2018), p.9. 130 Sennett, Stadsleven, p. 9.

52

Welk beeld van de stad lijkt op het eerste gezicht te ontbreken? Wat is daar de reden van? Er zijn concrete tekeningen die Goetghebuer afstootte. Waarom was dat? Is er een stuk verzwegen stad aanwezig? We maken een omgekeerde beweging als in de vorige delen: we beginnen breed en zoomen steeds dieper in, tot we midden in het kloppende hart van de stad zitten in een poging om de ontbrekende stad terug te vinden. Een aantal kerngedachten voeren hierbij de boventoon. Om te beginnen vertrekken we van de context. Geen enkel gebouw staat geïsoleerd in de ruimte. Hoe weerspiegelt dit zich in de tekeningen van Van Wijnendale en in de verzameling van Goetghebuer? Ook op verdwenen tekeningen wordt gefocust: er ontbreken minimaal 12 stukken uit het kunstboek.132 En welke zouden er nog kunnen ontbreken? We proberen door de ogen van de schilder te kijken: wat had hij nog in zijn collectie tekeningen moeten opnemen? We schetsen het plaatje: wat is verdwenen en wat bleef over? Welke impact heeft dat op het zicht en het gevoel van de stad?

132 Volgens Victor Vander Haeghen en Auguste Van Lokeren.

Afb. 19: Het Panoramisch Gezicht op Gent 1534 (STAM Gent, © Art in Flanders vzw, foto Hugo Maertens).

53

Op het prachtige panorama van 1534 (afb. 19) zien we de stad Gent als middeleeuwse grootstad. Met maar liefst twee rivieren gezegend, vormt zij in economisch, cultureel en politiek opzicht een trekpleister voor intellectuelen, wetenschappers en kunstenaars van allerlei pluimage. Dit anonieme panorama, dat vermoedelijk werd gemaakt in opdracht van het stadsbestuur, geeft Gent weer vanuit het oosten, de zijde van de Sint -Baafsabdij, het stichtende punt van de stad.133 We verwijzen hier ook terug naar ons eerste onderdeel: het stadsgezicht en de vedute. Ook het panorama stelt de stad niet zomaar als achtergrond voor bij een (religieus) thema, maar zet haar dominant op het voorplan. Het schilderij wordt niet voor niets in de geschiedenis een stadsportret genoemd.134 In het plan van Goethals (afb. 20) zien we de stad drie eeuwen later afgebeeld, dat moet ongeveer het beeld van de stad geweest zijn in de tijd van Goetghebuer. Ook al moet je het plan een kwartslag draaien om een gelijk beeld te krijgen met het panorama, toch is heel goed te zien dat de vorm van de stad nog min of meer dezelfde is gebleven. Er is een wirwar van straten die er is bijgekomen en ook de dwangburcht, die op dat moment bekend staat als het ‘Spaans kasteel’, valt goed op.

133 M.C. Laleman, et.al. ‘Het panoramisch gezicht op Gent 1534’, H.M.G.O.G Gent, 2015. Dit schilderij zat niet

geheel onverwacht ook in de verzameling van Goetghebuer, maar is in tegenstelling tot de rest van de collectie, niet meteen in 1867 door de familie aan de stad verkocht.

134 Laleman, ‘Het panoramisch gezicht op Gent 1534’, p. 173.

Afb. 20: Goethals, G. Plan Van Gend Gemeéten En Gegraveérd In 't Jaar 1796. Gent: P. F. de Goesin, 1796.

54

We zoomen in op een eerste onderdeel: de context. Het eerste wat opvalt in het kunstboek van Arent Van Wijnendale is de ‘white space’ op de pagina’s. Vooral bij de gebouwen is het opvallend dat er geen horizon en geen achtergrond is. Een tabel biedt een rudimentair overzicht.

Tabel 7: Gebouw Ge e n co n te xt M u u r Gr as Wate r H o ri zon Di e p te N o ta

12 Kerk van de Sint-Pietersabdij, vanuit het oosten.

x x x

24 Groenenbrielabdij x x x

29 Sint-Baafsabdijkerk x x x x

30 Kapel van de Nood Gods x x x Zeer klein muurtje.

31 Hospitaal van Sint -Baafsdorp x Een aanzet tot gras.

32 Augustijnenkerk en -klooster x x x Geen achtergrond.

33 Rode Torenpoort en -brug x x De achtergrond is leeg.

34 Ruïnes van de Heilige Kerstkerk in het Sint-Baafsdorp

x x x Een huis links geeft wat

achtergrond en gevoel voor perspectief.

