• No results found

Het begrip cultureel erfgoed Volgens Erfgoed Actueel, bureau voor cultu-

In document Cultureel erfgoed en verevening (pagina 31-33)

reel erfgoed en educatie, is cultureel erfgoed te definiëren als:

“Sporen uit het verleden in het heden, die zichtbaar en tastbaar aanwezig zijn. Dat kunnen voorwerpen zijn in musea, archeologische vondsten, archieven,

monumenten en landschappen. Maar ook de daaraan verbonden gebruiken, verhalen en gewoonten.”

Een andere definitie van erfgoed is:

“Alles wat we de moeite waard vinden door te geven aan volgende generaties.” Uit beide definities wordt duidelijk dat cultu- reel erfgoed veel meer is dan alleen materieel erfgoed. Het is in dit verband niet verwonder- lijk dat er de afgelopen jaren steeds meer aandacht is voor immaterieel erfgoed en volks- cultuur en dat 2012 zelfs is uitgeroepen tot het jaar van het immaterieel erfgoed.

Door de nadruk te leggen op de economische waardering van cultureel erfgoed wordt vooral gekeken naar te kapitaliseren erfgoed. Dat wil zeggen: materieel en veelal onroerend erfgoed. In het artikel van Mark van Duijn over het vesti- gingsgedrag van huishoudens wordt de aanwe- zigheid van cultureel erfgoed bijvoorbeeld gemeten door te kijken naar de aanwezigheid van rijksmonumenten en oppervlakte dorps- en stadsgezicht. Een logische keuze, omdat dit meetbare resultaten oplevert en steden onderling vergelijkbaar maakt. Maar de vraag is of daarmee voldoende recht wordt gedaan aan de volle reikwijdte van het begrip cultureel erfgoed. Heerlen, waar na de sluiting van de mijnen de tactiek van de verschroeide aarde is toegepast, kan niet teruggrijpen op de vaak iconische waarde van dat tastbare erfgoed. In Heerlen is dat erfgoed veel minder zichtbaar. Maar voor wie beter kijkt is het overal. Het is terug te vinden in de ruimtelijke structuur van de stad. En ook in het verenigingsleven, dat bijna zonder uitzondering wortelt in het mijn- verleden, en veel zegt over de etnische diversi- teit van de stad. Het is terug te vinden in de gebruiken en rituelen, zoals de vele Barbara-

60 61

vieringen.4 En in de volksaard, in de onver-

valste ‘koempelmentaliteit’, een traditie van aanpakken en blind vertrouwen in elkaar. Juist die mentaliteit en de vele problemen die Heerlen de afgelopen decennia heeft moeten overwinnen, hebben ertoe geleid dat Heerlen onlangs werd uitgeroepen tot soci- aalste gemeente van Nederland, iets dat weer veel zegt over de identiteit van de stad.5

Conclusie

Je kunt je afkomst niet verloochenen. Dat reali- seert Heerlen zich als geen ander. De stad maakt sinds enkele jaren een renaissance door, zoals Marcia Luyten het noemde in een in april 2012 verschenen artikel in NRC Handelsblad.6

Het herwonnen zelfvertrouwen van de stad manifesteert zich onder meer in een herwaar- dering van het mijnverleden. De afgelopen jaren is vooral veel geïnvesteerd in veiligheid en een aantrekkelijke woonomgeving, maar er wordt ook steeds nadrukkelijker vooruitge- keken. Door de identiteit en de economische focus van de stad direct te verbinden met het mijnverleden, krijgt dat mijnverleden opnieuw betekenis. De open en tolerante traditie van de stad biedt kansen voor innovatie en vernieuwing en trekt creatieve mensen naar de stad. Het organiseren van een themajaar is een bewezen instrument om bewoners en bedrijven te betrekken, zie bijvoorbeeld het succes van het Calvijnjaar in Dordrecht. Het Jaar van de Mijnen in 2015 moet een volgende stap zijn in een proces van terug- kijken en herdenken, maar ook van identifi- ceren, samenwerken, verankeren en profileren. Of dit uiteindelijk ook zal leiden tot economi- sche (her)waardering van het cultureel erfgoed van de stad, zal de tijd moeten leren.

1 In de afgelopen jaren hebben in het kader van Operatie Hartslag ruim vijftig projecten plaatsgevonden. Ook zijn diverse evaluaties uitgevoerd, die een aantoonbare verbetering van de veiligheid laten zien. Er is 24-uurs cameratoezicht in het centrum. Er bestaat inmiddels een goed functionerende dag- en nachtopvang in het centrum, die voor bijzonder weinig overlast zorgt. Er zijn diverse juridische en bestuurlijke instrumenten uitgewerkt en ingezet. Ook heeft het Leger des Heils twee zogenaamde Domushuizen geopend waar verslaafden hun eigen kamer hebben. De aldaar verblijvende (voormalige) zeer actieve veelplegers recidiveren nauwelijks meer. De rol van het ge- vangeniswezen als partner is van groot belang. Bovendien is er een districtelijk Veiligheidshuis Heerlen opgericht, waar persoonsgebonden maatregelen worden uitgevoerd in een combinatie van handhaving en zorg.

2 In dit project wordt door de aarde verhit water in de oude mijnschachten gebruikt om gebouwen en woonwijken mee te verwarmen.

3 Het oude CBS-gebouw (Centraal Bureau voor de Statistiek) is in zekere zin ook een reliek van het mijnverleden van Heerlen, omdat het CBS bij wijze van vervangende arbeid deels naar Heerlen werd verplaatst. Bovendien staat het Nederlands Mijnmuseum, gevestigd in het schachtgebouw van de voormalige Oranje Nassaumijn I, op het terrein van het oude CBS-gebouw.

4 Barbara was de patroonheilige van de mijnwerkers. Ieder jaar worden begin december nog Barbara-vieringen gehouden en worden de overleden kompels herdacht. 5 Dat blijkt uit de Lokale monitor Werk, Inkomen en Zorg

2012 van de FNV, een tweejaarlijks onderzoek naar sociaal beleid bij gemeenten.

6 Marcia Luyten, ‘Renaissance in Zuid Limburg’, NRC Han- delsblad, 28 april 2012.

62 63

6. Binnenlands

toerisme en

In document Cultureel erfgoed en verevening (pagina 31-33)