• No results found

Deze bijlage geeft een beschrijving van de gehanteerde onderzoeksstrategie. De onderzoeksstrategie is de wijze waarop het onderzoek is uitgevoerd. Verschuren en Doorewaard (2000) onderscheiden vijf onderzoeksstrategieën:

1) Survey 2) Experiment 3) Casestudy

4) Gefundeerde theoriebenadering 5) Bureauonderzoek

Gedurende het onderzoek zijn meerdere strategieën gehanteerd. De te volgen strategie verschilt per onderzoeksvraag, zodoende zullen de strategieën dan ook per onderzoeksvraag besproken worden. Voor een overzicht van de onderzoeksvragen en bijbehorende deelvragen, zie paragraaf 2.2.

Strategie bij onderzoeksvraag 1

Onderzoeksvraag 1: Wat zijn de kenmerken van Gemeenschappelijke Exploitatie Maatschappijen ten behoeve van grootschalige gebiedsontwikkelingsopgaven in Nederland?

Het doel van onderzoeksvraag 1 is het in kaart brengen van de GEM en het kader waarbinnen deze organisatievorm wordt toegepast. Het in kaart brengen van de omgeving van de GEM, inrichting van de GEM en het functioneren van de GEM zijn aspecten, die tijdens dit gedeelte van het onderzoek aan bod komen. Gezien het theoretische karakter van deze onderzoeksvraag ligt een bureauonderzoek voor de hand, waarbij de volgende bronnen gehanteerd zullen worden:

• Literatuur over Publiek-Private Samenwerking (PPS);

• Literatuur over de Gemeenschappelijke Exploitatie Maatschappij; • Literatuur over gebiedsontwikkeling;

Buiten de literatuurstudie om zal waarnodig kennis van deskundigen gebruikt worden voor het beantwoorden van specifieke vragen.

Strategie bij onderzoeksvraag 2

Onderzoeksvraag 2. Welke variabelen bepalen de inrichting van de organisatie van een Gemeenschappelijke Exploitatie Maatschappij?

Het doel van deze onderzoeksvraag is het in kaart brengen van de variabelen welke de inrichting van de organisatie van de GEM bepalen. Bij de beantwoording van onderzoeksvraag 2 zal dezelfde strategie gehanteerd worden als bij de eerste onderzoeksvraag, namelijk het bureauonderzoek. Voor het beschrijven van de inrichtingsvariabelen zal literatuur over de volgende onderwerpen bestudeerd worden:

• Inter-organisationele relaties;

• Organisatiestructuren (organisatie-, juridische en financiële aspecten); • Praktijkcasussen (bijvoorbeeld ondernemingsplannen).

Er is daarnaast een aantal thema’s bekend dat in ieder geval invloed heeft op de organisatie-inrichting van een GEM en hier zal uiteraard ook literatuur over bestudeerd worden. Deze lijst is overigens niet compleet, maar bevat vermoedelijk wel de belangrijkste thema’s. Deze thema’s zijn:

1) Juridische structuur;

2) Kosten, opbrengst en financiering;

3) Relatie tot betrokken (publieke en private) partijen.

Buiten de literatuurstudie om zal waarnodig kennis van deskundigen gebruikt worden voor het beantwoorden van specifieke vragen.

Strategie bij onderzoeksvraag 3

Onderzoeksvraag 3: Wat zijn de (geconstateerde) knelpunten en eventuele oplossingen met betrekking tot de inrichting (van de organisatie) van GEM’s?

Voor de beantwoording van onderzoeksvraag 3 zal een casestudy met meerdere cases worden uitgevoerd. Een casestudy is een onderzoeksstrategie waarvan het voornaamste kenmerk is dat er sprake is van een intensieve bestudering van een sociaal verschijnsel bij één of enkele onderzoekseenheden (Braster, 2000). Deze onderzoeksvraag is beschrijvend van aard, wat past bij een casestudy. Tevens is een casestudy een ideale methode voor een vergelijking tussen – en het beoordelen van – verschillende cases.