36 Sint-Veerlekerk x x x Geïsoleerde muur.

37 Sint-Martinus van Ekkergem x x x

38 Sint-Catharinakerk van Wondelgem x x x

39 Nieuwenbosklooster x x x

40 Kerk van de Sint-Pietersabdij, vanuit het noordwesten.

x x x Tuin.

Heel vaak wordt een soort omgeving gesuggereerd, door middel van een streep groen, wat vermoedelijk een grasveld moet voorstellen. Enkel bij de afbeelding van het klooster van Nieuwenbos is sprake van een landschap, zij het op de voorgrond van de tekening (deel II, tek. 39). De achterzijde wordt gevuld door het gebouw zelf. De tekening komt hierdoor echter veel meer tot leven. De rest van de tekeningen gaan van heel heel weinig horizon, waardoor bijvoorbeeld letterlijk witte vlekken tevoorschijn komen, zoals in de Rode Torenbrug (deel II, tek. 33), tot geen horizon, omdat er net geen context is. Dit kan ook een argument zijn dat het een schetsboek voor eigen gebruik was en dat hij focuste op het gebouw. In de meeste tekeningen komen zowel gras als een muur voor, of een deel daarvan, zoals bij de Sint-Veerlekerk (deel II, tek. 36). In drie tekeningen komt het water voor, met ook vaak het woord ‘Schelde’ in de tekening (deel II, tek. 29, 33 en 40). Drie gebouwen komen bijna geïsoleerd voor, dat zijn de Kapel van de Nood Gods (deel II, tek. 30), het Sint-Baafshospitaal (deel II, tek. 31) en het klooster van de Groenenbriel (deel II, tek. 24), al heeft dat nog wel een tuin. De kerk van Wondelgem (deel II, tek. 38), lijkt door de kerkhofmuur die ovaal rond de kerk is getekend, nog meer geïsoleerd in de ruimte dan de andere gebouwen. Wat zou nu de achterliggende idee zijn achter die geïsoleerde beelden? Een blik op het panorama van Gent vertelt ons dat de meeste gebouwen wel degelijk in een stedelijke context waren gesitueerd. Het meest voor de hand liggende antwoord op deze vraag is mogelijks dat Van

55

Wijnendale gewoon focuste op het onderwerp dat hij wilde tekenen. Hij isoleerde het beeld dat hij wilde vastleggen uit zijn context en legde er zo de klemtoon op. Als dit Kunstboek door een opdrachtgever was besteld, kan dit ook een onderdeel van de bargain geweest zijn: hij deed dan wat de betalende klant hem opdroeg. Maar ook op tekeningen voor eigen gebruik, zoals de eend (deel II, tek. 41), werkte hij zonder al te veel context. Een tweede reden kan dan ook zijn dat dit tot de stijl van deze schilder behoorde en dat hij een aantal puzzelstukjes in de stad verzamelde. Als laatste reden kan hij ook al meteen de intentie hebben gehad om het beeld van een langere inscriptie te voorzien, zoals hier op de kerk van Wondelgem (deel II, tek. 38). Zo moest hij bovenaan een witte ruimte leeg laten. Omgekeerd kan ook: dat hij begon met de inscriptie en nadien tekende. In dit geval is dat onwaarschijnlijk, want de tekst is mooi langs de toren heen geschreven. Maar in andere tekeningen zou dat heel goed mogelijk kunnen zijn. De merkwaardige hoekige lijn duidt waarschijnlijk toch ook op een soort perspectief.

Afb. 21, Arent Van Wijnendale, Kerk van Wondelgem, Archief Gent.

