• No results found

Ontwikkeling van de Zaanse Schans door de jaren heen

In document Cultureel erfgoed en verevening (pagina 39-41)

Op het eerste gezicht lijkt de Zaanse Schans een authentiek Zaans buurtje. Maar feitelijk bestaat het pas vijftig jaar. Een groep bevlogen Zaanse cultuurhistorische liefhebbers zag in de zestiger jaren van de vorige eeuw hoe steeds meer traditionele pandjes in de Zaans- treek afgebroken werden en richtten in 1961 stichting De Zaanse Schans op. Een aantal historische panden werd van de sloop gered door ze af te breken en opnieuw op te bouwen op een plek aan de Zaan, langs de rand van het groene veenweidegebied. Vereniging De Zaan- sche Molen voegde hier een imposant molen- panorama aan toe.

Het was nooit de bedoeling om van de Zaanse Schans een toeristische trekpleister te maken. Aanvankelijk opgezet als woonbuurtje groeide door de jaren heen het aantal bezoekers en vestigden zich steeds meer toeristische

76 77

ondernemers. Op het oog lijkt de Zaanse Schans één totaalproduct, maar in de praktijk gaat er een ingewikkelde coalitie met vele spelers en belangen achter schuil – bewo- ners, ondernemers, Vereniging De Zaansche Molen en het Zaans Museum – met stichting De Zaanse Schans als paraplu daar overheen. De plek bleef door de jaren heen altijd vrij toegankelijk en werd nooit een openlucht- museum. Dat heeft sterk te maken met de ontstaansgeschiedenis en het daarmee gepaard gaande sentiment dat de schans ‘van alle Zaankanters’ is. De gemeente

betaalde intussen voor het onderhoud van de openbare ruimte en verleende de stich- ting jaarlijks subsidie om financiële tegenval- lers (zoals achterstallig onderhoud van de panden) op te kunnen vangen.

Wel de lasten, niet de lusten. Daarom ging in 2010 het roer om. Het stichtingsbestuur – uit nood gevormd door drie wethouders van Zaanstad – stelde op verzoek van de gemeenteraad een toekomstvisie op met een drieledig doel: behoud van het cultuur- historische erfgoed, verbetering van het toeristische product om de verblijfsduur van bezoekers te verlengen, en versterking van de knooppunt- en transferfunctie, zodat de rest van de Zaanstreek economisch mee kan profiteren van de aantrekkingskracht van de Zaanse Schans. Besloten werd tot verkoop van een groot deel van de panden aan de N.V. Stadsherstel. Met de opbrengst kon geïnves- teerd worden in een verbeterplan, waarmee de Schans organisatorisch en financieel voortaan op eigen benen zou kunnen staan. Het bestuur diende een subsidieaanvraag in bij het Europese Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO), die ruim een jaar later werd gehonoreerd. In totaal kwam er – met cofinanciering vanuit provincie en gemeente – ruim 4 miljoen beschikbaar.

Intussen was al gestart met de procedure voor vernieuwing van het sterk verouderde bestem- mingsplan. De gemeenteraad van Zaanstad – aangespoord door een krachtige lobby vanuit

cultuurhistorische verenigingen – bleef zitten met de vraag hoe de toeristische ambities en beoogde veranderingen ruimtelijk en steden- bouwkundig ingepast en aangestuurd konden worden zonder het oorspronkelijke cultuurhis- torische concept van de Schans aan te tasten. De gemeente huurde het bureau Steenhuis Meurs in om een grondige analyse te maken van de ontstaansgeschiedenis van de Zaanse Schans en op basis daarvan een waardering van het gebied en richtlijnen voor behoud en ontwikkeling te formuleren. Dit beeldkwaliteits- plan kreeg later nog meer verfijning in de vorm van een stedenbouwkundige visie. Tijdens dit proces werd voortdurend overlegd met een klankbordgroep van direct betrokken partijen bij de Schans en vertegenwoordigers van cultuurhistorische verenigingen. De kwaliteit van het onderzoek en de interactieve manier waarop het traject is doorlopen hebben ervoor gezorgd dat gaandeweg een breed draagvlak groeide voor het uiteindelijke resultaat.

Het dilemma van de Zaanse Schans

We zijn nu twee jaar verder. Het terrein is opge- knapt en is er een aantal voorzieningen bij gekomen, zoals een bed & breakfast, een destil- leermuseum/proeflokaal en een kuiperijmu- seum. Er liggen plannen voor een nieuw entreegebied. Er is een fiets- en bootverhuur en er zijn (multimediale) routes op en om de Schans uitgestippeld. Er is een nieuwe directie gekomen en een nieuw bestuur (zonder de gemeente), waarin alle ’bloedgroepen’ verte- genwoordigd zijn: ondernemers, bewoners, Stadsherstel, Zaans Museum en Vereniging De Zaansche Molen. De cultuurhistorische vereni- gingen maken deel uit van een Commissie van

78 79

Advies. De gemeente is van mening dat het toeristisch-commerciële product Zaanse Schans voortaan op eigen benen moet kunnen staan en heeft daarom de subsidierelatie beëindigd. De voorzitter van het stichtingsbe- stuur heeft echter bij herhaling laten weten dat voor hem het cultuurhistorisch belang van de Schans voorop blijft staan. Dat resulteerde in lange onderhandelingen over een geschikte locatie voor een aanlegsteiger voor motor- charterschepen. Voor de gemeente is de rivier- cruise- en motorchartervaart een belangrijke toeristische groeimarkt, terwijl de besturen van de Zaanse Schans en de vereniging De Zaansche Molen de schepen vooral beschouwen als verstoring van het molenpa- norama. Het Molenmuseum overweegt om vanuit Koog aan de Zaan naar de Schans te verhuizen. Maar is verdere concentratie van toeristische functies wel zo’n goed plan als we bezoekers juist willen stimuleren om de rest van de streek te gaan zien? Zijn de onderne- mers op de Schans wel zo blij met die beoogde transferfunctie van de Schans? Hoewel kaders, taken en verantwoordelijkheden zijn gedefini- eerd blijven er dilemma’s en blijft de Schans een delicate mengeling van waarden2 en

belangen.

Het verhaal van de Zaanse

In document Cultureel erfgoed en verevening (pagina 39-41)