Bij een casestudy moet, om redenen van validiteit en betrouwbaarheid, gebruik worden gemaakt van zoveel mogelijk bronnen (Yin, 1994; Swanborn, 1994, Verschuren & Doorewaard, 2000). Dit wordt (bronnen)triangulatie genoemd. Triangulatie betekent dat de kennis van, het inzicht in, je object wordt vergroot door vanuit verschillende bronnen gegevens over je object verzamelen. Triangulatie is belangrijk met betrekking tot het waarborgen van de validiteit en betrouwbaarheid van het onderzoek (zie verder paragraaf 2.5). De casestudy zal gevoed worden door literatuurstudie, die hier verworven informatie zal getoetst worden tijdens de interviews. Verder zullen alle activiteiten van het onderzoek integraal geanalyseerd worden (buiten de analyses van het literatuuronderzoek en die van de afzonderlijke cases). Onderstaand figuur geeft schematisch weer hoe triangulatie bereikt kan worden door wat Yin (1994) noemt ‘convergentie van meervoudige bronnen’.

FEIT

Literatuur

Interviews Documenten

Documenten Bevindingen Conclusies

Alle cases worden dus eerst geanalyseerd en vervolgens zullen conclusies worden getrokken. Yin (1994) gaat uitgebreid in op deze vorm van onderzoek doen en het type casestudy dat in dit onderzoek wordt gehanteerd, wordt door hem holistische multiple-case multiple-casestudy genoemd. Deze methode houdt behandelen van meerdere multiple-cases vanuit één onderzoeksobject in, waarbij het onderzoeksobject in dit geval zal bestaan uit de organisatie van de GEM van het betreffende caseproject. Overigens geeft Swanborn (1994) een beschrijving van een casestudy welke verder gaat. Swanborn noemt een casestudy een onderzoek “waarbij de onderzoeker zich in het bestudeerde veld bevindt, dat wil zeggen dat hij gedurende enige tijd deelneemt aan het dagelijks leven van de groep of het sociale systeem dat hij bestudeert”. Dit onderzoek kan niet gekwalificeerd worden volgens deze definitie, aangezien het ‘bestuderen van het werkveld’ beperkt blijft tot het bezoeken van de case-projecten.

De casestudy bestaat uit het analyseren van de Gemeenschappelijke Exploitatie Maatschappijen (GEM’s) van 6 projecten, waarbij de analyse zal bestaan uit het afnemen van interviews en het bestuderen van relevante documenten en literatuur. De interviews zijn zogenaamde diepte-interviews, waarbij door het stellen van een aantal vragen en het poneren van een aantal stellingen gepoogd zal worden een uitvoerig en diepgaand gesprek te krijgen over de inrichting van de organisatie van de GEM en daaraan gerelateerde aspecten.

Er zal gesproken worden met de directeuren van de GEM’s, tenzij een andere persoon (bijv de procesmanager) een betere kijk heeft op zowel de inrichting van de GEM met achterliggende motieven als het huidig functioneren van de GEM. Na aanleiding van het interview met de directeur zullen interviews volgen met de betrokken publieke en/of private actor bij de GEM.

De te bestuderen documenten en literatuur zullen voornamelijk bestaan uit ondernemingsplannen, mediaberichtgeving en internetsites. De onderzoeksvragen 1 en 2 worden gebruikt voor het opstellen van het interviewschema.

Strategie bij onderzoeksvraag 4

Onderzoeksvraag 4: Aan welke eisen en randvoorwaarden moet de leidraad voldoen, die gebruikt kan worden bij het bepalen van de inrichting van een GEM?

Onderzoeksvraag 4 bestaat uit de analyse van de resultaten van onderzoeksvraag3. Hierbij zal geen nieuw onderzoeksmateriaal worden gebruikt. Allereerst zal een cross-case analyse uitgevoerd worden, zodat de verschillende casussen met elkaar kunnen worden vergeleken. Eerst worden de kenmerken van de verschillende gebiedsontwikkelingsopgaven met elkaar vergeleken. Vervolgens worden de inrichtingsvariabelen van de organisatie van de verschillende GEM’s naast elkaar gelegd. Tenslotte volgt een integrale analyse, welke de link legt tussen de kenmerken van de opgave en de inrichtingsvariabelen van de organisatie. Deze fase bestaat dus uit het analyseren van de praktijkbevindingen, waarbij de analyseresultaten zullen bijdragen aan het opstellen van de leidraad voor het inrichten van de organisatie van een Gemeenschappelijke Exploitatie Maatschappij.