56

Er is niet enkel witte ruimte op de bestaande tekeningen. Er zijn ook een aantal tekeningen vermist. In de inventarissen van zowel de veiling van 1823 als die van 1824 lijstte Auguste Van Lokeren een aantal ontbrekende tekeningen uit het Kunstboek Van Wijnendale op.135 De volgende beelden ontbreken in het rijtje:136

Tabel 8137

1 Heilig-Grafkapel in de Sint-Janskerk

2 Judaspenning

3 Portret van paus Sixtus V (1521-1590), paus van 1585 tot 1590

4 Wapen van Godfried van Bouillon

5 Wapen van een ridder*

6 Wapen van een ridder*

7 Wapen van een ridder*

8 Wapen van een ridder*

9 Wapen van een ridder*

10 Wapen van een ridder*

11 Filips II, koning van Spanje, te paard, als grootmeester van het Gulden Vlies, gekleed in het wit, op de derde dag van het kapittel te Gent in 1559

12 Wapen van een lid van het Huis van Bourgondië 13 Wapen van een lid van het Huis van Bourgondië 14 Wapen van een lid van het Huis van Bourgondië 15 Wapen van een lid van het Huis van Bourgondië 16 Zicht op een gebouw in het Sint-Baafsdorp

17 Gezicht op een monument in Gent*

18 Gezicht op een monument in Gent*

19 Gezicht op een monument in Gent*

20 Gezicht op een monument in Gent*

21 Gezicht op een monument in Gent*

22 Gezicht op een monument in Gent*

23 Gezicht op een monument in Gent*

24 Gezicht op een monument in Gent*

25 Gezicht op een monument in Gent*

26 Gezicht op een monument in Gent*

27 Gezicht op een monument in Gent*

Het aantal bladen in het kunstboek is 65, vooropgesteld dat de twee dierentekeningen (deel II, tek.

41 en 42) effectief deel uitmaakten van deze verzameling. Sommige folio’s waren ook op de

versozijde betekend, zodat er vermoedelijk meer dan 23 tekeningen vermist zijn. De eerste zestien nummers in tabel x hierboven worden vernoemd in de veilingcatalogi en bij Van Lokeren, soms ook gegroepeerd. Waar deze ontbrekende tekeningen zijn, is niet bekend. Het is vermoedelijk zo dat Goetghebuer enkel de tekeningen met als hoofdonderwerp Gent uit het kunstboek haalde. Wat hij met de rest deed, is onduidelijk. Misschien werden ze aan een boekhandel verkocht, waar Cornelis Hofstede-De Groot ze in 1898 kocht? Die tijdsspanne van veertig jaar lijkt vrij lang. Het is voorlopig dus nog een raadsel waar de draak en de eend al die tijd geweest zijn én waar de rest van de tekeningen nu is, als ze al nog bestaan. De onderste 11 tekeningen zijn gegroepeerd onder de noemer ‘zichten op monumenten’. Hieronder vullen we als korte denkoefening deze ontbrekende

135 A. Van Lokeren, Notices.

136 Deze gegevens zijn gebaseerd op een bestandslijst van Archief Gent.

57

monumenten in. Dat is zeer hypothetisch, maar geeft ons desalniettemin een mogelijk beeld van wat Van Wijnendale nog zou kunnen hebben getekend. Omwille van het gebrek aan bewijs houden we het hier bij een loutere opsomming en hopen we op nog meer vondsten, hetzij in archief Gent, hetzij in de universiteitsbibliotheek, of elders.

Tabel 9138

Aard gebouwen Voorbeeld

Wereldlijke gebouwen Belfort, Gravensteen, Spaans kasteel

Kerken Sint -Jacobskerk

Sint-Niklaaskerk Sint-Michielskerk

Kloostergebouwen Bijvoorbeeld de Recolletten, Dominicanen, Karmelieten en de Augustijnen.

Godshuizen

Hospitalen, Sint-Elooishospitaal, het Wenemaershospitaal en het Kinderen

Alijnshospitaal. Gildenhuizen

Tot besluit kunnen we voorzichtig formuleren dat Van Wijnendale een heel groot stuk van de stad niet heeft weergegeven, net zoals ook de verzameling over Gent van Goetghebuer nooit echt af kon zijn. We kunnen concluderen dat een 16de-eeuws tekenboek een mogelijk, maar niet volledig stadsbeeld weergeeft. Ook een 19de-eeuwse verzameling heeft veel hiaten. De verzamelaar ging daarbij rigoureus te werk: op veel dragers zijn immers ook lege plekken te zien, een ‘white spot’ waar eerder een beeld op was bevestigd. Dat Goetghebuer zelf zijn beelden voortdurend van plaats wisselt, is onder meer ook af te leiden uit het Album Goetghebuer, dat in het MSK wordt bewaard. Daarin zijn ook diverse lege pagina’s, terwijl dit eigenlijk net een medium is, een album amicorum, dat de bedoeling had om intact te blijven.